Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label boek. Alle posts tonen
Posts tonen met het label boek. Alle posts tonen

30 augustus 2023

Dierenrechten baseren op lijden of op vrijheid?

Anders geformuleerd, beter begrepen?

Wanneer dieren zichtbaar (kunnen) lijden roept dat bij ons compassie op. Dit heeft in mijn ogen te weinig relevantie voor dierenrechten. Die zouden op gelijke basis voor alle dieren moeten gelden.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen zouden legaal moeten worden ondersteund wanneer zij opkomen voor dieren die onrecht wordt aangedaan. Ook wanneer zij geen direct belang bij het lijdende dier hebben.
Mens en dier zijn intrinsiek evenwaardig in het recht op vrijheid.

Heeft intrinsieke waarde wel inhoud?

Met deze drie statements maak ik graag een nuancering bij de heersende opvattingen in de wereld van mensen die opkomen voor dieren. Ik ben van mening dat te vaak het paard achter de wagen wordt gespannen en dat mensen die zich opwerpen als dierenbeschermers zich soms naïef met een kluitje in het riet laten sturen. Toen in de 80-er jaren van de vorige eeuw de eerste protesten in de samenleving opkwamen tegen de bio-industrie kwam een ambtenaar op het idee om te verklaren dat dieren intrinsieke waarde oftewel eigenwaarde hebben. Dat begrip is vervolgens door vriend en vijand van de bio-industrie omarmd, in mijn ogen omdat elke partij een vertaling projecteerde op het begrip dat paste in het eigen kader en frame. Een intrinsieke waarde is een waarde die per definitie valt buiten het menselijke voorstellingsvermogen. Een boer met bio-industrie kan dit begrip dus veilig omarmen om vervolgens dieren te behandelen zoals hij zelf wil. Menig dierenrechtenactivist heeft aan de grote mate van instemming de valse hoop opgevat dat er vervolgens veel ten goede zal veranderen wanneer het begrip in de wet wordt opgenomen. Quod non. Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald.
Dus voor het juiste begrip: zichtbaar en vermeend lijden roept compassie op; mens en dier zijn qua gevoelens verschillend, maar op één vlak evenwaardig, namelijk in het recht op vrijheid; en het recht op vrijheid is intrinsiek aan alle levende wezens door de natuur meegegeven.

Welke rechten hebben boerderijdieren?

Deze dieren horen (geformuleerd volgens Brambell) te zijn:
1.    vrij van dorst, honger en onjuiste voeding;
2.    vrij van fysiek en thermaal ongerief;
3.    vrij van pijn, verwonding en ziektes;
4.    vrij van angst en chronische stress;
5.    vrij om hun natuurlijke gedrag te vertonen.

De eerste vier vrijheden worden in de bio-industrie nog wel met wat goede wil voor de meeste dieren gehaald. Dat is ook in belang van de veehouder. De vijfde: -vrijheid om natuurlijk gedrag te kunnen vertonen- kost de veehouder in de bio-industrie te veel geld en wordt in de verste verte niet gehaald en domweg genegeerd. Terwijl de meeste dieren in de stal snel groeien en jong naar de slacht gaan, heeft het gebrek aan vrijheid om zich natuurlijk te gedragen, toch zijn negatieve invloed op het dierenwelzijn ondanks dat het de eerste vier vrijheden geniet.

Het is treffend dat de rechten van boerderijdieren wel geformuleerd worden in termen van vrijheid maar in de wet Dieren niet simpelweg worden samengevat in “dieren hebben recht op vrijheid”, maar als "dieren hebben een intrinsieke waarde". Dit is des te vreemder omdat we vrijheid en gelijkheid voor ons mens zelf wel opeisen. Dit alles in de geest van de Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Voor mij is dit motto het beste samengevat als “mens en dier zijn intrinsiek evenwaardig in het recht op vrijheid”. Dat gaat dieper dan een taalkwestie, omdat erkenning hiervan een ander gedrag vereist. Broederschap met dieren zouden we kunnen tonen door de samenleving en het landschap zo in te richten dat dieren vrij kunnen bewegen door het landschap (niet door de landbouwgewassen en de moestuinen natuurlijk) en dat vee naar buiten kan in de wei. De meest directe consequentie die we zouden moeten trekken om meer dieren een natuurlijk leven te geven is door een krimp in te zetten van de veestapel. Dit omdat 70-80% van de dieren worden gehouden voor de export en er dus geen enkel direct belang is om de eigen bevolking te voeden. Weliswaar kunnen wij mensen uitstekend leven zonder dierlijk voedsel, maar het argument dat mensen nu eenmaal vlees willen eten uit hardnekkige gewoonte vraagt enig geduld in de voedseltransitie.

Laten we constructief kritisch blijven

Een van de bekendste voorvechters van dierenrechten is Peter Singer. Ik ben het in grote lijnen met de opvattingen van Peter Singer eens. Wat ik merkwaardig vind is dat hij zijn boeken de titel meegeeft "Dierenbevrijding", maar dat hij dierenrechten niet baseert op het recht op vrijheid, maar op de mate waarin ze kunnen zichtbaar (kunnen) lijden. Dat werkt discriminatie tussen diersoorten in de hand. 

In september 2023 kwam zijn nieuwste boek uit waarin hij zijn voornaamste opvattingen nog eens op een rijtje zet.

Animal Liberation Now

Zie ook het interview in de Volkskrant over zijn opvattingen en boek.

17 januari 2023

Podcast over het eten van dieren

(onderstaande tekst komt van de website van Studio Plantaardig).
Studio Plantaardig brengt op eigen initiatief en volledig onafhankelijk een podcast over de omslag naar een meer plantaardige voeding.
Past het dier nog op ons bord? een treffende vraag die je zowel vanuit duurzaamheids-, als vanuit ethisch oogpunt kunt beschouwen. Dat is precies wat Imke de Boer, Hoogleraar Dieren & Duurzame Voedselsystemen aan de Wageningen Universiteit, doet.
Ze is een van de grondleggers van de kringloopvisie op de landbouw van de vorige minister Carola Schouten. En ze schreef de voedselvisie voor Nederland in 2050, “van meer naar beter”, waar ze de prestigieuze Rockefeller Food System Vision Prize mee won.
In haar recente, heel persoonlijke boek: Past het dier nog op ons bord? (bol.com) stelt ze zich de vraag: mogen wij dieren wel doden en bezitten? En geeft daarop het volgende antwoord.

"Eigenlijk vind ik gewoon dat het antwoord nee is. Ik vind eigenlijk niet dat voor mijn voedsel dieren moeten worden gehouden en wij hun belangen bepalen, en wij bepalen hoe ze zich voortplanten, wanneer ze eten, wanneer ze naar buiten kunnen en eigenlijk hun leven bepalen en ze vervolgens doden (...) Zelf vind ik eigenlijk dat dat niet meer kan, omdat er een alternatief is. Als je dat dus doordenkt dat moet je veganist worden". 

