Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label bedrijfsvoering. Alle posts tonen
Posts tonen met het label bedrijfsvoering. Alle posts tonen

12 mei 2014

Joel Salatin gaat verder dan biologisch

Joel Salatin (1957) werd bekend door de bestseller The Omnivore's Dilemma van de Amerikaanse voedselschrijver Michael Pollan uit 2006. Pollan zet Salatin daarin neer als 'beyond organic': een boer die verder gaat dan biologisch. In 2011 riep Times Magazine Salatin uit tot de 'meest innovatieve boer ter wereld'. Mac van Dinther doet in de Volkskrant verslag van zijn bezoek aan Nederland.

Een citaat.
In 1961 kocht Salatins vader 200 hectare sterk geërodeerd land in Shenandoah Valley, Virginia. Dat is nu Polyface Farm: een bedrijf dat rundvlees, varkensvlees, kippen, eieren, konijnen en brandhout produceert. Alle dieren lopen buiten. Kunstmatige toevoegingen komen er niet in. 'In 53 jaar tijd hebben we niet één zak kunstmest gekocht'.
Hij geldt als de meest innovatieve boer ter wereld en predikt 'totaallandbouw'. De Amerikaan Joel Salatin bezocht Nederland en constateerde dat ons systeem kwetsbaar en uit balans is.
Wat Joel Salatins (57) eerste indruk van Nederland is? 'Flat as a pancake'. Maar ook: 'Ik heb sinds ik hier ben vaak mest geroken. Dat kan twee dingen betekenen: of Nederlandse boeren behandelen hun mest niet goed, of er is gewoon te veel van'.
Het is de eerste keer dat Salatin in Nederland is, maar wat hij er tot nu toe van heeft meegekregen, bevalt hem niet. 'Nederland is een overslagcentrum. Jullie importeren massaal veevoer en exporteren dat als vlees. Dat is niet in balans. Het is een kwetsbaar systeem dat drijft op goedkope olie'. En dat terwijl ons land volgens hem zo veel mogelijkheden heeft. 'Als ik jullie gras zie, loopt het water me in de mond'.

Een impressie over hoe het toegaat op zijn Polyface farm.

Joel Salatin sprak ook op het Film Food Festival. Wilbert van der Kamp schrijft daarover het volgende.
Salatin noemt zijn boerderij zelf een ‘lunatic farm’ en zichzelf de ‘no. 1 lunatic’, een plek waar de ‘kippen vrij zijn hun kipheid uit te leven’. En een plek waar hij nieuwe boeren opleidt en mensen altijd langs mogen komen om te kijken wat hij precies doet.

Het idee wat hieraan ten grondslag ligt is dat ‘een boerderij een plek is die goed moet ruiken en mooi moet ruiken’. Is dat niet zo, dan doe je iets niet goed. De natuur is goed zoals die is, en de mens hoeft niet bang zijn om daarop in te grijpen, zolang het maar op een manier is die ondersteunend is. En als het goed is kan dat zowel in het klein als in het groot.

‘E.coli, Gekke koeienziekte en voedselschandalen zijn er tekenen van dat de natuur ons smeekt constant haar grenzen uit te breiden’. Dus is het beter te werken met een systeem van meerdere jaren, met dieren die gewoon dier mogen zijn, en met als basis beweging en verandering. Door de natuur uit te dagen - door bijvoorbeeld varkens in een bos te laten rondscharrelen - wordt de natuur productiever en gezonder. Met niet maar één soort dieren, maar allerlei dieren en teelt door elkaar.

