Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label consumptie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label consumptie. Alle posts tonen

22 december 2009

Nederlanders eten minder vlees door zorgen over milieu en dierenleed

Houding Nederlander ten opzichte van vlees verandert

Persbericht WSPA Den Haag, 22 december 2009 – De Nederlander anno 2009 eet nog steeds vaak vlees uit de vee-industrie, maar probeert er wel bewust(er) mee om te gaan. Dat blijkt uit een peiling van CentERdata in opdracht van WSPA (World Society for the Protection of Animals) onder Nederlandse huishoudens naar hun houding ten opzichte van vlees. Met de culinaire feestdagen en het nieuwe jaar in het vooruitzicht, wilde WSPA weten in hoeverre Nederlanders zich bewust zijn van de gevolgen van het eten van vlees en in hoeverre zij daar hun eetgedrag op aanpassen. Uit het onderzoek blijkt dat men zich vooral zorgen maakt over de gevolgen die het eten van vlees kan hebben voor dierenleed en het milieu. Om die redenen is bijna een derde van de Nederlanders het afgelopen jaar minder vlees gaan eten. 20% is voornemens volgend jaar hetzelfde te doen. WSPA is blij met de toenemende bewustwording, maar het blijft een uitdaging om er in de praktijk ook naar te handelen.

WSPA legde de respondenten alle mogelijke gevolgen voor die het eten van vlees, zuivel en eieren kan hebben. Van ontbossing, epidemieën, de uitstoot van broeikasgassen en de schaarste van zoet water, tot dierenleed. Van al deze gevolgen zijn de huishoudens het meest bezorgd over het dierenleed. Maar liefst 74,2% maakt zich gemiddeld tot grote zorgen hierover. Ook de uitstoot van broeikasgassen als gevolg van vleesconsumptie baart 57,2% van de Nederlanders gemiddelde tot grote zorgen.

Niet graag zonder vlees

Toch nemen Nederlanders moeilijk afstand van vlees. 44% van de ondervraagde huishoudens eet minimaal één keer per dag vlees. Ruim een derde (36,8%) eet meer dan de helft van de week vlees. Mannen eten vaker vlees dan vrouwen. Jongeren tot 25 jaar spannen de kroon: 53% eet minimaal één keer per dag vlees. 5% van de Nederlanders eet minder dan één keer per week of helemaal geen vlees.

Goed voornemen: minder vlees

Bijna een derde van de ondervraagden (31%) geeft aan dat ze het afgelopen jaar minder vlees is gaan eten. 20% is van plan het komende jaar minder vlees te consumeren. Slechts een enkeling (0,3%) wil helemaal stoppen met het eten van vlees. Als belangrijkste reden om minder vlees te gaan eten, geeft men voornamelijk aan dat dit te maken heeft met de bewustwording omtrent de gevolgen van het eten van vlees. Men realiseert zich dat het negatieve effecten heeft op dierenwelzijn en het milieu maar ook dat minder vlees eten goed kan zijn voor de eigen gezondheid.

Biologisch vlees: nog niet algemeen

Het merendeel van de Nederlanders eet wel eens biologisch vlees. Vrouwen (66%) vaker dan mannen (56%). Toch is dit nog geen gemeengoed. In de praktijk blijkt dat 85% slechts sporadisch biologisch vlees eet (0-35% van de gevallen). Opvallend is dat jongeren vaker biologisch vlees (65%) eten dan 65-plussers (54%). Slechts 2% van de huishoudens eet altijd biologisch vlees.

Nog werk te verzetten

De resultaten van het onderzoek bevestigen de toenemende bewustwording bij Nederlanders van de gevolgen van het eten van vlees. Toch is er nog veel werk te verzetten volgens Dirk-Jan Verdonk, hoofd campagnes bij WSPA: “Bewustwording van de gevolgen van het eten van vlees is cruciaal voor het adresseren van de gevolgen daarvan. Of het nu gaat om dierenleed, ziektes als de Q-koorts of het milieu. Het is mooi dat het bewustzijn groeit maar er is nog steeds een meerderheid van de bevolking die slecht op de hoogte is van de impact van vleesconsumptie. Bovendien is bewustzijn niet genoeg, het is en blijft een uitdaging om daar in de praktijk ook gevolg aan te geven. Een middel als de ‘VleesWijzer’ kan daar een nuttige rol in spelen. Het helpt mensen heel praktisch om een keuze te maken in het schap. Daarnaast zou het goed zijn als het aanbod van biologisch vlees en alternatieven voor vlees wordt vergroot”.

