Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label agrobusiness. Alle posts tonen
Posts tonen met het label agrobusiness. Alle posts tonen

08 november 2019

De varkenscyclus en de publieke opinie

Varkenscyclus is het verschijnsel in de economie dat overschotten en tekorten van een bepaald product elkaar afwisselen, doordat aanbieders massaal reageren op de hoogte van de prijzen, maar tegen de tijd dat deze reactie doorwerkt op het aanbod, is de prijs alweer omgeslagen.
Zoals in dit artikel valt te lezen over het verloop van het inkomen van een varkenshouder, kan er erg veel worden verdiend en kunnen verliezen behoorlijk oplopen.

Het houden van varkens kost niet altijd veel tijd. Veel is geautomatiseerd en sommige varkenshouders hebben er een baan bij om inkomsten te hebben in onzekere tijden. Een varkensbaron zet een Poolse arbeider aan het vuile werk en zoekt met de vrijgekomen tijd in binnen- en buitenland naar nog meer uitbreidingsmogelijkheden.
Zodra een vleesvarken is volgroeid kan deze naar de slacht en de varkenshouder moet beslissen om weer de stal te vullen of nog even te wachten. Het lijkt op gokken in het casino: zet ik nu in of laat ik de stal nog even leeg? De varkenshouder lijkt op een gokverslaafde, die zijn geweten onderdrukt.

Frank Kalshoven, directeur van de Argumentenfabriek schrijft in de Volkskrant.
Wie investeert er nu miljoenen euro’s in stallen, rechten, mestverwerking, afzuiginstallaties et cetera, om daar vervolgens zeven dagen in de week druk mee te zijn, voor een beloning die lager ligt dan een modaal salaris? Een beloning die dat ook nog eens als een malle fluctueert in de tijd, om redenen waar je als ondernemer helemaal niets aan kan doen. De varkensprijs, die het jaarresultaat bepaalt, komt tot stand op een wereldmarkt waarop je als individuele boer nul invloed hebt.

Een vergelijkbaar fenomeen als de varkenscyclus treedt op bij de publieke opinie in reactie op elke melding van dierenleed in de veehouderij, maar dan gespiegeld. De agrosector weet dat en heeft er al decennia geleden voor gezorgd dat er in de hoofden van het publiek ingehamerd wordt dat de agrosector onmisbaar is. Van tijd wordt de aandacht voor dierenleed gevangen door dierenactivisten. De sympathie voor de underdog staat in het onderbewustzijn gebeiteld en de underdog is afwisselend het leed van het dier in de veehouderij of zijn eigenaar. Helaas is er weinig oog en compassie voor het gebrek aan natuurlijke omstandigheden in de afgesloten stallen. En dat leed duurt het grootste deel van het korte leven van een dier in de veehouderij. Iedereen is tegen dierenleed en tegen de tijd dat de consument de relatie heeft gelegd tussen het leed en het eigen koopgedrag is de aandacht alweer verschoven naar de stress van alledag. De consument is verslaafd aan haar/zijn koopgewoonten en wil niet gokken of het leven er zonder vlees beter van wordt. De prijs om de moeite te doen het eigen geweten te volgen is (te) hoog.

Citaat uit de Volkskrant:
"Vraag een doorsneeconsument in een willekeurige supermarkt waar hij of zij op let bij het kopen van varkensvlees en je krijgt antwoorden als: ‘Dat er niet te veel vet aan zit’. ‘Dat het er fris uitziet’. En belangrijk: ‘Het moet niet te duur zijn’.
Het belang van dierenwelzijn wordt pas genoemd als daar expliciet naar wordt gevraagd".

De consument kiest op de korte termijn op basis van wat hij/zij ziet. Het in de stallen op- en verborgen dierenleed kan de consument niet inschatten. Wat is dierenwelzijn? Geen pijn lijden? Of zitten er meer aspecten aan? Het zal de consument worst zijn.

Zal er dan nooit een einde komen aan de bio-industrie? Vermoedelijk wel, doordat de markt van de vleesvervangers het tij kan keren. Het is de andere kant van de onverschilligheid van de consument: wanneer het vlees niet meer van een dier afkomstig is en het smaakt bijna hetzelfde en het heeft nog veel meer voordelen, waarom niet?