05 mei 2014

Agrarische bedrijfsvoering is funest voor de veldleeuwerik

Caspar Janssen interviewt in de Volkskrant van 3 mei Henk Jan Ottens, bioloog en werkzaam bij de Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief.
Een citaat:

‘Een veldleeuwerik heeft voor het uitbroeden van de eieren ongeveer twee weken nodig. Dat is niet lang voor een zangvogel. Daarna zitten de jongen gemiddeld acht dagen in het nest. Ze ontwikkelen in die periode sterke poten om weg te kunnen lopen. Na die acht dagen komen ze uit het nest en hebben ze nog zes dagen buiten hun nest, waarin ze hun vleugels ontwikkelen en een beetje kunnen fladderen. Daarna zijn ze nog een dikke tien dagen afhankelijk van hun ouders. Alles bij elkaar hebben ze dus 35 tot 40 dagen nodig om onafhankelijk te worden. Dat is niet veel, maar in de moderne landbouw gebeurt er in die periode bijna altijd wel iets waardoor het broedsel mislukt.
'De grootste valkuil is het grasland. Dat is misschien wel de beste habitat om te broeden, daar verstoppen ze graag hun nest in. Maar ze hebben simpelweg te weinig tijd. Tegenwoordig wordt vanaf het voorjaar gemiddeld om de 33 dagen gemaaid. Daar kunnen ze niet meer tegenop.
'Het lage broedsucces is de sleutelfactor in de achteruitgang van de veldleeuweriken. In mijn onderzoeksgebied bij Finsterwolde en Ganzendijk lopen gemiddeld anderhalf jong, waar ze drie jongen nodig hebben om de populatie op peil te houden. Dan moet je bedenken dat ze drie legsels per seizoen hebben en ieder legsel bestaat uit vier of vijf eieren. Van die drie legsels hoeft er dus maar 1 succesvol te zijn, drie jongen hoeven maar te overleven. Maar het lukt ze dus niet.
'Ik loop niet voor niets in dat gebied. In het agrarisch natuurbeheer gaat veel geld om, dus wil je ook weten wat dat oplevert. Het gaat dan vooral om de aanleg van kruidenrijke akkerranden. De veldleeuwerik foerageert daar wel, maar hij broedt er niet. Dat doet hij in de gewassen zelf. In dit gebied is dat veel wintertarwe, daar konden ze tot voor kort nog wel succes hebben, vroeg in het seizoen. Maar tegenwoordig komen daar de mestinjectoren. De nesten worden kapot gereden en er sleept ook nog eens een slang achteraan zodat die injector niet steeds terug hoeft naar de boerderij om de mesttank te vullen. Alle nesten gaan om zeep. Dat los je dus niet op met akkerrandenbeheer. Het enige gewas waarin veldleeuweriken nu nog een kans hebben in Oost-Groningen is luzerne. Maar luzerne wordt maar zeer weinig verbouwd.
'Wat kun je doen? Extensievere teelt zou helpen. Iets holler zaaien, dus minder dichte gewassen. Maar om te beginnen: de erkenning dat de schoonheid van het landschap ook belangrijk is. Er is zo veel leven verdwenen in korte tijd. En niet alleen de veldleeuwerik. Ik loop door die akkers en kan soms alleen maar denken: wat is het hier schrikbarend stil geworden.'

Tot zover de Volkskrant.
Klik hier voor het geluid van de veldleeuwerik.

06 februari 2009

Bedrijfsterreinen geschikt als (tijdelijk) natuurterrein

Op vrijdag 6 februari 2009 promoveert Robbert Snep op het onderzoek ‘Biodiversity conservation at business sites – options and opportunities’ aan Wageningen Universiteit.

“Bedrijventerreinen kunnen een belangrijke rol spelen bij het behoud van natuur en biodiversiteit, juist vanwege hun ligging en landgebruik.” Dat stelt ir. Robbert Snep, landschapsecoloog bij Alterra, Wageningen UR. Bedrijventerreinen staan vooral bekend vanwege hun lelijkheid en prominente aanwezigheid in de rand van steden en langs wegen. Veel terreinen zijn verouderd en toe aan herstructurering. Het lijkt daarom onwaarschijnlijk dat deze terreinen een meerwaarde voor hun omgeving kunnen opleveren. Maar toch is dat wel zo, blijkt uit het onderzoek waar Snep op promoveert.