Impact vlees

De impact van de productie en consumptie van vlees is groot. De wereld-voedsel-organisatie FAO berekende in 2006 dat 18% van de menselijke uitstoot van broeikasgassen te wijten is aan dierlijke productie. Volgens een recent rapport van World Watch Institute is dit zelfs 51%. Jaarlijks verdwijnt er wereldwijd een stuk bos ter grootte van Portugal ten behoeve van veeteelt. Daarmee is vleesproductie een van de grootste bedreigingen voor biodiversiteit. Bovendien wordt het welzijn veelal zeer ernstig aangetast van de meer dan zestig miljard kippen, varkens, koeien en schapen die jaarlijks voor hun vlees worden gedood.

Tot zover de WSPA.
Zie ook de uitzending van Netwerk van 18-12-2009 over de campagne "Bewust eten van vlees" die overheid start om mensen te bewegen om minder vlees te eten.

02 december 2009

Wetenschapper tegen vlees

Professor Patrick Brown is een gerenommeerde bio-wetenschapper aan de universiteit van Stanford (V.S.). Tevens is hij lid van de National Acadamy of Science in de V.S. en medewerker het Howard Hughes Medical Institute.
Hij is van plan een sabbatical van 18 maanden te gebruiken om te zoeken naar wegen die leiden tot het drastisch verminderen van de vleesconsumptie.
Hij is zelf al 30 jaar vegetariër en sinds 5 jaar ook veganist. Over het thema milieuvervuiling en vleesconsumptie zegt hij: “Het is absoluut ondenkbaar dat we de komende 50 jaar op deze wijze verder gaan”.
Professor Brown wijst er op dat de vleesproductie weliswaar slechts voor 9% verantwoordelijk is voor de CO2 uitstoot, maar daarboven voor 37% wat betreft de methaan- en maar liefst voor 65% aan lachgas-emissies! Die beide laatste broeikasgassen verwarmen het klimaat veel sterker dan de CO2. Volgens hem ligt de oplossing in het beëindigen van de dierhouderij of in ieder geval in het zeer sterk inkrimpen daarvan.
Brown is van plan de eerste 6 maanden van zijn sabbatical te besteden aan het produceren van economische modellen die duidelijk zullen maken dat wij ons het houden van ‘gebruiksdieren’ domweg niet (meer) kunnen veroorloven. Vervolgens wil hij betere vegetarische levensmiddelen produceren en een strategie ontwikkelen hoe we de politieke, economische, juridische en gedragswetenschappelijke uitdagingen de baas kunnen worden.
Aan levensmiddelenproducenten geeft professor Brown het advies zo snel mogelijk ernst te maken met het terugdringen van de vleesconsumptie: “Het is het beste meteen te beginnen met substantiële bedragen te investeren en alternatieven te vinden, om te overleven”!
Het is opmerkelijk dat van alle problemen waar de wereld mee kampt de reducering van de vleesconsumptie door professor Brown als belangrijkste en meest dringend wordt aangemerkt.

11 februari 2009

Pleidooi voor conserverende landbouw

Onder de titel ‘Er zijn andere landbouwmethodes nodig om de wereld te voeden’ doet Agriholland verslag van de bijdrage van directeur Shivaji Pandey van de landbouw en voedselorganisatie van de Verenigde Naties FAO vorige week op een internationaal landbouwcongres in New Delhi. Boeren moeten volgens hem kiezen voor een conserverende landbouw, waarbij er zo weinig mogelijk bodembewerkingen worden toegepast. Met conserverend wordt hierbij duurzaam voedsel verbouwen bedoeld. Overmatig ploegen, overbevissing, overmatige bemesting, irrigatie en bestrijdingsmiddelengebruik heeft het ecosysteem te veel belast, stelt Pandey.

Wat in het pleidooi van Pandey opvallend mist is een oproep tot minder vlees consumeren. Een dergelijke verandering in consumptiepatroon zet veel meer zoden aan de dijk in het voeden van meer mondiale monden en heeft ook nog eens effect op het tegengaan van de opwarming van de aarde. Conserverende landbouw zorgt bovendien voor extra vastlegging van CO2. Door het land niet te ploegen wordt er ook water bespaard.

23 december 2008

Gezin met twee volwassen kinderen eet een halve koe en twee varkens

Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldt 22 december:

In 2007 at een Nederlander gemiddeld circa 85 kg vlees en vleesproducten. Dat is bijna 2 procent minder dan in 2000. De afname is vrijwel geheel toe te schrijven aan een verminderde vraag naar varkensvlees.

