Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label ammoniak. Alle posts tonen
Posts tonen met het label ammoniak. Alle posts tonen

07 december 2023

Jonge boeren nemen onnodig veel financiële risico

Eenzijdige gerichtheid op groei

Jonge boeren staan bij bedrijfsopvolging voor grote investeringen. Dat is niet een noodzaak, dat is cultureel en economisch zo gegroeid. Terwijl de Nederlandse intensieve veehouderij niet of nauwelijks bijdraagt aan de vaderlandse economie gaat er door de bulkproductie veel geld in om. Onder jonge boeren leeft een sterke competitieve inslag die ervoor zorgt dat ze gericht zijn op een voortdurende groei in omzet.

Vrijheid om snel te kunnen werken

Wie grote investeringen wil terugverdienen moet veel omzetten en kosten reduceren. Boeren zijn afhankelijk van weersomstandigheden. Er moeten soms lange dagen worden gemaakt om het werk op het land op tijd af te krijgen. Rekening houden met dieren op het land vertraagt het werken dan. Wie zijn grasland met Engels raaigras onaantrekkelijk maakt voor vogels om in te broeden en voor dieren om hun jongen er in onder te brengen hoeft ook niet zich schuldig voelen of er jonge dieren sneuvelen bij het maaien en oogsten. Ze leven domweg nauwelijk in een groene woestijn. En met gewonde insecten en muizen hebben weinig mensen compassie en er zijn vogels zat die de slachtoffers in het overzichtelijke gemaaide grasland willen opruimen. Dat een klein deel van ons land een groene woestijn is, kan ecologisch nog wel in balans te houden zijn, maar samenhangend met de gerichtheid op de export is zowel de te grote veestapel en daarmee het ammoniakoverschot een probleem als de hoeveel land waarop de veehouderij beslag neemt.
Welke sector zou een lang leven beschoren zijn wanneer deze bijna de helft van land bestrijkt en minder dan 2% bijdraagt aan de economie?

Internationale afspraken en verplichtingen

Nederland heeft als onderdeel van de EU de verplichting op zich genomen om de achteruitgang in biodiversiteit te stoppen en te keren en de omvang van de natuur te vergroten.
De weg van groei naar steeds grotere landbouwbedrijven is een doodlopende weg. Maar daar is nog niet iedere burger en betrokkene binnen de agrosector van overtuigd. De tactiek van met trekkers over de snelweg de zaak blokkeren en politieke besluitvorming vertragen en afhouden van noodzakelijke ingrepen heeft al decennia gewerkt en het lijkt erop dat het nog een tijdje zal blijven doorgaan.
Wil de overheid en de regering om te voldoen aan internationale verplichtingen en uit oprechte zorgen voor de natuur en het milieu toch ingrijpen en voorkomen dat Nederland steeds verder internationaal klem komt te staan, dan moet er bereidheid komen om onorthodoxe maatregelen te nemen.

Minder ambitie en minder zorgen

De angst van jonge boeren dat zij bij voortgaande regelgeving niet meer toe zullen komen aan het afbouwen van hun schulden kan worden weggenomen door met hun een ruil te doen. Miljonair zullen ze dan niet snel meer worden, maar armlastig ook niet wanneer de overheid garant zal staan voor voldoende cashflow om het huishouden draaiende te houden. De sector is al jaren afhankelijk van subsidie, daar mag tegenover staan dat een duurzaam werkende sector zich ook aan de regels en aan de afspraken houdt. Doet een boer(in) dat, dan mag die ook blijven wonen waar die nu zit. Wil een boer vrije ondernemer blijven dan zal hij of zij een andere invulling moeten zoeken voor hun bedrijf. Er is een veel minder gestrest leven denkbaar wanneer gewerkt wordt aan kwaliteit in plaats van kwantiteit.

Grotere marges

De afnemers, verwerkers en exporteurs van agroproducten en het bankwezen dat de leningen verstrekt zullen niet staan te juichen bij in het ingrijpen in de agrosector. Maar zij weten als geen ander hoe het gaat met marges. Wanneer de veehouderij gedwongen wordt om ecologisch verantwoord te werken, dan maakt een kleinere omzet met grotere marges ook een winstgevend verdienmodel.

Welk imago is belangrijk?

De Nederlandse voedselsector is bekend om de relatief grote export op basis van doorvoer. Maar dat is een imago waaraan de burgers in het land geen boodschap hoeven te hebben. 

Er is onder burgers een historisch neiging om bij verkiezen te gaan voor politici die bestaanszekerheid beloven te garanderen. Maar de situatie van tegenwoordig is doorgeslagen. Dit gecombineerd met de onwetendheid van burgers hoe de ecologische verhoudingen in de landbouw echt liggen maakt dat bij verkiezingen veel winst gemaakt kan worden door populisten. Het is verkeerde solidariteit.

23 juni 2023

Een menselijke benadering van onwillige boeren

De uitkoopregeling voor piekbelasters is een technocratische exercitie, die de relatie tussen overheid en boeren geen goed doet, schrijft Tanja van Hummel in de NRC van 22 juni.

De overheid hoopte met het lanceren van website en rekentool om uit te rekenen of zij piekbelasters zijn duidelijkheid te scheppen onder boeren.
"Maar duidelijkheid scheppen is iets anders dan vertrouwen opbouwen. Duidelijkheid scheppen doe je door feiten en argumenten op een rij te zetten. Vertrouwen bouw je op door elkaar recht in de ogen te kijken en elkaar te zien als persoon. Zolang de overheid de technocratische benadering blijft hanteren, kan de relatie tussen boeren en overheid niet hersteld worden", aldus Tanja. "Alleen een menselijke benadering van boeren helpt ons van het stikstofprobleem af". 

Welnu, laten we dit eens uitwerken.

Veel veehouders steken hun kop in het zand voor de feedback die zij vrezen en klagen dat het allemaal veel te ingewikkeld is.
Het omgaan met veehouders die zich slachtoffer voelen van restrictief overheidsbeleid kan een uitdaging zijn. Hier zijn enkele suggesties voor overheid en burgers die kunnen helpen bij het omgaan met onredelijk slachtoffergedrag.

