Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label boerenlogica. Alle posts tonen
Posts tonen met het label boerenlogica. Alle posts tonen

23 juni 2023

Een menselijke benadering van onwillige boeren

De uitkoopregeling voor piekbelasters is een technocratische exercitie, die de relatie tussen overheid en boeren geen goed doet, schrijft Tanja van Hummel in de NRC van 22 juni.

De overheid hoopte met het lanceren van website en rekentool om uit te rekenen of zij piekbelasters zijn duidelijkheid te scheppen onder boeren.
"Maar duidelijkheid scheppen is iets anders dan vertrouwen opbouwen. Duidelijkheid scheppen doe je door feiten en argumenten op een rij te zetten. Vertrouwen bouw je op door elkaar recht in de ogen te kijken en elkaar te zien als persoon. Zolang de overheid de technocratische benadering blijft hanteren, kan de relatie tussen boeren en overheid niet hersteld worden", aldus Tanja. "Alleen een menselijke benadering van boeren helpt ons van het stikstofprobleem af". 

Welnu, laten we dit eens uitwerken.

Veel veehouders steken hun kop in het zand voor de feedback die zij vrezen en klagen dat het allemaal veel te ingewikkeld is.
Het omgaan met veehouders die zich slachtoffer voelen van restrictief overheidsbeleid kan een uitdaging zijn. Hier zijn enkele suggesties voor overheid en burgers die kunnen helpen bij het omgaan met onredelijk slachtoffergedrag.

  • Herken (overdreven) slachtoffergedrag. Voorbeelden zijn externe attributie, hulpeloosheid, onredelijkheid, passiviteit, zelfsabotage en overdreven defensiviteit.
  • Stel duidelijke grenzen en regels. Het is belangrijk om duidelijke grenzen en regels te stellen en deze consistent te handhaven. Maak ze bekend aan de veehouder en leg uit waarom ze belangrijk zijn. Dit helpt de boer om te begrijpen dat er grenzen zijn en dat er consequenties zijn wanneer deze worden overschreden. Tractoren horen niet op de snelweg. Een trekker is om het land te bewerken, niet politici.
  • Wees consequent in je reacties. Zorg ervoor dat je consequent reageert op slachtoffergedrag. Dit betekent dat je niet toegeeft aan ongepast gedrag of eisen. De boer moet begrijpen dat consequenties voortvloeien uit hun acties.
  • Stimuleer verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Geef de veehouder taken en verantwoordelijkheden die passen bij zijn of haar leeftijd en capaciteiten. Dit helpt hen om verantwoordelijkheid te nemen voor hun acties en om te leren dat niet alles vanzelfsprekend is.
  • Stimuleer empathie en waardering. Moedig de boer aan om empathie te tonen en waardering te hebben voor anderen. Dit kan worden gestimuleerd door hen te leren rekening te houden met de gevoelens en behoeften van burgers die een andere visie hebben en door hen aan te moedigen dankbaarheid te uiten voor wat ze hebben.
  • Houd vast aan financiële verantwoordelijkheid. Leer de veehouder over de risico’s van geld lenen en het belang van sparen van het milieu en rekening te houden met biodiversiteit en dierenwelzijn. Dit helpt hen om een realistisch beeld te krijgen van de waarde van immateriële zaken en om te leren omgaan met investeringen op een verantwoordelijke manier.
  • Stimuleer positief gedrag en beloon inspanningen. Prijs en beloon boeren voor positief gedrag en inspanningen die ze doen om de ecologische bedrijfsvoering te verbeteren. Dit kan variëren van simpele complimenten en erkenning tot financiële beloningen die passend zijn voor de situatie, zoals natuurbeheer en weidevogelbescherming.
  • Modelleer het gewenste gedrag. Traditionele boeren leren vaak door observatie van biologische en biodynamische boeren, dus modelleer het gedrag dat je van hen verwacht en steun dit met beleid. Wees een voorbeeld van geduld, respect, empathie en verantwoordelijkheid.
  • Bied vriendelijke en open communicatie. Creëer een omgeving waarin de boer zich veilig voelt om zijn gevoelens en zorgen te uiten. Luister actief naar hen en begeleid hen bij het begrijpen en omgaan met hun emoties op een constructieve manier.

Onwilligheid kent vele vormen. Een lastig vorm is het strooien met drogredeneringen. Hoe daar op te reageren, leest u hier. Voor een verklaring van een moedwillig onwillige houding, klik hier.

20 december 2017

Gastronomische bullshit

De productie van foie gras is in Nederland en veel andere Europese landen verboden, omdat de lever van eenden alleen kan worden vetgemest met dwangvoeding, wat dieronvriendelijk zou zijn. Maar in Frankrijk is de lekkernij niet weg te denken van het kerstmenu. Ook in Frankrijk ageren dierenactivisten tegen deze praktijk, maar zij krijgen nauwelijks een poot aan de grond. De Franse wet rekent de foie gras tot 'het beschermde culturele en gastronomische erfgoed'.
Peter Giesen ging op bezoek bij een eendenboerderij en deed verslag in de Volkskrant.

