Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label boek. Alle posts tonen
Posts tonen met het label boek. Alle posts tonen

17 november 2012

Het dier als mens of ding

Huisdieren hebben een geweldige opmars gemaakt: in vijftig jaar tijd veroverden ze een plaats in ons leven, op onze bank en ons bed. Het huisdier is gezinslid geworden, met eigen bier, kleding, gezondheidszorg op menselijke maat en een pootafdruk in onze rouwadvertentie. Zijn naam veranderde mee: het huisdier werd gezelschapsdier.
Het dier is mens geworden voert onder andere langs hondenboetieks, dierentolken, een crematorium en chemotherapie. Maar de promotie van huisdieren stelt ons ook voor nieuwe vragen. Want moet alles wat kan?
Mogen wij een dier een jurkje aantrekken? En wie bepaalt dat eigenlijk?

In diezelfde vijftig jaar deden landbouwhuisdieren een flinke stap terug.
Zij verhuisden ook: van het erf of de wei naar grote, vaak voor het publiek afgesloten stallen, waar zij tegen zo weinig mogelijk kosten zoveel mogelijk moeten produceren. Landbouwhuisdieren werden gebruiks- of productiedieren.
Het dier is ding geworden portretteert onder andere een melkrobot, volautomatische poultrysystems, een koeienrusthuis en een slachter met een goed hart. Ook het leven van productiedieren stelt ons voor vragen. Hoe is het voor hen om te leven in onze agribusiness? Kan het ook anders? En wie is er eigenlijk verantwoordelijk?

Marijke Verduyn beschrijft in Het dier is mens geworden / Het dier is ding geworden met vaart, humor en compassie hoe de verhouding tussen mens en dier veranderde en onszelf en onze maatschappij weerspiegelt.
Een 'omkeer'boek dat van twee kanten te lezen is.

30 oktober 2012

Youbedo, boeken voor een goed doel

YouBeDo.com droomt van een wereld waarin dieren in alle rust kunnen leven en met respect worden behandeld. Helaas, is dit nog niet het geval. Met name criminele organisaties vormen een steeds grotere bedreiging voor dieren, zoals bijvoorbeeld de tijger in India. Volgens officiële cijfers leven daar nog zo'n 1700 tijgers in het wild. Honderd jaar geleden waren dat er nog 100.000. Het uitsterven van een diersoort is een ramp! Daarom steunt YouBeDo.com schrijvers en goede doelen die vechten voor het welzijn van dieren.
Wil jij samen met YouBeDo.com, Yvonne Kroonenberg en Monique Janssens zorgen voor een goede leefomgeving voor de dieren? Deel deze pagina dan met al je vrienden. Daarnaast kun je ons enorm helpen door jouw favoriete en inspirerende boeken, artikelen, filmpjes en andere informatie over beschermde dieren met ons te delen. Samen zorgen we er dan voor dat er aandacht is en blijft voor dit thema!

08 oktober 2012

Meer aarde nodig bij biologische productie?

Boven een interview in de Volkskrant op 6 oktober met Louise Fresco staat de kop ‘Alles biologisch kost zes keer zo veel land'. Nu is een kop boven een artikel allereerst de verantwoordelijkheid van de redactie en bedoeld om de aandacht te trekken, maar er ligt ook een verantwoordelijkheid bij een krant om juiste informatie te verstrekken. Fresco heeft een nieuw boek geschreven “Hamburgers in het paradijs”. Van de achterflap:
De menselijke geschiedenis is er een van voortdurende schaarste aan voedsel. De overvloed die in de laatste decennia voor velen is ontstaan, is zo uitzonderlijk dat wij nog niet hebben geleerd ermee om te gaan. We zijn ingesteld op schaarste en koesteren nog steeds de mythe van overvloed en ecologisch evenwicht, zoals die beschreven wordt in de verhalen over het paradijs. Daarom is het zo moeilijk om onze consumptie te beteugelen. En daarom ook voelen we ons schuldig over de schade die we de planeet toebrengen.

In het interview wordt haar de vraag gesteld:
Simpel voorbeeld: nu wordt twee derde van het landbouwareaal ingezet voor de vleesproductie. De vraag naar vlees verdubbelt de komende veertig jaar. Dan hebben we anderhalve aarde nodig.
'Dat is een denkfout. Om te beginnen: er is veel land op aarde dat niet geschikt is voor akkerbouw. Denk aan de pampa's van Argentinië, de Mongoolse steppen. De koeien die daar lopen zetten voor ons onverteerbaar gras om in hoogwaardig voedsel. Er is geen andere en betere manier om dat te doen. Die gebieden worden nu heel extensief beweid. Ook kippen en varkens zitten in grote delen van de wereld nog op lage productieniveaus. Er valt nog veel winst te halen met verbeterde voeropname en efficiency.
'Wat veevoer betreft: de productiviteit van een graanakker in China ligt ongeveer 40 procent hoger dan in India. En in China ligt het weer 40 procent lager dan bij ons. Ook daar zit dus nog veel ruimte voor verbetering. Dan heb ik het niet over genetische modificatie, maar met de huidige technieken.
Tot zover het interview.

Het artikel roept de suggestie op dat we in Nederland goed bezig zijn met de intensieve landbouw en dat biologische productie nauwelijks van belang is.
Het zou jammer zijn wanneer deze verwarring bij de consument wordt gesticht. Ons land produceert 3x zoveel vlees en zuivel dan we zelf consumeren. Wanneer die productie wordt teruggebracht tot een evenwicht, dan heeft ons land veel minder vruchtbare buitenland-aarde nodig om veevoer te laten produceren en is er genoeg ruimte in eigen land om vee buiten te laten lopen. Met een nog wat kleinere consumptie van dierlijke eiwitten wordt het een nog gezondere balans in allerlei opzichten. Wanneer dieren een natuurlijk leven kunnen leiden in ons land, hoeven we ons met (dieren)recht niet meer zo schuldig te voelen. En wanneer we het buitenland het goede voorbeeld geven dat plantaardige voeding ook aantrekkelijk kan zijn, dan hebben we met zijn allen ook geen extra aarde nodig.