  • Herken (overdreven) slachtoffergedrag. Voorbeelden zijn externe attributie, hulpeloosheid, onredelijkheid, passiviteit, zelfsabotage en overdreven defensiviteit.
  • Stel duidelijke grenzen en regels. Het is belangrijk om duidelijke grenzen en regels te stellen en deze consistent te handhaven. Maak ze bekend aan de veehouder en leg uit waarom ze belangrijk zijn. Dit helpt de boer om te begrijpen dat er grenzen zijn en dat er consequenties zijn wanneer deze worden overschreden. Tractoren horen niet op de snelweg. Een trekker is om het land te bewerken, niet politici.
  • Wees consequent in je reacties. Zorg ervoor dat je consequent reageert op slachtoffergedrag. Dit betekent dat je niet toegeeft aan ongepast gedrag of eisen. De boer moet begrijpen dat consequenties voortvloeien uit hun acties.
  • Stimuleer verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Geef de veehouder taken en verantwoordelijkheden die passen bij zijn of haar leeftijd en capaciteiten. Dit helpt hen om verantwoordelijkheid te nemen voor hun acties en om te leren dat niet alles vanzelfsprekend is.
  • Stimuleer empathie en waardering. Moedig de boer aan om empathie te tonen en waardering te hebben voor anderen. Dit kan worden gestimuleerd door hen te leren rekening te houden met de gevoelens en behoeften van burgers die een andere visie hebben en door hen aan te moedigen dankbaarheid te uiten voor wat ze hebben.
  • Houd vast aan financiële verantwoordelijkheid. Leer de veehouder over de risico’s van geld lenen en het belang van sparen van het milieu en rekening te houden met biodiversiteit en dierenwelzijn. Dit helpt hen om een realistisch beeld te krijgen van de waarde van immateriële zaken en om te leren omgaan met investeringen op een verantwoordelijke manier.
  • Stimuleer positief gedrag en beloon inspanningen. Prijs en beloon boeren voor positief gedrag en inspanningen die ze doen om de ecologische bedrijfsvoering te verbeteren. Dit kan variëren van simpele complimenten en erkenning tot financiële beloningen die passend zijn voor de situatie, zoals natuurbeheer en weidevogelbescherming.
  • Modelleer het gewenste gedrag. Traditionele boeren leren vaak door observatie van biologische en biodynamische boeren, dus modelleer het gedrag dat je van hen verwacht en steun dit met beleid. Wees een voorbeeld van geduld, respect, empathie en verantwoordelijkheid.
  • Bied vriendelijke en open communicatie. Creëer een omgeving waarin de boer zich veilig voelt om zijn gevoelens en zorgen te uiten. Luister actief naar hen en begeleid hen bij het begrijpen en omgaan met hun emoties op een constructieve manier.

Onwilligheid kent vele vormen. Een lastig vorm is het strooien met drogredeneringen. Hoe daar op te reageren, leest u hier. Voor een verklaring van een moedwillig onwillige houding, klik hier.

28 februari 2020

Boeren gebruikten de winterrust voor oorlogvoering

Als rivierdelta kent Nederland veel vruchtbare grond. Die grond is voor 70% in gebruik door akkerbouwers en veehouders en de overheid wil een deel overnemen voor andere doeleinden, zoals huizenbouw en natuur. Er is behoefte aan woningen en in de EU is afgesproken dat ieder land minstens 17% van het grondgebied tot natuur zou bestemmen en op dit moment is 13% van Nederland natuur.
Op de natuurgebieden die er zijn komt ammoniak neer afkomstig uit de landbouw. Dat zorgt voor overbemesting waardoor er andere planten en dieren zijn dan de bedoeling is. Natuurbeheerders hebben belang bij minder uitstoot door nabijgelegen veehouderijen.

Boeren moeten dus inleveren en een deel zou zich graag laten uitkopen om met het geld te gaan rentenieren of een andere onderneming op te zetten, ter plekke of elders in het (buiten)land.
Hoe dat inleveren tot stand moet komen is onderdeel van het politieke debat. Tjeerd de Groot van D’66 gooide aan het eind van de zomer van 2019 de knuppel in het hoenderhok door op te roepen om de veestapel met de helft te doen krimpen. Die krimp zal zeker een aantal problemen oplossen, maar heeft ook veel verzet bij boeren opgeroepen die vinden dat ze niet voldoende financieel gecompenseerd worden en die (net als onder meer de veevoederbedrijven en exporteurs) hun verdienmodel gedwarsboomd zien.
Investering in huisvesting voor dieren moeten terugverdiend worden in de loop van tientallen jaren. Ook financierders denken mee over de haalbaarheid daarvan. En de geluiden dat we over een tiental jaren geen vlees meer eten afkomstig van dieren, gehouden in stallen, komen bij de banken beter aan dan bij de veehouders.

Boeren zijn al 50 jaar gewend dat de politiek wel een oplossing vond die hen ruimte om te groeien opleveren zou. Die oplossingen variëren van directe inkomenssteun, wegkijken en door de vingers zien van fraude bij regelgeving, warme sanering, afwentelen van schade op de belastingbetaler, oncontroleerbare rekenmodellen die schade van uitstoot bagatelliseren, etc..
Sommige van die steun van de overheid is niet goed uitgepakt. Het stimuleren van het jaarrond binnenhouden van koeien op stal met roostervloeren in het kader van schaalvergroting heeft een probleem met ammoniakuitstoot opgeleverd. Koeienpoep en -pies komen in de ondergrondse mestkelders samen en vormen ammoniak. Die ammoniak ontsnapt dag en nacht door de roosters in de stalvloer of wordt later uitgereden op de landerijen. Nu de stallen er staan kost het veel geld om de vloeren aan te passen of andere technologie te ontwikkelen. Oplossingen worden dan ook gezocht in minder eiwitrijk voer dat leidt tot minder problematische mest, het ontwikkelen van koeientoiletten om de urine op te vangen, weer meer in te zetten op weidegang. Maar dat zijn slechts druppels op een gloeiende plaat, heet gehouden door ontvlambare gassen.

Ondertussen protesteren de boeren met hun buitenproportioneel grote tractoren als tanks op de openbare wegen en slaan oorlogszuchtige taal uit tegen de overheid en beschermers van milieu en dierenwelzijn. Het sluit de rijen intern, maar roept extern weerstand op.
Het voornaamste effect is dat het publiek wakker wordt en geattendeerd wordt op de gang van zaken in de agrosector. De media vormen hierbij een informerende en opiniërende rol op een manier die boeren niet goed uitkomt, want meestal ondersteunen de conclusies van hun artikelen de waarschuwingen van activisten die al meerdere decennia eerder werden afgegeven.

