Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label broeikasgassen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label broeikasgassen. Alle posts tonen

17 augustus 2018

Reduceer het broeikaseffect door minder vee te houden

De Nederlandse melkveehouderij draagt veel bij aan de uitstoot van broeikasgassen. Dat gebeurt niet alleen in de vorm van boeren en scheten van koeien die methaangas laten ontsnappen, ook verlaging van grondwaterstand ten gerieve van de boeren draagt bij aan onnodige CO2 uitstoot.
De sector is daarom bezig om te kijken hoe zij de uitstoot kunnen verlagen. Echter de meest voor de hand liggende maatregel –inkrimping van de veestapel- wordt niet overwogen. Het argument dat daarbij wordt aangevoerd is dat de agrosector zou bijdragen aan de Nederlandse economie en dat bij krimp het buitenland de aanwas zou overnemen.

Bij veel aanhoorders van deze demagogie zal het tot verwarring leiden: wat moeten we hiervan vinden? Moeten de Nederlandse veehouders gesteund worden of met rust worden gelaten?
Weinigen zullen op het idee komen dat de agrosector opzettelijk verwarring sticht.

Vleesconsumptie en vleesproductie dragen bij aan klimaatopwarming. Zowel de vleesetende consument, als de vlees producerende boer als de beleid makende politici kunnen bijdragen aan een balans waarbij ons land haar verantwoording neemt in de afname in CO2 productie. Door de veestapel te verkleinen en tevens buiten in de wei te laten lopen kunnen dierenwelzijn en belasting van het milieu in een natuurlijke balans komen. Scheten en boeren van een kleine veestapel zijn geen belasting van het milieu. Dat doet een te grote veestapel wel en ook om andere redenen: mestoverschot, landschapspijn, oppervlakte- en grondwatervervuiling, dierenleed in megastallen et cetera.

Lapmiddelen als mestvergisting zijn niet alleen economisch onrendabel, ze zijn een excuus om het echte probleem aan te pakken: de omvang van de veestapel en het in stand houden van de disbalans in export. Er wordt in ons land niet vee gehouden voor de eigen bevolking maar om het te kunnen verkopen op buitenlandse markten. Wij houden de shit en het buitenland profiteert van kunstmatig lage voedselprijzen.

Ook de uitstoot van ammoniak zorgt indirect voor opwarming van het klimaat.
Het Dagblad van het Noorden schrijft:
"Nadat reactieve stikstof op land heeft bijgedragen aan de vermindering van biodiversiteit, komt het in rivieren of grondwater terecht. Het stikstof- en dus voedingrijke water komt uiteindelijk terecht in zee, waar het overmatige algengroei veroorzaakt die vissen verstikt. Door verdamping komt het vervolgens als lachgas (N2O, distikstofoxide) in de atmosfeer. Daar draagt het bij aan de opwarming van de aarde (het broeikaseffect van lachgas is 250 keer sterker dan dat van CO2), tast het de ozonlaag aan, waarna het wordt afgebroken".


24 maart 2015

Wie betaalt de milieukosten van voedsel?

Om de consument een weg te wijzen door dit oerwoud heeft de Volkskrant de 10 Geboden van Goed Eten opgesteld. In een onregelmatig verschijnende serie worden alle geboden aan een diepgaand onderzoek onderworpen. Op 24 maart schreef Mac van Dinther:

De landbouw is een van de belangrijkste veroorzakers van grote milieuproblemen: opwarming van de aarde, verlies aan biodiversiteit, vervuiling van land, lucht en water. De bijdrage van de landbouw aan het broeikaseffect wordt geschat op 25 tot 30 procent. De aanpak daarvan kost wereldwijd honderden miljarden per jaar. Maar dat is niet verdisconteerd in de prijs van een pond kaas of een bak kastomaten.
En wat te denken van de gezondheidskosten die worden veroorzaakt door het gebruik van antibiotica in de veehouderij? Zouden die niet ook verdisconteerd moeten worden in het prijskaartje van een kipfilet? En de kosten voor dierenwelzijn? Of is dierenleed gratis? Armoede, milieu- en gezondheidsproblemen, dierenleed, het zijn de onzichtbare kosten achter onze voedselproductie. Ze zijn er wel, maar je ziet ze niet. En dus betaal je ze niet. Als je die kosten wel meerekent, zouden we meer voor ons eten betalen. Misschien zou een kilo varkensvlees dan wel een paar euro meer kosten dan nu.