Marianne Thieme hekelt dat Fresco het eten van vlees als voldongen feit presenteert. Fresco is voor het matigen van het eten van vlees, maar noemt de wens om het vlees eten uit te bannen "een denkfout".

21 juni 2012

De landbouw reduceert biodiversiteit tot één soort

Bestaat wildernis nog in Nederland en waar kun je die dan vinden? Bram van de Klundert ging op zoek en verbleef in de twaalf 'wildste' Nederlandse natuurgebieden, o.a. Tiengemeten, Oostvaardersplassen en Rottumerplaat. Steeds een week overnachten in een hut of een tent zonder telefoon, radio of boeken. Vier dagen alleen zijn en ervaren wat die wildernis met je doet. Expeditie wildernis is daarmee een complete zoektocht geworden naar de betekenis van wildernis in Nederland en voor de Nederlandse samenleving. Uiteindelijk komt hij op het persoonlijke niveau uit: de combinatie van 'alleen zijn' en stilte heeft hem sterker gemaakt.
Dat hij zich tegelijkertijd druk maakt om de achteruitgang van de natuur, is geen verzet tegen verandering. “Maar omdat ik het mensen gun om de sublieme ervaring van de schoonheid van de vitaliteit van het leven mee te maken. Als ik opkom voor weidevogels of kanoeten is dat vanuit een gevoel van mededogen en respect voor al dat unieke leven”.

Ervaringen met het sublieme in de Nederlandse natuur. (bol.com).

Van de Klundert werd geïnterviewd voor het magazine Down to Earth van Milieudefensie.
Een paar citaten.
De teloorgang van de verwondering is misschien wel een van de meest fundamentele bedreigingen voor de natuur. In Van de Klunderts tweede boek Perspectieven voor Wildernis, gaat hij in op de ‘biologisering van ons mens- en wereldbeeld’. Op allerlei vlakken worden mens en wereld tegenwoordig herleid tot hun chemisch-biologische processen: ons eten wordt gezien als verzameling nutriënten, sommige goed (omega-3), sommige fout (verzadigde vetten). Een vogel zingt mooi omdat dat de voortplanting dient. Pubers gedragen zich onverantwoordelijk omdat hun hersenen nog niet zijn uitontwikkeld (We zijn ons brein, van Dick Swaab). Van de Klundert zet daar zijn naturalistische kijk tegenover. “Vanuit de rijkdom van het bestaan. Voeding is veel meer dan alleen nutriënten. De schoonheid van de natuur is niet terug te brengen tot een chemische reactie in je hoofd”. Doe je dat wel, dan wordt het leven verarmd en plat gemaakt. “Liefde en geluk zijn strikt biologisch niet aan te tonen. Maar dat wil niet zeggen dat ze er niet toe doen. Zo geldt dat ook voor schoonheid en verwondering. Ik ben op zoek naar de dingen die belangrijk zijn in het leven”. Die dingen zijn aan de zachte kant. “Ik kan niet aantonen dat natuur belangrijk is, maar ik kan het wel ervaren”.
En.
Het agrarische cultuurlandschap is ook mooi. “Maar dat gaat nog steeds vreselijk achteruit”. Jarenlang heeft hij zich ingezet voor een natuurvriendelijke landbouw, maar nu heeft Van de Klundert het opgegeven: er is volgens hem geen redden meer aan. Hij noemt als voorbeeld de weidevogels. “Eerst probeerden we de met veel geld en moeite de kemphaan te redden, toen dat niet lukte de watersnip, toen dat niet lukte de grutto en nu moeten de boeren al geld hebben voor een koe in de wei”.
Van de Klundert is tot de conclusie gekomen dat landbouw en biodiversiteit inherent strijdig met elkaar zijn: “De landbouw reduceert de biodiversiteit tot één: dat is ook de bedoeling. Een boer wil één soort gewas op zijn akker, verder niks. Als er dan Engels raaigras met een koe op staat, is de biodiversiteit nog twee”. Het hoogst haalbare. Subsidies voor agrarisch natuurbeheer zijn dan ook weggegooid geld, volgens Van der Klundert.
“De landbouw is de enige bedrijfstak die nog fors vervuilt”. Die moet minder bestrijdingsmiddelen gebruiken, minder mest uitstoten. Maar dan nog. “Ook de bijdrage van biologische boeren aan de biodiversiteit stelt weinig voor”. De bemesting van weilanden moet tachtig tot negentig procent terug, willen we voor flora en fauna weer interessante akkers en grasland krijgen. Dat kan ook de biologische landbouw niet brengen.
Ja, hij weet ook wel dat het produceren voor de wereldmarkt een politieke keuze is. En dat dat een belangrijke drijvende kracht is achter de steeds natuurvijandigere landbouw. “Maar als je daar van af wilt, moet je allerlei handelsverdragen opzeggen en uit de Wereldhandelsorganisatie stappen. Dat gaat niet gebeuren”. Daarom is zijn conclusie: “Ik zeg het met spijt in mijn hart: landbouw en natuur moeten zoveel mogelijk worden gescheiden, anders houden we niets over”.
En.
De Nederlandse natuur moet beheerd worden door organisaties die op grotere afstand van de overheid komen. “Zodat we niet meer zoiets meemaken als deze kabinetsperiode, dat één dwaas het hele natuurbeleid kan slopen”.

10 mei 2012

Fatsoenlijk vegetarisch eten

In de Volkskrant van 10 mei een interview door Mac van Dinther met de Duitse Karin Duve.
Hoewel zij zich al lang bewust was van het gevolg van haar eetstijl voor dieren kostte het haar veel moeite om haar aankopen op dat weten aan te passen. Ze besloot stap voor stap haar gedrag te wijzigen en ging van biologisch naar vegetariër naar veganist naar fruitariër in een poging om de gevolgen voor dieren te minimaliseren.
In haar boek behandelt ze fundamentele vragen als: mag je dieren eigenlijk wel opeten? En als we geen dieren eten, waarom dan wel planten? In hoeverre zijn we bereid om uit respect voor andere levende wezens iets op te geven? Wat is ethisch gezien juist? Kunnen we er zelfs persoonlijk profijt van hebben wanneer we onze gewoonten veranderen?