Positief effect van de protesterende boeren is dat ook andere uitstoters van schadelijke stoffen nu de noodzaak voelen om hun uitstoot te verlagen en de bedrijfsprocessen zo aan te passen dat ze minder schadelijk voor het milieu zijn en minder of niet meer bijdragen aan klimaatopwarming.

Voor concrete oplossingen voor het stikstofprobleem, luister naar Prof. Jan Willem Erisman, hoogleraar in 'de stikstof' en directeur van het Louis Bolk Instituut, in het interview met Dick Veerman van Foodlog.

08 november 2019

Een rustige uitleg over de oorzaken van de stikstofcrisis

De oorzaken van de stikstofcrisis lijken gecompliceerd, maar dat is het alleen wanneer je niet bereid bent je erin te verdiepen en wanneer je geen rekening houdt met de voorgeschiedenis of een oplossing zoekt die iedereen tevreden stelt.

Je kunt erover lezen maar ook naar luisteren. Onderstaande twee vormen van uitleg kost een half uur luisteren en levert tevens een kijkje op in het spel van politici. Man en paard worden door deze politica duidelijk benoemd en de ander doet het met humor.
Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.

Esther Ouwehand verstaat de kunst om rustig uit te leggen in deze video welke halve waarheden al decennia worden gedebiteerd bij het agrobeleid van pappen en nathouden. Boer noch burger heeft hier op de lange termijn profijt van en het is de belastingbetaler die de rekening betaalt.

Arjen Lubach verstaat de kunst om een omstreden onderwerp met humor te benaderen. In dit filmpje legt hij uit hoe in de veehouderij schadelijke uitstoot van ammoniak ontstaat zonder de oproep om het aantal boeren te halveren, maar wel kritisch te kijken naar de veestapel.

01 november 2019

CO2 reductie makkelijk te halen, maar we willen niet

Wanneer we de rundveestapel halveren, halen we de CO2 reductie met gemak, want alle koeien stoten net zoveel CO2 uit als alle kolencentrales in Nederland.

Dit stond in het Financieele Dagblad van 20 april 2019.
"Boter, kaas en kolen.
'Met 1,3 kilo voor een kilo melk is het CO2-equivalent van zuivel vrij laag’, stelt Graham Lawton (FD, 13 april). Dat lijkt iets te kort door de bocht. De Nederlandse melkveehouderij produceerde vorig jaar 13,9 miljard kilo melk. Vermenigvuldigd met 1,3 kilo levert dat een CO2 uitstoot op van ruim 18 megaton (18 miljard kilo).
Een groot deel van de Nederlandse melk komt van de veenweide. Door verlaging van het waterpeil stoot die volgens het CBS ruim 7 megaton uit. Dat maakt samen 25 megaton, en dat is net zoveel als de uitstoot van alle kolencentrales in Nederland bij elkaar. Daar komt dan nog de uitstoot voor de verwerking van de melk bij en die is alleen al bij Friesland Campina ruim 5 megaton. Kortom, de productie van melk in Nederland is voor het klimaat slechter dan het stoken van kolen".

De krant meldde niet dat er nog veel meer voordelen zijn als we het aantal koeien halveren. Om te beginnen is in één klap het stikstofprobleem opgelost. Er kunnen weer huizen gebouwd worden en wegen aangelegd zonder dat vergunningen bij de Raad van State worden vernietigd. Omdat er dan minder koeien zijn, komt er ook heel veel weiland vrij. Dat zorgt er weer voor dat de hoge grondprijzen een flink stuk zullen dalen. Samengevat: minder koeien betekent meer en goedkopere huizen.

Ook interessant.
Melk net zo slecht als vliegen of kolen.

wat dacht je hiervan?
De landbouwmythe en haar sprookjes.

Naast de CO2 uitstoot is de landbouw de grootste bron van stikstofuitstoot en bedreigt daarmee de natuur.

02 april 2019

Melk net zo slecht als vliegen of kolen

De melkveehouderij is net zo schadelijk voor het klimaat als alle kolencentrales in Nederland

De milieuorganisatie Natuur en Milieu heeft laten uitrekenen dat de negatieve invloed van de Nederlandse luchtvaart op het klimaat de komende dertig jaar zal verdubbelen. Tenminste, als er geen extra maatregelen worden getroffen. De uitstoot stijgt in dat geval van 12 megaton (Mton) in 2017, naar ruim 23 Mton in 2050 (NOS, 2-4-2019).
Het is mooi dat Natuur en Milieu door gerenommeerde onderzoekers (CE Delft, Royal Haskoning DHV) laat uitzoeken welke klimaatschade de verschillende sectoren nu en in de toekomst veroorzaken. Maar er wordt wel een beetje selectief gewinkeld. Vliegen, kolencentrales en vlees staan hoog in de top tien schadelijke activiteiten die met enige regelmaat worden opgesteld. In de Nederlandse lijstjes ontbreekt stelselmatig een van de meest schadelijke stoffen voor het klimaat: melk.
Dat is op z’n minst merkwaardig, want de Nederlandse melkveehouderij stoot bijna net zoveel CO2 uit als alle Nederlandse kolencentrales bij elkaar. En twee keer zoveel als het vliegverkeer.
Bij elke kilo melk die een koe geeft, krijgen we ook 1,2 kilo CO2 meegeleverd. Niet zozeer via de mest, maar omdat koeien scheten laten en vooral boeren ("burp"). Een kwart van die uitstoot is methaan en/of lachgas. Deze cijfers over de uitstoot komen overigens uit de sector zelf. En verder kan de koe er niks aan doen: ze doet het al sinds ze wordt gemolken.
Volgens ZuivelNL werd in Nederland vorig jaar 13,9 miljard kilo melk geproduceerd. Dat levert bijna 17 miljard kilo CO2 op, oftewel 17 Mton. (13,9 maal 1,2). Volgens berekeningen van het CBS stoot het Nederlandse veenweide gebied (geheel in gebruik bij delen van de melkveehouderij,) jaarlijks ruim 7 Mton CO2 uit. Die uitstoot zit niet in de 1,2 kilo van de sector, maar moet natuurlijk wel worden meegerekend.
Samen maakt dat bijna 24 Mton CO2. Dat is net zoveel als de uitstoot van alle Nederlandse kolencentrales bij elkaar, en twee keer zoveel als het Nederlandse vliegverkeer nu uitstoot.
Als we de verwerking van de melk ook nog meenemen, komt er zomaar 8 Mton bij. Volgens de overheidssite emissieregistratie.nl stoot alleen Friesland Campina al bijna 6 Mton per jaar uit. Friesland Campina verwerkt ongeveer 80% van alle `Nederlandse melk. Als alle transport (gekoeld) en opslag (gekoeld) ook nog zou worden meegerekend, schuiven we aardig in de buurt van de 40 Mton. Dat is ongeveer de uitstoot van alle verkeer in Nederland.

