Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label bodem. Alle posts tonen
Posts tonen met het label bodem. Alle posts tonen

11 juni 2016

Beter bodemleven bij biologische boeren

In het Volkskrant magazine van vandaag een interview met een aantal biologische boeren. Zij draaien bedrijfsmatig goed en zijn tevreden. Ondanks hun fraaiere economische positie is belangstelling uit de gangbare landbouw gering. Het zijn de reacties van tevreden consumenten die hun motiveren.
Twee citaten.

John Arink (47) wijst op een koeienvlaai in het weiland. 'Kijk, dit is de kortste kringloop die je kunt bedenken'. Er zitten vliegen op, uiteindelijk wordt het vruchtbare grond. En dan is er nog het bodemleven zelf. 'Een goed boerengezegde is: onder de grond zit net zoveel vee als erboven. Samen met de vlinderbloemigen vormt bodemleven de voedingsfabriek van de natuur'. De bodemvruchtbaarheid is meetbaar. 'Die is hier in de afgelopen vijftien jaar alleen maar toegenomen'. Het is een stokpaardje van John Arink, van EKO-boerderij Arink in het Achterhoekse Lievelde. 'Chemie en landbouw passen niet bij elkaar. Door kunstmest en chemie neemt de bodemvruchtbaarheid af. Je ontneemt de bodem het vermogen zelf iets te doen. Het is als het leegtrekken van een accu. Je krijgt op korte termijn hogere opbrengsten, maar je soupeert de bodem op. Dat gebeurt in de gangbare landbouw volop en je kunt daarmee niet nog eens vijftig jaar doorgaan'.
Arink zette zijn bedrijf twintig jaar geleden op. Zestig Fries-Hollandse koeien ('Niet van die melkorgels'.) vormen het hart van het bedrijf, het voer wordt op de boerderij zelf geteeld en niet, zoals Arink het zegt, ingevoerd uit verre oorden. De koeien zijn al vijf jaar 'gegarandeerd antibioticavrij', worden ouder dan gemiddeld, zijn minder vaak ziek en het lage celgetal van de melk wijst ook op een zeer goede gezondheid.



Uniek voor Nederland: Ruimzicht heeft een familiekudde koeien. Vier generaties lopen bij elkaar: kalfjes, grote kalveren, pinken, vaarzen en melkkoeien. Het grootste deel van het jaar lopen ze buiten, ze krijgen geen antibiotica en houden hun hoorns. Koskamp heeft een heuvelstal gemaakt waarin de koeien, zo natuurlijk mogelijk, op stro kunnen liggen. En de kalfjes blijven bij de koe - in de gangbare veehouderij worden ze direct gescheiden van hun moeder. 'Het is beter voor de kalfjes als ze de eerste maanden bij de moeder drinken. Daarvan worden ze gezond. En het is natuurlijk. Ik heb me ontzettend moeten inhouden tijdens die discussie over kalfjes bij de koe. Je hoorde de idiootste verhalen. Het zou gevaarlijk zijn voor de kalfjes of ze zouden er te wild van worden en, nog sterker: het zou niet meer in het instinct zitten van de koeien. Allemaal onzin natuurlijk. De kwestie is dat het meer tijd kost en dat hebben de meeste boeren er niet voor over. Mijn ervaring is trouwens dat het ook tijdwinst oplevert: ik hoef de kalfjes geen melk te geven en ze zijn vrijwel nooit ziek'. Ook op de tuinderij, die wordt gerund door Fred Beijleveld, zijn chemische middelen taboe. Door onder meer een wisselteeltsysteem met een cyclus van acht jaar krijgt de grond rust en krijgen schimmels en ziekten minder kans.


Klik hier om meer te lezen over biologisch boeren.

22 januari 2014

De agrarische sector zou anders zijn best moeten doen

Bijna nergens ter wereld wordt voedsel zo goedkoop geproduceerd als in Nederland en betalen consumenten relatief zo weinig van hun budget aan voeding. De oorzaak ligt in de grote in- en doorvoer van voedsel in ons land en de bereidheid van veeboeren om dieren hun korte leven lang op te sluiten in efficiënte stallen. De Nederlandse consument profiteert als een "heler" van de genadeloze efficiency van de agrosector, die gericht is op de export en die hun kosten zo laag mogelijk houdt.
Omdat de Nederlandse welvaart onder druk staat wordt er door de lobbyisten in de media voortdurend gewezen op het aandeel dat de agrosector zou hebben in die welvaart. Hoe groter dat aandeel lijkt, des te huiveriger zullen consumenten en kiezers zijn om de boeren aan te spreken op de gevolgen van hun manier van produceren. Een kritische houding zou onze welvaart weleens nadelig kunnen beïnvloeden.
Het kind van de rekening is de waarheid, het dierenwelzijn en de ecologische gezondheid van de Nederlandse bodem.
In de Volkskrant van 18 januari relativeert Gerard Reijn onder de titel “Import landbouwproducten stijgt net zo snel als de export” de achtergrond van de omvang van de Nederlandse agrarische sector.