In deze aflevering van Studio Plantaardig.

  • Waarom Imke zich ongemakkelijk voelde bij de studie Dierwetenschappen.
  • Hoe ziet, in de voedselvisie 2050, de rol van het dier in het voedselsysteem eruit?
  • Hoeveel dierlijke producten zouden we, vanuit duurzaamheidsoogpunt, nog moeten eten?
  • De mythe van het belang van dierlijke mest.
  • Mogen we dieren nog wel doden en bezitten? – Imkes persoonlijke antwoord hierop.
  • Is de Universiteit Wageningen verantwoordelijk voor het vormgeven van de huidige intensieve veehouderij.

Tot zover Studio Plantaardig.

In de podcastserie De Tussenruimte, aflevering 6. De Natuur, denkt Godelieve Spaas - Lector Nieuwe Economie aan de Avans Hogeschool en Artist in Residence bij de Rabobank, over de economie als een puur menselijk fenomeen. Maar die aanname klopt niet … alles wat leeft heeft een eigen economie. Dat wil ze beter begrijpen. Stel dat planten, dieren of grondstoffen ons konden vertellen hoe ze willen leven en met wie ze het liefste samenwerken? Blijven we dan de baas over de economie? Met Jaap Korteweg (Vegetarische Slager) en kunstenaar Elise Marcus.

(Meer) onderwerpen beluisteren? Ga naar de website.
Ze gaat in gesprek met vijftien pioniers die zich in de ruimte tussen kunst en ondernemen bevinden. Door te denken vanuit die plek komen ze met voorstellen over een economie die krimpt, waar geld kan verdwijnen, waarin alle winst wordt weggegeven of waar planten en dieren een stem hebben.
In aflevering 7 een samenvatting van de gesprekken en haar conclusies.

14 januari 2023

De capabiliteitsbenadering om dierenrechten af te dwingen

Rechtvaardigheid voor dieren

'Een werkelijk mondiale rechtvaardigheid vereist niet alleen dat we over de hele wereld op zoek gaan naar andere leden van onze soort die recht hebben op een fatsoenlijk leven. Maar werkelijk mondiale rechtvaardigheid vereist ook dat we onze aandacht richten op andere levende wezens die over bewustzijn beschikken en met wier levens onze eigen levens onlosmakelijk en op ingewikkelde wijze verstrengeld zijn.' - uit Een waardig bestaan, over dierenrechten door Martha Nussbaum (1947).

Wij zijn geneigd te denken dat dieren over geen enkele vorm van zelfbewustzijn beschikken, en derhalve slechts middelen zijn ter bevrediging van de behoeften van de mens. De vooraanstaande Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum betwist deze stelling. Dieren zijn een doel op zich en verdienen respect in de integriteit van hun bestaan. Ze kunnen pijn, angst en genot ervaren en hebben er recht op om niet op een wrede manier behandeld te worden.
Op basis van een filosofische analyse van de morele status van dieren komt Nussbaum tot een pleidooi tegen dierenmishandeling, tegen het gebruik van legbatterijen, tegen het doden van dieren voor de productie van luxegoederen, tegen jacht en sportvissen, en voor het recht van werkende dieren op respectvolle arbeidsomstandigheden.

Buitenstaanders hebben geen procesbevoegdheid om dieren te verdedigen

Hoezeer wij als mens ons kunnen inleven in het miserabele leven van een dier, opgesloten in een stal, het zal in de rechtszaal niet snel een argument zijn om een rechter te overtuigen om een veehouder te verplichten tot het vrijlaten van een dier of te verplichten om het buiten te laten komen. We hebben als bij dieren betrokken en letterlijke buitenstaanders volgens Nussbaum geen procesbevoegdheid. Het is het recht om naar de rechter te stappen als eiser in een rechtszaak. Gewoonlijk wordt procesbevoegdheid alleen toegekend aan iemand die een bepaalde schade heeft geleden. Medelijden valt daar niet onder. Een voor de hand liggende oplossing is zaakwaarnemers het recht toe te kennen om hen in de gelegenheid te stellen om voor dieren eiser te zijn in een rechtszaak. Deze structureel aan te stellen zaakwaarnemers kunnen en mogen niet vrijblijvend handelen; Nussbaum pleit voor een zorgplicht en een loyaliteitsplicht om belangenverstrengeling te voorkomen.
Helemaal in de lijn van haar capabiliteitstheorie zouden er zaakwaarnemers voor ieder type dier moeten komen.

Ook zouden betrokken mensen recht op informatie over de behandeling van dieren kunnen worden toegekend. Maar de veehouderij houdt dit tegen zodat het publiek niet eerlijke informatie krijgt over hoe het toegaat achter de staldeuren. Actievoerders die geheime opnames maken of in een stal inbreken mogen hun materiaal niet in een rechtszaak gebruiken omdat het bewijsmateriaal "illegaal" zou zijn verworven.

Geleden schade moet rechtstreeks zijn en het bezwaar mag niet gefundeerd zijn op ethiek of medelijden. En daarmee wordt de meest logische oplossing ontoegankelijk: geef ook dieren recht op vrijheid, zoals wij als mensen voor onszelf als eerste opeisen en evenwaardig toekennen aan welk lid van ons "ras" dan ook. Helaas wil Nussbaum dit recht niet toekennen aan levensvormen waarvan normaal gesproken gezegd wordt dat zij geen bewustzijn hebben.

Hoewel we in een democratie leven kunnen we de politiek niet bewegen en overtuigen om de bio-industrie af te schaffen, terwijl er toch in de bevolking een meerderheid is die er tegen is. Er worden wel wetten aangenomen om dierenwelzijn te waarborgen, maar deze wetten worden niet gehandhaafd. In de economie draai alles om geld en heeft ethiek geen waarde. Wat misschien nog wel een kans maakt, is om subsidies aan veehouders af te schaffen en oneigenlijke financiële steun (vrije marktverstoring) te verbieden met publieke gelden. Misschien komt het nog eens tot een rechtszaak wanneer er zoveel vleesvervangers zijn ontwikkeld dat de markt van vleesproducten op basis van planten de concurrentie aangaat met vleesproducten op basis van dieren. Misschien dat dan het argument, dat dieren in de veehouderij tekort wordt gedaan om geld te verdienen, als oneerlijke concurrentie wordt gezien voor ethisch verantwoord voedsel op basis van planten.