Omdenken, maar dan anders.
Eigenlijk interesseert het de burger in de stad weinig wat er echt gebeurt in de veehouderij op het platteland en in de natuur. Kleurschakeringen die hij ervaart, rijdend over de snelweg langs de groene woestijn dat vroeger weide was, verwart hij met natuurbeleving. Het gebrek aan interesse zorgt ervoor dat hij/zij afgaat op zijn primaire reactie: de boer moet wel gelijk hebben, waarom zou hij anders klagen?
Vrij naar Opland

Twijfelen aan wat er gezegd wordt door de boer doet de consument niet want hij meent er toch geen verstand van te hebben en het helpt dat de meeste protesten algemeen en indirect worden geformuleerd. "We hebben 25 jaar geleden onder druk van de overheid al zo veel gedaan om de ammoniakuitstoot te verminderen". De boer is standvastig in zijn weerstand en zelfs de (drog)redenatie “ik ben het er niet mee eens en daarom kunnen deze feiten niet kloppen” wordt door de burger braaf geslikt. Stemmenkanon Annie Schreijer-Pierik van het CDA appelleert, net als boer Koekoek vroeger, aan een soort underdog-gevoel bij een deel van de Nederlandse kiezer. Het praten met een regionaal accent en dialect suggereert authenticiteit. Wie kritisch nadenkt, prikt het zo door.

In een serie van vijf verhalen onderzoekt de Volkskrant Nederland varkensland.

Citaat vanuit het perspectief van de varkenshouder.

Stiphout (49), met 365 zeugen en 3.000 vleesvarkens de gemiddelde ­Nederlandse varkenshouder, lacht om die industriële interpretatie van zijn werk. ‘Ik verzorg ze ’s ochtends en ’s avonds, geef ze te eten, speeltjes en ik heb ze in hun leven zeker twee keer in mijn handen gehad’, zegt de varkensboer, die ook bestuurslid is van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV). ‘Ik zie dat niet als een industrie’.

Vleesvarkens met speelketting als enige afleiding
Vleesvarkens met speelketting als enige afleiding

Citaat vanuit het perspectief van de consument.
Bij het zien van de nauwe kooien waarin zijn zeugen hun pasgeboren biggen voeden of de raamloze hokken waar vleesvarkens iets meer dan een vierkante meter hebben, zullen veel getuigen tot een andere conclusie komen. Zij schrikken als zij zien hoe varkens in hun ogen als productie-eenheden worden behandeld. Terwijl de boer oprecht in de overtuiging leeft dat hij er naar eer en geweten alles aan doet om de voedselveiligheid op een nette manier te waarborgen. Stiphout: ‘Je doet het goed, dat mogen mensen ook best eens tegen de boer zeggen’.

Citaat uit aflevering 2:
Biologische varkensboer Overesch is sceptisch over het varkensgeluk in de gangbare veehouderij. ‘De vraag is niet of het kan, maar of we het moeten willen’, zegt hij. ‘We moeten eens af van die wedloop naar steeds meer, steeds groter, steeds efficiënter, steeds goedkoper. Nederland hoeft de wereld niet te voeden. Ik geloof in kleinschalige kringlooplandbouw, waarbij de varkens met hun mest in dienst staan van de akkerbouw, net als vijftig jaar geleden. Waarom zouden wij als klein land varkensvlees aan China moeten leveren en daarvoor ook nog eens veevoer uit Zuid-Amerika halen’?

Meer lezen? Volg de Volkskrant of lees de opzettelijke spraakverwarring tussen boer, burger en ambtenaren.

Voor wie direct een oplossing zoekt voor zichzelf en een knagend geweten: Welke toekomstvaste beslissing kun je nu al nemen?

07 juni 2018

Het risico van ongebreideld automatiseren via melkrobots

Regisseur Vuk Janić maakte de film ‘Het mysterie van de melkrobots’ over de overleving van hun bedrijf die vele boeren in Nederland dagelijks voeren. Doel van de film is om de agrarische sector en de maatschappij met elkaar te verbinden.
De film gaat over Johan van Rijthoven, die een gezond melkveebedrijf wil overdragen aan zijn kinderen. Maar een grote investering loopt spaak: zijn koeien willen om onbekende redenen niet meer gemolken worden door de melkrobot. Zijn bedrijf wordt hierdoor met de financiële ondergang bedreigd. De boer is bereid om al zijn grond te verkopen om het voorbestaan van het bedrijf te garanderen. Om een faillissement te voorkomen, bindt de melkveehouder de strijd aan met een multinational die hem de drie melkrobots levert en de dealer die de robots onderhoudt. Een strijd die leidt tot confrontaties met zichzelf, met zijn directe omgeving en met onbeheersbare krachten op zijn erf.