Een citaat:
Nederlands buitengewone positie als exportreus heeft een lange geschiedenis. Al in de Middeleeuwen hadden Nederlanders door dat je geen graan moest verbouwen op veengrond, maar dat je er heel goed koeien op kon houden. Niek Koning, hoogleraar landbouweconomie in Wageningen: 'Dus voerde Nederland graan in uit de Baltische staten en exporteerde kaas naar Engeland.'
De ligging aan zee met Londen aan de overkant, en aan de Rijn met het Ruhrgebied stroomopwaarts, was ideaal voor dit soort handel. De intensieve veehouderij heeft er zijn bestaan aan te danken, zegt Koning. 'In feite is het een bedrijfstak op de kade van de havens. Goedkoop voer kwam via de havens binnen, en vlees, kaas en eieren konden gemakkelijk want per schip naar Engeland en Duitsland worden vervoerd.' In recenter tijden zijn deze infrastructurele voordelen verder uitgebreid door de komst van Schiphol, cruciaal voor de bloementeelt.
Maar Nederland is er ook in geslaagd 'de beste boeren van de wereld' te vormen. Een resultaat van de beruchte Landbouwcrisis van 1878 tot 1898. De Amerikanen begonnen graan uit te voeren en concurreerden de Europese boeren naar de ondergang. Nederland reageerde niet met protectionistische maatregelen, zoals andere landen, maar met het stimuleren van het vakmanschap door onderzoek, voorlichting en onderwijs. De Wageningen Universiteit, misschien wel 's werelds geduchtste kennisinstituut op landbouwgebied, was daarvan een van de resultaten. Dankzij al die kennis kon een hoog-technologische sector als de glastuinbouw zich ontwikkelen.
Maar niet de sky, maar de bodem is de limit, zegt Koning. 'De aanspraken op grond worden steeds groter. Er zijn milieu-eisen, met name op mestgebied, die bijvoorbeeld een beperking opleveren voor de intensieve veehouderij. Maar er moet ook steeds meer ruimte worden vrijgemaakt voor vrijetijdsbesteding, zoals hobbypaarden. 'Kijk naar de 'verpaarding' van de grond. Daarvan hebben we er nu weer rond 400 duizend, vier keer zo veel als enkele decennia geleden. Dat kost ruimte.' Daarom, zegt Koning, groeit de agrarische export vrijwel alleen nog doordat de agrarische import groeit.
Tot zover de Volkskrant.

Gerard Reijn schrijft niet voor niets tussen quotes dat Nederlandse boeren 'de beste boeren van de wereld' zouden vormen. De Nederlandse boeren produceren goedkoop, maar in het geval van de landbouwhuisdieren is goedkoop vooral duurkoop, omdat hun welzijn te lijden heeft onder de saaiheid van het leven in de stal en hun aantallen zo groot zijn dat de bodem te lijden heeft onder de mest. Om de dieren gezond te houden wordt op grote schaal antibiotica toegepast. Ondanks de verhalen dat dit gebruik schijnbaar daalt is het effect dat de ziekteveroorzakers zich inmiddels zo hebben aangepast dat de menselijke gezondheid niet meer in alle gevallen is te herstellen.
Het zou voor de balans in eigen land en in de wereld beter zijn wanneer de Nederlandse agrosector ‘je best doen’ niet meer zou vertalen in veel en goedkoop produceren, maar in ecologisch verantwoord en met meer kwaliteit voor mens, dier en leefomgeving.

Meer lezen over de gevolgen van export voor dierenwelzijn? Klik hier.

08 juni 2011

Nederland weet te weinig van het effect van antibiotica op de gezondheid van bodem- en waterleven

Milieuadviesbureau Geofox-Lexmond uit Tilburg heeft in 2009 een rapport opgeleverd met als titel “Veterinaire antibiotica in de bodem en oppervlaktewater”.

In het rapport wordt de conclusie getrokken dat nog veel te weinig onderzoek gedaan is naar de effecten van het gebruik van antibiotica op het bodem- en waterleven. Deze kennis is nodig om in te schatten in hoeverre ook de gezondheid van mensen zal worden beïnvloed.