We hebben al te lang onze plicht verzaakt

De positie van dieren vraagt dringend om een wereldwijd ethisch reveil, om een bewustzijnsverandering van internationale proporties, aldus Nussbaum in haar boek Gerechtigheid voor dieren.
De mensheid heeft al eeuwen de collectieve plicht dierenleed te onderkennen en op te lossen. De huidige, globale problemen met vervuiling en klimaatopwarming vraagt onmiddellijke actie om ook dieren te erkennen als individuen met recht op vrijheid en een dierwaardig leven in overeenstemming met hun vermogens. Welzijn of gebrek aan welzijn heeft volgens de capabiliteitsbenadering in belangrijke mate te maken met de vrijheid die dieren hebben om hun leven naar eigen goeddunken in te richten. Het recht voor dieren om daarin vrij te zijn en het behoud en herstel van een natuurlijke omgeving voor dieren om in te leven, zouden we in wetten moeten vastleggen. Mensen die de overheid daaraan zouden willen houden zouden de procesbevoegdheid moeten krijgen om dat af te kunnen dwingen. Er is geen doorslaggevend argument om dierenrechten te negeren.
In 1998 schreef zij al: "ethische reflectie moet in dienst staan van onze alledaagse pogingen 'goed te leven'. Ethische reflectie kan daarom niet volstaan met het formuleren van algemene, abstracte morele principes. Nog belangrijker is dat we leren wat die algemene principes in concrete situaties betekenen. In dit subtiele proces van morele perceptie en oordeelsvorming spelen naast de ratio de emoties een rijke rol". 

Concrete actie

Wanneer we de capabiliteitstheorie vertalen naar dieren dan is het volgende de boodschap.
Elk dier wordt net als de mens geboren als een kwetsbaar wezen vol mogelijkheden en talenten die ieder zelf tot ontwikkeling moet kunnen brengen om zo het dier te worden die hij of zij in aanleg is. Anderen zijn daarbij onmisbaar, want zonder hun zorg, hulp, betrokkenheid, bescherming, ondersteuning, vriendschap en liefde kan geen dier en natuur tot leven komen en in leven blijven. Door de manier waarop anderen meeleven, beïnvloeden zij het al dan niet lukken van de ontwikkeling. Ieder dier blijft zelf verantwoordelijk voor dit proces. Een goede samenleving is een samenleving waarin elk levend wezen in de gelegenheid wordt gesteld om zijn capaciteiten te ontplooien en die daarvoor ook, in en rond de natuur en concreet in de leefruimte van dieren, de materiële, juridische, politieke en culturele voorwaarden schept, minstens tot een drempelniveau van kwaliteit en tot een maximum van bedreiging, zoals in de vorm van bejaging, verstoring en vervuiling. 

Gamechanger

Wat daadwerkelijk de zaak voor dieren in de bio-industrie zal doen verbeteren is in de ogen van Nussbaum de ontwikkeling van plantaardig imitatievlees en het vooruitzicht van synthetisch vlees.

Boeken van Martha Nussbaum

Wat liefde weet, emoties en moreel oordelen (1998, bol.com).
Grensgebieden van het recht, over sociale rechtvaardigheid (2006, bol.com).
Een Waardig Bestaan, over dierenrechten (2007, bol.com).
Gerechtigheid voor dieren. Onze collectieve verantwoordelijkheid (2023, bol.com).

Lees ook het interview met jurist en hoogleraar Kees Bastmeijer over hoe Nederland al jarenlang een potje maakt bij de uitvoering van het natuurbeschermingsrecht.

21 december 2021

Het helen van psychologische onrust ontstaan in de oudheid

Jeremy Griffith is een bioloog die een psychologische verklaring heeft voor een huidige staat van onrust. Griffith ziet zijn theorie als redding voor de mensheid. 

Jeremy Griffith betoogt dat we ooit in de kindertijd van de mensheid leefden in een matriarchale periode. Liefde stond centraal evenals empathie, saamhorigheid en verbondenheid. Dit was nodig om te overleven. De mens is in diepste wezen goed maar dit zijn we kwijtgeraakt toen onze bewuste geest zich meer ging ontwikkelen en via nadenken onze onbewuste geest ging programmeren. Zo ontstond afscheiding, ongelijkheid, verdedigen van eigendommen en eigenbelang. De man werd sterker dan de vrouw en er ontstonden gevechten en oorlogen. De patriarchale periode volgde die al eeuwen onderbouwd worden door religies en vooroordelen (condities).

Griffith hoopt dat het inzicht, dat de zin van het bestaan niet is dat we gedwongen zijn om onze genen voort te planten, bevrijdend zal werken. Zijn verklaring zou aan kracht winnen wanneer hij onze manier van voeden had betrokken in zijn analyse. Het zou bevrijdend werken voor alle levende wezens op aarde, temeer wanneer we evenwaardigheid betrekken in zijn aanbeveling.

Het voorgaande ietwat herschreven en aangevuld geeft een completer beeld.

In de kindertijd van de mensheid leefden we in een matriarchale periode en in een jagers- en verzamelaars samenleving. Liefde stond centraal evenals empathie, saamhorigheid en verbondenheid. Voedsel werd gedeeld, niet verkocht. Dit was nodig om te overleven. De mens is in diepste wezen goed maar dit zijn we kwijtgeraakt toen onze bewuste geest zich meer ging ontwikkelen en via nadenken onze onbewuste geest ging programmeren. We kwamen op het idee om de natuur naar onze hand te zetten en dieren als huisdier en vee te houden. Door de verschuiving van jagen naar veehouderij en van verzamelen naar landbouw ontstond afscheiding, ongelijkheid, verdedigen van eigendommen en eigenbelang. Er ontstond handel. De man werd sterker dan de vrouw en er ontstonden gevechten en oorlogen. De mens beschouwde zichzelf als top van een voedselpiramide en de man als hoofd van het gezin. De patriarchale periode volgde die al eeuwen onderbouwd worden door religies en vooroordelen (condities).

Tot zover een samenvatting van een lang betoog door Griffith, dat gratis te lezen is in een pdf te downloaden van het Internet. Wat nu volgt is niet zijn theorie, maar een uitstapje naar dierenrechten.

Wat de kern is van beide analyses en teksten is de kijk op ongelijkheid tussen mensen onderling en tussen mens en dier als verklaring voor speciësisme. Het opheffen van ons vooroordeel, dat we meer zijn dan een ander en daarmee onze verbinding met het geheel zijn verloren, zal moeten gaan via het inzicht dat we allemaal (mens en dier) intrinsiek evenwaardig zijn in ons recht op vrijheid. Dit inzicht heeft gevolgen voor wat we eten en hoe we de aarde inrichten als plaats waar iedereen kan leven naar zijn eigen aard. Het vraagt om een voortdurend zoeken naar ecologische, economische en psychologische balans en een individuele en collectieve motivatie om niet meer gericht te zijn op het verdienen van geld alleen, maar onze inspanning en energie te richten op het gemeenschappelijke belang om samen te werken.

Jeremy Griffith betrekt in zijn zeer omvangrijke uitleg van wat hem tot zijn conclusies heeft geleid ook religieuze argumenten. Voor een onderbouwing van bovengenoemde aanvulling op de samenvatting lees ook Evolutie van het geloof in God


16 november 2019

De toekomst van de kat

In zijn boek 'De toekomst van de kat' roept moraalfilosoof Rutger Lazou op tot nadenken over de toekomst van de kat. Het in huis halen van een halfgedomesticeerd, fervent jagend, obligaat carnivoor dier dat zich ook nog eens aan hoog tempo voortplant, brengt vraagstukken met zich mee. We moeten nadenken naar welke toekomst van de kat we willen streven, in het belang van mensen, katten én andere dieren. Het boek biedt een toegankelijke manier om over dierenrechten na te denken!