Adviseurs van de Rabobank overtuigden van Rijthoven om de aanschaf van drie melkrobots te doen ter waarde van meer dan 1 miljoen euro. Samen met de uitbreiding van de veestapel zou van Rijthoven meer tijd overhouden en geld kunnen verdienen.

Koeien laten zich niet zomaar melken door een robot. Om hen naar binnen te lokken in de melkrobot krijgen ze bix, krachtvoer. Een computer houdt bij hoeveel en hoe vaak. Tijdens het melken in de robot wordt gemeten wat de samenstelling en hoeveelheid is van de melk. Deze manier van werken heeft voor- en nadelen. Voordeel is dat er vrijheid en tijd kan worden gewonnen en automatisch informatie wordt verzameld. Nadeel is dat het veel geld kost die door uitbreiding van de veestapel moet worden terug verdiend en dat er minder direct contact is tussen de boer en de koe en zo signalen van verminderd welzijn kunnen worden gemist.
Van Rijthoven werd steeds wanhopiger toen een financieel debacle dreigde en zette zelfs een energetisch adviseur in. Helaas, ook die kon geen rationele steun geven over waar de weerstand van de koeien tegen de melkrobot door werd veroorzaakt.
De film legt zoveel mogelijk alleen vast maar laat ook weg.
Een belangrijke vraag die onbeantwoord blijft is waarom de boer en de agrosector zich geen rekenschap geven van de keerzijde van de wens tot groei.
Al tientallen jaren worden melkveehouders gewaarschuwd voor de grens aan de draagkracht van de natuur, het milieu en het dierenwelzijn. Maar de verlokking van het grote geld, de status van grote en daarmee schijnbaar succesvol boer zijn, heeft zijn voor boeren onverwachte terugslag.
Boeren mogen dan wel verknocht zijn aan het boer zijn, zo zeer zelfs dat ze bij wijze van spreken "boerderij" of "koe zijn", ze zijn niet opgewassen tegen de nadelen van ongebreidelde groei. Ze raken steeds meer vervreemd van de natuur en van zichzelf.

De film verbindt deels boer en burger, maar ook hier kan de verbinding onverwachte en door de sector onbedoelde effecten hebben. Het leed van de individuele boer kan worden voorkomen door op het niveau van de sector duidelijke en consequente grenzen te stellen aan de manier van bedrijfsvoering. En dat is een taak waarin bank, burger, kiezer, overheid en politiek moeten samenwerken aan het verminderen van toekomstige problemen van de huidige geldbeluste manier van omgaan met natuur, milieu en dieren als bron van voedsel.

22 november 2014

Vogelgriep weerspiegelt een zieke sector

Een onooglijke levensvorm, het vogelgriepvirus, genesteld in vrije en gevangen dieren decimeert de ambitie van de pluimveehouderij om de wereldmarkt te veroveren.
De sector is koortsachtig bezig de epidemie in te dammen en kijkt paniekerig om zich heen wie het de schuld in de schoenen kan schuiven. Dat moet, want waar moet anders de rekening voor de economische schade worden ingediend. Het leek de pelsdierhouderij ook te lukken, dus waarom zij niet?
Er is een alternatief, een gezonde koers. Laten u en ik, -wij-, er simpelweg voor kiezen om niet meer te geloven in de mooie praatjes over de “onschatbare” bijdrage aan de economie en welvaart van deze ten dode opgeschreven sector. Laten we zelf nadenken en voor gezonde voeding kiezen die geproduceerd is met meer dan alleen het doel om snel en veel geld te verdienen. En u hoeft er ook nog niet eens iets voor te doen, alleen bewust te worden wat te laten.

Voor wie geen idee heeft wat dat inhoudt, er is tijd genoeg. Het antwoord is overal te vinden voor wie het zien wil.

Redacteur van de Boerderij, Jan Vullings, schreef onder de titel "overtreffende trap in de schademeldingen".
"De voormannen hanteren de zwartste scenario's. Het is een ingeburgerd gebruik. Of het nu om noodweer, Russische boycot, voedselaffaire of dierziekte-uitbraak gaat. Het oogmerk is ook duidelijk: compassie, vergoeding, tegemoetkoming of versoepeling van regels. Begrijpelijk. Maar als iedereen het doet, nivelleert de impact. Zeker ook als later blijkt dat de échte bedragen lager uitvallen".

Zie ook het artikel "Burger laat zich door de boer een oor aannaaien".