Uit het rapport:
Kennislacunes:
Op basis van de literatuurstudie die is uitgevoerd kunnen een aantal belangrijke kennislacunes worden afgeleid. Hierbij gaat het om lacunes in de kennis voor wat betreft de Nederlandse situatie en een aantal algemene wetenschappelijke lacunes . Deze “kennislacunes” worden hieronder weergegeven:
  • In Nederland zijn (vrijwel) geen veldstudies bekend waarin het vóórkomen van antibioticaresiduen afkomstig uit de veehouderij in de grond en het grondwater is onderzocht;
  • Er is weinig openbare en direct beschikbare informatie voor handen over de verkoop en het gebruik van de actieve bestandsdelen;
  • In studies worden verschillende stoffen onderzocht. Er zijn geen onderzoeken bekend waarin één actieve stof gevolgd wordt, vanaf de inname tot en met de uitstoot in het milieu;
  • Het is onbekend hoeveel en welke metabolieten er precies gevormd worden in de landbouwhuisdieren, de mest en in de bodem;
  • Het is onbekend hoeveel oxytetracycline, sulfamethoxazol en resistentiegenen er precies afgebroken wordt in de landbouwhuisdieren, de mest, de bodem en het grondwater;
  • Over antibiotica in mest en de negatieve effecten hiervan op de mestfauna zijn voor zover geen studies bekend;
  • Het is moeilijk vast te stellen hoe de antibiotica precies zullen uitwerken op de bacteriegemeenschappen in de mest en de bodem. Ook de invloed op de bodemprocessen is te weinig onderzocht;
  • Er zijn vooral Deense, Duitse, Engelse en Amerikaanse onderzoeken gedaan naar het gedrag van oxytetracycline, sulfamethoxazol en resistentiegenen in de bodem en het grondwater. Wanneer de relevante onderzoeken naast elkaar worden gelegd, is te zien dat vaak punten missen of te weinig onderzoek is gedaan (bijvoorbeeld hydrolyse en fotolyse). Ook zijn er weinig/geen toxiciteitgegevens bekend. Wanneer het gedrag onbekend is, zijn de effecten en de risico’s ook moeilijk te bepalen. Resistentie treedt waarschijnlijk wel op. Hierbij zijn echter de drempelconcentraties onduidelijk;
  • Over accumulatie van oxytetracycline, sulfamethoxazol en resistentiegenen in de bodem en gewassen is weinig bekend. Hierdoor is er onder andere weinig inzicht in de rol van de bodem als mogelijk reservoir;
  • Over bio-accumulatie en doorvergiftiging in hogere organismen is niets bekend, maar de kans hierop is voor de meeste antibiotica waarschijnlijk klein.

Tot zover het rapport.

Het ware een goede zaak wanneer de EU in plaats van nog meer schadevergoeding aan exporterende tuinders het geld gebruikte om onderzoek te doen om bovenstaande kennislacune te dichten.

09 november 2008

Model en praktijkmetingen komen niet overeen

Van de redactie van Resource (WUR), door Roelof Kleis (citaat):
Jaar op jaar braken wetenschappers zich er het hoofd over: het ammoniakgat. Apparatuur in het veld mat steevast een kwart meer ammoniak dan er op basis van berekeningen zou moeten zijn. Het raadsel is nu, met hulp van onderzoekers van Wageningen UR, opgelost.

Aan de metingen ligt het niet. De apparatuur van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit van het RIVM deugt. Op acht plekken in het land meet het RIVM al jarenlang de concentratie ammoniak in de lucht. Het aantal stations is klein omdat metingen duur zijn. Maar daar zit volgens recent onderzoek de fout ook niet; de metingen geven een representatief beeld.
De fout zit ‘m in het gebruikte rekenmodel, hebben onderzoekers van onder meer RIVM, het Planbureau voor de Leefomgeving en Wageningen UR uitgevogeld. Het model berekent de concentratie ammoniak in de lucht op basis van de uitstoot door de landbouw. Naar nu blijkt schat dit model de opname van ammoniak door de bodem te hoog in. Dat komt omdat waarden worden gebruikt van ammoniakopname in natuurgebieden. En dat is niet representatief voor de Nederlandse bodem. Landbouwgrond blijkt aanzienlijk minder ammoniak op te nemen uit de lucht dan natuur doet. De verklaring ligt voor de hand: door bemesting hebben zowel de grond als het gewas dat erop al een hoog stikstofgehalte waardoor ammoniakopname uit de lucht beperkt is.

De onderzoekers hebben verder gekeken naar de emissie van ammoniak bij het uitrijden van mest. In de modellen werden tot nu toe emissies gebruikt uit de akkerbouw, vertelt dr. Jan Huijsmans, mestdeskundige van Plant Research International. Maar grasland stoot na bemesting veel meer ammoniak uit, blijkt uit nieuw onderzoek. Bovendien wasemen gewassen die aan het afrijpen zijn zelf actief ammoniak uit. Beide effecten zijn goed voor een vijf procent hogere ammoniakconcentratie.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.