Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label demagogie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label demagogie. Alle posts tonen

29 augustus 2023

Kloof tussen perceptie van de burger en realiteit bij de boer

Zonder boer geen voer? 

Het is een stelling die door bijna elke burger wordt onderschreven. Maar weinigen durven te zien dat deze stelling vooral bedoeld is om critici de mond te snoeren. De critici van boeren bekritiseren de manier waarop boeren met hun dieren omgaan en heeft (helaas) meestal niet betrekking op de grootte van de veestapel. Die veestapel is te groot, maar vooral niet zichtbaar. Het meeste vee (koeien, varkens en kippen) zit hun leven lang in een stal en komt niet buiten in de wei. Die grote veestapel produceert veel meer mest dan de grond buiten kan verwerken en lekt door naar het grondwater en het oppervlaktewater. De kwaliteit van de Nederlandse wateren is veruit het slechtste van alle Europese landen.
Dit benadrukt de scheiding tussen het romantische beeld bij de burger en de daadwerkelijke praktijken bij de boer. Het is belangrijk om te komen tot goed landbouwbeleid om zowel de positieve als negatieve aspecten van de agrarische sector te erkennen.

Verschillende groepen veehouders

Er zijn veehouders die graag een goed product willen leveren zonder de omgeving te belasten. Er zijn ook veehouders die helemaal niets geven om de gevolgen voor het milieu door hun bedrijfsvoering. Zij bekijken het houden van vee op een simpele manier: hoe houdt je zoveel mogelijk vee tegen zo laag mogelijke kosten. De mest probeer je kwijt te raken tegen zo laag mogelijke kosten en wanneer dat leidt tot vervuiling van de omgeving dan probeer je buiten de controles van de overheid te blijven. Dit onderstreept de noodzaak om duurzamere landbouwpraktijken te bevorderen en manieren te vinden om de milieuproblemen aan te pakken.
Het zou mooi zijn wanneer de overheid haar eigen regelgeving zou combineren met een controle apparaat dat ook nagaat of veehouders zich wel aan de regels houden. Over de regels is lang genoeg nagedacht, maar politici die luisteren naar de lobby van de agrosector zorgen ervoor dat de controlerende instanties te weinig personeel en middelen krijgen om de regelgeving ook effectief toe te passen.

Misinformatie als aanjager van twijfels

De agrosector is zich degelijk bewust van haar eigen imago. Het sponsort tv-programma’s als Boer zoekt Vrouw en acties van de BBB zodat bij het publiek het idee kan blijven bestaan dat boeren het niet al te moeilijk moet worden gemaakt anders dreigen er rampzalige gevolgen voor de voedselvoorziening. En of dat een reëel dreigement is kan de burger vaak niet nagaan of durft niet door te vragen. Het gevolg is dat agrosector vast in het zadel zit en dat de belastingbetaler opdraait voor de kosten van het opruimen van de ellende veroorzaakt door de te grote veestapel.
Wat de zaak verder lastig maakt is dat partijen en individuen in de agrosector schaamteloos omgaan met misinformatie. Leugens en halve waarheden worden te pas en te onpas ingezet om de burger aan het twijfelen te zetten of de critici wel gelijk hebben.

Beleid harmoniseren

Om dit tij te keren zullen politici, overheid, media en milieudeskundigen moeten overleggen hoe zij eendrachtig kunnen optrekken tegen het verspreiden van de misinformatie. Er zal ook geld moeten gaan naar de controlerende instanties om menskracht en middelen aan te trekken die de regelgeving controleren. De burger kan met haar stem bij de verkiezingen en met haar aankoopgedrag in de supermarkt laten zien dat zij begrijpt waar de schoen wringt.
Om deze beweging ten goede zo ver te krijgen zal openbaar man en paard genoemd moeten worden, zodat de betrokkenen (de niet grondgebonden veehouders en zij die dichtbij kwetsbare natuurgebieden werken) en het publiek duidelijk weten waar zij aan toe zijn. Ook het stoppen van op een oneigenlijke manier subsidiëren van schadelijke onderdelen van de agrosector is laaghangend fruit. Aan de politici op alle niveaus de opdracht om uit te leggen dat op alle niveaus een harmonieuze aanpak van de te grote veestapel een goed idee is. Op Europees, landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau zal het beleid op één lijn moeten worden gebracht.

Om onderstaande feiten kan niemand heen

De landbouw gebruikt ongeveer de helft van ons land.
De rotzooi als gevolg van de te grote veestapel bestaat uit vies water en een saai landschap (biodiversiteitsverlies) en daarbij betaalt de vervuiler niet.
De bijdrage van de landbouw aan de economie is gering: minder dan 2%.
Er ligt 25 miljard euro klaar om 15000 veehouders in de benen te houden. Van het vlees en de zuivel die dat oplevert, gaat ruim 70 procent naar het buitenland. De schade aan het milieu en het leefklimaat blijven hier. Om die schade op te ruimen is er volgens de provincies niet 25, maar ruim 50 miljard euro nodig.
Uit recent onderzoek blijkt dat de schade door de veehouderij jaarlijks 9 miljard euro is en wordt doorgeschoven naar de burger. De jaarlijkse toegevoegde waarde van de veehouderij is 3 miljard euro en verdwijnt in de portemonnee van de boeren en de toeleverende industrie. Netto is dat jaarlijks 6 miljard euro in de min.

 

10 mei 2023

Laat je niet met een kluitje in het riet sturen

Mensen die zich inzetten voor een goede zaak (bijvoorbeeld dierenwelzijn) ondervinden vaak obstructie door degenen die (uit vrees om inkomsten te verliezen) geen veranderingen willen. Hoe die obstructie werkt wordt hieronder aangegeven.
De “machthebber” is degene die aan de macht wil blijven en alles uit de kast haalt om niets te hoeven veranderen en de “idealist” is degene die vaak met een kluitje in het riet wordt gestuurd.

  • De machthebber kan de idealist verleiden met mooie beloften over het ondersteunen van hun idealen, maar blijft vaag over de concrete acties die ze zullen ondernemen. De idealist kan hierdoor in de verleiding komen om de loze beloften te geloven en de kern van de zaak uit het oog te verliezen.
  • Wanneer de idealist de machthebber kritische vragen stelt over het beleid of de acties van de heerser, kan deze handig ontwijkende antwoorden geven. De idealist kan uiteindelijk gefrustreerd raken omdat ze geen duidelijke antwoorden krijgen op hun belangrijke vragen.
  • De machthebber kan proberen de idealist af te leiden door te stellen dat hun idealen weliswaar nobel zijn, maar dat er op dit moment belangrijkere problemen zijn die aandacht nodig hebben. Hierdoor kan de idealist zijn focus verliezen en toegeven aan de dringende problemen van het moment, terwijl de kern van hun idealen wordt genegeerd.
  • In plaats van inhoudelijk te reageren, kan de machthebber de idealist persoonlijk aanvallen. Dit kan de idealist uit balans brengen en hen doen afwijken van hun standpunten om zich te verdedigen tegen de aanvallen.
  • De machthebber kan bewust de situatie compliceren door bureaucratische obstakels op te werpen of langdurige procedures voor te stellen om de idealist te ontmoedigen. Hierdoor kan de idealist ontmoedigd raken en het gevoel krijgen dat hun idealen te ingewikkeld zijn om te realiseren.
  • Tijdens de woordenstrijd kan de machthebber proberen de aandacht van de idealist af te leiden door over irrelevante kwesties te praten of zijsporen te creëren. Hierdoor kan de idealist uit koers raken en hun hoofddoel uit het oog verliezen.
  • De machthebber kan de idealist prijzen voor hun inzet en moed, zonder daadwerkelijk veranderingen door te voeren. Door lof en erkenning te ontvangen, kan de idealist zich gewaardeerd voelen en geneigd zijn om concessies te doen zonder tastbare resultaten te eisen.

Voor wie zich wil verdiepen in soortgelijke strategieën gebaseerd op drogredeneringen, klik hier voor voorbeelden en hoe daar mee om te gaan.