08 mei 2014

Waarom Ewald Engelen lijstduwer voor de Europese verkiezingen is

Naast financieel geograaf en polemist is Ewald Engelen sinds kort ook politiek actief, als lijstduwer voor de Partij voor de Dieren in Europa. Omdat de tijd van meedenken plaats heeft gemaakt voor tegendenken. En omdat de vleesindustrie opvallend veel parallellen vertoont met de financiële sector.

Op de site van De correspondent schrijft hij:

En laat er geen misverstand over bestaan: Nederland speelt in deze geografisch uitgedifferentieerde productieketens een sleutelrol. Niet alleen is Nederland met pakweg 12.000 miljard euro aan in- en uitstromend kapitaal een van de grootste belastingdoorvoerhavens ter wereld.Een eerder stuk over Nederland als belastingdoorvoerhaven. Met pakweg 550 miljoen kadavers per jaar, die ons ongeveer 7 miljard euro opleveren, zijn we ook een van de grootste slachthuizen van de wereld. Bloodlands en killing fields – maar dan op z’n Nederlands: dieren, om er aan te verdienen.

Meer lezen? Klik hier.

20 juni 2012

Minder agrolobbyisten op de kandidatenlijsten

De Tweede Kamer is lang de plek geweest waar de agrolobby haar belangen bovenmatig wist te verdedigen. Gelukkig gaat de wind uit een andere hoek waaien, maar waakzaamheid blijft geboden.
Tweede Kamerlid Ger Koopmans van het CDA keert niet terug in de Tweede Kamer. De Limburger was jarenlang de landbouwwoordvoerder van de partij.
Ook Kamerlid Henk Jan Ormel keert niet terug op de CDA-kandidatenlijst. Hij hield zich op veehouderijgebied bezig met diergezondheid.
De hoogstgeplaatste boer op de voorlopige lijst van het CDA op plaats 9 is Jaco Geurts. Hij is landelijk secretaris van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders.
Eerder gaf VVD-Tweede Kamerlid Janneke Snijder al aan niet terug te keren in de Tweede Kamer. Esmé Wiegman, landbouwwoordvoerder van de ChristenUnie, keert evenmin terug.

02 februari 2012

Passanten zouden gewaarschuwd moeten worden voor besmettingsgevaar

Plaatsen waar veel dieren op een klein oppervlakte worden gehouden kunnen een bron van ziektekiemen zijn die gevaarlijk zijn voor de mens, met name voor de nog ongeboren vruchten. Voorbeelden van dergelijke zoönoses zijn de Q-koorts en het Schmallenberg virus. Dit is mede de reden dat boeren hun vee liever het hele jaar door op stal houden. Maar de afsluiting van de stallen is niet hermetisch. Kleine insecten als de knut kunnen de dieren prikken en naar buiten vliegen en virussen op anderen overdragen. Ook de mest die wordt uitgereden kan een besmettingsgevaar opleveren. Daarmee staan boeren voor een dilemma: mest kan bijdragen aan de vruchtbaarheid van het land, maar ook een gevaar voor de gezondheid zijn. Hoeveel moet een boer investeren in preventie van deze schadelijke gevolgen? In de praktijk wordt deze investering lager gekozen dan later verstandig blijkt, omdat anders de kostprijs van de dierlijke productie te hoog is om nog met het buitenland te kunnen concurreren.

Omwille van de volksgezondheid zou het goed zijn als mensen die zich in de buurt van een boerderij ophouden gewaarschuwd zouden worden voor het gevaar van besmettingen. Maar dat is lastig af te dwingen want het is geen fraaie bijdrage aan het imago van de agrosector.

De PvdD stelt hierover vragen aan de minister:

Vragen van het lid Hazekamp (Partij voor de Dieren) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het advies om zwangere vrouwen te waarschuwen voor het Schmallenbergvirus