Ammoniakuitstoot en stalvloeren

Boerenorganisaties als de LTO houden de CO2 en ammoniakuitstoot van de melkveehouderij het liefst onder pet, maar als het dan toch op tafel komt, wijzen zij er vaak op dat het aantal koeien sinds 1990 met bijna een kwart is gedaald. Dat is mooi, maar de CO2 uitstoot wordt niet berekend per koe, maar per geproduceerde kilo melk. Ondanks het gedaalde aantal koeien is de Nederlandse melkproductie nagenoeg verdubbeld, en dus ook de CO2 uitstoot. Omdat veel koeien sinds die tijd ook permanent op stal worden gehouden met vloeren waaronder poep en pies samenvloeien is de uitstoot van ammoniak nog veel erger geworden.
Verder wordt gemeld dat het boerenbedrijf ook CO2 opvangt. Gras gebruikt CO2 om te groeien, dus de CO2 die de koe uitstoot gaat per kerende post uit de stal naar de naast gelegen weilanden. Dat het gras regelmatig wordt gemaaid en weer wordt opgevreten door de koe is volgens de boeren een detail, want een fors deel van de door het gras opgenomen CO2 verdwijnt naar de wortels. Zeggen de boeren.

Circulair meneertje, grondgebonden mevrouwtje

Nou niet helemaal, of liever helemaal niet. Een kwart van de CO2 uitstoot van een koe bestaat uit lachgas en/of methaan. Dat wordt niet opgenomen door het gras, maar drijft tot 28 jaar in de atmosfeer rond voordat het is afgebroken. En met grasland voor koeien is het zo gesteld: vroeg of laat gaat de ploeg er in om de grasmat te vernieuwen. Bij dat ploegen komt alle via de wortels opgeslagen CO2 gewoon weer vrij.
Dus niks circulair meneertje, en al helemaal niet grondgebonden mevrouwtje. Koeien vreten allang niet meer uitsluitend gras, maar krijgen een menu voorgeschoteld dat voor 30% tot 40% bestaat uit aangekocht voer waarin voedingsstoffen die vaak uit verre landen komen zijn verwerkt. Graan uit de Oekraïne, soja uit Zuid-Amerika, tapioca uit Azië. Naast melk leveren deze voedingsstoffen ook stront op. Die zou eigenlijk terug moeten, maar blijft hier. Net als de klimaatschade die wordt veroorzaakt door de melk die weer voor 70% wordt geëxporteerd. Raar, want die stront- en klimaatschade zou natuurlijk gewoon in de vorm van een prijskaartje moeten worden meegestuurd.

drie koeien

Maar we houden het allemaal lekker hier. En zo staat de Nederlandse koe als het gaat om Nederlandse klimaatschade, direct naast de kolencentrale en het vliegtuig.

Auteur

04 april 2018

Wie gaat er met het advies van de RLI aan de haal?

De Raad voor de Leefomgeving en infrastructuur (RLi) adviseert Nederland om minder vlees te produceren en te consumeren. De belangenorganisatie voor melkveehouderij en landbouw in het algemeen, de LTO, reageert onmiddellijk en afwijzend. Dit is voor kenners een teken dat het advies van de RLi hout snijdt, want wanneer het door de regering zou worden opgevolgd kan dat voor de melkveehouderij en de banken grote gevolgen hebben.
Maar zoals zo vaak in kwesties met economische belangen is de race-to-the-bottom nog lang niet gelopen. Er is bij het grote publiek van jongs af aan veel geïnvesteerd in het imago van de boeren. Het effect van het advies van de RLi zal voorlopig nog niet groot zijn.

Wat belangrijk is wil er echt iets veranderen in ons land is dat mensen beginnen te snappen dat overproductie in de melkveehouderij die wordt weggezet via export zowel in eigen als in het buitenland negatieve gevolgen heeft. Wanneer bijvoorbeeld in Afrika weer een voedseloverschotten worden gedumpt kan de lokale landbouweconomie niet op gang komen. Het gevolg is dat mensen wegtrekken, niet alleen naar Afrikaanse steden, maar ook naar onze streken. Hier valt immers welvaart te halen.
In eigen land heeft overproductie van zuivel structureel nadelige gevolgen die afgewenteld worden op de belastingbetaler. Bijvoorbeeld lelijker landschap, verminderde vruchtbaarheid van landbouwgronden, vervuiling van grond- en oppervlakte water, stankoverlast voor omwonenden van een melkveehouderij.

Boeren en banken die door beleidsverandering menen minder te kunnen verdienen zullen oproepen tot financiële steun. Bij elke voorstel om weer geld te pompen de agrosector zal goed doordacht moeten worden of het wel leidt tot structurele verbetering. Wordt de veestapel wel kleiner, wordt de kwaliteit van het product wel dier- en milieuvriendelijker? Wordt niet onbedoeld de groei van een kleine groep grote spelers in de agrosector  in plaats van de ecologie bevorderd?
Aan het publiek de oproep om de eigen naïviteit te onderzoeken en bereid te zijn om de gevolgen van de eigen consumptie van voeding kritisch te bezien.