 

19 juli 2022

Drogredenen bij het steunen van boeren

Geen boer, geen voer. Wat zou daarmee worden bedoeld? Geen boer, geen veevoer? Zonder boeren, hebben we niets te eten? 80 procent van de agrarische productie wordt geëxporteerd en 70% van ons voedsel wordt geïmporteerd.
Zouden we in ons land honger lijden wanneer om een of ander wonderlijke reden er een tijd lang in ons land geen voedsel wordt geproduceerd?
Antwoord: nee, zolang de distributiecentra niet worden geblokkeerd.
Of wordt er bedoeld dat wanneer er plotseling nergens meer op de wereld boeren zouden zijn dat er dan honger in ons land komt?
Antwoord: ja, duh!

Gezien de grote steun voor de protesten van de boeren bij de burgers en het grote aantal zetels dat nu gepeild wordt voor de BoerBurgerBeweging onder de leiding van Caroline van der Plas en de lage kwaliteit van de argumentatie moet er iets aan de hand zijn wat toch aanslaat bij velen.
Die verklaring kan liggen in een algehele onrust en onzekerheid onder de bevolking over de toekomst en onvrede over het kabinetsbeleid. Dan is het aantrekkelijk om je steun te geven aan een groep die zo machtig lijkt dat ze niet worden tegengehouden door de politie en naar wie de politiek onder de druk lijkt te willen luisteren. Misschien kunnen de boeren voor een andere regering zorgen.
Het kan ook zijn omdat door de BBB en door de boeren overvloedig gebruik gemaakt wordt door drogredeneringen. Drogredeneringen zijn oneigenlijke argumenten die door degene die ze aanhoort niet worden doorzien als ongeldig. Leugens vermomd als waarheid.
Veel burgers uit de stad hebben geen benul van de veranderingen die op het platteland hebben plaats gevonden in de praktijk van dieren houden. Zij hebben romantische herinneringen aan een manier van werken met dieren die nog nauwelijks meer bestaat.
Die burgers zijn door hun onwetendheid en onzichtbaarheid van wat er in de stallen gebeurt gemakkelijk te manipuleren met drogredenen.

Er zijn nogal wat drogredenen die in de strijd worden geworpen.
De cirkelredenering:
Het heeft geen zin om iets te doen aan de grote vleesconsumptie, want bijna niemand doet mee
Het heeft geen zin om de veestapel te krimpen, want het aantal vleeseters groeit

Het beroep op macht:
Ik hoop voor je dat je zelf nooit in die omstandigheden terecht komt dat je boeren nodig hebt
Ik hoop voor je dat er straks nog boeren over zijn, want anders moet je gras eten

Het beroep op de gevolgen:
Als jouw actie om minder vlees te produceren succes heeft, dan betalen we allemaal voor de gevolgen

Het beroep op oneigenlijke argumenten:
Het is onzin om je hier druk te maken over dierenwelzijn, want ergens anders is het nog slechter
Wanneer we stoppen met vlees eten dan moeten er miljoenen dieren naar de slacht

Het beroep op onbekende argumenten:
Natuurlijk mag wat mensen met dieren doen, want mensen zijn intelligenter
Natuurlijk eten mensen vlees, want hun gebit is er geschikt voor

De drogreden van deel en geheel:
Ik kan voorbeelden noemen die weliswaar dieren het leven hebben gekost, maar vele mensenlevens hebben gespaard

Het argument op de man:
Je zegt dat je voor dieren bent, maar je profiteert zelf ook
Je wilt geen dieren eten, maar je draagt wel leren schoenen

Het beroep op autoriteit:
Ik studeer medische biologie en kan weten waarom dierproeven noodzakelijk zijn
Ik woon tussen boeren en weet dat zij heel veel van dieren houden

Het beroep op onwetendheid:
Dieren vinden het niet erg om gebruikt te worden, want je kunt niet bewijzen dat ze het wel erg vinden

Het beroep op vermeend verband:
We hebben altijd al dieren gebruikt en dat heeft veel opgeleverd

Het beroep op het volksgevoel:
De meeste mensen vinden het gebruik van dieren heel gewoon

Het beroep op medelijden:
Als dieren niet meer gebruikt mogen worden, raken veel mensen werkloos

Het ontduiken van de bewijslast:
Ieder weldenkend mens weet dat het niet erg is om dieren te gebruiken

Stroman. Vertekenen en in de grond boren:
A 'We moeten heel voorzichtig zijn met het toepassen van kunstmest, bestrijdingsmiddelen en antibiotica'.
B 'Dus jij zegt dat we die middelen niet moeten toestaan?'

Het vertekenen van de standpunten:
Dieren rechten toekennen betekent dat dieren hetzelfde behandeld moeten worden als mensen.

Het argument "geen boer, geen voer" is een drogredenering die geschaard kan worden onder het beroep op macht of het beroep op de gevolgen. Eigenlijk is het ook een vertekenen van standpunten want het regeringsbeleid is niet gericht tegen boeren. Dat de overheid aanbiedt om boeren uit te kopen die te dicht bij een kwetsbaar natuurgebied wonen is geen reden om te stellen dat de voedselvoorziening in gevaar komt of nog sterker dat de overheid er op uit is om alle boeren van hun land te verdrijven.

22 juni 2022

Slechte onderbouwing protest in Stroe tegen stikstofplannen

Boeren hebben 22 juni 20222 massaal geprotesteerd in Stroe tegen de stikstofplannen van het kabinet. Directe aanleiding zijn de gebiedsgerichte doelen die minister Van der Wal op 10 juni presenteerde, maar het ongenoegen is veel groter. De redactie van Agrio zette de tien belangrijkste redenen op een rij.


Argumenten Sjouke Jakobsen en Robert Ellenkamp Waarom het slechte argumenten zijn

Onteigening van boeren

Boeren dicht bij stikstofgevoelige natuurgebieden zullen volgens het voorgestelde stikstofbeleid weg moeten. Het gaat meestal om bedrijven die al generaties in de familie zijn met veel kennis van het gebied. Als het niet vrijwillig is dan gaat de overheid bedrijven dwingen, terwijl onzeker is of de natuur hiervan profiteert.
De natuur profiteert wanneer de veestapel krimpt. Wanneer een bedrijf dicht bij een natuurgebied ligt, ligt het voor de hand om die bedrijven te sluiten.




Samenleving platteland vernietigd

Het verdwijnen van veel boerenbedrijven in gebieden met een forse doelstelling betekent een kaalslag voor de plaatselijke economie. Naast boeren verdwijnt er ook een groot deel van het midden- en kleinbedrijf (MKB). Zonder economische dragers wordt de leefbaarheid van het platteland fors aangetast en verdwijnen scholen en andere voorzieningen. Dat raakt de volle breedte van de plattelandsbevolking en werkt ontwrichtend.
Wie kan onderbouwen dat boeren substantieel bijdragen aan een locale economie?  Zou het aantrekken van nieuwe bevolking niet veel gemakkelijker gaan met minder boerenbedijven in de directe nabijheid?




Toekomstperspectief ontbreekt

Ondanks de belofte ontbreekt het vanuit Den Haag aan een toekomstperspectief voor boeren. En extensiveren betekent meer kosten of minder inkomen. Dat zorgt voor een concurrentienadeel ten opzichte van andere Europese boeren die in dezelfde markt opereren.
Een verslechterde positie om te concurreren met het buitenland is een argument om te stoppen met bulkproduceren gericht op het buitenland.




Belastingbetaler betaalt 3 keer

Nederlandse burgers gaan drie keer betalen voor de stikstofplannen van het kabinet. Het kabinet wil 25 miljard euro gaan uitgeven aan voornamelijk opkoop van landbouwbedrijven, terwijl innovatie veel goedkoper is. Een kleinere landbouwsector betekent minder belastinginkomsten die elders vandaan moeten komen. Natuur moet onderhouden worden, dus gaan de beheerkosten voor de overheid omhoog.
Boerenland omzetten in natuur hoeft geen blijvende beheerskosten op te leveren. Boeren betalen liefst zo min mogelijk belasting maar zetten hun winsten liever om in investeringen gericht op schaalvergroting.  Boeren in ons land worden door de belastingbetaler in de benen gehouden. Stoppen van een deel zou belastingverlichting opleveren.




KDW normen onhaalbaar

De Kritische Depositie Waarde (KDW) is in de praktijk ongeschikt als instrument om de natuur in Nederland mee te beschermen. Zelfs al zouden alle boeren verdwijnen, dan wordt de KDW in een aantal gebieden niet gehaald. Nederland heeft zelf de KDW in een wet vastgelegd. Dit is geen Europese verplichting.
Niemand wil dat boeren verdwijnen. Krimpen van de veestapel is het middel om kwaliteit van de natuur te verbeteren omdat daarmee de depositie kleiner wordt.