Hij doet verslag van een boerin die de eenden houdt.
"Evelyne Revel is een vrouw van het platteland, een boerendochter die het bedrijf overnam van haar ouders. Moderne stadsbewoners begrijpen de veeteelt niet meer, verzucht ze. 'Ik probeer zo goed mogelijk voor mijn eenden te zorgen. Ons doel is mooie dieren te verkopen. Het is een cyclus. Als we de vrachtwagen met volwassen eenden zien vertrekken, zijn we tevreden. Vorig jaar werden de eenden op de dag van vertrek getroffen door de vogelgriep. Ze moesten blijven en zijn hier vergast. Dat was verschrikkelijk. Als je ze grootbrengt en ze vertrekken voor de slacht, ligt dat in de normale loop der dingen. Maar het is heel anders als ze gedood worden omdat ze ziek zijn'".
Tot zover het citaat uit de Volkskrant.

In ons land wordt foie gras gelukkig weinig gegeten, de meesten zijn wel wijzer, een enkele snob daargelaten. Wie de uitleg van de boerin leest en niet ziet wat er aan mankeert, die zou ik willen adviseren zich eens te verdiepen in drogredeneren. Kennis daarvan kan helpen het fenomeen ook in eigen land te herkennen en het dierenleed dat daarvan het gevolg is te vermijden.

18 september 2017

Is hogere melkprijs wel een goed idee?

Is de actie van Milieudefensie voor hogere melkprijs in supermarkt wel zo'n een goed idee?

Een boer (intensieve melkveehouder), die een te lage melkprijs krijgt, gaat meer melken om voldoende inkomen te krijgen. Een boer (intensieve melkveehouder), die een hoge melkprijs krijgt gaat meer melken om meer te verdienen. De winst investeert hij vervolgens in zijn bedrijf om nog meer te verdienen. Hij zal er alles aan doen om zo min mogelijk belasting te betalen. Wanneer hij te weinig fosfaat- of dierenrechten heeft, koopt hij andere boeren uit. Dat is boerenlogica en boerenslimheid. Hoe groter en hoe meer, des te beter (zie rechterkolom in de internetversie). Wil je een kleinere veestapel omdat dat goed voor het milieu is, dan zal een hogere melkprijs moeten samengaan met een ingreep of beleid dat tegelijk het aantrekkelijk maakt om minder koeien te houden. Een boer gaat niet minder koeien houden omdat hij bij een hogere melkprijs hetzelfde kan verdienen met minder koeien.

Een citaat uit een artikel op Foodlog.
'Milieudefensie slaat de plank mis'.
Het CBL, de koepel van Nederlandse supermarktorganisaties, protesteerde gisteren met een advertentie in de landelijke dagbladen (zie hieronder) tegen de actie van Milieudefensie. Vandaag bracht de organisatie ook een persbericht naar buiten. Daarin schrijven de gezamenlijke supermarkten dat Milieudefensie niets begrijpt van de situatie:
Het CBL, de brancheorganisatie van supermarkten en foodservicebedrijven, vindt dat Milieudefensie een vals spel speelt door onwaarheden en onwerkelijkheden naar buiten te brengen. Supermarkten bepalen niet de prijs die een boer voor zijn melk krijgt. En dat geldt voor alle agrarische producten, zoals suikerbieten, varkensvlees en paprika’s.
De melkprijs die een boer ontvangt komt tot stand op de wereldwijde markt van vraag en aanbod. Voor Nederlandse boeren en tuinders is dit extra van belang, omdat de sector gemiddeld 70 – 80% van de productie exporteert. Bovendien zijn agrarische markten door de overheid gereguleerd, denk hierbij aan het Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid. Ook dit heeft invloed op de prijs die de boer ontvangt.
“Milieudefensie geeft blijk geen kennis te hebben van marktwerking in agrarische sectoren. Kwalijker is dat Milieudefensie voorstelt, dat supermarkten gezamenlijk een minimumprijs of bodemprijs van melk gaan hanteren. Dit is een oproep om de wet te overtreden. Dat is onverantwoordelijk gedrag van een organisatie die werkt met subsidies en donaties van met name de Postcodeloterij”, aldus Marc Jansen, directeur van het CBL.
Tot zover het citaat.

Boven het artikel een foto van 5 paar klompen die verbeelden dat 20% van de boeren optimistisch kunnen aankijken tegen de toekomst en 80% niet vanwege de afhankelijkheid van de gerichtheid op de export.