Dit is de boektrailer.
Je kunt updates over het boek volgen op Facebook en een boek winnen door de pagina te delen.

18 augustus 2019

Wat we kunnen leren van planten

Mensen die zich inzetten voor dierenrechten krijgen weleens de flauwe opmerking “straks moeten we nog planten rechten geven, want planten hebben ook gevoelens”.

Nu is een beetje uitzoomen nooit verkeerd voor het grote plaatje, want de verwarrende details raken uit beeld, maar de moderne, jachtige mens kan wel wat oppikken van planten en bomen als soort. Planten vormen de basis van voedsel voor mens en dier. Planten en bomen in een natuurgebied geven ons de nodige rust waar het ontmoeten van de daarin levende dieren weer voor een ontspannend werkende opwinding zorgt.
We zien ze massaal over het hoofd, en dat is zonde, betoogt bioloog Arjen Mulder in zijn boek "Vanuit de plant gezien".

Dominique Prins schreef in het AD een boekbespreking. Hier de belangrijkste lessen.

1. Werk met elkaar, in plaats van tegen elkaar.
"Ze wisselen informatie en voedsel uit en helpen elkaar zo in leven te blijven. In (vooral oudere) bossen vind je ‘moederbomen’, die zich ontfermen over de jonge aanplant in hun schaduw. Via wortels en schimmeldraden sturen ze stofjes naar de jonkies om de groei in goede banen te leiden. Planten concurreren niet met elkaar om het licht, zoals wel eens wordt beweerd, ze steunen elkaar juist".
Zouden wij ook eens moeten proberen: elkaar de ruimte geven.

2. Maak ruimte voor anderen.
Insecten, vlinders, vogels; ze kunnen slechts leven bij de gratie van de plant. Zouden wij ook eens moeten proberen: elkaar de ruimte geven.

3. Geef nooit op.

“Planten laten hun kopje nooit lang hangen”. Als individu geven ze het gemakkelijk op, als soort verspreiden ze hun zaden, die wachten op betere tijden.

4. Denk anders over rijkdom.
,,Planten hebben een heel ander idee over rijkdom dan wij mensen. Ze zijn slechts geïnteresseerd in een rijk en gevarieerd landschap. Rijkdom betekent voor de plant: een landschap waarin zo lang mogelijk leven kan bestaan”.

Planten hebben net als wij zintuigen.

5. Leer samenwerken met planten.
Om de nuchterheid en logica van de plant optimaal te benutten, en zo bijvoorbeeld klimaatproblemen aan te pakken, zouden we meer moeten samenwerken met planten, meent Mulder. Daarbij is het belangrijk om planten niet als dode objecten te beschouwen, maar als intelligente wezens. Planten hebben net als wij zintuigen. Ze weten waar ze staan, ze horen en ruiken of er water in de buurt is en weten altijd precies hoe ze zichzelf moeten opbouwen. Elke plant is een architectonisch hoogstandje.

Een beetje respect zou dus niet misstaan.

Arjen Mulder. Pleidooi voor een plantaardige planeet (bol.com).

Mulder weet de onbaatzuchtigheid van planten mooi om te denken. Al eeuwen verzamelen mensen bomen en planten van over de hele wereld om ze in eigen land in arboretums en tuinen verder te kweken. In onze huizen verzorgen we kamerplanten die in verre streken in het wild groeien. Van honden wordt weleens gezegd "wie laat wie nu uit"? Maar dat de planten ons mensen voor hen laten werken valt niemand op.

Embryonale stadia vergeleken van vissen, varkens en mensenEen observatie uit het boek dat op mij veel indruk maakte was de vergelijking van Arjen Mulder van de evolutie van de plant met het groeien van een embryo in de baarmoeder. Het is al bekend dat de ontwikkeling van embryo’s van vissen, zoogdieren en mensen in de eerste weken in grote lijnen gelijk verloopt en uiterlijk grote overeenkomsten vertoont. Maar de vergelijking van het “nestelen” van bevruchte eicellen in de baarmoederwand met het wortelen van zaden in vruchtbare grond was nieuw voor mij.

Wanneer de mens het ooit mogelijk zou verpesten voor het leven op aarde voor zichzelf en de dieren zullen planten daarna de aarde weer leefbaar maken. Laten we het niet zover laten komen en proberen te leren van de intelligentie van planten.

"Alles wat leeft heeft een intrinsieke waarde" betogen dierenbeschermers. Omdat dat element niet onderscheidend werkt, maakt het op beleidsmakers en rechters geen indruk. Maar op soortniveau is het wel degelijk van belang om de intrinsieke waarde van planten te (h)erkennen en te respecteren. Planten en bomen in kwetsbare natuurgebieden hebben als soort letterlijk grondrechten. Dieren hebben naar mijn mening als individu grondrechten.

20 mei 2019

In dieren kunnen invoelen heeft ethische gevolgen

Primatoloog Frans de Waal heeft een nieuw boek uitgebracht over de overeenkomst van emoties bij mens en dier.

De woordeloze pijn van de vis aan de haak en het kalf zonder moeder. Het is niet alleen lichamelijk lijden, maar ook geestelijk lijden.

Uit een interview met Trouw.
Hoe kunnen we nu weten wat dieren voelen? Dat wordt toch onwetenschappelijk speculeren? De Waal stelt dat gevoelens alleen kenbaar zijn door degene die ze ervaart, maar maakt een onderscheid met emoties, die zeker wel waarneembaar zijn. Een opgetrokken lip, een blozende wang, een overslaande stem, het zijn gebaren en houdingen bij mens en dier die wijzen op emoties.

Olifant in de kamer.
Het laatste dier dat De Waal behandelt is de olifant in de kamer. Want als dieren angst, pijn, verdriet en empathie kennen, wordt het des te gruwelijker wat we ze aandoen. Kalveren die direct na de geboorte bij hun moeder worden weggehaald, apen die dienen als proefkonijn in een laboratorium, kreeften die we levend koken en ja, ook de vis die kronkelt aan de haak door zijn lip. Het is niet alleen lichamelijk lijden, maar ook geestelijk lijden.
De Waal noemt het een ‘woordeloze pijn’ en het is voor het eerst dat hij zich zo duidelijk in zijn werk uitspreekt over hoe we met de dieren omgaan, in de agrarische industrie, thuis, en in het wild. Hij pleit voor transparantie in de sectoren waar dieren worden gebruikt. Boerderijen en proefdiercentra moeten toegankelijk worden voor het publiek. Hij oppert een scancode voor vlees in de supermarkt waarmee je met de smartphone (onafhankelijk gemaakte) beelden kunt ­ophalen van de omstandigheden waaronder dieren worden gehouden. Beslis dan maar of je dat kipfiletje nog steeds wilt kopen.
Tot zover Trouw.
Uit een interview met het Parool.