Meten is weten

Aerius, het stikstofmodel waarmee de stikstofdepositie wordt berekend, is onbetrouwbaar en daarmee ongeschikt voor beleid op lokaal niveau. Dit stelde de Commissie Hordijk. Het ontbreekt in Nederland aan depositiemetingen op de grond naar herkomst en bodemmetingen, waardoor onduidelijk is waar de stikstof in de natuurgebeiden vandaan komt en of de bodem daardoor verandert.
Waar depositie van bronnen precies neerkomt is niet belangrijk om te weten wanneer het logisch dat de omvang van de uitstoot te hoog is en als eerste moet worden aangepakt.




Geen ruimte voor alternatieven

Vanuit de landbouwsector zijn er veel voorstellen gedaan om tot stikstofreductie te komen, ook op korte termijn, maar deze zijn door de overheid niet overgenomen. Er is weinig ruimte voor technische innovaties, terwijl dat bij de industrie, luchtvaart en verkeer wel mag. Boeren voelen zich daardoor niet serieus genomen en ongelijk behandeld.
Voorstellen vanuit de sector zelf zijn vooral gericht om het uitvoeren van het beleid te vertragen.




Top-downbenadering

De gebiedsgerichte aanpak klinkt als een bottum-up-proces, maar door de hoge reductiedoelstellingen is het een top-downbenadering met de onteigeningsstok. Boeren hebben daardoor nauwelijks inspraak laat staan invloed op de plannen.
Boeren hebben te lang de aanpak van het probleem getraineerd




Meer milieuimpact

Door voedselproductie in Nederland af te bouwen, zal er elders meer geproduceerd moeten worden. Doordat de Nederlandse landbouw high-tech en zeer efficient is, zal dat voor meer output zorgen op andere plaatsen.
Er is geen enkele reden om te vrezen dat buiten ons land de productie van vlees en zuivel moet worden vergroot. Overal ter wereld is verkleining van de productie en de consumptie daarvan verstandig.




Natuurbeheer faalt

Overheden en natuurorganisaties hebben de afgelopen tientallen jaren veel nieuwe natuurgebieden aangelegd, waarvan de kwaliteit te wensen over laat. Veel natuurgebieden worden ook niet beheerd op de manier zoals ze zijn ontstaan. Bovendien zijn de natuurdoelen in beton gegoten, terwijl bijvoorbeeld klimaatverandering invloed heeft op de natuurkwaliteit. Het ontbreekt ook nog eens aan openheid over natuurdata, waardoor boeren zich geslachtofferd voelen voor falend natuurbeheer.
Warrig taalgebruik. Door langdurige overbemesting in het verleden laat de natuurkwaliteit overal te wensen over. Dat boeren zich geslachtofferd voelen voor falend natuurbeheer is een loos statement.

Op hun beurt hebben de regeringspartijen hun stikstofaanpak ook slecht onderbouwd en aangepakt. Lees hierover het artikel van Jelmer Mommers op de Correspondent.

08 november 2019

De varkenscyclus en de publieke opinie

Varkenscyclus is het verschijnsel in de economie dat overschotten en tekorten van een bepaald product elkaar afwisselen, doordat aanbieders massaal reageren op de hoogte van de prijzen, maar tegen de tijd dat deze reactie doorwerkt op het aanbod, is de prijs alweer omgeslagen.
Zoals in dit artikel valt te lezen over het verloop van het inkomen van een varkenshouder, kan er erg veel worden verdiend en kunnen verliezen behoorlijk oplopen.

Het houden van varkens kost niet altijd veel tijd. Veel is geautomatiseerd en sommige varkenshouders hebben er een baan bij om inkomsten te hebben in onzekere tijden. Een varkensbaron zet een Poolse arbeider aan het vuile werk en zoekt met de vrijgekomen tijd in binnen- en buitenland naar nog meer uitbreidingsmogelijkheden.
Zodra een vleesvarken is volgroeid kan deze naar de slacht en de varkenshouder moet beslissen om weer de stal te vullen of nog even te wachten. Het lijkt op gokken in het casino: zet ik nu in of laat ik de stal nog even leeg? De varkenshouder lijkt op een gokverslaafde, die zijn geweten onderdrukt.

Frank Kalshoven, directeur van de Argumentenfabriek schrijft in de Volkskrant.
Wie investeert er nu miljoenen euro’s in stallen, rechten, mestverwerking, afzuiginstallaties et cetera, om daar vervolgens zeven dagen in de week druk mee te zijn, voor een beloning die lager ligt dan een modaal salaris? Een beloning die dat ook nog eens als een malle fluctueert in de tijd, om redenen waar je als ondernemer helemaal niets aan kan doen. De varkensprijs, die het jaarresultaat bepaalt, komt tot stand op een wereldmarkt waarop je als individuele boer nul invloed hebt.

Een vergelijkbaar fenomeen als de varkenscyclus treedt op bij de publieke opinie in reactie op elke melding van dierenleed in de veehouderij, maar dan gespiegeld. De agrosector weet dat en heeft er al decennia geleden voor gezorgd dat er in de hoofden van het publiek ingehamerd wordt dat de agrosector onmisbaar is. Van tijd wordt de aandacht voor dierenleed gevangen door dierenactivisten. De sympathie voor de underdog staat in het onderbewustzijn gebeiteld en de underdog is afwisselend het leed van het dier in de veehouderij of zijn eigenaar. Helaas is er weinig oog en compassie voor het gebrek aan natuurlijke omstandigheden in de afgesloten stallen. En dat leed duurt het grootste deel van het korte leven van een dier in de veehouderij. Iedereen is tegen dierenleed en tegen de tijd dat de consument de relatie heeft gelegd tussen het leed en het eigen koopgedrag is de aandacht alweer verschoven naar de stress van alledag. De consument is verslaafd aan haar/zijn koopgewoonten en wil niet gokken of het leven er zonder vlees beter van wordt. De prijs om de moeite te doen het eigen geweten te volgen is (te) hoog.

Citaat uit de Volkskrant:
"Vraag een doorsneeconsument in een willekeurige supermarkt waar hij of zij op let bij het kopen van varkensvlees en je krijgt antwoorden als: ‘Dat er niet te veel vet aan zit’. ‘Dat het er fris uitziet’. En belangrijk: ‘Het moet niet te duur zijn’.
Het belang van dierenwelzijn wordt pas genoemd als daar expliciet naar wordt gevraagd".

De consument kiest op de korte termijn op basis van wat hij/zij ziet. Het in de stallen op- en verborgen dierenleed kan de consument niet inschatten. Wat is dierenwelzijn? Geen pijn lijden? Of zitten er meer aspecten aan? Het zal de consument worst zijn.

Zal er dan nooit een einde komen aan de bio-industrie? Vermoedelijk wel, doordat de markt van de vleesvervangers het tij kan keren. Het is de andere kant van de onverschilligheid van de consument: wanneer het vlees niet meer van een dier afkomstig is en het smaakt bijna hetzelfde en het heeft nog veel meer voordelen, waarom niet?

Omdenken, maar dan anders.
Eigenlijk interesseert het de burger in de stad weinig wat er echt gebeurt in de veehouderij op het platteland en in de natuur. Kleurschakeringen die hij ervaart, rijdend over de snelweg langs de groene woestijn dat vroeger weide was, verwart hij met natuurbeleving. Het gebrek aan interesse zorgt ervoor dat hij/zij afgaat op zijn primaire reactie: de boer moet wel gelijk hebben, waarom zou hij anders klagen?
Vrij naar Opland

Twijfelen aan wat er gezegd wordt door de boer doet de consument niet want hij meent er toch geen verstand van te hebben en het helpt dat de meeste protesten algemeen en indirect worden geformuleerd. "We hebben 25 jaar geleden onder druk van de overheid al zo veel gedaan om de ammoniakuitstoot te verminderen". De boer is standvastig in zijn weerstand en zelfs de (drog)redenatie “ik ben het er niet mee eens en daarom kunnen deze feiten niet kloppen” wordt door de burger braaf geslikt. Stemmenkanon Annie Schreijer-Pierik van het CDA appelleert, net als boer Koekoek vroeger, aan een soort underdog-gevoel bij een deel van de Nederlandse kiezer. Het praten met een regionaal accent en dialect suggereert authenticiteit. Wie kritisch nadenkt, prikt het zo door.