Bovengenoemde vragen worden ook beantwoord op dit weblog en de site Animal Freedom:
In hoeverre zijn we bereid om uit respect voor andere levende wezens iets op te geven?
Wat is ethisch gezien juist bij dierengebruik??
Kunnen we er zelfs persoonlijk profijt van hebben wanneer we onze gewoonten veranderen?

22 april 2012

Politieke leiders zouden meer van de natuur moeten leren

Nu de verkiezingen weer op komst zijn, wordt het tijd om politieke leiders te kiezen die blijk geven van een nieuw elan. In de regeringen tot nu toe is bestuurd op basis van een oude motivatie, die samengevat luidt: zorg dat we zo veel mogelijk geld verdienen op basis van menselijke en natuurlijke mogelijkheden. Dat motief bracht ons welvaart, maar ook een grens aan de draagkracht van mens en natuur.

"The core business of nature is (building) diversity. Diversity is what nature does for a living" en dat wordt door de eenzijdige gerichtheid op geld verdienen doorkruist.

Het is tijd om niet alleen het ecosysteem in de natuur te beschermen, maar ook het ecosysteem in ons zelf en de samenleving te veranderen. Die verandering moet niet gericht zijn op meer van het hetzelfde, maar op een transformatie die recht doet aan de geschiedenis en evolutie van de menselijke ontwikkeling. Die ontwikkeling is een tijd gegaan via liberalisering en individualisering en leverde ook nieuwe (mondiale) mogelijkheden tot verbinding op. De technologie van Internet en Twitter ondersteunen hierbij en verschuiven de aandacht van informatie naar transformatie en snel emotie delen. Politiek en economie zijn daardoor in Europa en Amerika in crisis, die op haar beurt ook weer een kans op levert.

In zijn boek Kun je een rups leren vliegen? ging Jan Bommerez al in op het fundamentele verschil tussen verandermanagement en transformationeel leiderschap. In Door de bomen het bos zien gaat hij nog een stap verder. Transformatie kun je niet leiden. Het is een zelforganiserend proces. Leiders kunnen alleen maar een ecosysteem bewerkstelligen waarin transformatie spontaan plaatsvindt. Ze dienen daarom de natuur te bestuderen en de principes die erin werkzaam zijn. Moderne, succesvolle organisaties zoals Shell en Toyota zijn daarmee bezig. Leiders zoals Herman Wijffels zijn erdoor geïnspireerd.

"Door de bomen het bos zien kijkt breder dan alleen maar naar organisaties. Ook in het dagelijkse leven staan we altijd in relaties (gezin, buurt) en dat zijn ook ecosystemen. Het boek verschaft vele verrassend nieuwe inzichten en geeft ook concrete wegen aan om te bewandelen en om "te kijken, te zien en inzicht te krijgen in wat hij of zij eerder nog niet zag." Het boek van Bommerez inspireert om je open te stellen voor het systemische karakter van lerend organiseren. Alleen vanuit zingeving wordt effectiviteit betekenisvol. Co-creatie: waardeer verschil, zoek de dialoog en werk vanuit verbondenheid." - Prof. Dr. André Wierdsma.

In deze video van een presentatie van Jan Bommerez een goede onderbouwing van zijn visie op transformatie.

Hopelijk kunnen Sywert van Lienden en Sietse Bakker van G500, de jongerenbeweging (35-) iets met deze oproep van Bommerez tot transformatie. Zij willen binnen de politieke partijen samenwerken over de links, rechts en confessionele verschillen heen. Of een kans voor de partij voor mens en spirit en eigenlijk ook voor de politieke middenpartijen. Dit is een kans voor politieke transformatie tot een duurzame besturing van de samenleving, waarbij het goede en diverse behouden blijft en iets extra wordt toegevoegd.

Boeken van Bommerez zijn:

17 december 2011

Plastic filosofie over afname biodiversiteit

Bas Haring schrijft in Volkskrant van 17-12-2011 het volgende.
Nu heb ik een boek geschreven over de waarde en betekenis van biodiversiteit. Hoe meer soorten hoe beter, lijkt het algemene idee. Maar ik zet daar vraagtekens bij: is een soortenrijke natuur per se beter dan een natuur met minder soorten?
Ziedende reacties krijg ik. Ik zou de slechtste mens van Nederland zijn; ik zou niks begrijpen van filosofie. Mijn boek zou veel te oppervlakkig zijn voor dit soort ingewikkelde onderwerpen; en ik moest me maar niet meer in het openbaar laten horen.
Terwijl mijn vraag helemaal niet vreemd is. Er verdwijnen soorten en daarover maken we ons zorgen. Hoe groot moeten onze zorgen zijn? Bovendien zijn soorten geen wezens, maar categorieën. Verzamelbakken met naambordjes. Dat je je het lot aantrekt van een dier in nood is vrij logisch en makkelijk te onderbouwen. Dat je je het lot aantrekt van een naambordje ligt veel minder voor de hand.
Tot zover Haring.

Het bezwaar tegen het verdwijnen van soorten is niet dat zij verdwijnen maar dat het gebeurt om de verkeerde redenen. Zou het een natuurlijke reden hebben dan is er geen haan die er naar kraait, maar de achteruitgang gebeurt ook uit onverschilligheid en hebzucht. Hoe meer soorten er overblijven, hoe beter.

Haring vervolgt:
Verder was er iets interessants aan de hand met de argumenten die filosofen en biologen aandragen ten gunste van die plant- en diersoorten. Ik heb veel filosofen een biologisch argument horen gebruiken: 'Meer soorten betekent een gezondere, betere natuur. Alle soorten zijn nodig voor het optimaal functioneren van een ecosysteem'. Terwijl veel biologen zich juist baseren op filosofie: 'soorten doen er van zichzelf en vanzelfsprekend toe. Ze hebben 'intrinsieke waarde'.
Filosofen hoor je dat laatste argument zelden gebruiken. Zij weten wel dat 'intrinsieke waarde' een nogal lastig begrip is. Wanneer heeft iets intrinsieke waarde dan? En waarom? Andersom gebruiken biologen zelden het biologische argument van de filosofen. Biologen weten op hun beurt dat meer soorten niet per se een gezondere of betere natuur betekent.
Dat is toch reuze interessant? Reden te meer om eens te onderzoeken wat er aan de hand is. Toch?!
Tot zover wederom Bas Haring.