Een citaat uit een artikel (april 2018) in de Groene Amsterdammer" de boer broeit voort" dat laat zien hoe laks de overheid reageert:

De stroom berichten uit de regionale pers maakt één ding duidelijk: gemeentebesturen werpen geen noemenswaardige drempels op tegen megastallen. Politici van VVD, CDA en lokale partijen kiezen vaak de kant van de industriële boeren en Den Haag en Brussel geven hun die ruimte.
Het is genoeg geweest: de fijnstofuitstoot van boerderijen moet gehalveerd! Die boodschap kregen boerenorganisaties vorig jaar van toenmalig staatssecretaris van Economische Zaken Martijn van Dam (PvdA). Ferme taal, maar deze kon niet verhullen dat Nederlandse regeringen toen al zes jaar treuzelden om Europese emissiegrenzen voor fijnstof te vertalen naar concrete eisen voor de landbouw.
Begin jaren 2000 zette Nederland de Europese fijnstofnormen om in landelijke wetten, die echter algemeen bleven en zich niet specifiek op de landbouw toespitsten. Nederland slaagde er maar niet in de EU-normen te halen, dus werd in 2009 het Nationale Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (nsl) opgericht. Daarin was wel aandacht voor de landbouw, maar werden nog geen landbouwspecifieke regels opgesteld. Wel werd tegen 2011 een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) beloofd om landbouwers te dwingen moderne technieken te gebruiken om hun uitstoot te reduceren. De AMvB kwam er uiteindelijk pas in de zomer van 2015 en hield de facto een verplichting tot fijnstofreductie van dertig procent in voor de landbouwsector. Vijf jaar tussen aankondiging en besluit, terwijl Nederland al sinds 2011 definitief gebonden was aan de Europese regels.

29 januari 2016

Over Nederland hangt een ammoniakdeken

Rens Pierik, boerenzoon uit Lemelerveld schrijft naar de Volkskrant:
Als boerenzoon zie ik mijn vader dagelijks vol elan zwoegen en twee stukken, van Peter Middendorp ('Ooit, als ik dood ben, is dit poepland van mijn dochter', Vonk, 23 januari) en Caspar Janssen ('Boven het land hangt een ammoniakdeken', Opinie & Debat, 26 januari) doen mij dan ook pijn.
De eerste suggereert dat de mest rijkelijk over de landen vloeit, terwijl dit weldegelijk strikt gebonden is aan stikstof- en fosfaateisen. De oplossing van Janssen (grondgebonden, cyclische landbouw) om de ammoniakdeken te laten verdwijnen, is dan ook al bewaarheid. Mest dient op het eigen bedrijf of een ander akkerbouwbedrijf te worden gebruikt of moet worden verwerkt om te kunnen transporteren naar mestarme landen als Duitsland en Frankrijk.
Ik ben zeker niet blind voor het milieuverwoestende karakter van onze maatschappij en de rol van de melkveehouderij daarin. Maar wat is het alternatief? Het nog verder opkrikken van de milieueisen in combinatie met de almaar dalende subsidie zal leiden tot faillissementen hier en bloei in landen als Rusland, China en de VS, waar veel lagere dierenwelzijns- en milieueisen gelden. De controle op dierenwelzijn en milieu zal dus uit onze handen glippen. Kortom, een zich verplaatsende ammoniakdeken.
Tot zover Rens.

Dat Nederland voorop loopt met dierenwelzijn en milieu is een onbewezen bewering. De feiten bewijzen anders. De gezondheidstoestand van de Nederlandse melkveestapel is schokkend slecht: 70% pootproblemen, 25% uierontstekingen en achteruitlopende vruchtbaarheid. Met name door het mestoverschot dat door overproductie ontstaan is, hangt er een ammoniakdeken over ons land. Wanneer ons land zou stoppen met het gericht zijn op de export van vlees en zuivel en met de import van onverantwoorde zuivel en vlees uit het buitenland zou het significant bijdragen aan het verkleinen van dierenleed, de opwarming van de aarde en het niet meer laten voortduren van milieuproblemen in eigen en buitenland.

Wanneer deze omslag samengaat met een meer ecologisch verantwoorde veehouderij op kleinere schaal hoeft dat niet tot faillissementen te leiden.

Verbeter de wereld, begin met het verkleinen van de Hollandse veestapel in de intensieve veehouderij!

11 januari 2016

Wanbeleid en overschrijding fosfaatplafond

Overheid moet nu ingrijpen.

Persbericht Milieudefensie. Amsterdam, 11 januari 2016. Milieudefensie is niet verbaasd over de cijfers van CBS die aangeven dat Nederland in 2015 het fosfaatplafond heeft overschreden door toename van de mestproductie. Deze toename komt vooral voor rekening van de melkveehouderij, die ongebreideld heeft kunnen groeien. Milieudefensie vindt dat staatssecretaris van Economische Zaken Martijn van Dam snel moet ingrijpen en moet kiezen voor een grondgebonden veehouderij.
Nederland heeft in 2015 het fosfaatplafond van 172,9 miljoen kilo ruimschoots overschreden. De productie groeide met 4,6 miljoen kg tot 176,3 miljoen kg fosfaat, meldt het CBS. Door het einde van de melkquotering op 1 april 2015 is de melkveestapel gegroeid. Jacomijn Pluimers campagneleider Milieudefensie: “Die groei is eerder begonnen en iedereen heeft aan zien komen dat we het fosfaatplafond zouden gaan overschrijden. De overheid heeft niet op tijd en niet met juiste beleid ingegrepen. We hebben te maken met wanbeleid”.

Volgens Milieudefensie is dit het moment om de groei van de veestapel verplicht te koppelen aan de oppervlakte grond waarop mest wordt uitgereden. Grondgebondenheid moet uitgangspunt worden van het beleid, zodat voer en mest in een lokaal gesloten kringloop van maximaal 20 kilometer wordt geproduceerd en afgezet. Bedrijven die verder uit willen breiden kunnen dat alleen als er voldoende grond beschikbaar is voor de mest.

Groei van de melkveestapel leidt tot veel meer problemen dan overschrijding van fosfaatplafond. De groei gaat gepaard met verdergaande schaalvergroting. Het aantal megastallen neemt toe, volgens het CBS zijn dat er nu 355, en er staan steeds minder koeien in de wei. Het ammoniakplafond komt in gevaar en met de verdergaande intensivering zal de biodiversiteit verder afnemen. De grutto, bij uitstek een Hollandse weidevogel, wordt ernstig bedreigd.

Klik hier om meer te lezen over fosfaat.

26 juni 2015

De verkeerden nemen de stikstof ruimte in

Beginnend Provinciaal Statenlid Rinie van der Zanden beschrijft duidelijk wat de bezwaren zijn van de PAS (Programmatische Aanpak Stikstof). Zij diende deze motie in:

Per 1 juli treedt de PAS in werking. Dit is een systeem waarmee nog niet verdiende emissierechten alvast onder veehouders zal worden verdeeld. Nog niet verdiend, want er is afgesproken dat de veehouderij pas in 2030 haar uitstootvermindering moet hebben gerealiseerd. Een deel van die nog niet gerealiseerde uitstootvermindering mag nu alvast worden gebruikt voor uitbreidingen.