In een serie van vijf verhalen onderzoekt de Volkskrant Nederland varkensland.

Citaat vanuit het perspectief van de varkenshouder.

Stiphout (49), met 365 zeugen en 3.000 vleesvarkens de gemiddelde ­Nederlandse varkenshouder, lacht om die industriële interpretatie van zijn werk. ‘Ik verzorg ze ’s ochtends en ’s avonds, geef ze te eten, speeltjes en ik heb ze in hun leven zeker twee keer in mijn handen gehad’, zegt de varkensboer, die ook bestuurslid is van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV). ‘Ik zie dat niet als een industrie’.

Vleesvarkens met speelketting als enige afleiding
Vleesvarkens met speelketting als enige afleiding

Citaat vanuit het perspectief van de consument.
Bij het zien van de nauwe kooien waarin zijn zeugen hun pasgeboren biggen voeden of de raamloze hokken waar vleesvarkens iets meer dan een vierkante meter hebben, zullen veel getuigen tot een andere conclusie komen. Zij schrikken als zij zien hoe varkens in hun ogen als productie-eenheden worden behandeld. Terwijl de boer oprecht in de overtuiging leeft dat hij er naar eer en geweten alles aan doet om de voedselveiligheid op een nette manier te waarborgen. Stiphout: ‘Je doet het goed, dat mogen mensen ook best eens tegen de boer zeggen’.

Citaat uit aflevering 2:
Biologische varkensboer Overesch is sceptisch over het varkensgeluk in de gangbare veehouderij. ‘De vraag is niet of het kan, maar of we het moeten willen’, zegt hij. ‘We moeten eens af van die wedloop naar steeds meer, steeds groter, steeds efficiënter, steeds goedkoper. Nederland hoeft de wereld niet te voeden. Ik geloof in kleinschalige kringlooplandbouw, waarbij de varkens met hun mest in dienst staan van de akkerbouw, net als vijftig jaar geleden. Waarom zouden wij als klein land varkensvlees aan China moeten leveren en daarvoor ook nog eens veevoer uit Zuid-Amerika halen’?

Meer lezen? Volg de Volkskrant of lees de opzettelijke spraakverwarring tussen boer, burger en ambtenaren.

Voor wie direct een oplossing zoekt voor zichzelf en een knagend geweten: Welke toekomstvaste beslissing kun je nu al nemen?

06 oktober 2019

Hoe slecht gaat het nu echt in de landbouw?

In de nasleep van het boerenprotest van 2 oktober op het Malieveld komen veel deskundigen aan het woord over de mist en nevel die landbouwpolitici al tientallen jaren over de waarheid van (de toegevoegde waarde van de intensieve veehouderij op) het platteland verspreiden. Voeren we de discussie over de meerwaarde van de landbouw wel op de juiste cijfers? 60% van de boeren behoort tot de bovenste 20% van de inkomens. 18% van de Nederlandse boeren is miljonair. Bijna tweederde van ons landoppervlak wordt gebruikt voor 2% bijdrage aan ons BNP.

Twee interviews over de manier waarop politici met de cijfers aan de haal gaan. Het eerste is met een hoofdeconoom van het CBS en het tweede een interview door Jort Kelder met een oud-hoogleraar uit Wageningen, Jan Douwe van der Ploeg.

Interview 1. ‘Het beeld dat boeren arm zijn en met keihard werken een laag inkomen verdienen strookt niet met de feiten’, twitterde hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het Centraal Bureau voor de Statistiek.



Interview 2. Ruim tweeduizend tractoren in Den Haag. Kan het zo zijn dat de boeren die daar stonden onderling ook erg verdeeld zijn. Van der Ploeg denkt van wel en dat begint al bij de Minister van Landbouw, Carola Schouten. ‘Alle tegenspraken die inherent zijn aan de Nederlandse landbouw die komen bij deze minister terug. Ze laat het schip doordenderen en elke keer stuit die op een grens. Deze keer is dat stikstof, de volgende keer zal het energieverbruik zijn’.

Daaronder commentaar van David van der Wilde op Npo1.

Bron: Financieele Dagblad

Wie kijkt naar de feiten, ziet geen zielige boeren. “Boeren zijn boos op het Binnenhof, maar lijken vooral bang voor de ongemakkelijke waarheid”, zegt politiek redacteur David van der Wilde.

17 augustus 2018

Reduceer het broeikaseffect door minder vee te houden

De Nederlandse melkveehouderij draagt veel bij aan de uitstoot van broeikasgassen. Dat gebeurt niet alleen in de vorm van boeren en scheten van koeien die methaangas laten ontsnappen, ook verlaging van grondwaterstand ten gerieve van de boeren draagt bij aan onnodige CO2 uitstoot.
De sector is daarom bezig om te kijken hoe zij de uitstoot kunnen verlagen. Echter de meest voor de hand liggende maatregel –inkrimping van de veestapel- wordt niet overwogen. Het argument dat daarbij wordt aangevoerd is dat de agrosector zou bijdragen aan de Nederlandse economie en dat bij krimp het buitenland de aanwas zou overnemen.

Bij veel aanhoorders van deze demagogie zal het tot verwarring leiden: wat moeten we hiervan vinden? Moeten de Nederlandse veehouders gesteund worden of met rust worden gelaten?
Weinigen zullen op het idee komen dat de agrosector opzettelijk verwarring sticht.

Vleesconsumptie en vleesproductie dragen bij aan klimaatopwarming. Zowel de vleesetende consument, als de vlees producerende boer als de beleid makende politici kunnen bijdragen aan een balans waarbij ons land haar verantwoording neemt in de afname in CO2 productie. Door de veestapel te verkleinen en tevens buiten in de wei te laten lopen kunnen dierenwelzijn en belasting van het milieu in een natuurlijke balans komen. Scheten en boeren van een kleine veestapel zijn geen belasting van het milieu. Dat doet een te grote veestapel wel en ook om andere redenen: mestoverschot, landschapspijn, oppervlakte- en grondwatervervuiling, dierenleed in megastallen et cetera.

Lapmiddelen als mestvergisting zijn niet alleen economisch onrendabel, ze zijn een excuus om het echte probleem aan te pakken: de omvang van de veestapel en het in stand houden van de disbalans in export. Er wordt in ons land niet vee gehouden voor de eigen bevolking maar om het te kunnen verkopen op buitenlandse markten. Wij houden de shit en het buitenland profiteert van kunstmatig lage voedselprijzen.

Ook de uitstoot van ammoniak zorgt indirect voor opwarming van het klimaat.
Het Dagblad van het Noorden schrijft:
"Nadat reactieve stikstof op land heeft bijgedragen aan de vermindering van biodiversiteit, komt het in rivieren of grondwater terecht. Het stikstof- en dus voedingrijke water komt uiteindelijk terecht in zee, waar het overmatige algengroei veroorzaakt die vissen verstikt. Door verdamping komt het vervolgens als lachgas (N2O, distikstofoxide) in de atmosfeer. Daar draagt het bij aan de opwarming van de aarde (het broeikaseffect van lachgas is 250 keer sterker dan dat van CO2), tast het de ozonlaag aan, waarna het wordt afgebroken".


20 december 2017

Gastronomische bullshit

De productie van foie gras is in Nederland en veel andere Europese landen verboden, omdat de lever van eenden alleen kan worden vetgemest met dwangvoeding, wat dieronvriendelijk zou zijn. Maar in Frankrijk is de lekkernij niet weg te denken van het kerstmenu. Ook in Frankrijk ageren dierenactivisten tegen deze praktijk, maar zij krijgen nauwelijks een poot aan de grond. De Franse wet rekent de foie gras tot 'het beschermde culturele en gastronomische erfgoed'.
Peter Giesen ging op bezoek bij een eendenboerderij en deed verslag in de Volkskrant.

Hij doet verslag van een boerin die de eenden houdt.
"Evelyne Revel is een vrouw van het platteland, een boerendochter die het bedrijf overnam van haar ouders. Moderne stadsbewoners begrijpen de veeteelt niet meer, verzucht ze. 'Ik probeer zo goed mogelijk voor mijn eenden te zorgen. Ons doel is mooie dieren te verkopen. Het is een cyclus. Als we de vrachtwagen met volwassen eenden zien vertrekken, zijn we tevreden. Vorig jaar werden de eenden op de dag van vertrek getroffen door de vogelgriep. Ze moesten blijven en zijn hier vergast. Dat was verschrikkelijk. Als je ze grootbrengt en ze vertrekken voor de slacht, ligt dat in de normale loop der dingen. Maar het is heel anders als ze gedood worden omdat ze ziek zijn'".
Tot zover het citaat uit de Volkskrant.