Stoort het u dat mensen de intelligentie en emoties van dieren niet erkennen?
“We komen uit een periode waarin emoties en intelligentie bij dieren koste wat kost werden ontkend. We zagen dieren lang als simpele stimulus-responsmachines, heel anders dan de complexe, intelligente mens. Tegenwoordig is er veel kennis die die scheiding tegenspreekt, maar desondanks zijn er nog steeds wetenschappers die dat denken”.
“Ik wind me er niet over op, maar ik merk wel dat er twee soorten mensen zijn. Als je een hond met zijn baasje vergelijkt, vindt het baasje dat meestal niet erg. Maar er zijn ook mensen die het vreselijk vinden om met een dier vergeleken te worden. ‘Ik ben toch geen beest!’ zeggen ze dan. Alsof dat iets ergs is. Hun zelfbeeld is verweven met het zich beter voelen dan die ‘domme’ dieren. Ik vind dat een nogal beperkte visie”.



Frans de Waal over emoties bij dieren en wat ze ons zeggen over onszelf (bol.com).

28 maart 2019

Het shifting baseline syndrome maakt blind voor uitsterven

Filosoof René ten Bos neemt na twee jaar afscheid als Denker des Vaderlands, maar eerst verschijnt nog zijn boek Extinctie, over het verdwijnen van mens en dier. ‘Er voltrekt zich een ecologische catastrofe’. In de Volkskrant van 27-03-2019 een interview.

‘We nemen de wereld waar zoals hij nu is. Ik zie een ander platteland dan mijn vader in zijn jeugd en mijn kinderen zullen weer iets anders zien. De norm verandert met de tijd, veranderingen worden niet waargenomen: het shifting baseline syndrome. Dat er minder vogels en minder vissen zijn, vinden we normaal. We vergeten hoe het vroeger was. Ecologisch verlies laat zich wel uitdrukken in cijfers, maar mensen worden moe van wetenschappelijke data. Dat weet iemand als Baudet ook. Hij vindt ze niet interessant, hij negeert ze gewoon’.

In hoeverre schiet onze waarneming tekort?
‘We denken in charismatische soorten, zoals de neushoorn of de tijger. Als het slecht gaat met deze dieren leidt dat tot treurnis, maar intussen onttrekt veel extinctie zich aan onze waarneming'.

Verder lezen? Zie de Volkskrant.

Verder is het effectief om de werking van drogredeneringen van politici te doorzien of hoe agrarische belangengroepen opzettelijk langs elkaar heen praten.

Schrijfster en journaliste Jantien de Boer publiceerde in 2017 Landschapspijn. In Buitenhof wordt zij geïnterviewd samen met Helma Lodders. Oud-Pink voorzitter en korte tijd PvdD voorzitter Sebastiaan Wolswinkel analyseert samen met Angelo Delsen in "De Klaagmuur".
Landschapspijn. Over de toekomst van ons platteland (bol.com).
Van de omslag.
Het moderne boerenland doet pijn; kleuren vervagen en geluiden sterven weg in het moderne land van zuivel, vlees en turbogras. Burgers maken zich grote zorgen over de teloorgang van bloemen, planten, vogels en insecten. Veehouders en akkerbouwers vechten voor hun bestaan. Een megastalboer zegt met ingehouden woede dat er maar weer eens een hongerwinter moet komen. 'Dan leren mensen ons tenminste opnieuw waarderen'. Deze groeiende kloof tussen landbouwers en burgers bemoeilijkt een gesprek over de toekomst van ons platteland. Door de perspectieven van beide kampen te laten zien hoopt Jantien de Boer bruggen te bouwen.

24 oktober 2017

Advies aan veganisten om geen energie te verspillen

Waarom zou iemand die gelijk heeft zijn gelijk nog een keer moeten halen? Dat roept weerstand op, actie is reactie, en waarom die energie verspillen?
Voor een veganist is dat een retorische vraag, immers het wordt er in de wereld een stuk gezelliger van wanneer meer mensen goed veganistisch leren koken en ook neemt het dierenleed met sprongen af.
Maar een vleeseter proberen te verleiden om geen enkel dierlijk product meer te gebruiken is als trekken aan een dood paard.
Het zelf moreel goed doen en je daarop voorstaan, zet kwaad bloed bij degene die zich aangesproken voelt en die kan het omdraaien als een aanval en weet zich zo slachtoffer in plaats van dader.
Goed voorbeeld doet goed volgen, maar dat is het voorbeeld van hen die zich niet laten voorstaan op hun goede gedrag. Doe het dan als veganist ook echt goed en kook lekker. Kun je niet lekker koken, overweeg dan een morele argumentatie achterwege te laten.
Mensen dwingen toe te geven dat zij fout gedrag vertonen is een brug te ver wanneer je zelf tot de kwetsbare minderheid behoort.
Wanneer je als veganist weer eens gevraagd wordt door een vleeseter waarom mensen geen dieren mogen gebruiken, antwoord dan dat je niet weet waarom, maar dat je niet snapt dat mensen zich niet bekreunen om wat er met dieren gebeurt in de bio-industrie. Je stelt je dan in jouw (schijnbare) onwetendheid ten minste gelijkwaardig op tegenover een ander die eigenlijk geen goede redenen heeft anders dan dat het lekker smaakt.
Grote kans dat mensen dan zelf komen met hun twijfels over wat er gebeurt achter de gesloten staldeuren. Die bekentenis is hun eerste stap op weg naar een diervriendelijke wereld. Met die stappen ben ik zelf ook bezig, maar wel op een door mijzelf gekozen tempo. En heb geduld, er wordt via verschillende wegen gewerkt aan goede en betaalbare vleesvervangers en dan doen die het werk.

Alle boeken van Tobias Leenaert op bol.com.

16 mei 2017

Pleidooi voor degrowth en voor minder zinloze (koe)handel

In zijn nieuwste boek 'Frontlijnen, een reis langs de achterkant van de wereldeconomie', schetst Nick Meynen een onthutsend beeld van de desastreuze effecten van het globale kapitalisme.
"Onlangs las ik een artikel in The Economist dat TTIP verdedigde. De auteur verdedigde TTIP door te stellen dat de Fransen nu ook oesters uit San Francisco zouden kunnen eten. Dat is nu eens het typevoorbeeld van het soort handel dat we net niet nodig hebben.  Of een ander voorbeeld: onze garnalen die we vangen in de Noordzee, exporteren we naar Marokko om ze daar te laten pellen en vervolgens opnieuw overbrengen naar hier. Met zo’n manieren van handel drijven moeten we stoppen door middel van een radicale switch van het beleid. Je kan dat niet aan de markt overlaten, hier moet de overheid zijn verantwoordelijkheid nemen. Zeker omdat de markt ook de kosten niet bij de juiste personen laat terechtkomen. Wie betaalt bijvoorbeeld voor het stijgend aantal doden die vallen door luchtvervuiling? Of kijk naar de manier waarop we de geulen in onze havens steeds verder uitdiepen om groter vrachtverkeer toe te laten. Dat maakt ons steeds kwetsbaarder voor een stijgende zeespiegel, maar wie zal uiteindelijk betalen voor de schade die aangericht wordt door overstromingen? Dat zullen niet de bedrijven zijn die nu winst maken".