Het zal u niet verbazen dat mijn fractie tegen elke uitbreiding van de gangbare veehouderij is. De milieuschade die door deze sector nu al wordt toegebracht is aanzienlijk en neemt met de maatregelen in de PAS alleen maar toe.

Op 16 maart van dit jaar maakte het RIVM bekend dat in de periode 1990 tot en met 2013 in Nederland per jaar ongeveer 15 kiloton meer ammoniak is uitgestoten dan aanvankelijk was berekend. 15 Kiloton per jaar. Sinds 2010 geldt er in de EU een maximum voor de uitstoot per land per jaar. En volgens het RIVM gaan wij daar dus al jarenlang overheen.

Wij vinden het onbegrijpelijk dat ondanks deze gegevens de PAS gewoon doorgaat. Via de PAS moet een in principe beperkte ontwikkelingsruimte onder veehouders worden verdeeld. Wij willen er bij het nieuwe college, dat een natuurinclusieve landbouw nastreeft, op aandringen de verdeelsleutel van het oude college niet onverkort over te nemen.

En die verdeelsleutel komt er op neer: wie het eerst komt wie het eerst maalt.

Met deze verdeelsleutel wordt geen recht gedaan aan de dynamiek en de verscheidenheid van de Friese veehouderij. Deze is grofweg verdeeld in intensief gangbaar, extensief gangbaar en biologisch. Deze drie segmenten hebben elk een eigen ontwikkelingstempo. Door de systematiek “wie het eerst komt” kan de hele PAS-ruimte in korte tijd worden leeggehaald. En dat blokkeert ontwikkelingsmogelijkheden van natuurinclusieve segmenten, zoals extensief gangbaar en biologisch.

24 november 2014

Meer frisse lucht voor varkens

Wakker Dier voert actie voor meer frisse lucht voor varkens:

ACTIE - Miljoenen varkens in ons land staan levenslang in verstikkende ammoniakdampen. Dit schadelijke gas is een van de belangrijkste oorzaken van ernstige ademhalingsproblemen en longontstekingen. Varkens willen de ammoniaklucht vermijden, maar dat kan niet als ze opgesloten zijn.

Laten we ervoor zorgen dat de varkens weer naar buiten mogen. Dat kan alleen als er genoeg geld is om te investeren in de leefomgeving van de varkens. Dit betekent dat vlees niet meer voor een absurd lage prijs verkocht wordt. Met jouw hulp gaan wij supermarkten en A-merken hierop aanspreken en kunnen de varkens weer opgelucht ademhalen.

Tot zover Wakker Dier.

In Eenvandaag was onlangs een trotse varkensboer te beluisteren die hoog opgaf over de luxe situatie waarin zijn varkens zich bevinden. Ze konden zo vaak mogelijk van de airconditioning snuiven als ze wilden en ze hadden ook nog vloerverwarming.
In welk land leven varkens zo luxe?


In de uitzending ook een theatermaker die een "Ode aan de varkensboer" wilde maken voor mensen die nooit in het theater komen.

Er zijn varkens in Nederland die in de gelegenheid worden gesteld om op een vuile betonvloer buiten wat frisse lucht op te snuiven.
Echt in de volle grond wroeten is hun niet vergund want dat drijft de kostprijs zo hoog op dat concurrentie met het buitenland niet meer valt aan te gaan.

Wat echt helpt voor verbetering in dierenwelzijn is een politiek die gericht is op afbouw van de export van dierlijke producten. Dat betekent in ons land dat er minder dieren gehouden worden. Als kiezer moet je dan natuurlijk niet zo naïef zijn om het argument serieus te nemen dat dan minder dieren in optimale omstandigheden leven omdat buitenlandse boeren de productie overnemen. Dat is vorm van redeneren die eigenlijk in het theater thuishoort.

Wie wil lezen met welke absurde argumenten de vaderlandse bio-industrie nog meer wordt verdedigd, klik hier.

11 oktober 2014

Ammoniakreductie werkt niet? Minder vee wel

Door de nodeloos grote Nederlandse veestapel wordt er te veel ammoniak geproduceerd. Na wat chemische omzetting leidt dit tot verzuring.
De Nederlandse veehouderij moest al jaren geleden maatregelen nemen, maar die werken nauwelijks meetbaar. De modellen die de relatie tussen maatregelen en de hoogte van de uitstoot voorspellen, werken onvoldoende betrouwbaar.
Volgens Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) zijn de gebruikte modellen om ammoniak te meten goed maar zorgt de veehouderij voor een hogere uitstoot dat is berekend. Volgens de CDM zijn er ook signalen zijn dat meer mest wordt uitgereden dan is toegestaan volgens de gebruiksnormen. Dat zou leiden tot meer uitstoot van ammoniak.
Om zich aan de internationale afspraken te houden creëert de overheid allerlei administratieve constructies om op nationaal niveau de indruk te wekken dat alles onder controle is. Zo niet, dan wacht ons land boetes. We hebben al door de derogatie al een uitzonderingspositie. Derogatie betekent dat er onder bepaalde omstandigheden op bepaalde grondsoorten meer mest mag worden uitgereden dan het buitenland dat mag.
Boeren mogen onderling allerlei grondstoffen uitruilen. Het effect is dat er maximaal mineralen worden uitgereden op het schadelijke af.
Het maakt ook mogelijk dat de overheid een andere voor de hand liggende ingreep kan laten liggen: verplicht boeren om grondgebonden te produceren en zo zowel voer als mest op "eigen" grond te halen en te brengen. Boeren kunnen op papier van alles uitruilen zonder echt ecologisch verantwoord te werken. Zo worden vooral de boeren tevreden gesteld ten koste van wat de meeste belangengroepen zich niet direct realiseren.

In Eenvandaag werd aan de kaak gesteld dat boeren verplicht werden om bepaalde investeringen te doen, waarvan het effect minder is dan voorspeld.


Maar Eenvandaag noemt niet de meest voor de hand liggende ingreep: reductie van de veestapel.

Voor elke liter melk produceert een koe 4 kg mest.
Door de verwachte groei van de melkveepopulatie door het afschaffen van het melkquotum wordt het mestoverschot nog steeds erger. Het wordt steeds lastiger om op tijd te voldoen aan internationale afspraken om milieu- en klimaatdoelstellingen te halen. Het is een publiek geheim dat dit de belastingbetaler klauwen met geld kost. Het is een publiek geheim omdat het publiek zich niet verdiept in deze problematiek.