In ons land wordt foie gras gelukkig weinig gegeten, de meesten zijn wel wijzer, een enkele snob daargelaten. Wie de uitleg van de boerin leest en niet ziet wat er aan mankeert, die zou ik willen adviseren zich eens te verdiepen in drogredeneren. Kennis daarvan kan helpen het fenomeen ook in eigen land te herkennen en het dierenleed dat daarvan het gevolg is te vermijden.

22 oktober 2017

Hoe de agrobusiness de hinder omlaag rekent

In de Volkskrant van 20 oktober een artikel over hoe Schiphol de geluidshinder die zij veroorzaakt ondanks de groei telkens weer omlaag weet te rekenen.
De agrobusiness, dat wil zeggen de intensieve veehouders en hun belangvertegenwoordigers halen soortgelijke trucs uit.
De overlast c.q. uitstoot die veehouders veroorzaken met de mest dat hun vee produceert wordt niet daadwerkelijk gemeten maar berekend via modellen. De mest van koeien in stallen wordt verzameld in een gierkelder “afgesloten” met een rooster. Door dat rooster ontsnappen gassen die de stal verlaten via de open zijwanden en door mechanische ventilatie van de stal. Die (broeikas)gassen gaan rechtstreeks naar buiten en dragen bij aan stankoverlast, ammoniakdepositie in de natuur en opwarming van het klimaat. Wat de omvang daarvan is wordt berekend via computermodellen.
Op basis van die modellen wordt het beleid gebaseerd over welke aantallen nog net acceptabel zijn.
Schiphol doet wilde claims als dat vliegtuigen steeds stiller en schoner worden. De intensieve veehouderij maakt ook veel tam tam bij randverschijnselen als sterren voor de mate van dier(on)vriendelijk huisvesten. De bulk van het vee wordt gehouden voor de export voor een markt van consumenten die geen flauw idee hebben van de omstandigheden waaronder de dieren hier worden gehouden en die het ook weinig kan schelen.

Laten we vooral ons verstand blijven gebruiken en ons voortdurend afvragen of het verdienen van geld wel zo kritiekloos en grenzeloos mag blijven doorgaan.

19 oktober 2016

Tips gevraagd over de relatie tussen dierenwelzijn en volksgezondheid

De redactie van KRO NRCV de monitor schrijft op haar website:

In de supermarkt koop ik meestal het diervriendelijkste ei. Maar misschien ga ik daar mee stoppen. Het lijkt er op dat die eieren juist slecht zijn voor het milieu en daarmee ook voor onze gezondheid.
In ons onderzoek voor het dossier Megastallen horen we regelmatig dat méér dierenwelzijn leidt tot meer luchtverontreiniging. Dat zou betekenen dat dierenwelzijn slecht is voor ons welzijn. Het is een geluid dat regelmatig voorbijkwam op een symposium over de veehouderij en volksgezondheid. Wij horen graag in hoeverre dit klopt dus kom met je reacties.
Tot zover de redactie.

Het is duidelijk dat de redactie slecht is geïnformeerd of zelfs voor het karretje van de demagogen van de intensieve veehouderij is gespannen. Het is goed als anderen hun inlichten over werkzame en diervriendelijke oplossingen. Wie wil mailen, klik op bovenstaande link en reageert via de mails aan de redactie die onderaan het artikel vermeld staan.
Hieronder een aantal suggesties, die fijnstof voorkomen en dierenwelzijn verhogen.

In het artikel staat verder:
Belangenbehartigers van boeren komen met twee tegenargumenten: fijnstof komt vooral uit het buitenland (waar) en er is geen wetenschappelijk bewijs dat de veehouderij direct verantwoordelijk is voor fijnstof en daarmee de ziektelast. Maar de onderzoekers vinden de kwestie erg genoeg om nadrukkelijk te pleiten voor het terugdringen van de uitstoot van de sector.
De sector zoekt de oplossing in betere stallen. Hoe beter die fijnstof opvangen, hoe minder ziekte de stal verspreidt. Maar dat effect kan teniet worden gedaan als de beesten veel buiten mogen rondlopen. Scharrelen, zo horen we, is niet goed voor de gezondheid van omwonenden en eigenlijk het hele land. Want fijnstof reikt ver.
Wethouder De Kruijff van Barneveld werd er afgelopen vrijdag een beetje boos over: ‘Door het dierenwelzijn is het volksgezondheidsprobleem ernstig vergroot. Moeten we ook niet aan ons eigen welzijn denken?’
Tot zover de redactie.

Het probleem is niet dat kippen veel buiten komen, het probleem is dat te veel kippen worden gehouden binnen en buiten op een te kleine ruimte. De veel te grote Nederlandse veestapel wordt gehouden om eieren en kippenvlees te verkopen op de buitenlandse markt. Dat kan niet anders dan door te bezuinigen op dierenwelzijn. Worden dieren in ons land gehouden tegen normale of de hoogste dierenwelzijnseisen dan worden de producten duurder dan die uit het buitenland.
Wanneer de veestapel wordt verkleind tot een omvang per boer en stal dat de kip buiten kan lopen zonder overlast van omwonenden en zonder belasting van het milieu (op voldoende gras in plaats van kapot gelopen aarde) dan zijn kippenwelzijn en de volksgezondheid tegelijk gebaat. Bovendien is het product gezonder.
Tot nu toe worden veel kosten van de gangbare veehouderij geniepig op het bordje van de burger geschoven. Zie bijvoorbeeld het onderzoek naar de echte prijs van melk. Als die kosten in rekening zouden worden gebracht bij zowel de biologische als gangbare boer, wint de eerste het op kostprijs en dus in de winkel.
Mogelijk is het gevolg dat de consument meer moet betalen voor eieren en vlees en minder belasting hoeft te betalen voor het opruimen van de gevolgen van de bio-industrie. Is dat een bezwaar, dan kan de consument veel beter overgaan tot vleesvervangers want die hebben veel minder nadelen en zijn goedkoper, zeker wanneer veel consumenten ertoe overgaan.

23 februari 2016

Verzekeraars investeren in dierenleed

Persbericht Dierenbescherming Den Haag 23-02-2016: De tien grootste levensverzekeringsmaatschappijen in Nederland investeren samen voor in totaal Euro 1 miljard in zes modehuizen die bont en krokodillen- en slangenleer verwerken in onder meer kleding, tassen en schoenen. Het grootste deel van de investeringen, 91%, komt voor rekening van vier verzekeringsgroepen: NN Group, APG (moederbedrijf van verzekeraar Loyalis), Allianz en Legal & General. Dit blijkt uit het nieuwe praktijkonderzoek dat de Eerlijke Verzekeringswijzer vandaag heeft gepubliceerd. De genoemde vier verzekeraars investeren voor in totaal 912 miljoen euro in zes modehuizen en kunnen hiermee grootinvesteerders in de productie van bont en exotisch leer worden genoemd.
De overige zes verzekeringsgroepen, Achmea, Aegon, ASR, Delta Lloyd, Generali en Vivat Verzekeringen, investeren in twee of meer van de zeven onderzochte modehuizen waarvan bekend is dat ze bont en exotisch leer in hun producten verwerken. Kijkend naar de investeringen van alle tien verzekeraars blijkt dat het overgrote deel, maar liefst 94%, zit in de modehuizen LVMH Louis Vuitton (Euro 526,6 miljoen), Burberry (Euro 286,7 miljoen) en Kering (Euro 130,7 miljoen).

Praktijk komt niet overeen met beleid
Achmea, Aegon, Delta Lloyd en Vivat onderschrijven in hun beleid weliswaar de Vijf Vrijheden van dieren, maar investeren toch in de modehuizen. De investeringen van Aegon en NN Group in vier respectievelijk vijf modehuizen, staan haaks op het eigen beleid waarin wordt aangegeven dat zij de productie van en handel in bont onacceptabel vinden. ASR sluit bont en exotisch leer niet automatisch uit, en investeert in twee modehuizen. Geen van de tien verzekeraars wendt zijn invloed serieus aan om de productie van en handel in bont en exotisch leer te beëindigen. Alleen Achmea gaat tenminste nog de dialoog met modebedrijven aan wanneer deze hierdoor negatief in het nieuws komen.