Helft vleesconsumptie bestaat uit varkensvlees

Vrijwel de helft van de vleesconsumptie per Nederlander bestaat uit varkensvlees. Bijna een kwart is rund- en kalfsvlees. Ruim een kwart is vlees van kip en overige pluimvee. Het resterend deel is afkomstig van schapen, geiten en paarden. Een gezin met twee volwassen kinderen at in 2007 een halve koe en ongeveer twee varkens.

20 december 2008

Kersttijd........

Ach, wat hebben we het weer allemaal gezellig! Met vrienden, familie of gewoon met z’n tweetjes gaan we lekker de feestdagen in. Bij elkaar zijn, lekker eten en drinken, een beetje kletsen, ja, het is goed! Voor ons als mensen wel te verstaan………………….
Voor miljoenen dieren hangt de vlag er ietwat anders bij. Er wordt wat af geleden en gestorven om de lekkere trek van het mensdom te bevredigen. Werd de vis vroeger duur betaald, om van het vlees nog maar te zwijgen, thans is voor iedere portemonnee wel een lapje, boutje of mootje te bemachtigen. Kalkoen, kip, rund-, kalfs- en varkensvlees, het ligt in onvoorstelbare hoeveelheden in de schappen van de supermarkt en in de koelruimtes van de restaurants. Ook delicatessen als eenden- en ganzenlever vinden weer gretig aftrek. En dat terwijl iedereen weet, kán weten, of eigenlijk zou móeten weten welk een gruwelijk lijden aan dat product voorafgaat. Een lichtpuntje is dat steeds meer consumenten gaan inzien dat culinair genot nooit een legitimatie mag zijn voor het toebrengen van (onnodig) leed aan andere levende wezens. De weerstand tegen de ongebreidelde vraatzucht neemt hand over hand toe en een gevolg daarvan is dan ook dat steeds meer winkels en restaurants meer en meer aandacht gaan besteden aan alternatieven voor vlees en vleesproducten.

Het is natuurlijk niet zo dat alleen maar de eetbare dieren het benauwd hebben tijdens deze periode van het jaar. Zo lees ik in dezelfde krant drie voorbeelden van gelegenheden waarbij dieren zo nodig hun opwachting dienen te maken ter vermaak van mensen.
In het Kerstcircus in de Ahoy te Rotterdam treden wilde dieren op. Op een foto, die op zich vertederend lijkt, zie ik een klein meisje aan de slurf hangen van een uit de kluiten gewassen olifant……………… Bizar, dat zo’n prachtig majestueus dier wordt misbruikt om mensen, groot en klein, te vermaken met handelingen in volstrekte strijd zijn met zijn natuurlijke leefwijze. Dat kan niet anders tot stand zijn gekomen dan door dwang. Men kan tegenwerpen dat het dier niet beter weet, wat nog maar de vraag is! Wíj weten echter wél beter en zouden ons moeten schamen dit dier te kleineren en te ridiculiseren, alleen om ons gevoel van superioriteit t.o.v. het “stomme” dier te beklemtonen. Natuurlijk heeft de mens de mogelijkheid morele en ethische afwegingen te maken en dat zou hem een zekere suprematie boven de andere dieren kunnen verschaffen. Suprematie geeft macht en macht geeft ook verantwoordelijkheid. Macht betekent niet, of mag niet betekenen, dat men maar kan doen en laten met de ander, op wie die macht wordt uitgeoefend, wat in het belang, ter vermaak of genot van de machthebber is.
In Leeuwarden is circus Renz neergestreken, hetgeen voor de Leeuwarden Courant aanleiding is een kleurenfoto af te drukken van, alwéér, een klein meisje dat de snuit van kameel aait. Dat de beesten, ook uit dát circus van hot naar her worden gesleept, vaak in veel te kleine behuizingen, om overal hun stomme kunstjes te vertonen, die hun ook weer onder dwang zijn “aangeleerd”, wordt aan de kinderen kennelijk wijselijk onthouden. Uiterst merkwaardig dat een gemeente als Leeuwarden toestemming geeft voor zo’n dieronvriendelijk gebeuren, waartegen de maatschappelijke weerstand steeds meer toeneemt.
Een bladzijde verder in die krant een foto en artikeltje over de intocht van de Kerstman in Akkrum. Ook daarbij moeten weer zo nodig (ren)dieren acte de présence geven om het allemaal voor de mensen wat leuker en hilarischer te maken. De betrokken dieren waren afkomstig uit Appeltern en “eigendom” van een bedrijf dat meerdere dieren verhuurt! Dieren als speelgoed en decor voor menselijke vermakelijkheden!
Ook hier zie je weer veel mensen nog steeds denken dat dieren er per definitie voor de mens zijn en wel om op te eten, je er mee te vermaken, van te genieten, te knuffelen, geld mee te verdienen. Het inzicht dat dieren een eigen waarde en waardigheid hebben die gerespecteerd zou moeten worden begint slechts mondjesmaat, maar niettemin onmiskenbaar, door te breken.
Wat kunnen we doen om het onnodige lijden en ongerief in deze dagen te verminderen of op z’n minst onder de aandacht brengen? Wel, bezoek bv. geen “levende” kersttallen, waar dieren angstig en gestrest uitkomen. Ga niet naar het (wilde dieren)circus. Eet niet in restaurants waar blank kalfsvlees en foie gras (eenden- en/of ganzenlever) worden geserveerd. Probeer eens tijdens de feestdagen wat minder vlees te eten en eet zeker geen bio-industrievlees of wild. Er is genoeg keus aan biologisch en vegetarisch voedsel in de winkels en ook veel restaurants bieden steeds meer vegetarische producten aan. Gourmetten of fonduen kan ook heel goed zonder vlees en vis.
Dit gezegd hebbende wens ik iedereen die dit leest prettige/goede/gezegende (doorhalen wat men niet van toepassing vindt) feestdagen en een fijn, diervriendelijk 2009 toe!