  1. Kent u het bericht ‘Waarschuw zwangeren voor Schmallenberg?
  2. Bent u met huisarts Olde Loohuis van oordeel dat geen risico’s genomen mogen worden met kwetsbare groepen mensen in relatie tot het Schmallenbergvirus, zoals eerder wel gebeurde met betrekking tot de Q-koorts? Zo nee, waarom niet?
  3. Deelt u de mening dat er geen eenduidige gegevens zijn over de infectieroute en de verspreiding van het Schmallenbergvirus en dat derhalve overdracht van het virus naar mensen niet kan worden uitgesloten? Zo nee, waaraan ontleent u die zekerheid? Zo ja, deelt u de mening dat gelet op het voorzorgsprincipe preventieve maatregelen om besmetting van mensen te voorkomen gerechtvaardigd zijn?
  4. Is het waar dat artsen onvoldoende alert zijn op de risico’s van zoönoses en het ontstaan van (nieuwe) zoönoses? Zo nee, waaraan ontleent u die zekerheid? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen om dit te verbeteren?
  5. Bent u van oordeel dat zwangeren en andere kwetsbare groepen voldoende gewaarschuwd worden dat zij (en hun ongeboren kind) kwetsbaar zijn voor zoönoses en derhalve beter uit de buurt van bijvoorbeeld stallen van veebedrijven en kinderboerderijen kunnen blijven? Zo ja, waar baseert u zich op? Zo nee, welke maatregelen gaat u nemen om de voorlichting aan zwangeren en andere kwetsbare groepen te verbeteren?
  6. Bent u bereid de adressen van bedrijven waar het Schmallenbergvirus is vastgesteld openbaar te maken, zodat zwangere vrouwen en andere kwetsbare groepen hun eigen afweging kunnen maken met betrekking tot hun veiligheidssituatie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en op welke wijze?
  7. Bent u bereid op korte termijn nader onderzoek in te stellen naar de mogelijke gevaren van het Schmallenbergvirus voor mensen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze?

05 juni 2011

Protesten Europa tegen Russische groenteboycot nogal schijnheilig

Rusland heeft de grenzen gesloten voor alle groenten uit Europa. Ze voelen er daar niets voor om de EHEC-bacterie te importeren, en gelijk hebben ze. Bovendien voelen ze er niets voor om een tsunami aan goedkope Europese groenten de eigen Russische groentetelers om zeep te laten helpen, en gelijk hebben ze.

Intussen hebben beroepsorganisaties en Europese politici, staatssecretaris Henk Bleker voorop, woedend gereageerd. Ze vinden de Russische importstop een schandalig overtrokken reactie. En dus hebben de Europese politici, staatssecretaris Bleker voorop, zeer beheerst gereageerd: als de Russen niet als de sodemieter hun importstop opheffen, kunnen ze hun eventuele toegang tot de WTO (Wereldhandelsorganisatie) wel op hun buik schrijven.

Dat is nog eens hoge-school-politiek. Krijg je een koekje van eigen deeg, en dan begin je wild om je heen te slaan.

De Russische boycot van Europese groente is volledig terecht. De feiten: in Duitsland zwerft een dodelijke bacterie rond. Volgens de Duitse autoriteiten zat die eerst in de komkommer, maar nu weten ze dat niet meer zeker. De Duitse autoriteiten gaan er nog wel van uit de besmetting met de bacterie via groenten verloopt. Ze weten alleen niet welke. De Duitse consument is er zo bang voor, dat ze massaal geen verse groenten meer koopt. Wie boycot hier nu eigenlijk wat?

Tsja. Dan is de keuze voor een groenten-importeur die gezondheid van het eigen volk serieus neemt, niet zo moeilijk: eet het lekker zelf op. Europa zou in het omgekeerde geval precies hetzelfde hebben gedaan.

Dan is er nog de onmiskenbare financiële kant van de zaak. Normaliter gaat, om bij Nederland te blijven, ruim de helft van de hier geteelde groenten naar Duitsland.
Een procentje of 4, 5 gaat onder normale omstandigheden naar Rusland waar het kapitaalkrachtige deel van de burgers genoeg roebels heeft om de voor Russen relatief dure Europese groenten te kunnen kopen.

Omdat de Duitsers gestopt zijn met groenten te eten, kunnen de Nederlandse telers hun producten niet kwijt, en dus keldert de prijs. Groenten met een extreem lage prijs zoeken nu hun weg naar Rusland. Prachtig toch. Kan een arme Rus ook eens Europese groenten eten. Niet dus, want die extreem goedkope Europese groenten stoot letterlijk het brood uit de mond van de Russische boer en tuinder.

De export van nu extreem goedkope groenten naar Rusland is niets meer of minder dan ordinaire dumping. Europa heeft met deze smerige praktijken al decennia lang de mondiale zuivelmarkten, graanmarkten en vleesmarkten verpest. De Russen hebben er terecht weinig zin dat dat nu met de groenten nog eens even dunnetjes wordt overgedaan.

Tegen die achtergrond zijn de Europese protesten tegen de Russische importstop nogal schijnheilig. We doen elk jaar precies hetzelfde.

Als in het voorjaar hier tomaten worden geteeld tegen een hoge kostprijs (er moet dan veel aardgas worden gestookt om de kassen te verwarmen) houden we de grenzen voor goedkope tomaten uit Marokko tegen. Niet via een precieze importstop, maar met hoge importbelastingen die hetzelfde effect hebben.