Het kan leuk zijn wanneer een filosoof originele vragen stelt.
Geen mens op aarde denkt dat we met een groeiende wereldbevolking meer soorten krijgen. Velen zullen het jammer vinden dat er soorten verdwijnen terwijl dat niet nodig is. Is het teveel gevraagd als een goedbetaalde hoogleraar filosofie zijn hersenen wat meer zou inspannen om mee te helpen denken over hoe we dit kunnen voorkomen? In plaats van vragen te stellen waarop niemand het antwoord wil weten?

Volgens Gerard Jagers moeten we op een andere manier naar het begrip evolutie kijken. Als we dat doen volgt evolutie voorspelbare patronen, en zouden we de volgende stap in de evolutie kunnen voorspellen. Jagers nodigt De soortenstorm uit tot een nieuw soort discussie, niet alleen academisch, maar juist ook gericht op een praktische toepassing in de natuurbescherming.

Bas Haring: over het opheffen van de natuur (bol.com).

23 november 2011

Natuurmakers en een Blekertje doen

Ineke Noordhoff is journalist en auteur van het boek Natuurmakers. Zij sprak met bevlogen boeren, burgers en beleidsmakers over het creëren van nieuwe natuur en geeft daarmee een prachtig portret van het hedendaagse natuurbeleid in Nederland. Staatssecretaris Bleker wil meer boeren en particulieren inschakelen bij het natuurbeheer. Hij rolt zijn Groningse model over het hele land uit. Moeten we ons voorbereiden op een invasie van hekken en bordjes 'Verboden toegang'?

In de Volkskrant laat zij weten welke ervaring in de provincie Groningen is opgedaan met het beleid van Henk Bleker. Daar komt de uitdrukking vandaan "Even een Blekertje doen": eerst ferme taal en dan bijdraaien.

Noordhoff:
Ik ging kijken wat er in het landschap gebeurde nadat Bleker was vertrokken naar Den Haag. Verschillende natuurpercelen zijn afgelopen jaren met subsidie aan boeren en bemiddelde particulieren verkocht. In de meeste gebieden zijn allerlei hekken en prikkeldraad verschenen - zo ziet versnipperd bezit er dus uit. Vaak ook zijn er borden te vinden die het publiek tegenhouden. Ook Bleker kreeg als particulier geld van de overheid om wilde dieren naar zijn land te lokken. Een hoogzit (jachthut) op zijn eigen terrein doet echter vrezen dat de dieren daar niet de veilige haven vinden die de subsidiegevers met hun bijdrage beogen. Het publiek hoeft dat overigens niet te merken want bij de toegang staat - inderdaad - een bord 'verboden toegang'. Particulier natuurbeheer is in dit soort gevallen - want Bleker is niet uniek - verworden tot een cashmachine voor de happy few.



De Natuurwet wordt gezien als een verkapte jachtwet, waaronder nog meer dieren mogen worden bejaagd. Ondertussen heeft Bleker eerst het aantal te bejagen dieren uitgebreid ("Blekertje doen") en volgens de smient uit het lijstje geschrapt ("u-bochtconstructie").

03 november 2011

Eco-roman over bijensterfte De mythe van mellifera

Het verontrustende mondiaal verdwijnen van de honingbijen wordt Colony Collapse Disorder (CCD) genoemd. CCD is multifactorieel, maar als belangrijkste oorzaken worden het verlies van biodiversiteit, pesticiden en klimaatverandering beschouwd. Wanneer de honingbijen uitsterven, kan dit leiden tot een bestuivingscrisis, waardoor groente en fruit voor een grote bevolkingsgroep onbetaalbaar kan worden.

Bij Ellessy verschijnt de eco-roman De mythe van mellifera, auteur: Roos Boum.

Roos Boum over haar boek:
De oplossingen die ik aandraag in het boek zijn niet onder 1 noemer te vangen. Gedurende het hele boek maak ik de mensen bewust van hoe prachtig en fascinerend bijen zijn. Hoe belangrijk ze zijn. Wat wij ze aandoen, (Honing is vaak niet vegetarisch, honing is vaak niet diervriendelijk, k.i., gifextractie, koninginneteelt, royal jelly etc. = boodschap dat moeten we dus niet met ze doen) en de 6 hoofdoorzaken van het uitsterven van de honingbij behandel ik. Voor de gewone mens zelf is daarnaast de boodschap, meer zaaien, minder maaien, dring aan op geen gif en beter groenbeheer bij uw gemeentebestuur.

28 mei 2011

We aaien ze, we haten ze, we eten ze

“Onze houding tegenover dieren is ambigu en daar heb ik geen oplossing voor. We moeten erover discussiëren met elkaar, met dat doel het ik dit boek geschreven.



Hal Herzog ontrafelt onze tegenstrijdige en vaak onnavolgbare relaties met dieren. Hij baseert zich hiervoor op eigen baanbrekend onderzoek naar het gedrag van dierenactivisten, wetenschappers die dierproeven doen, studenten diergeneeskunde en liefhebbers van hanengevechten. Maar hij licht zijn inzichten ook toe aan de hand van anekdotes over zijn kat Tilly en zijn hond Tsali, en zijn eigen morele ambivalentie in dierenkwesties.
Een boek met de juiste balans tussen wetenschappelijke inzichten en aanstekelijke verhalen.

29 december 2010

Moet je voor je kind veganistisch koken?

Beatrijs Ritsema geeft adviezen in Trouw en schreef een modern etiquetteboek.
Zij behandelt daarin de vraag of ouders apart moeten koken voor kinderen die graag veganistisch willen eten.

Ritsema vindt dat ouders hun kind moeten laten gaan – zolang ze zich maar niet bekeren tot het veganisme. Dat mag pas na het eindexamen, om gezondheidsredenen. “Vroeger kreeg je dan autorijlessen, nu mag je veganist worden”.