Dierenleed
Bij de productie van bont gaat het om wilde dieren als nertsen, vossen en wasbeerhonden. In Europa worden nertsen vergast en met name wasbeerhonden en vossen gedood door middel van anale elektrocutie en buiten Europa worden de dieren met wildklemmen gevangen, doodgeslagen en daarna gevild. Voor de productie van exotisch leer worden reptielen levend gevild, pythons verdronken en bij krokodillen worden ruggenwervels gebroken om ze lam te leggen. Voorafgaand aan hun dood worden de dieren gehouden in veel te kleine kooien. Hierdoor lijden ze aan stress, gedragsstoornissen en verwonden zij zichzelf en elkaar. In alle gevallen betekent dit afschuwelijk en overbodig dierenleed.

Oproep
Uit recent onderzoek van Bont voor Dieren en de Dierenbescherming blijkt dat maar liefst 84% van de Nederlandse bevolking het doden van dieren voor bont onacceptabel vindt. Bovendien is de productie van bont sinds 2013 in Nederland verboden. De Eerlijke Verzekeringswijzer roept de verzekeraars dan ook op om actief in te zetten op het uitbannen van het gebruik van bont en exotisch leer. Ze kunnen dit doen door te stoppen met investeren in bedrijven die hierbij betrokken zijn of door per direct hun invloed te gebruiken om zo beëindiging van deze activiteiten af te dwingen. Mensen die hun zorgen over de investeringen in dierenleed aan hun verzekeraar kenbaar willen maken, kunnen dit doen via de website van de Eerlijke Verzekeringswijzer en daarmee de oproep kracht bijzetten.

Praktijkonderzoek Bont en Exotisch Leer
Het praktijkonderzoek Bont en Exotisch Leer is uitgevoerd in opdracht van de Eerlijke Verzekeringswijzer* in samenwerking met Bont voor Dieren op initiatief van de Dierenbescherming, door onderzoeksbureau Profundo. Het volledige rapport is na te lezen op de website van de Eerlijke Verzekeringswijzer.

*De Eerlijke Verzekeringswijzer is onderdeel van de Eerlijke Geldwijzer, een initiatief van Amnesty International, Dierenbescherming, FNV, Milieudefensie, Oxfam Novib en PAX.


29 januari 2016

Over Nederland hangt een ammoniakdeken

Rens Pierik, boerenzoon uit Lemelerveld schrijft naar de Volkskrant:
Als boerenzoon zie ik mijn vader dagelijks vol elan zwoegen en twee stukken, van Peter Middendorp ('Ooit, als ik dood ben, is dit poepland van mijn dochter', Vonk, 23 januari) en Caspar Janssen ('Boven het land hangt een ammoniakdeken', Opinie & Debat, 26 januari) doen mij dan ook pijn.
De eerste suggereert dat de mest rijkelijk over de landen vloeit, terwijl dit weldegelijk strikt gebonden is aan stikstof- en fosfaateisen. De oplossing van Janssen (grondgebonden, cyclische landbouw) om de ammoniakdeken te laten verdwijnen, is dan ook al bewaarheid. Mest dient op het eigen bedrijf of een ander akkerbouwbedrijf te worden gebruikt of moet worden verwerkt om te kunnen transporteren naar mestarme landen als Duitsland en Frankrijk.
Ik ben zeker niet blind voor het milieuverwoestende karakter van onze maatschappij en de rol van de melkveehouderij daarin. Maar wat is het alternatief? Het nog verder opkrikken van de milieueisen in combinatie met de almaar dalende subsidie zal leiden tot faillissementen hier en bloei in landen als Rusland, China en de VS, waar veel lagere dierenwelzijns- en milieueisen gelden. De controle op dierenwelzijn en milieu zal dus uit onze handen glippen. Kortom, een zich verplaatsende ammoniakdeken.
Tot zover Rens.

Dat Nederland voorop loopt met dierenwelzijn en milieu is een onbewezen bewering. De feiten bewijzen anders. De gezondheidstoestand van de Nederlandse melkveestapel is schokkend slecht: 70% pootproblemen, 25% uierontstekingen en achteruitlopende vruchtbaarheid. Met name door het mestoverschot dat door overproductie ontstaan is, hangt er een ammoniakdeken over ons land. Wanneer ons land zou stoppen met het gericht zijn op de export van vlees en zuivel en met de import van onverantwoorde zuivel en vlees uit het buitenland zou het significant bijdragen aan het verkleinen van dierenleed, de opwarming van de aarde en het niet meer laten voortduren van milieuproblemen in eigen en buitenland.

Wanneer deze omslag samengaat met een meer ecologisch verantwoorde veehouderij op kleinere schaal hoeft dat niet tot faillissementen te leiden.

Verbeter de wereld, begin met het verkleinen van de Hollandse veestapel in de intensieve veehouderij!

30 maart 2015

Verdediging van gigavleeskippenstal

Pluimveehouder Marcel Kuijpers vindt zijn gigastal in Grubbenvorst met 1,1 miljoen vleeskippen ‘kleinschalig, duurzaam en diervriendelijk'.
Volkskrant van 30 maart: “Het wordt de grootste kippenstal van Nederland. Maar er is meer: er komt ook een slachterij en bio-energiecentrale naast te staan. Bovendien komt er een kilometer verderop een varkensbedrijf met bijna 35 duizend varkens, waarvan de mest door leidingen eveneens naar de biocentrale wordt vervoerd”.

Zoals veel boeren die een omstreden bedrijfsvoering willen verdedigen gaat Kuijpers in de aanval.
Er bestaan geen diervriendelijke stalsystemen, stallen kunnen alleen gerangschikt worden van zeer dieronvriendelijk naar minder dieronvriendelijk. En in die rangschikking is de bedrijfsvoering van Kuijpers niet per se de slechtste. Dat komt omdat dieren niet in kratten worden geladen om vervoerd te worden naar de slachterij. De kippen gaan op een langzame lopende band naar een slachterij op het terrein.

Het feit dat de mest en het slachtafval wordt verwerkt in eigen bio-energiecentrale levert een milieuwinst ten opzichte van andere bio-industrie want ook op dit punt worden minder kilometers worden gemaakt.

Maar een milieuwinst rechtvaardigt op geen enkele wijze het houden van kippen op dergelijke grote schaal. Kippen hebben voor hun welzijn het recht om in natuurlijke omstandigheden op te groeien. En dat betekent kunnen wroeten onder bosschages en stofbaden nemen in de zon.

De gigastal is wel een bijdrage aan voeding van de wereldbevolking. Maar de wereldbevolking kan ook met plantaardige voeding worden gevoed. En dat is veel gezonder en kan veel meer mensen goedkoper van milieuvriendelijk geproduceerd voedsel voorzien.
Wat aan het eind van het Volkskrantartikel wel erg klopt is deze uitspraak van Kuijpers: “als je tegen vleesproductie voor consumptie, eet dan gewoon geen vlees”.
En dat is een waarheid als een koe.

15 december 2014

Krokodillentranen rondom geëxploiteerde dieren

Staatssecretaris Sharon Dijksma heeft heel wat te stellen met dierenwelzijn en dierenleed. Het kabinet had bij aantreden het voornemen om het optreden van wilde dieren in het circus te verbieden. Dit besluit is nu wereldkundig gemaakt en moet nog door de Eerste Kamer. Net als bij de nertsenhouderij is er nog een kleine kans dat met veel krokodillentranen in de media dit besluit kan worden gekeerd.
De nertsenhouders hadden de mogelijkheid via de rechter om te betogen dat zij te weinig schadevergoeding kregen. Het is een gotspe om dit argument aan te voeren terwijl je als sector nog 10 jaar de gelegenheid krijgt om geld met dierenleed te verdienen. De rechtelijke macht kende dit argument toe, omdat het besluit te weinig onderbouwd zou zijn. Dit is een vreemde uitspraak want ons rechtssysteem is gebaseerd op vrijheid. Vrijheid houdt in dat je belachelijke argumenten mag aandragen als je denkt er beter van te worden en dat je vrij bent in het kiezen van een beroep. Maar wanneer je je niet aan de wet houdt, dan loop je kans dat jouw vrijheid tijdelijk wordt ingenomen en dat je in de cel belandt. Een nertsenhouder gaat in de tegen de geest van de wet en omdat het grondrecht van dieren op vrijheid nog niet erkend is hoeft hij voorlopig nog niet zelf naar de gevangenis.