En als het nodig is haalt Europa zelf het phyto-sanitaire argument (er zitten beestjes of gif op uw spullen, dus we sluiten even de grenzen) van stal om de eigen boeren of tuinders te beschermen.

Het Europese, nogal hard geformuleerde, protest tegen de Russen importstop is niet alleen schijnheilig. Het is ook nog linke soep. Europa heeft zich nogal afhankelijk gemaakt van Russisch aardgas.
Niets menselijks is de Russen vreemd. Dus kan het zo maar gebeuren dat als ze zich een beetje al teveel beledigd voelen door de Europese protesten van vandaag, er komende winter opeens een technisch probleem in de gasleverantie optreedt.
Je weet het met die Russische pijpleidingen maar nooit.

12 mei 2011

Nederlandse intensieve veehouders spreken niet de waarheid over waarom vlees zo goedkoop is

Nederlandse veehouders voelen zich niet gewaardeerd door de Nederlandse samenleving, zo blijkt uit het onderzoek naar de megastallen door bureau Veldkamp.

De veehouders vinden een debat over megastallen een goed initiatief mits er voor wordt gezorgd dat de uiteindelijke beslissing op rationele argumenten wordt genomen. Een belangrijke voorwaarde voor een debat is volgens hen: ‘... eerst zorgen dat iedereen dezelfde kennis heeft.’ Volgens hen zou bijvoorbeeld onder de aandacht van de burger moeten worden gebracht dat een kilo heel goedkoop vlees alleen maar zo goedkoop kan zijn, omdat het is ingevoerd uit landen waar de regelgeving veel minder streng is dan in Nederland.

Dat is een merkwaardige opvatting. In ons land worden drie keer zoveel dierlijke producten geproduceerd dan in ons land wordt geconsumeerd. Twee derde is bedoeld voor de export en kan op buitenlandse markten in prijs concurreren omdat het in ons land grootschalig wordt geproduceerd tegen slechte dierenwelzijnsomstandigheden. Er zijn in ons land veel regels tav dierenwelzijn, maar omdat deze in de praktijk vrijwel niet gecontroleerd worden, drukken deze regels nauwelijks op de kostprijs van vlees en zuivel. Hoe zou een Nederlandse boer anders kunnen concurreren met zijn buitenlandse collega’s waar de voorwaarden om goedkoop en verantwoord te produceren vaak beter zijn?
Verstaat een Nederlandse boer zijn vak dan beter? Hij zou het de consument wel graag doen geloven met de universiteit van Wageningen achter zich, maar helaas: niets is minder waar.
Omdat er in ons land zoveel vlees en zuivel wordt geproduceerd is er een grote verwerkende industrie die ook vlees en zuivel uit het buitenland importeert. De supermarkten kunnen dus kiezen welk vlees zij aan de consument aanbieden. Veehouders produceren voor het buitenland en Nederlandse consumenten krijgen goedkoop vlees aangeboden uit eigen en buitenland.
Er wordt gewoon langs elkaar heen gepraat. Zelfs wanneer alle Nederlanders vegetariër zouden worden dan zou dat de Nederlandse intensieve veehouders niet raken zolang dit ook niet geldt voor de buitenlandse consument want hun producten worden in het buitenland afgezet. Waarom zouden de veehouders dan klagen, want de buitenlandse consumenten weet vrijwel niets over de Nederlandse omstandigheden van het vlees en zuivel dat zij kopen.
Hoe kan een Nederlandse veehouder waardering verwachten voor een ondernemer die geld verdient ten koste van de eigen omgeving door het milieu te belasten, het aanzicht van het platteland te verzieken met megastallen en ook nog geen kwaliteit te geven aan het welzijn van dieren in de afgesloten stallen?
Laat de overheid de Nederlandse agrosector ook de kosten van de bedrijfsvoering (vervuiling) doorberekenen in plaats van af te wentelen op de Nederlandse belastingbetaler en te ondersteunen met EU subsidie. Dan is het gauw gedaan met de oneerlijke concurrentie van de intensieve veehouderij met de goedwillende kleinschalige ondernemer die zijn dieren buiten wil laten lopen in natuurlijke omstandigheden.