De Nederlandse Vereniging voor Veganisme (NVV) is opgericht om veganisten en mensen met belangstelling te informeren. Er zijn nu ongeveer 2,4 miljoen parttime vegetariërs en vleesverlaters, 300.000 vegetariërs en 16.000 veganisten in Nederland.

22 oktober 2010

Dieren en wij. Hun welzijn, onze ethiek.

Monique Janssens studeerde communicatie en ethiek, en werkt als zelfstandig journalist en communicatieadviseur. Zij schreef “Dieren en wij. Hun welzijn, onze ethiek”.

Op haar vaste wandeling, beschreven in het boek, komt Monique Janssens nogal wat dieren tegen: vrije en aangelijnde, levende en dode, echte en nagemaakte. Die confronteren haar met vragen over dier en mens, lijden en welzijn, dood en leven. De relatie tussen dier en mens diept ze uit door te denken en te redeneren, door te onderzoeken wat filosofen en biologen erover te melden hebben, door erover te praten met anderen die ze ontmoet op haar tocht: een buurman met hond, een ecologische tuinman, twee veganisten. Steeds staat de vraag centraal: hoe kunnen we beter omgaan met de dieren om ons heen? De auteur schrikt er niet voor terug om nu en dan pas op de plaats te maken met een 'moraal van dit verhaal'.

Een voorbeeld van zo’n moraal is:
We moeten het goede maximaliseren en het niet-goede minimaliseren. Het goede is autonoom en authentiek welzijn of welbevinden. In de praktijk herkennen we het vrij gemakkelijk, maar het is niet altijd gemakkelijk te berekenen, vooral doordat we gevolgen in de toekomst daarbij moeten inschatten. Maar we zijn moreel verplicht dit in redelijke mate te blijven proberen. Een vraag die daarbij kan helpen is: zou je dit je eigen hond aandoen? Plezier of genot dat wordt ontleend aan het leed van anderen moeten we afwijzen. We moeten dat doen op grond van het feit dat het positief waarderen van dat soort plezier een maatschappij zou opleveren waarin leed gewaardeerd wordt, een maatschappij met meer leed. Wij moeten onze intuïtie en ons gevoel gebruiken om dierenwelzijnsproblemen te signaleren, en ons verstand om ze vast te stellen, af te wegen en op te lossen. Vertel ze door, de verhalen die mensen bewegen tot het goede.

Tot zover Monique Janssens.
In haar boek komen alle vraagstukken voor die spelen rondom het serieus nemen van dierenwelzijn. In die zin is het een compleet boek.
Jammer is dat zij het begrip “vrijheid” alleen beluisterd heeft bij een bezoek van de twee veganisten. Had ze daarvoor een vegetarische filosoof geïnterviewd, dan zou zij mogelijk in het afsluitende stukje moraal hebben gekozen voor “vrijheid” in plaats van “het goede”. Dan zou zij misschien hebben geschreven “we moeten vrijheid voor mens en dier maximaliseren”. Het verschil tussen vrijheid bij een veganist en een vegetariër is vaak het verschil tussen negatieve en positieve vrijheid. Het verschil tussen vrijheid van .... en vrijheid tot ....

08 september 2010

Roofvogels horen niet als huisdier gehouden te worden

Naar aanleiding van een artikel uit Trouw stelt Esther Ouwehand van de PvdD vragen aan de minister over het toegenomen aantal roofvogels die als huisdier worden gehouden. Deze ontwikkeling is zeer ongewenst omdat roofvogels zonder hun vrijheid verpieteren.
Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het houden van roofvogels en uilen als huisdieren:
  1. Heeft u kennisgenomen van het onderzoek van Vogelbescherming Nederland waaruit blijkt dat roofvogels en uilen steeds vaker als huisdier worden gehouden?
  2. Kunt u zich voorstellen dat de Vogelbescherming zich grote zorgen maakt over het gemak waarmee deze vogels door iedereen kunnen worden aangeschaft? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, waarom niet?
  3. Vindt u roofvogels en uilen, waar sinds Harry Potter veel vraag naar is, geschikt als huisdier? Zo ja, waar baseert u dat op en hoe verhoudt uw mening zich tot uw ambitie dat alle gehouden dieren hun natuurlijk gedrag moeten kunnen vertonen (zoals, in dit geval, vliegen) en hoe gaat u er zorg voor dragen dat deze ambitie ook wordt gerealiseerd?
  4. Kunt u bevestigen dat sinds de Europese wetgeving om roofvogels en uilen te verhandelen eind jaren negentig is versoepeld, het aantal in Nederland verstrekte certificaten dat nodig is om de vogels aan te schaffen meer dan vertienvoudigd is?
  5. Kunt u uiteenzetten hoeveel roofvogels er jaarlijks in Nederland worden verkocht, om welke soorten het gaat en welke ontwikkelingen zich voordoen in de handel in roofvogels? Zo neen, waarom houdt uw ministerie hier geen gegevens van bij?
  6. Kunt u uiteenzetten in hoeverre de in Nederland verhandelde roofvogels afkomstig zijn van Nederlandse kweek en op welke wijze deze handel wordt gecontroleerd? Kunt u garanderen dat geen enkele uil of roofvogel die in Nederland gehouden wordt, afkomstig is uit wildvang? Zo neen, hoe zit dat?
  7. Kunt u uiteenzetten welke regelgeving geldt voor het kweken, tentoonstellen en verhandelen van roofvogels? Acht u deze regelgeving voldoende met het oog op dierenwelzijn, volksgezondheid en biodiversiteit? Kunt u dit toelichten?
  8. Hebt u zicht op de aard van het consumentengedrag dat betrekking heeft op de aankoop van roofvogels? Deelt u de indruk dat er sprake is van impulsaankopen waardoor mensen onvoldoende op de hoogte zijn van de behoeftes van deze dieren? Zo ja, welke ambitie heeft u voor het terugdringen van het aantal impulsaankopen en hoe gaat u deze ambitie realiseren? Zo neen, waar baseert u dat op?
  9. Wat is de stand van zaken met betrekking tot een positieflijst van te houden diersoorten?
  10. Bent u bereid een einde te maken aan de mogelijkheid roofvogels en uilen te houden als huisdier en het organiseren van roofvogelshows aan strengere voor waarden te verbinden? Zo neen, waarom niet?