Foodlog eindigt met:
de collega's van die blije boeren zijn aan de haaien van de internationale markt overgeleverd. Niettemin sprak onlangs oud-melkboerenvoorman Kees Romijn (van boerenkoepel LTO Nederland) zijn sympathie uit voor acties die tot een betere melkprijs voor Nederlandse boeren leiden. Wie op deze wijze uitvoering aan die wens wil geven, stuurt 4 op de 5 Nederlandse melkboeren het bos in. Slechts 1 op iedere 5 melkboeren kan op de rozen van de Nederlandse markt zitten. De vraag bij deze actie is dan ook: welk paar klompen willen we in Nederland houden en wie zadelen we op met een 'oneerlijke prijs'? Er is immers maar plaats voor één paar. De andere vraag is: willen we die keuze laten maken door de supermarkten, Milieudefensie, de Dierenbescherming of moeten de boeren daar zelf voor zorgen?
Tot zover Foodlog.

Er zijn nog meer partijen die invloed kunnen hebben op de toekomst van de veehouderij en daarmee op de gevolgen voor dier en milieu en dat zijn de individuele consument en de politici. Een land van mensen die de consumptie van dierlijk voedsel vermindert en een politiek die haar beslissingen doordenkt in al haar gevolgen, verkleint ook de legitimiteit van een intensieve veehouderij.

Melkveehouders die uit zichzelf biologische melk produceren krijgen een veel hogere prijs voor hun melk dan de kostprijs. Een hogere prijs bepleiten voor gewone melk zonder eerst een tegenprestatie op het gebied van het milieu te eisen, is een expliciete verwaarlozing van het milieu.


Klik hier om meer te lezen over de (fluctuaties in de) melkprijs of in de Internetversie bij de labels.

07 maart 2011

Desinformerende megaboeren: brutalen claimen de halve wereld

Hollandse veehouders laten zich er op voorstaan dat zij moeten voldoen aan de hoogste dierenwelzijnseisen. Een zinnig gesprek daarover is lastig omdat er altijd wel een land te vinden is waar het er slechter aan toegaat dan in ons land. In de praktijk is er weinig controle en de EU wordt te pas en te onpas erbij gehaald om het eigen gelijk te staven. Wat ook lastig is, is dat Nederlanders competitief zijn ingesteld, zo van “Onze bio-industrie is erg, maar als we op de wereldmarkt meer vlees kunnen verkopen, dan voorkomen we dat een ander land dieren produceert onder nog ergere omstandigheden.”
De burger profiteert van die internationale concurrentie want goedkoop geproduceerd vlees in eigen land is ook hier tegen lage prijzen beschikbaar. Zou het hele Nederlandse volk uit weerzin tegen de vee-industrie vegetariër worden, dan zou de vaderlandse productie toch doorgaan, want die is gericht op de export.
Nu het economisch wat tegenzit in Europa, zijn wat meer mensen gevoelig geworden voor het argument dat de agrosector bijdraagt aan de Nederlandse economie. Die bijdrage wordt dan ook opgeklopt tot het vier- tot zesvoudige, afhankelijk van wat je nog meerekent onder de sector.
Ook het politieke klimaat verandert. De liberale partijen winnen zienderogen terrein. Persoonlijke vrijheid wordt ook vertaald in het recht om ongestraft allerlei onzin te verkopen. Dat is de keerzijde van het recht op vrije meningsuiting en van de al jaren geldende praktijk dat het niet gaat om de waarheid maar om het imago. De markt produceert niet voor de behoeften van de consument, maar behoeften worden gecreëerd. Vlees en zuivel zijn niet nodig voor de gezondheid, maar wie durft te twijfelen als gezondheid in het geding is?
Dierenwelzijn was vroeger niet geborgd bij de kleinschaliger boeren en die situatie wordt niet per se slechter in de grootschalige megastallen. Maar deze negatieve situatie wordt omgebogen door te betogen dat dierenwelzijn beter geregeld kan worden in stallen waarbij in principe meer ruimte per dier zou kunnen zijn. Megastallen van melkveehouders zijn niet altijd gevuld in afwachting van het vrijlaten van het melkquotum. Naïeve consumenten denken dan de koeien kunnen scharrelen over de gehele ruimte. In werkelijkheid laat de boer een deel van zijn stal ongebruikt, want dan hoeft hij dat deel ook niet schoon te houden.
Ook de kiezer laat zich bedotten door het argument dat in megastallen de mestproductie veel beter valt op te vangen en zelfs is te benutten voor energieproductie. En dat alles zonder verlies aan dierenwelzijn. Uit onverschilligheid en onnadenkendheid gaat deze argumentatie erin als koek.
Vlees werd oorspronkelijk geproduceerd om de lokale bevolking te voeden en mest werd gebruikt om de grond vruchtbaar te houden en dieren werden zo veel mogelijk buiten gehouden uit efficiency gecombineerd met werkelijke compassie met dierenwelzijn. Wie zich dat realiseert en ook dat de huidige situatie van efficiënte overproductie puur en alleen nog maar gaat voor het spekken van de agro-industriële ondernemer zou zich ook kunnen realiseren dat de oplossing kan zitten in het weer beperken van de veestapel. Dan zijn alle door de agrobusiness veroorzaakte problemen opgelost en rest slechts het gemor van ondernemers die klagen dat zij veel meer hadden kunnen verdienen als hun geen strobreed in de wordt.
Van oudsher waren boeren als werkgevers gewend dat zij niet werden tegengesproken en ook bij het hanteren van drogredenen kregen zij door hun slecht opgeleide arbeiders weinig tegenspel. Het gevolg is dat zij gewend zijn geraakt aan het debiteren van allerlei onzin zonder daarvoor rekenschap te hoeven af te leggen. Varkenshouders liepen bij de laatste verkiezingen met T-shirts met de opdruk “Megastallen …. is dat de vraag? Wij kiezen voor vernieuwing!”. NAJK-jongeren pleitten voor het verbod op ministallen. Allemaal voorbeelden van flauwe pogingen om te laten zien dat zij zich door niets en niemand en zeker niet door rationele argumenten laten tegenhouden als er geld valt te verdienen. Dat brutalen de halve wereld hebben, is helaas nog steeds het geval.
Wie het daarmee niet eens is, rest ook maar één ding: verbeter de wereld en begin bij jezelf met verminderen van gebruik van dieren. Laat het oplossen van problemen niet alleen aan anderen over, maar vertrouw er wel op dat de eerste stap de belangrijkste stap is op weg naar een betere samenleving.