....

Er zou eigenlijk een prijskaartje moeten hangen aan het gebruik van natuurlijke hulpbronnen als water, lucht en land. De (voedings)industrie maakt er gebruik van door afvalstoffen erin te lozen of door ze te vervuilen met pesticiden, broeikasgas of fijnstof. Adviesorganisatie KPMG International deed in 2012 onderzoek naar de externe milieukosten van elf bedrijfstakken, waaronder ook de luchtvaart, de mijnbouw en de auto-industrie. De voedingsindustrie bleek kampioen afschuiven.
Tot zover de Volkskrant.

Wie wil weten wie wel de milieukosten van voedsel betaalt, klik "Op uw kosten?".

18 januari 2009

ChristenUnie stinkt erin: mest is geen bruin goud

De Energieraad schreef op haar site het volgende.

Minister Verburg (LNV) ziet zoveel mogelijkheden voor biogas, dat ze mest betitelde als het 'bruine goud'. Dat hoorde althans de ChristenUnie haar zeggen op de Grüne Woche in Berlijn.
In de officiële tekst van de toespraak van minister Verburg is er niets over te vinden, maar dat minister Verburg voor de toekomstige energievoorziening veel verwacht van mestvergisting is bekend.
Dat geldt ook voor de ChristenUnie. Kamerlid Ernst Cramer op de website van de ChristenUnie: 'Als we gebruik maken van alternatieven zoals mestvergisting, kunnen we ons land bijna onafhankelijk maken van fossiele brandstoffen. Waarom de discussie hierover dan toch nog zo moeizaam verloopt is me een groot raadsel'.

Tot zover de site van de Energieraad.

Wel, dat raadsel is niet zo groot als de ChristenUnie wil doen geloven. Mest is dierlijk afval waaruit de dieren al de energie hebben gehaald voor hun eigen functioneren. Wil je die mest vergisten dan moet er energie aan worden toegevoegd. Dat is vaak een gewas. Dat hele proces levert niet energie op en het levert ook nog (meer) afval op. Dat afval (digestaat) kan worden uitgereden over het land, maar dat kan met mest ook. Waarom dan biomassavergisting? Niet alle biomassavergisting is omstreden, er is ook vergisting van biomassa dat wel energie oplevert. Dat is bijvoorbeeld de afval uit de voedselindustrie die nu nog aan de varkens wordt gevoerd. Dat zou veel beter rechtstreeks in stroom of biogas kunnen worden omgezet.
Maar door de mest in deze stroom te mengen kan de suggestie worden gewekt dat het mestprobleem wordt opgelost en de omvang van de veestapel geen probleem is. Quod non.

LTO-melkveevoorman Siem-Jan Schenk noemde biovergisters als innovatie de grootste mislukking, die met overheidsgeld tóch wordt gerealiseerd. Volgens Schenk is daarbij het belangrijkste dat de mineralen uit dierlijke mest kunnen worden verwerkt tot kunstmestvervanger.
Laat dat nu net de natuurlijke manier zijn waarmee gemengde bedrijven zorgen voor voldoende mest, althans "natuurlijk" wanneer koeien 's zomers in de wei lopen en 's winters de mest wordt opgevangen om in het voorjaar uit te rijden over het akkerland.

Koeien in de wei, die niet worden bijgevoerd met eiwitrijk voedsel stoten minder broeigassen uit. Dat is een diervriendelijk manier om de klimaatdoelen te halen die de agrosector heeft afgesproken in het Schoon & Zuinig akkoord.

Klik hier om meer te lezen over mestvergisting.

31 oktober 2008

Volkskrantverslaggeefster skeptisch over relatie vlees en broeikaseffect

Verslaggeefster Kim van Keken schrijft donderdag 30 oktober in de Volkskrant over “Megatonnen broeikasgas door eten vlees en vis”.

Zij heeft echter weinig zin om deze kwestie serieus te beschrijven.
Zo schrijft zij:

“De productie van een Nederlands kippenboutje veroorzaakt veel minder broeikasgassen dan een Braziliaanse biefstuk. Daar staat tegenover dat een koe in Brazilië veel meer ruimte heeft in de wei, dan een Nederlands dier in een hok.”