Tot zover de PvdD. Meer lezen over misstanden rondom roofvogels, klik hieronder op het label "roofvogels".

Terzijde over roofvogels:
Al meer dan veertig jaar klimt Rob Bijlsma in boomtoppen om roofvogels te bestuderen. Hij begon daarmee in de late jaren zestig, tijdens het diepste dieptepunt voor roofvogels in een grondig vergiftigde wereld. Nu zijn ze alomtegenwoordig, zelfs tot in hartje stad. Hoe valt dat te rijmen met de afname van belangrijke prooisoorten en met landschappelijke veranderingen van ongekende omvang?

06 november 2009

Foer: ik zal nooit, nooit meer vlees eten

Jonathan Safran Foer (zie video) schreef “Dieren eten”.

In Vrij Nederland van 31 oktober 2009 een interview met hem.
In de vier jaar tussen het verschijnen van zijn laatste boek en Dieren eten werd Foer vader, en vegetariër.
Vanaf zijn negende - toen de oppas hem vertelde dat de kip op zijn bord ooit een levend dier was geweest - zwalkte hij heen en weer tussen verschillende gradaties van vegetarisme. De geboorte van zijn eerste zoon zette hem ertoe aan een duidelijke keuze te maken: `Eten is de meest directe, en misschien wel de krachtigste manier waarop je binnen een familie je waarden overbrengt'.
Hij besloot uit te zoeken wat vlees nu eigenlijk is, waar het vandaan komt en hoe het wordt geproduceerd. Ruim drie jaar lang verdiepte hij zich in de bio-industrie, sprak hij met boeren, slachters, wetenschappers en dierenactivisten en bezocht hij biologische en industriële boerderijen. De conclusie was helder. Foer: `Ik zal nooit, nooit meer vlees eten.

Tot zover Vrij Nederland.

Via een synthese van filosofie, literatuur, wetenschap en undercoverjournalistiek onderzoekt Foer in Dieren eten de verschillende verhalen die we onszelf vertellen om ons eetgedrag te rechtvaardigen - van folklore tot populaire cultuur, van familietradities tot westerse mythen - en laat hij zien hoe die verhalen onze onwetendheid in stand houden.


Op de vraag in Vrij Nederland of het al dan niet ethisch verantwoord is om dieren te eten, gaat Foers boek niet in. `Weet je, daar heb ik heel lang over nagedacht, en ik weet het gewoon nog steeds niet. Dus ik vraag mensen niet om vegetariër te worden. Ik vraag ze om niet langer industrieel vlees te eten'.

Voor wie ooggetuigenverslagen wil lezen over hoe het toegaat in de Nederlandse kippenindustrie:
Journalist Gerard van Westerloo volgde drie kippen Anja, Manja en Tanja door de hele Nederlandse kippenketen. Van broederij, via mesterij en slachterij tot vleesverwerkings- en verpakkingsindustrie. Hij ontving voor dit artikel onder de titel "kippenmoord" begin april 2007 een Tegel, de vakprijs in de categorie ‘Dag- en weekbladen, achtergrond’.

01 maart 2009

Vlees is geen geboorterecht

'Vlees is geen geboorterecht' over Michael Pollan die in Nederland was om een lezing te geven en een nieuw boek te promoten. In de NRC van 28 februari een verslag van een masterclass die Pollan gaf op 10 februari 2009 met als titel: “In defense of food”.

De masterclass was georganiseerd door Biologica en IUCN in het internationaal hoofdkantoor van Triodos Bank, Zeist.

Een citaat:
Ik reed over een Californische landweg, blauwe lucht, prachtig gouden landschap. Plotseling rook ik een verschrikkelijke lucht, zoals ik nog nooit had geroken. Ik keek rond. Alles zag er nog prachtig uit. Maar na 2 km was het landschap ineens zwart. Een zwart landschap met 75.000 koeien, die in hun eigen mest stonden. Het was een “feedlot”, een afmesterij. Een stad van vee. Overal lagen enorme piramides van mest en van maïs. En de koeien hadden de functie om de ene piramide om te zetten in de andere piramide. Ik had nog nooit zoiets gezien. Het was echt een visioen van de hel.

28 februari 2009

Alleen de knor wordt niet gebruikt

Het nieuwe boek van Yvonne Kroonenberg is getiteld 'Alleen de knor wordt niet gebruikt' met daarin een verslag van haar ontdekkingsreis in de varkenssector.



Zij zag hoe sperma wordt geproduceerd bij varkens (het is handwerk). Boerin Ankie legde uit waarom zij in plaats van haar man de biggetjes castreert. De charmante Tijje vertelde haar alles over de slachterijen. Ze kroop bij een chauffeur op de truck van een veetransport, sprak politici die nooit zeggen wat ze werkelijk vinden, en raakte danig gefrustreerd tijdens een gesprek met de supermarktmanagers met hun stuntprijzen voor goedkoop vlees.

Kroonenberg heeft duizenden varkens gezien en aangeraakt, biggen op de arm gedragen en onafzienbare rijen één voor één zien sterven. Ze is alles te weten gekomen, de treurige en de hoopvolle zaken, de leugens, feiten en de goede wil. Ze heeft door de ogen van alle betrokkenen meegekeken en geluisterd naar hun beweegredenen.

Hans Baaij van Varkens in Nood:
"Het is zonder meer het beste boek over de vleessector dat ik ken. Het geeft meer inzicht dan de tientallen rapporten over de vleessector die jaarlijks gepubliceerd worden, meer dan alle antwoorden van landbouwminister in de Tweede Kamer en zelfs meer dan alle berichten van Varkens in Nood bij elkaar. Waar zitten de goeden en waar zitten de kwaaien? Wie zijn de opdrachtgevers van de grootschalige uitbuiting van miljoenen dieren en wie verlenen hier hun medewerking aan? Lees dit boek en dan weet je hoe het zit!"