DWM: Jouw versie van het protectionisme houdt dus een zeker ‘degrowth’-scenario in. Maar leidt dat niet tot een samenleving waarin we gewoon allemaal minder zullen hebben? Ik vrees dat weinig mensen daar enthousiast zullen over zijn.
Nee, niet noodzakelijk. Dat is net hetgeen we zullen krijgen wanneer we niks doen. Dan krijg je samenlevingen zoals die in Oost-Congo waar eigenlijk geen middenklasse meer bestaat. Als je alles laat betijen is het dat waar we naartoe gaan. Maar er zijn ook steeds meer wetenschappers verenigd in de degrowth-beweging. Zij proberen na te gaan hoe een samenleving kan functioneren binnen bepaalde ecologische en sociale limieten. Die wetenschappers willen op een georganiseerde manier degrowth organiseren, met een veel eerlijkere en gelijkere verdeling van de middelen die planeet aarde ons geeft. Want degrowth zal er natuurlijk sowieso komen wanneer de grondstoffen schaarser worden en op geraken. De vraag is niet of er degrowth aan zit te komen maar of we die degrowth gepland laten verlopen of chaotisch.

Tot zover een citaat van de DWM.

Het pleidooi van Meynen geldt natuurlijk het meest voor de manier waarop met name door Nederland vlees wordt geproduceerd voor de export. Het leidt naast dierenleed tot milieuvervuiling, klimaatopwarming en ontbossing omdat voedsel voor vee uit het (verre) buitenland wordt gehaald.
Een reis langs de achterkant van de wereldeconomie (bol.com).

17 oktober 2016

Belast het gebruik van schadelijke stoffen

Frank Berendse (Amersfoort 1951) is emeritus hoogleraar natuurbeheer in Wageningen. Hij deed onderzoek naar onder meer soortenrijkdom en concurrentie tussen plantensoorten.

Uit een interview met de NRC dit citaat.

Wat moet de politiek veranderen?

„Er moet meer ruimte voor de natuur komen. Het is eigenlijk heel gemakkelijk. Als je een stukje grond afroomt van alle boeren die dagelijks stoppen, en dat niet verkoopt aan de overblijvende boeren, dan ben je al waar je wezen moet. De tweede lijn voor de toekomst is: een schonere landbouw. Zodat boeren meer respect krijgen voor de bijdrage die ze leveren aan ons landschap. En zodat ze meer gaan verdienen. Ik pleit voor afschaffing van alle ingewikkelde milieuvoorschriften en certificaties. Vervang die door een simpele belasting, op Europees niveau, op stoffen die het milieu schade toebrengen zoals bestrijdingsmiddelen, geïmporteerd veevoer, antibiotica. Die belasting kan in de prijs worden doorberekend. Van elk stapje dat een boer zet naar een schoner bedrijf, moet hij profijt hebben. Uiteindelijk moet de consument betalen. De voedselprijzen gaan iets omhoog. De kiloknaller wordt dan extreem duur en het biologische stukje vlees heel goedkoop”.

Frank Berendse. Wilde apen.
De tien mooiste landschappen (bol.com).
Wilde apen, natuurbescherming in Nederland (bol.com).

09 juni 2016

We verkopen de ziel van ons land

Filosoof
"is het met Nederland zo slecht gesteld dat we ook ons landschap moeten plunderen om te overleven? Slechts 2 procent van de Nederlanders leeft in de agrarische sector en die sector vormt ook slechts enkele procenten van het bruto nationaal product. Boeren worden wel met allerlei subsidies geholpen en twee derde van de agrarische producten wordt uitgevoerd. 'Wij' moeten zo nodig Chinese baby's voorzien van melkpoeder, Amerika voorzien van goedkope melk, voldoen aan de 'groeiende vraag van Oost-Europa en Azië'.

Maar moeten we echt onze ziel verkopen? Bijna de helft van Nederland bestaat uit weiland: dat is dus de ziel van Nederland. De ziel van ons land bestond uit weilanden met bloemen, grutto's, leeuweriken, koeien, knotwilgen, sloten... Maar omdat we ook daaraan geld willen verdienen, verkopen 'we' onze ziel. We? De gemiddelde Nederlander heeft daarover weinig te zeggen. Het is natuurlijk weer de agrarische sector die de doorslag geeft. Zelfs het kopen van biologische producten helpt maar weinig, omdat onze agrarische productie immers voor twee derde bestemd is voor de export".

Tot zover Pouwel Slurink. Verder lezen? Klik hier voor meer artikelen over kanttekeningen bij export van dierlijke producten en hier voor meer blogs over de overschatte bijdrage van de landbouwsector aan de economie.

Slurink is auteur van een boek over de mens als zin zoekende aap. Een citaat uit een boekbespreking.
De evolutie heeft ervoor gezorgd dat de mens een zekere mate van vrijheid ervaart. De mens heeft een zelfgevoel, dat in dienst staat van zelfbehoud en streeft naar status, de mens is in staat om te improviseren al naar gelang de situatie dat verlangt. Er is dus een mate van vrijheid: wij mensen zijn vrij om uit onze natuur te kiezen, maar niet om onze natuur te kiezen (172). Of anders gezegd.
Onze vrijheid lijkt dus deels een aanpassing te zijn die ons in staat stelt in verschillende omstandigheden adaptief te reageren. Enerzijds zijn we vrij, omdat we reële keuzen tussen scenario’s hebben, anderzijds tolereert de natuur geen totale vrijheid – ze leidt ons in onze keuzen door de overlevingswaarde van onze keuzen voelbaar te maken. Zoals de evolutieleer ons doet verwachten, zijn we vooral vrij als dit ons in staat stelt onze genen in een veelheid van milieus te gehoorzamen – we zijn slechts ‘een beetje’ vrij als het er bijvoorbeeld om gaat onze idealen te volgen. Als je een beetje te idealistisch bent loop je meestal al snel aan tegen het pragmatisme van je partner, baas of collega’s – of tegen je eigen vermoeidheid. De speelruimte is in feite altijd beperkt. (176)
Is er dus vrije wil? Slurink zegt: “Ja, we zijn in staat ‘in ketenen te dansen’, maar tegelijkertijd blijft het ook een dansen in ketenen – ze doen pijn, ze zijn zwaar, ze beperken ook je mogelijkheden en houden je stevig op de grond” (176). We kunnen onze driften niet ontlopen, want die driften zorgen ervoor dat we tenminste blijven vrijen, want: “een vrije wil die nooit vrijen wil zou snel uitsterven” (176).