29 april 2008

Slechts 2 euro marge per vleesvarken



Prijzen voor varkens stijgen en dalen en varkenshouders reageren daar weer op door meer of minder varkens te houden. Dat heet de varkenscyclus. Gemiddeld echter krijgt een varkenshouder slechts 2 euro meer per vleesvarken dan hij er aan uitgeeft. Daarvoor wordt dat varken onder minimale welzijnsomstandigheden een half jaar lang gevoed en gehuisvest. Dan is het arme beest zwaar genoeg om geslacht te worden.
Geen wonder dat varkens in grote aantallen worden gehouden en er steeds meer megastallen in het landschap verschijnen. De varkenshouder zou geen droge boterham verdienen bij kleine aantallen. De steeds kleiner wordende marges leiden tot nog meer schaalvergroting. Om deze grote aantallen te kunnen afzetten wordt geconcurreerd op de wereldmarkt. Ook wordt dezelfde wereldmarkt gebruikt om varkensvoer zo goedkoop mogelijk te produceren. Hele oerwouden worden gekapt om sojavoer te kunnen verbouwen. Ook leidt de overproductie in eigen land tot een mestprobleem. Oud LNV-minister Veerman zei eens: “We importeren veevoer, we exporteren goedkoop vlees en de rotzooi blijft achter”.



Bij deze wedloop zijn bijna alleen maar verliezers: voedselprijzen stijgen omdat graan, rijst en maïs niet aan mensen als voedsel wordt aangeboden, maar wordt verwerkt in veevoer of biobrandstof. Mensen uit de derde wereld en arme landen in het algemeen zijn steeds meer geld kwijt aan voeding. De hoge mestproductie leidt in ons land tot milieuproblemen en de druk van behoud van concurrentiepositie verlaagt de dierenwelzijnscondities.
De oplossing? Sanering van de intensieve veehouderij. Er wordt al jaren in ons land meer varkens, kippen en koeien geproduceerd dan we zelf nodig hebben en de hoeveelheid die we zelf nodig hebben kan nog veel kleiner, want Nederlanders eten teveel eiwitten, wat tot allerlei welvaartsziekten leidt (bijv. kanker).
Minderen op de vleesconsumptie is ook goed voor het klimaat, want de vleesproductie levert nationaal en mondiaal de grootste bijdrage aan de opwarming van de aarde.
Onze economie zal er niet onder leiden en ons land wordt er leefbaarder door.

03 mei 2006

FAO-medewerkster Fresco dubieus geciteerd


Cursief commentaar op het bericht in Zibb met als titel “vlees belangrijkste groeisector”.

In Zibb:

Fresco neemt aan het eind van deze maand afscheid van de FAO. In het dagblad Trouw zegt ze dat ontmoedigen van de vleesconsumptie geen oplossing van het hongerprobleem is.

Algemeen wordt erkend dat het hongerprobleem vooraleerst een distributieprobleem is. In sommige gebieden kunnen hulpverleners hongerenden niet bereiken door bijvoorbeeld oorlogsomstandigheden.

”Het zou een heleboel mensen in hun bestaan aantasten. Vlees is de belangrijkste groeisector binnen de landbouw en het stimuleert ook de soja– en graanproductie. Er is op zich niks tegen vlees. Alleen niet van een slechte kwaliteit, niet op een respectloze manier jegens de dieren, niet op een manier die het milieu aantast, en niet te veel.”