Klik hier voor de promo van 'Alleen de knor wordt niet gebruikt'

Annechien ten Have van LTO Varkenshouderij was bij de presentatie. Ze ervaart de bijeenkomst als shockerend. 'Het was een ontmoeting van twee totaal verschillende denkwerelden over het houden van varkens en produceren van vlees. Er bestaat een diepe kloof tussen de belevingswereld van dit selecte groepje stadsmensen en van veehouders en mensen die werkzaam zijn in de vleessector. 'Een gemis is dat het boek geen hoofdstuk heeft over de vernieuwingen in de varkensvleesketen', aldus Ten Have.

04 oktober 2008

Wat bezielde Volkert van der G.

Het boek “Wat bezielde Volkert van der G.” beschrijft de strijd van Volkert tegen de uitbreiding van de bio-industrie. Hoewel de auteur Johan Faber niet met Volkert heeft gesproken, probeert hij zich wel maximaal in hem te verplaatsen. Het boek is zeer lezenswaardig, niet in de laatste plaats om te zien hoe de strijd tegen de intensieve veehouderij de laatste 25 jaar werd gevoerd.

Op pagina 206 van het boek beschrijft Johan Faber effectiviteit van de werkwijze van Volkert in het starten van procedures tegen uitbreiding van intensieve veehouderijen.

Op donderdag 6 augustus 1998, vijf dagen na het tamelijk vernietigende stuk in Utrechts Nieuwsblad, berichtte de Volkskrant onder de ‘"Groene" Robin Hoods doen Gelderse veehouders sidderen” over een zaak in Harderwijk waar Vereniging Milieu Offensief bij betrokken was. De gemeente Harderwijk bleek begin jaren negentig ten onrechte een vergunning te hebben afgegeven voor een eendenmesterij. Inmiddels had Harderwijk bij de Raad van State een door VMO aangespannen schorsingsprocedure verloren. Uitkoop van de boer in kwestie was echter te duur, zodat de gemeente zich gedwongen zag om met Milieu-Offensief om tafel te gaan zitten. Volgens de uiteindelijke overeenkomst moest de gemeente ter compensatie van de eendenmesterij elders 4800 kilo ammoniakrechten opkopen, voor maar liefst 350.000 gulden. In ruil daarvoor trok VMO de procedure in, zodat de vergunning voor de eendenmesterij kon worden afgegeven.
`Van der Graaf en Van der Wouw werpen zich op als “Groene" Robin Hoods: ze nemen van veehouders om terug te geven aan het milieu,' schreef de Volkskrant.
Milieuambtenaar Van Drunen van de gemeente Harderwijk kon echter `niet lachen' om het convenant met VMO wilde het geen chantage noemen, `al kun je het wel zo uitdrukken'.
`Natuurlijk is dit schunnig,' reageerde Volken in het artikel. `Maar wij bestaan op basis van de fouten die gemeenten maken. Als gemeenten en milieuambtenaren hun werk goed zouden doen, waren wij niet nodig. Dan lagen we gewoon aan het strand.'
Het was onvermijdelijk dat de overheid langzamerhand inzag dat het zo niet langer verder kon. De milieuwetgeving bood te veel mogelijkheden voor milieuactivisten met bezwaarschriften de hele agrarische sector op slot te gooien. De proceduremogelijkheden móésten worden beperkt. Vanaf het midden van de jaren negentig werd de regelgeving stukje bij beetje versoepeld, zodat veehouders gemakkelijker aan uitbreidingsvergunningen konden komen. Ook verbeterde de overheid de controle op naleving, het werk dat VMO tot dan toe de facto had uitgevoerd. Daar kwam bij dat de samenwerking tussen gemeentelijke diensten en VMO steeds stroever verliep. Veel gemeenten die met VMO te maken kregen, weigerden na verloop van tijd documenten toe te sturen voordat er een officieel bezwaarschrift binnen was.
Er is wel gesuggereerd dat het werkterrein voor VMO door deze veranderingen steeds kleiner werd, dat de hoogtijdagen voor het procederen voorbij waren. Maar de sluipende versoepeling van de milieuwetten had nauwelijks invloed op de ver van Volkert en Sjoerd. Tot 6 mei 2006 bleven ze in hetzelfde krankzinnige tempo beroepszaken aanspannen bij gemeenten en de Raad van State. Niets wees erop dat de bron langzamerhand opdroogde - de procedures werden alleen ingewikkelder.
Volkert hoefde voorlopig nog niet aan strandvakanties te denken.

Tot zover het boek.



Inmiddels heeft de overheid het nog lastiger gemaakt om de uitbreiding en schaalvergroting in de bio-industrie tegen te gaan. Een reden te meer om Volkert te verwijten dat hij met de moord op Fortuyn deze ontwikkelingen geen goed heeft gedaan.

17 juli 2008

Onoprechte kritiek rond dierenrechten

Je kunt allerlei vragen stellen bij de effectiviteit van bepaalde campagnes rond het verbeteren van de positie van dieren. Zo kun je je met een vooraanstaand auteur als Gary Francione afvragen of het moreel gezien verstandig is concessies te doen rond het recht van dieren om niet geëxploiteerd te worden. In hoeverre is het bijvoorbeeld verantwoord om te ijveren voor betere leefomstandigheden van dieren in de bio-industrie, terwijl de bio-industrie zelf gewoon helemaal verboden moet worden?
Iets heel anders is het wanneer mensen die zelf helemaal geen voorstander zijn van dierenrechten schijnbaar redelijke kritiek uiten op de projecten op dit gebied.

Zo hoor je regelmatig dat PETA seksistisch bezig is als zij bekende actrices of modellen schaars gekleed of zelfs naakt laat protesteren tegen dierenmishandeling. En nu het Spaanse parlement belangrijke stappen lijkt te hebben gezet rond rechten voor mensapen, doet een aantal critici het voorkomen alsof ze dat heel erg discriminerend vinden voor leden van andere diersoorten. Dit soort kritiek moet verhullen dat men zelf helemaal geen voorstander is van welke substantiële verbetering van de positie van dieren ook.
In het geval van PETA mag je aannemen dat het gaat om volwassen vrouwen die in elk geval bewust genoeg zijn om zich te keren tegen misstanden. Dat zij een 'onfatsoenlijke' vorm hanteren duidt eerder op ironie of afwijzing van de burgerlijke fatsoensnormen dan op instemming met seksistisch misbruik van vrouwen. Maar zelfs als hier echt een kritiekloze uitbeelding van een vorm van uitbuiting van vrouwen in het spel was, zou dat nog in het niet vallen bij de exploitatie van dieren die ermee onder de aandacht wordt gebracht. Doordat het in beide gevallen om een vorm van misbruik zou gaan, zou je de vermeende acceptatie van uitbuiting van vrouwen in dit geval bovendien bijna niet meer letterlijk kunnen opvatten.
Zoiets geldt ook bij de 'arme dieren' die buiten de boot vallen zodra mensapen belangrijke rechten krijgen. Zij gaan er in elk geval niet op achteruit, dus zelfs op korte termijn levert het pure winst op (de mensenapen gaan er namelijk echt op vooruit). Bovendien hoeven rechten voor de Great Apes helemaal geen eindstation te zijn en kunnen ze juist mede fungeren als een basis voor de toekenning van rechten aan andere dieren.