Ammoniak heeft invloed op kwaliteit van het bodemleven, grond- en drinkwater, de vitaliteit van de natuur en de biodiversiteit.
Dit zijn zaken die de kwaliteit van de beleving van de natuur aantasten ook voor de mens. Maar dan moet je de relatie wel willen zien en vooral wat daarvan het belang is. Uiteindelijk zetten we onze gezondheid op het spel om een kleine groep ondernemers vrijwel ongebreideld geld te laten verdienen.

Zie ook de geschiedenis van het ontstaan en de aanpak van het mestprobleem.


07 november 2013

(Niet) gebruiken luchtwassers kost geld

Veehouderijen moeten luchtwassers gebruiken om de lucht uit de veestallen te zuiveren van ammoniak. Ammoniak is een grote bedreiging voor de natuur. De stikstof uit de ammoniak bevoordeelt snel groeiende veel voorkomende plantensoorten ten koste van zeldzame langzamer groeiende soorten. Bovendien zorgt de uitstoot voor stank en gezondheidsrisico’s.

Bij zes Brabantse veehouders is voor tienduizenden euro's beslag gelegd en het OM wil het geld dat de boeren hebben bespaard door hun luchtwassers niet te gebruiken als criminele winst opeisen.

Sjoemelen met luchtwassers om geld te besparen is een landelijk probleem. Een luchtwasser kan nooit het geweten van een veehouder schoon wassen over de manier waarop hij zijn dieren tegen hun grondrechten binnen houdt.

27 september 2011

Waarom ontneemt Bleker natuur haar beschermde status?

Van de bijna 190 beschermde natuurmonumenten in Nederland zal het nationaal beschermingsregime worden afgeschaft, schrijft staatssecretaris Bleker van economische zaken, landbouw en innovatie aan de Tweede Kamer. De meeste gebieden worden immers toch al beschermd door de Europese regels van Natura2000, stelt hij. Maar 63 gebieden vallen daarbuiten.
Bleker zoekt de grenzen van de natuurregels op omdat hij het belangrijk vindt dat 'normale bedrijfsontwikkelingen' zoals het aanleggen van een weg of het bouwen van huizen makkelijker kunnen plaatsvinden.
Ook suggereert hij dat door de huidige natuurregels boeren geen camping kunnen uitbreiden of extra weiden kunnen kopen.
Wat Bleker niet noemt, maar minstens zo belangrijk is dat door de overproductie van mest door de intensieve veehouderij de neerslag (depositie) van ammoniak de natuurgebieden extra beschermd moeten worden door veehouderijen tegen te houden in hun uitbreidingsplannen. Door de beschermde status weg te nemen kunnen deze bedrijven weer uitbreiden. De maatregel betekent het verloren gaan van kwetsbare natuur en nog meer megastallen in het landschap.

Caspar Janssen in de Volkskrant van 17-sep-11:
De helft van het Nederlandse grondgebied is in gebruik voor de landbouw. Uit die grond, de helft van Nederland dus, is ieder leven verdwenen. De mest klotst nog altijd tegen de dijken en in de overgebleven natuurgebieden geven beheerders handenvol geld uit om de gevolgen daarvan te bestrijden.
Conclusie van de staatssecretaris: dat beheer is te duur.
Of, eigenlijk: hoe kun je nu blauwgrasland willen in een land vol stikstof?
En: wie zit er eigenlijk te wachten op rare plantjes als Blauwe Zegge of de Gevlekte orchis?
Niet dat het helpt, maar ik steek mijn vinger dan toch maar op.

EenVandaag sprak 27 september staatssecretaris Henk Bleker en milieuactivist Jaap Dirkmaat. Das & Boom, de vereniging van Dirkmaat, heeft al ruim twee ton ingezameld. Van dit geld heeft de natuurvereniging een team milieu-advocaten ingehuurd die een rechtszaak tegen de plannen van Staatssecretaris Bleker aanspannen. Volgens Dirkmaat gaat Bleker namelijk tegen de milieuregels van de Europese Unie in.

28 april 2010

Werken luchtwassers eigenlijk wel?

Citaten uit de evaluatie Project luchtwassers 2009

Dit project is door de Servicepunten Handhaving opgezet naar aanleiding van signalen van diverse handhavingspartners over het slechte naleefgedrag bij chemische luchtwassers van agrarische bedrijven. Bij controles van de luchtwassers bleek dat vaak de installatie in afwijking van de vergunning was gebouwd. De toezichthouder kan hierdoor niet beoordelen of de installatie het benodigde rendement behaalt. Regelmatig werd geconstateerd dat de installatie niet werkte. De controle rondom de dimensionering en werking is complex.

Tijdens het project zijn zes typen enkelvoudige luchtwassers gecontroleerd aan de hand van een vooraf opgestelde checklist. De controles zijn uitgevoerd door diverse instanties (toezichthouders).
Door te werken met een checklist is getracht het toezicht en de verkregen informatie voor het project te uniformeren. Bij de checklisten is een toelichting gemaakt om toezichthouders te helpen bij het uitvoeren van een controle. Verder is toezichthouders de mogelijkheid geboden met een andere (ervaren) toezichthouder mee te gaan tijdens het uitvoeren van een controle.

Conclusies:
  • 74% van de inwerking zijnde luchtwassers voldoet niet aan alle wet- en regelgeving.
  • Bij 23% van de inrichtingen is de emissie te hoog.
  • Bij een aantal inrichtingen is niet bekend of de emissie te hoog is of niet. Bij deze inrichtingen waren de luchtwassers wel in werking maar niet geheel overeenkomstig de vergunning uitgevoerd.
  • In een aantal gevallen moet door handhaving van de vergunningvoorschriften de wassers in overeenstemming met de vergunning gebracht worden. In een aantal andere gevallen wordt tijdens een te volgen vergunningprocedure bepaald of de vereiste emissiereductie gehaald wordt.