Voorgaande is een waarheid als een koe. Een kip is nu eenmaal heel wat kleiner als een koe. Zelfs als we het hebben over een lapje vlees van gelijk gewicht is het onzin: door het gesleep van veevoeder uit (de regenwouden van) Brazilië naar Nederland is het broeikaseffect groter.

Zij schrijft verder:

De bio-industrie is in die zin beter voor het milieu: meer dieren op één plek werkt energiebesparend, zegt onderzoeker Hans Blonk. `Maar we hebben natuurlijk graag dat dieren het goed hebben.' Minder vlees eten kan dus de uitstoot van CO2 verminderen, hoewel ook in veel vleesvervangers dierlijke producten zijn verwerkt.

Zo! Zitten in Vleesvervangers dierlijke producten? Dat zal dan zeer gering zijn. Het zou wat zijn als een vleesvervanger evenveel vlees zou bevatten als gewoon vlees!

Verder maar weer:

Als iedereen de hele week veganistisch eet bedraagt de reductie aan kooldioxide waarschijnlijk zes megaton per jaar, meldt het rapport. Maar ook plantaardige voeding leidt tot C02-uitstoot. `Als iedereen plantaardig eet, heb je de sojaproblematiek nog niet opgelost.' Blonk verwijst hiermee naar het kappen van regenwoud, onder meer voor het aanleggen van sojaplantages.

Het zal ongetwijfeld zo zijn dat bureau Blonk een rapport) heeft gemaakt dat de vleesindustrie niet al te hard afvalt, maar de suggestie dat er nog een substantiële kap van het regenwoud doorgaat als er geen soja meer voor veevoeder voor ons land wordt geteeld, maar alleen voor Vleesverlaters is wel erg onwaarschijnlijk. De soja die rechtstreeks voor vleesvervangers wordt ingezet, is maar een fractie van de hoeveelheid die voor de omweg via het vlees benodigd is. Dus als alle wereldbewoners vegetariër worden is de kap van het regenwoud niet meer nodig, maar kan de gehele wereldbevolking worden gevoed via de gewone landbouwgronden.

15 oktober 2007

Marianne Thieme over de plannen voor varkensflats

Ik wil beginnen met een uitspraak van Loesje over varkensflats: ‘als varkens gestapeld moesten worden, dan waren ze wel vierkant’.
Per driekamerflat houden wij 120 dieren. Nu willen we de dieren zelf in een flat gaan zetten. Het moet niet veel gekker worden in dit land. Door hoger te bouwen, zouden de varkens meer ruimte kunnen krijgen. Hoe naïef kun je zijn? Zou het ruimtegebrek voor de dieren niet vooral ingegeven worden door economische motieven (veel vlees door weinig lichaamsbeweging) die ook in de varkensflat eerder tot hogere winstcijfers zullen moeten leiden dan tot een hoger welzijnsniveau? Kent de varkensflat dierenwelzijn als oorsprong, als doel of als verkoopargument? Je hoeft niet heel erg street smart te zijn om te begrijpen dat alleen de derde optie serieus in overweging te nemen is.
De commotie over varkensflats die oprukken in Nederland, met name Overijssel, groeit. Ook de weerstand in de Tweede Kamer tegen varkensflats neemt toe evenals het lokale verzet hier in Overijsssel. Dit Kabinet gaat echter gewoon door met het sponsoren van varkensflats, dus ook de Overijsselse.

Want wat blijkt: Het Nationaal Groenfonds onder voorzitterschap van Prof mr. P van Vollenhoven heeft besloten in samenwerking met de Rabobank leningen aan intensieve veehouderijen te verstrekken tegen 2% rente om bedrijfsverplaatsingen mogelijk te maken. Wat in de praktijk betekent dat varkensflats alle ruimte krijgen.

Het Groenfonds is een fonds met overheidsgeld. De intensieve veehouderij profiteert dus van goedkope leningen van de overheid en klaagt tegelijkertijd dat ze nergens welkom is. Geen wonder, want welke burger wil nu een varkensflat en de bijbehorende milieuvervuiling in zijn dorp, gesponsord door de overheid en dus van ons belastinggeld dat talloze betere doelen kan dienen. Waarom zouden burgers eigenlijk solidair moeten zijn met een commerciële sector die een verwoestend effect heeft op onze leefomgeving?