Critici van buiten die over dit soort kwesties beginnen zijn in veel gevallen niet echt begaan met dieren (of vrouwen!). We hoeven zeker niet te verwachten dat deze critici opeens het voortouw zouden nemen bij de verbetering van de positie van dieren als men maar eenmaal zou stoppen met de huidige campagnes.

Titus Rivas

25 september 2007

Een karikatuur van dierenrechten


In het boek Animal Rights: Current Debates and New Directions uit 2004 (Oxford University Press), onder redactie van Cass R. Sunstein en Martha C. Nussbaum komen allerlei voor- en tegenstanders van dierenrechten aan bod. Een van de tegenstanders is de antropocentrische denker Richard A. Posner. Hij beschouwt de beweging van filosofen als Peter Singer en Tom Regan als een 'radicale [d.w.z. extremistische] stroming' die uiteindelijk ten koste zal gaan van mensen. In plaats van dierenrechten pleit Posner zelf voor een gematigde vorm van dierenbescherming.
Zoals zoveel tegenstanders maakt ook Posner een karikatuur van de idealen van de dierenrechtenbeweging. Zo stelt hij dat het aanhangen van rechten voor dieren bijvoorbeeld tot gevolg kan hebben dat je experimenten op mensen (d.w.z. proefpersonen die daar niet vrijwillig aan meewerken) doet om het geluk van dieren te bevorderen.
Dit is een misleidende voorstelling van zaken. Tom Regan ziet dierenrechten bijvoorbeeld helemaal niet als iets wat haaks staat op mensenrechten, maar juist als een uitbreiding van het achterliggende principe daarvan. Ook Peter Singer vindt dat je dierlijke individuen met evenveel respect moet behandelen als je zou doen met een mens met vergelijkbare psychologische eigenschappen. Beiden wijzen dus het speciësisme (van bijvoorbeeld Richard A. Posner) af maar dat wil zeker niet zeggen dat ze mensen willen opofferen aan dieren!
Posner maakt het nog bonter waar hij stelt dat ook de Nazi's 'hartstochtelijk geloofden in dierenrechten'. Daaruit volgt volgens hem dat ze verenigbaar zijn met een minachting voor het leven en welzijn van allerlei groepen mensen. Nu is er volgens mij weinig bewijs voor een consequente nazi-ethiek ten gunste van dieren, de Duitse vegetariërsbond werd zelfs verboden. Zelfs Hitler was geen echte vegetariër, ondanks de mythen daaromtrent. Bovendien offerde hij zijn eigen hond op om een middel uit te testen waarmee hij zelfmoord wou plegen. Geen bijster respectvolle daad lijkt mij.
Maar zelfs als er werkelijk sprake was van diervriendelijke wetten in het Derde Rijk, dan impliceert dit nog niets voor de waarde daarvan. Hitler liet bijvoorbeeld ook autosnelwegen aanleggen en weinig tegenstanders van dierenrechten zullen weigeren om daar overheen te rijden. Het ethische gehalte van een daad wordt namelijk niet bepaald door de vraag of een misdadiger of juist een overwegend integer persoon hem verricht.
Helaas is Posner niet de enige die een karikatuur geeft van voorstanders van dierenrechten. Tegenstanders hebben nu eenmaal geen goede argumenten en dus rest hun niet veel anders meer.

Titus Rivas

Boeken van Tom Regan:


Boeken van Peter Singer:

25 augustus 2006

(On)eerlijk communiceren over de motivatie van dierenrechtenactivisten

Christian Parmentier is een bonthandelaar die zich al jaren verzet tegen dierenrechtenactivisten. Hij heeft een boek geschreven "De luis in de pels - de dubieuze moraal van de dierenrechtenorganisaties". Een van zijn speerpunten is het verwijt dat de dierenrechtenbeweging in feite geen rechten voor dieren vraagt maar rechten voor zichzelf in naam van de dieren. Zij eisen het recht op om hun medemens te verbieden vlees te eten, melk te drinken, lederen schoenen of bont te dragen, een wollen trui aan te trekken, dieren in het circus en de zoo te bezoeken, te vissen, proefdieren te gebruiken voor medisch onderzoek, enzovoorts..
Daar bovenop verwijt hij de activisten dat zij zichzelf moreel hoger achten dan anderen.
Hiermee doet Parmetier de waarheid geweld aan. Mensen die zich inzetten voor dierenrechten achten het gedrag waarmee aantasting van dierenwelzijn wordt vermeden van moreel hoger gehalte dan gedrag waarbij dieren gebruikt worden. Het gaat dus de activist niet om zichzelf te bewieroken, maar om anderen te bewegen om bepaald dieronvriendelijk gedrag achterwege te laten.
Net zoals vele anderen die hun diergebruik willen verdedigen gaat Parmentier in de aanval door woorden en motivaties te verdraaien. Een brutaliteit die tegenwoordig helaas gemeengoed is geworden en waardoor de communicatie en discussie onmogelijk wordt.

Voor meer over de ethische overwegingen van veganisten, lees het artikel van Titus Rivas "Pioniers in de dierenemancipatie".
Voor meer over de moedwillige verdraaiing van de waarheid en de onwil om oprecht te communiceren, klik hier op "Babylonische spraakverwarring tussen boeren, burgers en ambtenaren".

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.