Pouwel Slurink: waarom wij bewustzijn, vrije wil, moraal en religie hebben (bol.com).

20 april 2016

Liefdesverklaring aan het bos

Boswachter Peter Wohlleben heeft een boek geschreven over het gevoelsleven van dieren en de geheime leven van bomen. In het bos gebeuren verbazingwekkende dingen: bomen communiceren met elkaar. Bomen die niet alleen liefdevol voor hun nageslacht zorgen, maar ook voor hun oude en zieke buren. Bomen met emoties, gevoelens en een geheugen. Moeilijk te geloven? Misschien, maar het is waar!

Wohlleben vertelt fascinerende verhalen over de onverwachte en ongelooflijke vaardigheden van bomen. Hij combineert de laatste wetenschappelijke inzichten met zijn eigen ervaringen uit het bos, en creëert zo een opwindende nieuwe kennismaking met levende wezens die we dachten te kennen, maar nu pas echt leren begrijpen. En zo betreden we een compleet nieuwe wereld….
Het geheime leven van bomen is een onweerstaanbare liefdesverklaring aan het bos.

Peter Wohlleben's boeken over bos en bomen (bol.com).

15 april 2016

Wie snapt hoe slim dieren zijn?

Uit het voorwoord van het nieuwe boek van Frans de Waal "Zijn we slim genoeg om te weten hoe slim dieren zijn?"

Voordat we vragen of dieren over een bepaalde vorm van intelligentie beschikken, met name een vorm die we in onszelf koesteren, moeten we innerlijke weerstand overwinnen om de mogelijkheid zelfs maar te overwegen. Vandaar de centrale vraag van dit boek: zijn we slim genoeg om te weten hoe slim dieren zijn?
Het korte antwoord is: ja, maar je zou het nooit hebben gedacht. Het grootste deel van de vorige eeuw stond de wetenschap overdreven terughoudend en sceptisch tegenover de intelligentie van dieren. Dieren intenties en emoties toeschrijven werd gezien als naïeve, ‘volkse’ onzin.
Wij wetenschappers wisten wel beter! Wij deden nooit mee aan dat aanstellerige ‘mijn hond is jaloers’, of ‘mijn kat weet wat ze wil’, laat staan als het ingewikkelder werd, zoals beweren dat dieren over het verleden nadenken of elkaars pijn voelen. Kenners van diergedrag hadden geen interesse voor cognitie of waren bewust gekant tegen dit begrip.
De meesten liepen met een wijde boog om het onderwerp heen. Gelukkig waren er uitzonderingen – en bij hen zal ik zeker stilstaan, want ik houd van de geschiedenis van mijn vakgebied. De twee toonaangevende denkrichtingen zagen dieren ofwel als stimulus-responsmachines die eropuit waren beloningen te krijgen en straf te vermijden, of als robots die genetisch begiftigd waren met nuttige instincten.
Terwijl beide scholen elkaar bestreden en elkaar van kortzichtigheid betichtten, hadden ze een fundamenteel mechanistische visie gemeen: je verdiepen in het innerlijk leven van dieren was niet nodig, en wie dat wel deed was antropomorf, romantisch of onwetenschappelijk bezig.
Het boek op bol.com.

04 april 2016

De kanarie in de kolenmijn

Ewald Engelen en Marianne Thieme waarschuwen in hun boek De kanarie in de kolenmijn tegen de onhoudbaarheid van de huidige politieke en financiële keuzes. Als een kanarie in de kolenmijn signaleren zij gevaren die onze toekomst bedreigen. Dat het fossiele denken gedurende lange tijd zo'n beetje alle verzamelde reserves aan fossiele brandstoffen erdoor heeft gejaagd. Dat honger niet het gevolg is van te weinig voedselproductie, maar dat het vooral gaat over voedselverdeling en -verspilling. Dat de strijd om water er niet één is van de verre toekomst.

De meeste politici en wetenschappers kiezen voor marginale veranderingen binnen de status quo waarbinnen we ons richten op meer economische groei en meer vrijhandel. Ewald Engelen en Marianne Thieme pleiten voor een radicale koerswijziging. Engelen vanuit economisch perspectief, Thieme vanuit ecologisch oogpunt. Ze komen tot een gemeenschappelijke conclusie: het financiële systeem en het politieke stelsel zijn volledig vermolmd. Plan B is onontkoombaar.

Het boek op bol.com.

21 januari 2016

Zin en onzin over voedsel gebundeld

Mac van Dinther heeft zijn Volkskrantartikelen over zijn onderzoek naar de voedseldilemma’s van deze tijd gebundeld.
‘Geef ons heden ons dagelijks brood’. Deze bede uit het Onze Vader is tegenwoordig een gebed zonder end. De moderne consument moet zich een weg banen door een mijnenveld van meningen, borrelpraat, elkaar tegensprekende onderzoeken en reclame. De voedingsindustrie, de boeren, de milieubeweging, de supermarkten: ieder heeft zijn eigen agenda. Wie kun je nog geloven?

De 10 geboden volgens van Dinther.
  1. Eet liever lokaal, maar maak je niet te veel zorgen over de milieukosten van voedsel dat per boot of vrachtwagen wordt aangevoerd. Doe boodschappen op de fiets.
  2. Eet bij voorkeur biologisch, maar maak er geen dogma van. Zie biologisch meer als richtinggevend dan als zaligmakend.
  3. Eet (veel) minder vlees en alleen van dieren die diervriendelijk zijn gehouden.
  4. Eet zo veel mogelijk vers en onbewerkt voedsel, maar doe niet panisch over E-nummers.
  5. Betaal een 'eerlijke' prijs voor eten; steun een partij die de verborgen (milieu)kosten van eten wil doorberekenen.
  6. Kook zo veel mogelijk zelf. Wie kookt, houdt controle over zijn eigen eten.
  7. Als u van tuinieren houdt: teel zelf groente en fruit. U zult er de revolutie niet mee ontketenen, maar het is wel lekkerder.
  8. Verspil geen eten, maar maak u geen illusie: het probleem van voedselverspilling gaat dieper dan koken met kliekjes.
  9. Doe niet aan afslankdiëten. Ze werken geen van alle.
  10. Eet lekker, maar met mate.
Zijn onderzoek culmineert in het hoogste gebod "Gij zult goed eten" en start daarmee de retorische vraag "wat is goed eten"? Is dat eten dat goed smaakt, dat gezond is of dat voor het opdienen geen slechte aspecten had?

Dinther en met hem vele anderen stellen dat vlees eten slecht is voor het milieu. Dat is waar, maar hoe zit het met het recht van dieren om in vrijheid te mogen leven en buiten de menselijke voedselkringloop te blijven? Mensen hebben een alternatief. Mag je dan wel vlees eten wanneer de voedselindustrie de consument weet te overtuigen dat het met de milieueffecten wel meevalt?