16 februari 2011

Wartaal over verzet tegen megastallen gebaseerd op wetenschappelijke aanspraken

Dick Veerman schrijft columns op foodlog. Nu zijn columns bedoeld om te prikkelen, maar je kunt ook de plank misslaan. In zijn column schrijft Veerman dat er sprake is van een volksopstand tegen de megastallen die zich spreidt van provincie tot provincie. Hij wekt met demagogische schijnverbanden de suggestie op dat dit volksopstand dom zou zijn en onwetenschappelijk. Verder roept hij de “angst” op dat een economische sector (de agrobusiness) zou worden afschaft, wanneer de veestapel zou worden ingekrompen tot een derde. Die inkrimping met een derde wordt door sommigen bepleit omdat die omvang gelijk is aan de Nederlandse consumptie van dierlijke producten en een dergelijke belasting van het milieu nog wel is te doen wanneer ook de dieren buiten zouden lopen. De Nederlandse veehouder is veelal gericht op de export. De voedselbehoefte zou met de groeiende wereldbevolking in de toekomst stijgen en daarmee de voedselprijzen.
Je kunt dus veilig stellen dat alle boeren met megastallen klaar zijn voor de toekomst. Volgens Veerman moeten we de keuzen die we maken op het terrein van voedselproductie benoemen bij hun wetenschappelijke en koelbloedige naam, zodat we het weten waar we het over hebben. Maar de wetenschap en de geschiedenis hebben allang duidelijk gemaakt dat een gezond platteland wordt gekenmerkt door kleinschaligheid en dieren in de wei. Grootschaligheid en dieren op stal zijn het gevolg van economische keuzen en die zij vooral politiek.
Weg met de demagogie en leve het gezonde verstand!

Voor een overzicht van drogredenen ingezet om dierenleed en bio-industrie te verdedigen, klik hier.

18 april 2009

Hoe moffel je een megastal weg?

De ene groep boeren dringt de andere groep uit de markt. Alleen degenen die groot denken zullen nog een tijdje overleven. Daarmee komt het einde van de bio-industrie een stap dichterbij. Maar eerst moet de Nederlandse burger nog de horizonvervuiling verdragen van de megastallen die gebouwd worden voor koeien, varkens en kippen.
Grote veestapels bijeen in 1 stal maken bedrijfsvoering relatief goedkoop. Het vooruitzicht op een groeiende afzet in een globale markt, maakt dat de moderne boer haast heeft en dat alle zeilen worden bijgezet in een discutabel politiek maatwerk.
Het aantal grootschalige boeren is niet zo groot en de aanslag op het landschap des te meer. De provincie stuurt daarom de ambtenaren de boer op van de megalomanen onder de veehouders. In zogenaamde keukentafelgesprekken wordt ervoor gezorgd dat de boer zo snel mogelijk zijn zin krijgt en dat het resultaat zo min mogelijk uit de toon valt in het landschap.
Omdat er veel geld valt te verdienen zijn ook de architecten van de partij. Evenals de universiteit van Wageningen. Zij onderzoekt hoe het zou kunnen, desnoods voor het gehoor van het buitenland, dat vervolgens dankbaar de concurrentie met de Nederlandse boer aangaat en daarmee de sector versneld om zeep helpt. De Nederlandse boer neemt over wat hem geld oplevert en laat achterwege wat het dier welzijn zou opleveren.
Prijsvragen worden uitgeschreven, erfbeplanting begroot, iedereen werkt samen om de grootse dromen van de laatste veehouders te verwezenlijken. Brutalen bebouwen de halve wereld.
Bijna niemand die nog vraagt of het allemaal nog leidt tot verhoging van het dierenwelzijn. De dieren komen niet meer buiten, hoogstens gelucht op de binnenplaats of een uitzondering, breed uitgemeten in de pers, daargelaten. Binnen wordt met minimale middelen de arbeid wegbezuinigd en aan de koe of het varken met nog wat lapmiddelen wordt de suggestie van welzijn gegeven. Melkrobots, roterende borstels, waterbedden en computergestuurde voeding moeten het oog van de meester vervangen. Het oog van de meester maakte mogelijk vroeger varkens vet, maar in de moderne stal zijn de koeien mager, uitgemolken tot op het bot.
Kan de burger uit de stad die vanwege de economische crisis een extra vakantie op het platteland dit zien aan de buitenkant? Het is maar de vraag of hij een stal herkent, want er is alles aangedaan om niet op te vallen: geen verrommeling meer en dichte erfbeplanting onttrekken de grootschalige bedrijfsvoering zo veel mogelijk aan het oog.
Misschien ziet de naïeve toeristische fietser de mestvergister als een fata morgana van een oosterse kathedraal, in plaats van een fabriek waarin afval en mest tot energie wordt opgewerkt met 50% subsidie van zijn zuurverdiende belastingcenten. Zou hij zo naïef zijn om te denken dat de biologische boer minder megalomaan is?