Deze uitspraak van hoogleraar Fresco kan velen op het verkeerde been zetten. Een groot deel van de soja- en graanproductie is bestemd als veevoer.

Toch zou de Nederlander zijn vleesconsumptie kunnen matigen. Een of twee keer in de week een omeletdag, een visdag of een vegetarische dag zou beter zijn. ”Maar in zijn algemeenheid zie ik niets in taboes en nieuwe verboden”, aldus Fresco in Trouw.

Deze uitspraak is niet hemelschokkend. Westerse mensen en veel hongerenden zullen niets zien in taboes en nieuwe verboden.

Tot zover (commentaar op) Zibb.

Een beetje geeft Louise Fresco wel aanleiding tot het verkeerd interpreteren van haar visie, want zij spaart graag de kool en de geit. Waarschijnlijk een "beroepsdeformatie" van het FAO-werk.

Klik hier, voor wie geïnteresseerd is in haar oratie.

Klik hier, voor wie weten wat de gevolgen zijn van de westerse vleesconsumptie op de omstandigheden in de Derde Wereld.

01 april 2006

Is de overheid onpartijdig in zake de vogelgriep?

Stichting Wakker Dier daagt het (wetenschappelijk bureau van het) CDA uit om net als zij geld te steken in onderzoek naar de relatie tussen de consumptie van kip en het verspreiden van vogelgriep. Dit onderzoek zou moeten worden gedaan door de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). In 2002 werden de Keuringsdienst van Waren (KvW) en de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RVV) ondergebracht in de nieuwe VWA. Deze twee organisaties hebben tot 2006 als werkmaatschappijen gewerkt binnen de VWA. Sinds 1 januari 2006 zijn KvW en RVV gefuseerd tot één agentschap: de Voedsel en Waren Autoriteit. De Voedsel en Waren Autoriteit is de overheidsorganisatie die de veiligheid van voedsel en consumentenproducten onderzoekt en bewaakt. Zij houdt toezicht op de veiligheid van voedsel en consumentenproducten en het welzijn van dieren. De VWA werkt binnen de hele productieketen: van grondstof en hulpstof tot eindproduct of consumptie. De ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zijn de opdrachtgevers van de VWA.

Omdat Nederland grote belangen meent te hebben bij de export van pluimveeproducten is het maar de vraag of deze overheidsdienst een waarlijk onafhankelijk en wetenschappelijk betrouwbaar onderzoek zou doen. De situatie in Nederland op de onderzoeksinstituten begint steeds meer te lijken op de Amerikaanse situatie. Over het vermengen van economische belangen met onderzoeksresultaten zijn meerdere boeken verschenen.
Waar iedereen het ondertussen wel over eens is, is dat een deel van de trekvogels vogelgriep heeft. Waar discussie over is, is of deze vogels het slachtoffer zijn van het feit dat mensen deze ziekte hebben verspreid of dat de vogels de verspreider van de ziekte zijn.
Bewijs is nog niet geleverd, maar het patroon is dat er in alle gevallen sprake is geweest van transporten van pluimvee of pluimvee producten tussen oude en nieuwe besmette gebieden; zoals de handel in kippen tussen China en Turkije.
Volgens Wetlands International is er nu alle aanleiding om veel meer naar de legale en illegale transporten van pluimvee te kijken.

Een andere vraag is “wat is precies de lijn van redeneren die moet worden onderzocht?”. “Als je kip eet, vergroot je de kans op het verspreiden van de vogelgriep”. Of is de redenering “als je kip eet uit de bio-industrie steun je een sector die exporteert en die export verhoogt de kans op vogelgriep?”

De kans is groot dat de drie betrokken partijen PvdD, CDA en VWA nooit overeenstemming zullen hebben over de juiste onderzoeksopzet.

14 februari 2006

Geen bio-industrie meer ipv kerncentrales tegen broeikaseffect

Nederland heeft moeite om maatregelen te vinden die effectief zijn bij het tegengaan van het broeikaseffect. Wanneer ons land een einde zou maken aan de intensieve veehouderij zou het op vele fronten een effectieve bijdrage leveren aan een betere en zuinigere wereld. Ons land importeert van ver weg veevoer en voert vervolgens 70% van haar vlees en zuivel uit naar het buitenland. Het buitenland op haar beurt brengt dezelfde producten ook hier op de markt.
Dat is veel zinloos gesleep, met de natuur, het milieu en het vee als slachtoffers.
Stoppen met de bio-industrie en minder vlees eten maakt de aanleg van kerncentrales overbodig.

Meer lezen over energieverlies door de vleesconsumptie? Klik hier.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.