07 januari 2016

Boekbespreking Grondrecht voor dieren en Smoezenboek

Wat je wilt overbrengen aan een lezer kan een ander soms korter samenvatten dan jezelf als schrijver geneigd bent te doen. In het winternummer van het Vegan magazine schrijft Titus Rivas een recensie van twee van mijn boeken: 'Vrijheid als grondrecht voor dieren' & 'Smoezen over diermisbruik'.

Titus is meer en eerder veganist dan ik. Ik ben bezig mijn hele leven stapje voor stapje veganist te worden. De basis van dat verschil beschrijft Titus mooi met “het gaat hem erom dat dieren voor hun dood een dierwaardig, zo vrij mogelijk leven kunnen leiden. Daarbij stelt hij uitdrukkelijk dat het recht op vrijheid zo gedefinieerd kan worden dat het recht om niet onnodig gedood te worden daar onderdeel van uitmaakt”.

Titus haalt ook de verwarring aan die het begrip intrinsieke waarde van een dier oplevert. “Men zou zelfs kunnen stellen dat dieren hun recht op vrijheid ontlenen aan hun intrinsieke waarde als individu”.
We leven in een tijd dat schending van de evenwaardigheid tussen mensen in de media veel rumoer oplevert. Ik hoop dat we als mensheid ons bewustzijn ontwikkelen in de richting van evenwaardigheid van mens en dier door voor dieren eveneens het grondrecht op vrijheid wettelijk te erkennen. In dat grondrecht zijn we in mijn ogen evenwaardig, voor het overige vind ik het leuk dat we zoveel verschillen.

De recensie door Titus Rivas is te lezen op Animal Freedom.

19 februari 2015

Carnisme, over geloof en waarden rondom vlees eten

Carnisme is het onzichtbare geloofssysteem of ideologie, dat mensen conditioneert om (bepaalde) dieren te eten. Carnisme is in wezen het tegenovergestelde van vegetarisme of veganisme; "carn" betekent "vlees" of "van het vlees" en "isme" duidt op een stelsel van overtuigingen.
De basis principes van carnisme staan rechtover tegen de waarden van de meerderheid van de mensen die niet voor zo een intense uitbuiting zouden kiezen en het geweld tegen andere levende wezens afkeuren (zie video).
Willem Vermaat, docent milieuwetenschappen en dier- en milieuethiek aan de Universiteit Utrecht, schreef in de Volkskrant:
De discussie over dierenleed is goed. Maar waarom stellen we onszelf niet de fundamentele vraag of we dieren überhaupt mogen gebruiken als instrument?
....
Toch bestaat er zelfs geen gangbaar woord voor de ideologie dat mensen andere dieren mogen gebruiken en doden voor hun doeleinden. Daarmee is de problematiek feitelijk ook onbespreekbaar. De term carnisme, die gedefinieerd kan worden als deze ideologie, zou daarom meer gebruikt moeten worden. Hopelijk staan we hierdoor vaker stil bij wezenlijke kwesties als het instrumenteel gebruik van dieren.

In een artikel in Trouw onder de titel "De gehele veehouderij moet worden afgeschaft", schreef Vermaat:
Sociaal-psychologe Melanie Joy noemt dit carnisme, het tegenovergestelde van veganisme. Het is de onzichtbare overtuiging die maakt dat we dieren eten en voor andere doelen gebruiken. Carnisme is een gewelddadige ideologie.
...
Een volledige invulling van het begrip dierenwelzijn betekent een einde aan het gebruik van dieren. We hebben geen dierlijke producten nodig om te overleven en de veehouderij veroorzaakt dierenleed en doodt dieren.

Als we dus het principe hanteren dat het onrechtvaardig is dieren onnodig leed aan te doen en te doden, dan zullen we de veehouderij moeten afschaffen.

Boeken van Melanie Joy op bol.com.

05 februari 2015

Een theoloog en een filosoof bevelen planten eten aan

Boele Ytsma (1968) is ondernemer, schrijver en theoloog. Met zijn bedrijf De Planteneter wil hij iedereen inspireren tot een plantaardige levensstijl. Via online programma's liet Boele al duizenden mensen laten proeven aan een gezond en energiek leven op basis van groente en fruit, peulvruchten en volle granen.
Na zijn eigen ervaring met twee burn-outs en een gevoel van uitgeblust te zijn als veertiger heeft de schrijver het roer omgegooid en is op zoek gegaan naar een gezondere leefstijl.

Voor Floris van den Berg betekent het zoeken naar blinde vlekken in de moraal. Eén zo'n blinde vlek is hoe dieren door mensen mishandeld en vermoord worden voor consumptie, terwijl wij prima gezond en gelukkig kunnen leven zonder dierlijke producten.
Als er één boek is dat de morele noodzaak van veganisme duidelijk maakt, dan is het dit. Dat is voor velen geen plezierige boodschap. In De vrolijke veganist gaat het er hard aan toe. De auteur probeert zijn boodschap er niet voorzichtig in te masseren, maar gaat recht op zijn doel af: het is een pleidooi voor veganisme en een wereld zonder het instrumenteel gebruik van dieren.

Ethiek in een veranderende wereld
Ik ben een planteneter, net als jij (bol.com).

06 december 2014

Filosoof Baggini over het eten van vlees

Mac van Dinther interviewt voor de boekenbijlage van de Volkskrant filosoof Julian Baggini.
‘Ik wil niks verkeerds zeggen over vegetariërs en veganisten. Vergeleken met de grote meerderheid vleeseters die nergens over nadenken doen zij het stukken beter. Maar ik ben er niet van overtuigd dat het verkeerd is om vlees te eten.
'Het lijkt mij dat het doden van een dier op zichzelf geen probleem is. Dood is een fact of life in de dierenwereld. Dieren in het wild worden ook niet oud in het bejaardenhuis en als ze sterven, gaat dat niet altijd vreedzaam. Vaker worden ze uit elkaar gerukt door roofdieren.
'Het verminderen van onnodig leed, dat is waar het echt om gaat als we het over dieren hebben. Als je goed voor een dier zorgt en je doodt het op de juiste manier, dan kunnen die dieren weleens de winnaars zijn in de biologische loterij uit het oogpunt van lijden. Dat geldt nadrukkelijk niet voor beesten die gehouden worden in de industriële veehouderij. Dieren hebben ruimte nodig om te leven.
'Ik heb vlees lang gemeden. Op een keer ben ik meegegaan met een vriend die zijn varkens liet slachten. Het was geen mooi gezicht. Maar ik had naderhand wel het gevoel dat ik deze varkens met een gerust geweten kon eten. Ze waren onder goede omstandigheden gehouden en toen ze geslacht werden, was er geen enkele stress.
'Er zijn mensen die zeggen dat je een dier zelf moet kunnen doden om vlees te mogen eten. Dat denk ik niet. Moet je een openhartoperatie hebben gezien om er een te mogen ondergaan? Ik denk dat het wel goed is als mensen het een keer zien. Dan besef je dat vlees geen triviaal ding is. Er komt dood aan te pas'.

Boeken van Julian Baggini op bol.com.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.