11 november 2008

Demagogie en boerenlogica bij de waterschapsverkiezingen

In het Reformatorisch Dagblad werden twee kandidaten voor de waterschapsverkiezingen geportretteerd. Hun verhaal illustreert fraai de valse argumenten en demagogie waarmee de boerenlobby haar financiële belangen verdedigt.

Vonk Noordegraaf is niet blij met de deelname van politieke partijen aan de verkiezingen. „Politieke partijen hebben hun eigen belangen, waarbij ecologie waarschijnlijk meer aandacht krijgt dan veiligheid. In ons programma staat betrouwbaarheid van de dijken op nummer één. In een gebied dat 1,5 tot 7 meter onder de waterspiegel ligt, moet dat wel”.

CDA’er Heemskerk is het vreemd genoeg met Vonk Noordegraaf eens. „Ik sta niet te juichen over de deelname van het CDA. De kennis en ervaring van politici wegen niet op tegen de expertise van ervaren waterschapsbestuurders”. Dat Heemskerk zelf agrariër is, ziet hij als een groot voordeel. „Bij de VVD hebben ze één agrarische kandidaat, die ook nog eens op de achtste plaats staat”.

Het CDA en KodK hebben allebei moeite met de lobby voor projecten waarbij men probeert in cultuur gebracht landschap weer in de oude, natuurlijke staat terug te brengen. „Wat is er mooier dan het uitzicht vanaf de ringdijk de polder in?”, roept Heemskerk uit. „Ook polderlandschap is natuur”.

Vonk Noordegraaf benadrukt het belang van leefbaarheid. „De hoge waterstanden die natuurorganisaties creëren, zijn een aanslag op het milieu. Insecten komen er in groten getale op af en verspreiden ziektes onder het vee”. Teruggaan naar de oorspronkelijke natuur van Zuid-Holland is volgens de Stolwijker onmogelijk. „Dan komt Nederland onder water te staan en moeten we in Duitsland gaan wonen”.

De verschillen tussen het CDA en KodK zijn miniem. Heemskerk: „Het CDA onderscheidt zich door een breed blikveld. Wij zijn er ook voor mensen in de stad en voor bewoners van de Zuidplaspolder”. Ton Vonk Noordegraaf wil zich vooral inzetten voor de belangen van de boeren.
Tot zover het Reformatorisch Dagblad.

Er is een conflict tussen natuur- en boerenbelangen in de hoogte van het waterpeil. Boeren willen een lager peil, ten koste van natte natuur en waterverbindingen.
Het argument dat een hoger waterpeil zou leiden tot verspreiding van ziektes onder het vee is onzin. Boeren willen graag het areaal landbouwgrond dat gereserveerd is voor de Ecologische HoofdStructuur benutten omdat het tegenwoordig weer lucratief is om landbouwgrond te gebruiken voor biobrandstoffen en om mest op uit te rijden. Vroeger was er een braaklig-regeling, dat wil zeggen boeren kregen geld (subsidie) om landbouwgrond niet te gebruiken (braak te laten liggen).

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.