Dit alles omdat de moderne boer een ondernemer is geworden, die zijn geld verdient op verre markten. Vroeger bracht de boer de opbrengst naar de lokale markt. Nu is hij slaaf geworden van de verwerkende agro-industrie, die haast heeft in de slag om de wereldmarkt.

12 december 2008

Burger laat zich door de boer een oor aan naaien

De Nederlandse landbouw is er een meester in om haar ware gezicht te verhullen achter een sluier van hele leugens en halve waarheden. De rauwe werkelijkheid van de Nederlandse landbouw is dat er op nog nooit vertoonde schaal dieren worden mishandeld, het milieu wordt verpest, de biodiversiteit en de leefbaarheid op het platteland om zeep worden geholpen en dat aan het klimaat onomkeerbare schade wordt toegebracht.

Zoals bij de behandeling van de landbouwbegroting door fractievoorzitter Thieme van de Partij voor de Dieren werd opgemerkt: ‘Dierenleed en klimaatschade. Dat is het werkelijke exportproduct van de Nederlandse bio-industrie’.

Af en toe wordt een tipje opgelicht van de sluier die de Januskop van de Nederlandse landbouw doorgaans bedekt, maar dan nog is het voor de burger lastig om te zien wat er eigenlijk aan de hand is.

Wat te denken van de volgende krantenkop: ‘EU-rekenkamer: cross-compliance niet effectief’.

Niet bepaald een uitnodiging om er als lezer eens even goed voor te gaan zitten.
Dat is jammer, want de agro-geheimtaal achter deze krantenkop betekent dat de boeren directe inkomenssteun krijgen. In ruil daarvoor zouden ze een tegenprestatie leveren, maar dat doen ze niet.

Het gaat daarbij niet om klein bier. De Nederlandse boeren, akkerbouwers en melkveehouders, verdelen jaarlijks samen onderling zo’n €400 miljoen aan directe inkomenssteun. Die €400 miljoen is een jaarlijks terugkerend cadeautje, want ze doen er niets voor terug.

En de boerenvoormannen maar met een stalen gezicht volhouden dat de boeren geen subsidie meer krijgen.

Strikt genomen hebben ze daarin gelijk, maar ze vergeten er bij te zeggen dat de subsidies zijn vervangen door directe inkomenssteun. Doodgewone bijstand dus. Al wordt de vraag of men daarvoor in aanmerking komt voor boeren niet bepaald door een gemeente-ambtenaar, en een limiet aan de hoogte van de uitkering is er al helemaal niet.

Bovendien vinden boeren zichzelf geen steuntrekkers, maar agrarische ondernemers. En dus heet de bijstand voor de melkveehouders ‘melkpremie’ en heet de bijstand voor de akkerbouwers ‘hectare toeslag’.

Deze directe inkomenssteun is overigens binnen de kaders van internationale handelsverdragen verboden. Maar daar heeft de agrolobby de zogenoemde ‘cross-compliance’ voor uitgevonden.
Een deftige term die niet veel meer betekent dan 'voor wat, hoort wat'.

Omdat de boeren een tegenprestatie leveren is de inkomenssteun dus eigenlijk geen steun, maar een vergoeding voor geleverde diensten en dan mag het volgens de handelsverdragen weer wel. De Europese rekenkamer zegt nu echter dat er geen of een onduidelijke tegenprestatie wordt geleverd.

Er is in Brussel vastgelegd dat in ruil voor de inkomenssteun de boeren aan plattelandsbeheer moeten doen. Maar wat ze moeten doen is niet gedefinieerd, omdat de agrolobby dwars ligt over die definities.
En dus doen de boeren niets aan plattelandsbeheer, maar incasseren wel de steun.

Ook over de regels met betrekking tot dierenwelzijn, zorgt de agrolobby er voor dat het uiterst schimmig blijft wat onder die regels moet worden verstaan. En dus gaat de veehouderij onverminderd en ongehinderd door met grootschalige dierenmishandeling en incasseert wel de steun.

Er verandert dus in Europa op landbouwgebied helemaal niets. De geldkraan naar de boerenhoeven blijft, betaald door de burger, gewoon wagenwijd open staan. En de boeren hoeven er nog steeds geen fluit voor te doen.

Zo laat de Europese burger zich nog steeds door de boer een oor aan naaien.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.