Snep onderzocht de huidige en potentiële waarde van verschillende typen bedrijventerreinen voor natuur en biodiversiteit. Ook bekeek hij hoe eventuele maatregelen voor het behoud en herstel van biodiversiteit zouden vallen bij ondernemers, werknemers, overheden, omwonenden en natuurorganisaties. Robbert Snep: “Uit mijn onderzoek blijkt dat er nu al bijzondere broedvogels en amfibieën op bedrijventerreinen voorkomen, en dat met een aangepaste inrichting en beheer deze meerwaarde voor de natuur nog sterk vergroot kan worden.”

Met uitsterven bedreigde vlindersoorten zouden volgens Snep met relatief eenvoudige aanpassingen op een aantal bedrijventerreinen beter beschermd worden. Ook kunnen bedrijventerreinen gelegen in de stadsrand als bron voor meer natuur in de stad dienen, zodat bewoners van aangrenzende wijken meer vlinders en vogels in hun tuin krijgen. De biodiversiteit op bedrijventerreinen kan onder meer vergroot worden door groene daken en gevels, tijdelijke natuur op braakliggende percelen, ecologisch groen in plaats het huidige steriele bedrijfsgroen, en meer groen in de vorm van ecologische verbindingszones of grotere eenheden.

Gebruikers van bedrijventerreinen geven aan dat groen op hun terrein een meerwaarde kan opleveren, zolang het past binnen de gewenste uitstraling van het terrein en bijdraagt aan de gezondheid en leefbaarheid voor werknemers en omwonenden. In het buitenland zijn al veel bedrijven actief bezig met natuurbehoud op hun eigen terreinen. Nederland loopt wat dat betreft nog behoorlijk achter. Er is nog weinig besef bij ondernemers en overheden dat duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen op bedrijventerreinen heel goed kunnen worden vormgeven door maatregelen om de biodiversiteit te vergroten.

01 november 2005

Het aantal weidevogels loopt (onnodig) snel terug

Volgens cijfers van het CBS is het aantal kieviten, grutto's, veldleeuweriken en tureluurs met name in Noord- en Zuidholland gehalveerd.
De landbouw is de hoofdoorzaak van de teruggang.
De teruggang heeft er ook mee te maken dat de koeien nu vaker worden binnengehouden. De boer moet zelf het gras maaien om naar de stal te brengen. Bij het maaien wordt geen rekening gehouden met het leven dat in het gras schuil gaat.
Het belang van weidegang gezien vanuit verschillende invalshoeken (maatschappij, dier, milieu en economie) is samengevat in een tabel van de WUR. Het is goed zich hierbij te realiseren dat de bedrijfsvoering een belangrijke factor is. De individuele veehouder kan via zijn bedrijfsvoering effect uitoefenen op de meeste punten en zo negatieve effecten van een bepaald graslandgebruiksysteem verminderen of wegnemen.
Uit de tabel (zie lager) blijkt dat beperkte beweiding over het geheel gezien goed scoort.
Veel boeren houden hun vee binnen vanwege de mestwetgeving (Minas). Een overvloed aan mest heeft alles te maken met een (te) grote veestapel. En de veestapel is gericht op export.
Wanneer Nederland besluit om het aantal koeien terug te brengen ipv de weidevogels en de resterende, biologisch gehouden koeien onbeperkt worden geweid, is er ook geen noodzaak om het gras te maaien. Daarmee stijgen de overlevingskansen van de weidevogels.



O B Z SF
Imago ++ + - -
Natuurlijk gedrag ++ ++ + +
Diergezondheid ++ + +/- +/-
Grasopbrengst en -benutting - + ++ +
Nitraatuitspoeling,
lachgasemissie, Minas-N
- + ++ ++
Ammoniakvervluchtiging,
energieverbruik, methaanemissie
+ - - - - -
Minas-P - +/- + +
Arbeid ++ + - +
Economie + + +/- -

O = onbeperkt weiden, B = beperkt weiden, in het algemeen alleen
gedurende de dag, Z = zomerstalvoedering met vers gras op stal, SF =
summerfeeding met kuilgras op stal).

Meer over "onbeperkt weiden", klik hier.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.