Tien jaar geleden heeft iedereen in Nederland met eigen ogen kunnen zien welke problemen we ons op de hals halen wanneer we ons kleine landje volproppen met landbouwdieren. De mannen in witte pakken, de grijpers en de gedode varkens die met vrachtwagens tegelijk werden afgevoerd maakten pijnlijk duidelijk dat de intensieve veehouderij letterlijk op een dood spoor zit. Het was duidelijk: zo kon het niet langer.

De dramatische gevolgen van de verspreiding van dierziekten zoals massale dodingen van gezonde dieren en muterende virussen die mensenlevens in gevaar brengen worden veroorzaakt door de hoge concentraties aan landbouwdieren. De internationale handel in levende landbouwdieren en dierlijke produkten versterkt dit risico. Maar ondanks dat, blijft de diersector in Nederland onverminderd doorgaan met het zoeken naar mogelijkheden om de veehouderij nog grootschaliger te maken. Én intensiever om tegen zo laag mogelijke kosten te kunnen produceren.

De sector gaat daarmee volledig voorbij aan de maatschappelijke kosten die hoger en hoger worden omdat de sector zonodig de slager en melkboer van Europa, of zelfs van de wereld wil zijn. De aantasting van het milieu, de natuurgebieden, de gezondheid van mensen in de omgeving, al die negatieve effecten komen voor rekening van de burger.

Enkele jaren geleden bleken de vervuilingskosten van de veehouderij al te liggen op 2 miljard euro per jaar. Dat is een bedrag dat onze samenleving moet ophoesten in de strijd tegen zure regen, aantasting van natuurgebieden, vervuiling van ons drinkwater en opwarming van de aarde. Dan heb ik het nog niet eens gehad over de miljarden euro’s die de dierziektencrises ons de afgelopen jaren hebben gekost en de grote gevaren voor de volksgezondheid.

Het feit dat ziekenhuizen tegenwoordig een speciale quarantaine afdeling hebben voor varkenshouders vanwege de levensgevaarlijke MRSA-bacterie die kan overleven door het massale gebruik van antibiotica in de varkenssector is onacceptabel.

Vorige maand verscheen een bericht van de wereldvoedselorganisatie FAO waarin werd gewaarschuwd voor de gevolgen van de steeds intensievere veeteelt. Dierziekten bedreigen de mens meer dan vaak gedacht wordt, stelt men. Het risico van overdraging van ziekten van dier naar mens neemt in de toekomst toe. De enorm toegenomen populatie mensen en dieren, en de mobiliteit van mensen en goederen spelen daarbij een belangrijke rol, aldus de FAO.

FAO-beleidsexpert Joachim Otte zegt in het artikel: “Excessieve concentratie van dieren in grootschalige industriële productie-eenheden moet worden gemeden. Adequate investeringen voor de verhoging van bio-veiligheid en het monitoren van ziekten zijn noodzakelijk”.

Is de provincie bereid deze waarschuwing ter harte te nemen, en ruimte te bieden aan kleinschalige gezinsbedrijven in plaats van aan megabedrijven zoals de varkensflats?

We houden teveel varkens, teveel kippen, teveel koeien op een te klein oppervlak. En dat allemaal te dichtbij waardevolle natuurgebieden en te dichtbij de woonomgeving van burgers op het platteland. Om nog maar te zwijgen van de wereldwijde gevolgen voor milieu, dierenwelzijn, biodiversiteit en een eerlijke voedselverdeling. Als gevolg van de massale invoer van waardevolle granen uit derde landen voor het voer van dieren in de intensieve veehouderij hebben velen mensen aldaar niets te eten. De Wereldvoedselorganisatie (FAO) en veel onafhankelijke onderzoekers geven aan dat de veehouderij vervuilender is dan verkeer en vervoer samen. De broeikasgassenuitstoot wordt voor 18% veroorzaakt door de veehouderij, dat is meer dan door verkeer en vervoer samen (14%).

Minister Cramer heeft toegezegd bij de invoering van de nieuwe wet luchtkwaliteit, dat bedrijven die de 1% norm m.b.t fijnstof naar verwachting zullen overtreden. Op een expliciete vraag vanuit de eerste kamer of dat betekent dat aanvragers die niet kunnen garanderen binnen die 1% norm niet mogen bouwen, zoals kippen- en varkensflats, heeft de minister toegezegd dat die bouwaanvragen inderdaad niet gehonoreerd zullen kunnen worden. Ik ben benieuwd hoe provincie en gemeenten om zullen gaan met deze toezegging van de minister.

Dank u wel,

Marianne Thieme

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.