Dieren kunstjes laten doen en houden voor hun vacht zijn echo's uit een dieronvriendelijk verleden toen mensen hun superioriteit over dieren wilde bewijzen en hun vacht nodig hadden in koude tijden. Goede sier maken op deze wijze met dieren is allang uit de tijd. Op sommige momenten hebben circusdieren meer afleiding dan dieren in een dierentuin, maar dierentuinen kunnen alleen overleven wanneer ze moderniseren, dat wil zeggen ingericht worden op de natuurlijke behoefte van dieren.

Circusmensen hebben weinig anders dan het publiek te bewerken met de tranen van circusmeisjes die niet meer in de slurf van de olifant kunnen hangen. Net als paardenmeisjes gaat aandacht naar dieren meestal over wanneer ze een vriendje krijgen en verleggen ze hun bron van lief en leed naar pubers.
Circusmensen zitten met de wilde dieren in hun maag omdat ze een fatsoenlijke opvang van de circusdieren niet meer kunnen financieren met een optreden in het circus. Het is de overheid die maar weer moet zorgen dat zij afkomen van de peperdure dieren. Net als in de Nederlandse veehouderij is het de belastingbetaler die de portemonnee moet trekken wanneer de sector geconfronteerd wordt met de lasten van het in eigendom hebben van dieren. Dierenliefde bij circusmensen gaat niet zo ver dat zij tot de dood een liefdevolle verzorging in een natuurlijke omgeving verzorgen, wat voor een paar koeien in het rusthuis nog wel geldt.

Terug naar Sharon Dijksma. Is zij een vrouw met hart voor dieren? Is iemand die tot 8 uur op transport naar een slachthuis acceptabel vindt, diervriendelijk?
Het draait om geld verdienen en imago. Met dit besluit kan de staatssecretaris haar imago weer wat opkrikken na haar kritiekloze steun aan de pluimveehouderij. Helaas onderbouwt zij haar besluit met een loos argument: wilde dieren horen niet in het circus vanwege hun intrinsieke waarde.
Wat echt zou helpen in onze samenleving is dat we met elkaar in dialoog gaan over wat het wezen is dat een dier nodig heeft. We praten nu onverschillig langs elkaar heen. We moeten durven bespreken dat wanneer je een dier onderdak en eten geeft of je het dan voldoende verzorgt.
Mijn stelling is dat wat dieren en mensen echt nodig hebben is vrijheid, voor dieren in de vorm van de mogelijkheid om zich natuurlijk te gedragen. Dierenliefde is meer dan verzorging alleen. De rest is bijzaak.

22 november 2014

Vogelgriep weerspiegelt een zieke sector

Een onooglijke levensvorm, het vogelgriepvirus, genesteld in vrije en gevangen dieren decimeert de ambitie van de pluimveehouderij om de wereldmarkt te veroveren.
De sector is koortsachtig bezig de epidemie in te dammen en kijkt paniekerig om zich heen wie het de schuld in de schoenen kan schuiven. Dat moet, want waar moet anders de rekening voor de economische schade worden ingediend. Het leek de pelsdierhouderij ook te lukken, dus waarom zij niet?
Er is een alternatief, een gezonde koers. Laten u en ik, -wij-, er simpelweg voor kiezen om niet meer te geloven in de mooie praatjes over de “onschatbare” bijdrage aan de economie en welvaart van deze ten dode opgeschreven sector. Laten we zelf nadenken en voor gezonde voeding kiezen die geproduceerd is met meer dan alleen het doel om snel en veel geld te verdienen. En u hoeft er ook nog niet eens iets voor te doen, alleen bewust te worden wat te laten.

Voor wie geen idee heeft wat dat inhoudt, er is tijd genoeg. Het antwoord is overal te vinden voor wie het zien wil.

Redacteur van de Boerderij, Jan Vullings, schreef onder de titel "overtreffende trap in de schademeldingen".
"De voormannen hanteren de zwartste scenario's. Het is een ingeburgerd gebruik. Of het nu om noodweer, Russische boycot, voedselaffaire of dierziekte-uitbraak gaat. Het oogmerk is ook duidelijk: compassie, vergoeding, tegemoetkoming of versoepeling van regels. Begrijpelijk. Maar als iedereen het doet, nivelleert de impact. Zeker ook als later blijkt dat de échte bedragen lager uitvallen".

Zie ook het artikel "Burger laat zich door de boer een oor aannaaien".

07 oktober 2014

Worden kinderen valselijk voorgelicht?

Varkensboeren trekken ten strijde tegen schoolboeken die kinderen valselijk over het agrarische bedrijf zouden informeren. De Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV) heeft een meldpunt geopend waar klachten over 'suggestieve, foute, misleidende en/of niet objectieve' leermiddelen over de landbouw terecht kunnen. Dat moet tot een zwartboek leiden.
Als voorbeeld haalt de varkenshoudersvakbond een tekst aan uit de lesmethode 'Wijzer door natuur en techniek', voor groep zeven van de basisschool. Uitgegeven door de grote schoolboekenuitgeverij Noordhoff. Daarin staat: 'boeren hebben de meeste natuur in akkers en weilanden veranderd. Daar is geen natuurlijk evenwicht. Er groeit vaak maar één plantensoort'. En: 'Ook het vee leeft niet natuurlijk. In de bio-industrie leven dieren in grote aantallen dicht op elkaar. (…) Bioboeren werken op een natuurlijker manier'.
En dat terwijl de varkensboeren, zegt de NVV, meer doen aan dierenwelzijn dan ze wettelijk zijn verplicht.
Tot zover de Volkskrant.

De boeren waar het in dit bericht omgaat, en die maar één plantensoort (Engels Raaigras) hebben, zijn waarschijnlijk melkveehouders. Van die monotone graszoden en de verlaging van de grondwaterstand hebben vooral de weidevogels te lijden, zie de site van Redt de Rijke Weide.

Varkensboeren zijn vaak niet grondgebonden. Dat wil zeggen dat zij voer van het land van andere (buitenlandse) boeren betrekken en bij andere boeren ook hun mest laten uitrijden.
Voor wie foto’s wil zien van hoe dieren als varkens dicht op elkaar leven in bio-industrie, kijk eens op de site van Jo-Anne McArthur.

Overigens is de twijfel of biologische veehouders wel zo veel diervriendelijker zijn terecht. Zie ook de opzettelijke spraakverwarring tussen boeren, burgers en ambtenaren.

Meer weten met welke valse argumenten boeren zelf de bio-industrie verdedigen en wat het weerwoord?

Klik hier om meer te lezen over demagogie.

04 oktober 2014

Hoe de agrosector kritiek voor zich laat werken

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), het belangrijkste adviesorgaan van de regering, presenteerde 2 dagen voor Dierendag een rapport waarin zij stelt dat er een voedselbeleid moet komen in plaats van het aloude landbouwbeleid. Dat beleid is nog altijd gericht op het vergroten van de productiviteit en van de export.

Het advies van WRR dat consumenten minder vlees en zuivel moeten eten verrast LTO niet. "Dit is een trend die we al langer zien en die we niet kunnen veranderen. Boeren produceren voor de consument en de consument kiest was hij eet. Deze trend zou gunstig kunnen zijn voor de plantaardige sectoren", aldus een woordvoerder van LTO. Het feit dat de overheid nu mogelijk gaat adviseren minder vlees en zuivel te consumeren vindt LTO niet alarmerend. "Een dergelijk beleid geldt ook voor alcohol. Maar het is uiteindelijk de consument die kiest wat hij of zij eet of drinkt".
LTO noemt het rapport van de WRR een waardevol rapport dat een heldere analyse van de huidige voedselketen geeft. "Wat ons betreft zijn de belangrijkste conclusies in het rapport dat het mededingingsbeleid van de overheid niet stimuleert om het beter te gaan doen en dat de verduurzaming van de voedselketen een verantwoordelijkheid is van alle schakels in de keten", reageert Maat.
LTO zegt dat de Nederlandse landbouw al goed op weg is met de aanbevelingen die de WRR doet om meer oog te hebben voor de ecologische houdbaarheid van voedsel, de volksgezondheidsaspecten en de robuustheid van voedselvoorziening.

Tot zover De Boerderij.