24 december 2009

Biodiversiteit in Natura 2000 gebieden bedreigd door intensieve veehouderij

Uit het persbericht van LNV van 23-12-2009
Minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft over 18 Natura 2000-gebieden de definitieve aanwijzingsbesluiten genomen. Het gaat om Deelen, Wijnjeterper Schar, Elperstroomgebied, IJsselmeer, Markermeer & IJmeer, Zwarte Meer, Ketelmeer & Vossemeer, Veluwerandmeren, Eemmeer & Gooimeer Zuidoever, Oostvaardersplassen, Lepelaarplassen, Schoorlse Duinen, Coepelduynen, Donkse Laagten, Oudeland van Strijen, Oosterschelde, Westerschelde & Saeftinghe en Ulvenhoutse Bos.
Door de aanwijzing wordt duidelijk welke kwetsbare natuurwaarden in de gebieden bescherming krijgen. Het gaat onder meer om de bescherming van moerasgebieden die belangrijk zijn als broedgebied van moerasvogels, zoetwatermeren die van groot belang zijn voor veel watervogels, beekdalen, duinen en een grootschalig getijdenlandschap met een grote mate van natuurlijkheid. In de volgende fase, bij het opstellen van het beheerplan, wordt duidelijk welke maatregelen er nodig zijn om de kwetsbare natuur te beschermen.
Natura 2000 De natuur houdt niet op bij de grens. Het is onderdeel van een groter geheel. Daarom zijn er door de lidstaten van de Europese Unie regels opgesteld om de natuur te beschermen. Het gaat om de Vogel- en Habitatrichtlijn. De Vogel- en Habitatrichtlijn beschermen Europa’s natuurparels, de zogenoemde Natura 2000-gebieden. Stuk voor stuk gebieden met bijzondere planten en dieren. Ook minister Verburg wil voorkomen dat de natuur steeds eenvormiger wordt en dat bijzondere soorten verder in aantal afnemen. Uiteindelijk worden in Nederland 162 Natura 2000-gebieden definitief aangewezen.
Tot zover het persbericht.

De eenvormigheid die de minister van LNV wil voorkomen wordt deels veroorzaakt door depositie (neerslag) van ammoniak afkomstig uit stallen van intensieve veehouders. Deze stallen hoeven daarvoor niet heel dichtbij de natuurgebieden te staan. De ammoniak zorgt ervoor dat zuurminnende planten de overhand krijgen in natuurgebieden waardoor de oorspronkelijke vegetatie verschrompelt.
Boeren uit de omgeving van Natura 2000 gebieden dringen er op aan om de normen te versoepelen, zodat zij niet beperkt worden in het aantal dieren dat zij willen houden. Daarnaast zeggen zij de ammoniakuitstoot via luchtwassers te kunnen beperken. Maar omdat luchtwassers energie kosten, snel een verminderde werking hebben en de overheid niet controleert hoe groot de uitstoot van individuele bedrijven is, komt er toch meer vrij dan op papier wordt ingeschat. Daarnaast zetten veel boeren hun luchtwassers uit om energie te besparen.

09 november 2008

Model en praktijkmetingen komen niet overeen

Van de redactie van Resource (WUR), door Roelof Kleis (citaat):
Jaar op jaar braken wetenschappers zich er het hoofd over: het ammoniakgat. Apparatuur in het veld mat steevast een kwart meer ammoniak dan er op basis van berekeningen zou moeten zijn. Het raadsel is nu, met hulp van onderzoekers van Wageningen UR, opgelost.

Aan de metingen ligt het niet. De apparatuur van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit van het RIVM deugt. Op acht plekken in het land meet het RIVM al jarenlang de concentratie ammoniak in de lucht. Het aantal stations is klein omdat metingen duur zijn. Maar daar zit volgens recent onderzoek de fout ook niet; de metingen geven een representatief beeld.
De fout zit ‘m in het gebruikte rekenmodel, hebben onderzoekers van onder meer RIVM, het Planbureau voor de Leefomgeving en Wageningen UR uitgevogeld. Het model berekent de concentratie ammoniak in de lucht op basis van de uitstoot door de landbouw. Naar nu blijkt schat dit model de opname van ammoniak door de bodem te hoog in. Dat komt omdat waarden worden gebruikt van ammoniakopname in natuurgebieden. En dat is niet representatief voor de Nederlandse bodem. Landbouwgrond blijkt aanzienlijk minder ammoniak op te nemen uit de lucht dan natuur doet. De verklaring ligt voor de hand: door bemesting hebben zowel de grond als het gewas dat erop al een hoog stikstofgehalte waardoor ammoniakopname uit de lucht beperkt is.

De onderzoekers hebben verder gekeken naar de emissie van ammoniak bij het uitrijden van mest. In de modellen werden tot nu toe emissies gebruikt uit de akkerbouw, vertelt dr. Jan Huijsmans, mestdeskundige van Plant Research International. Maar grasland stoot na bemesting veel meer ammoniak uit, blijkt uit nieuw onderzoek. Bovendien wasemen gewassen die aan het afrijpen zijn zelf actief ammoniak uit. Beide effecten zijn goed voor een vijf procent hogere ammoniakconcentratie.

19 september 2008

Suggestie gewekt over relatie tussen luchtwassers en dierenwelzijn.

Ziezo.biz kopt:
LTO Noord: Luchtwassers dragen bij aan dierenwelzijn en beter milieu

LTO Noord provincie Utrecht is blij met de ondersteuning vanuit de provincie Utrecht voor luchtwassers bij varkenshouderijbedrijven. De provincie geeft subsidie aan boeren die investeren in de kwaliteit van het milieu. Daartoe worden luchtwassers geplaatst die de stallucht zuiveren van veel ammoniak, geur en fijnstof, vóórdat die lucht de stal verlaat. Met die investeringen in luchtwassers wordt dus een belangrijke bijdrage geleverd aan de luchtkwaliteit.

Tot zover.

Volgens LTO gaat de productie zich meer concentreren op bedrijven met moderne stallen. Dat komt ten goede aan de dieren, het milieu én aan de boer!

Luchtwassers zuiveren de lucht voordat deze naar buiten gaat. Met de kop van het artikel en het inbrengen van het argument dat schaalvergroting beter is voor het welzijn van het dier wil de LTO de suggestie wekken dat toepassing van luchtwassers gerelateerd is aan vergroting van dierenwelzijn. Dat is natuurlijk onzin. De vergrootte hoeveelheid varkens binnen moet de stank, ammoniak en fijnstof inademen. Die hoeveelheid is zo groot dat de dieren permanent hebben ervan hebben te lijden. Maar ja, wie merkt dat?

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.