Door de suggestie te wekken dat de sector allang bezig is met diervriendelijk en duurzaam produceren probeert de LTO de voor de hand liggende aanpak af te wenden, namelijk het stoppen met de overproductie (70%) in de vee-industrie. Die aanpak is redelijk succesvol,, maar kost de belastbetaler meer dan hij zich realiseert. Een deel van de kostprijs van de Nederlandse veehouderij is laag, omdat kosten worden afgewenteld op de samenleving. Dit levert bovendien risico's op voor de volksgezondheid.

Wilt u meer lezen over de manier waarop de agrosector haar dieronvriendelijke business probeert goed te praten en haar bijdrage aan de economie op te blazen? Klik dan hier; zie ook De landbouwmythe en haar sprookjes en De burger laat zich door de boer een oor aannaaien.

Aanbevelingen van de WRR
  • Landbouwbeleid moet veranderen in voedselbeleid
  • Eet en produceer minder zuivel en vlees
  • Voedselproductie moet duurzamer
  • Een onafhankelijke instantie moet het voedselbeleid evalueren
  • Vrijhandel mag niet verhinderen dat er eisen worden gesteld aan ecologische kanten van voedsel
  • Zet een rem op ongezond (zout, vet, gesuikerd) voedsel
  • Laat industrie en horeca jaarlijks rapporteren over zout, vet en suiker
  • Vervang het woud aan keurmerken door twee stoplichten: een voor duurzaamheid, een voor gezondheid
  • Mededingingsrecht mag afspraken over verduurzaming niet in de weg lopen
  • Grondstoffen moeten zo veel mogelijk worden teruggewonnen, vooral de meststof fosfaat
  • Kweken van insecten kan het afvalprobleem verminderen
.

02 augustus 2013

Wakkert Wakker Dier verkoop plofkip aan?

Wilma de Rek schrijft in de Volkskrant: gisteren werd de commercial, waarvan ook een Jumbo-variant bestaat, voor het eerst op tv uitgezonden.
Op de site van RTL Nieuws verscheen 's middags een opmerkelijk bericht onder de kop 'Wakker Dier wakkert verkoop plofkip aan'. De 'felle anti-campagnes' van Wakker Dier zouden een opvallend, onbedoeld effect hebben: 'bij ieder nieuw reclamespotje tegen plofkippenvlees vliegen er juist meer kiloknallers de supermarkt uit'. Bron van het nieuws was het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), waarin de Nederlandse supermarktketens, inclusief Jumbo en Albert Heijn, zijn verenigd. 'Mensen horen de boodschap niet', verklaarde een woordvoerder van het CBL. 'Ze denken alleen: o ja, kip, dat is lekker goedkoop: we kopen kip'. Ik vond het ongelooflijk knap dat de woordvoerder van het CBL de resultaten van een campagne al kent voor die goed en wel begonnen is, dus belde ik haar op om te vragen hoe ze hem dat flikte en of ik de cijfers mocht zien. Maar die had ze niet. Ze had van supermarkten weleens gehoord dat de verkoop van plofkip na dergelijke antispotjes toenam; dat was alles. Voor cijfers verwees de woordvoerder door naar het Productschap Pluimvee en Eieren. Bij het Productschap was niets van een toename van plofkipverkoop bekend. Wel waren er cijfers over 2012 waaruit bleek dat de consumptie van kip in dat jaar stabiel was gebleven ten opzichte van het jaar ervoor: Nederlanders aten per hoofd van de bevolking 22,4 kilo kip. Hoeveel daarvan plofkip was en hoeveel scharrel- of biologische kip, houdt het Productschap niet bij. Wie het boek Dieren eten van Jonathan Safran Foer heeft gelezen, eet nooit meer vlees.

Het boek Dieren eten op bol.com.

23 februari 2013

Bofkip versus plofkip, allemaal pinokkioverhalen?

Eerst negeren ze je, dan lachen ze om je, dan vechten ze tegen je en dan win je.

Deze voorspelling van Mahatma Gandhi is vaak geciteerd door Marianne Thieme.
Wakker Dier vecht al jaren tegen de erbarmelijke omstandigheden van dieren in de Nederlandse bio-industrie. Blijkens onderstaand persbericht zijn ze aan de winnende hand.

Pluimveehouders roepen de bofkip in het leven in de strijd tegen de plofkip. Onze kippen boffen dat ze in Nederland leven, omdat het dierenwelzijn hier ten opzichte van de rest van Europa het best geregeld is, stelde de Nederlandse Vakbond voor Pluimveehouders (NVP). 'Wij hebben de buik vol van de spotjes over de plofkip. Allemaal pinokkioverhalen.'

Nog twee leuke citaten van Gandhi:
"De beschaving van een volk is te meten aan de mate van respect waarmee ze met hun dieren omgaan."

Interviewer: 'Wat vindt u van de westerse beschaving?
Gandhi: 'Dat lijkt me een heel goed idee.'

12 december 2011

Regionaliseren om voedselongelijkheid te voorkomen

In de Volkskrant van 12 december een interview met hongerstaker Guus Geurts (46), landbouw- en klimaatactivist. Hij ziet vrijhandel als de oorzaak dat koopkracht van de rijken zwaarder weegt dan de behoeften van de armen en het beschermen van de natuur.
'Ik pleit ervoor dat regio's zo veel mogelijk zelfvoorzienend worden voor hun basisbehoeften. Door een importheffing op soja uit Brazilië maak je Europese voedergewassen aantrekkelijker voor de veevoerindustrie. Importheffingen voorkomen dat supermarkten de wereld niet meer afstropen naar de goedkoopste producten. Tegelijk kun je aan boeren in Europa hogere eisen stellen op het gebied van duurzaamheid en dierenwelzijn, omdat ze niet meer hoeven te concurreren met goedkope producenten uit andere werelddelen. Door de productie te beheersen, voorkom je dat wij overschotten dumpen en elders de boeren kapot maken. Met regionalisering van de voedselproductie kun je de uitstoot van broeikasgassen met de helft tot driekwart reduceren'.
Tot zover de Volkskrant.
Regionalisering houdt ook in het reduceren van Nederlandse veestapel tot 70%, zodat dierenleed wordt voorkomen omdat bio-industriëlen onder de kostprijs moeten werken om op buitenlandse markten te kunnen concurreren.

Elders in de Volkskrant geeft columnist Bert Brussen voeding aan een oude mythe dat boeren een belangrijke bijdrage leveren aan de vaderlandse economie.
“Net als Uri Rosenthal heeft Henk Bleker de ballen om realistische beslissingen te nemen. Realisme doet pijn. Maar de pijn van het hedendaags realisme voorkomt grotere pijn in de toekomst. Een toekomst die onze '3 procent boeren' (die met 65 miljard euro export aan agrarische producten overigens wel goed zijn voor 10 procent van de Nederlandse economie) met zoveel mogelijk vertrouwen tegemoet moeten zien”.
Tot zover de misvatting van Brussen, aangewakkerd door Henk Bleker.

In 2009 was de agrarische export €60 miljard. Maar Bleker zegt er niet bij dat hij voor bijna €20 miljard aan noten, specerijen, hout, margarine, drank, koffie en tabak meetelt (Bron: Land en tuinbouwcijfers 2010, pag. 186).
Van de €40 miljard die er na aftrek daarvan overblijft moet natuurlijk ook nog de agrarische import van bijna €22 miljard worden afgetrokken. Bron: Land en tuinbouwcijfers 2010, pag. 185).
Blijft over ongeveer €18 miljard.
Ook een mooi bedrag daar niet van, maar toch aanzienlijk minder dan €60 miljard waar de boerenlobby het steeds maar over heeft.

Volkskrant 31-10-2012, Gerard Reijn: "in 1995 werd van alle voedingsmiddelen die we zelf consumeren en die we exporteren, 20 procent uit het buitenland gehaald. Inmiddels is dat al bijna 35 procent.

Spullen uit Spanje, Italië, Kenia en Egypte worden Nederland ingevlogen of -gereden en tot diep in Europa verkocht. Deze wederexport groeit rond de 10 procent per jaar, en wordt altijd geadministreerd als Nederlandse export. Maar werkgelegenheid levert het in Nederland nauwelijks op. De export van in Nederland gemaakte producten - die wel veel werkgelegenheid opleveren - groeide slechts in een tempo van 3,3 procent".

Meer lezen over discutabele cijferij? Klik hier.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.