Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label actie voeren. Alle posts tonen
Posts tonen met het label actie voeren. Alle posts tonen

06 januari 2024

De schade van een te grote veestapel

Het is in ieders voordeel is om te beseffen waarom een te grote veestapel schadelijk is

In dit artikel een opsomming van redenen waarom de Nederlandse burger zich uit eigenbelang zou moeten verdiepen in de gevolgen de intensieve veehouderij en welke argumenten politici en actievoerders voor dierenwelzijn en bescherming van het milieu paraat zouden moeten hebben wanneer ze geconfronteerd worden met demagogie en drogredeneringen door degenen die de agrosector verdedigen.
In Nederland worden in de intensieve veehouderij heel veel dieren gehouden om via export met hun vlees of zuivel op buitenlandse markten geld te verdienen. 70 tot 80 procent van de productie wordt geëxporteerd. De producenten, verwerkers en afnemers werken daarbij niet in elkaars belang, maar zijn vooral gericht op efficiëntie. De boeren hebben veel geïnvesteerd om snel en veel te produceren en bezuinigen op dierenwelzijn, ecologie en milieu. De verwerkers proberen aan de dierlijke grondstoffen wat waarde toe te voegen en verdienen veel aan de marges. De afnemers worden op het verkeerde been gezet over de nadelen van hun voedsel.

Er zijn veel mensen die dit een normale zaak vinden, waarschijnlijk omdat we als kind ingepeperd zijn met een soort trots op nationale productie ook al is het een ongezonde vorm van competitie. Het is een beetje logisch dat het veel moeite kost om te begrijpen dat een grote veestapel helemaal niet zo’n goede zaak is. Het draait om geld, maar het scheelt je als burger ook veel geld wanneer je je beseft dat een grote veestapel helemaal niet nodig is.
Sterker nog: iedere Nederlander zou zich er bewust van moeten zijn welke en hoeveel en welke schade wij en de dieren onder de intensieve veehouderij lijden in binnen- en buitenland.

Belangrijk is te realiseren dat die schade niet altijd in geld is uit te drukken. Bijvoorbeeld een groene weide, die zo monotoon groen is als een biljartlaken, is helemaal geen vorm van schoonheid, maar een gebrek aan biodiversiteit of erger nog een vorm van doodsheid. Die doodsheid is in het belang van de veehouder, want zo kan hij snel en zonder onnodig zeldzame dieren te doden het gras oogsten en mest uitrijden.
Wat een gevolg is van de overproductie van mest als gevolg van de te grote veestapel is de uitspoeling naar het oppervlaktewater. Nederland heeft op papier een goede kwaliteit drinkwater, maar moet daar veel moeite voor doen om dat niveau te handhaven. Het is ook een kwestie van definitie of wij goed drinkwater hebben want het is wel degelijk vervuild. Maar vrijwel elke ongewenste vervuiling kan in de praktijk gehouden worden onder maximaal toegelaten normen en zo kan het drinkwater de kwalificatie goed krijgen, terwijl het eigenlijk niet gezond is. Eerlijk is eerlijk, de vervuiling van het oppervlakte- en grondwater wordt niet alleen door veehouders veroorzaakt, maar wel overwegend.

De Nederlandse veehouderij wordt met (Europese) subsidie in de benen gehouden, terwijl de individuele boeren zichzelf het liefst zien als zelfstandig ondernemer. Maar een echte zelfstandige ondernemer wordt alleen tijdelijk gesteund door de overheid wanneer hij kan aantonen dat zijn bedrijf in de afzienbare toekomst economisch zelfstandig en maatschappelijk en ecologisch verantwoord kan functioneren. Maar de rauwe werkelijkheid van de intensieve veehouderij en landbouw is dat het per saldo (na optellen en aftrek van de kosten en baten) niet bijdraagt aan de economie en ook nog eens de helft van het landoppervlak in gebruik heeft. Dat beslag op het landschap zou misschien nog te verdedigen zijn wanneer het gebruik daarvan een ecologische kwaliteit heeft, maar die wordt al tientallen jaren steeds minder en gaat samen met afnemende biodiversiteit. Er valt domweg steeds minder te beleven in de natuur op het platteland.

Ook ecosystemen in het buitenland hebben te lijden onder de bomenkap voor het verbouwen van veevoeder als sojaproducten dat door ons land wordt ingevoerd en doorgevoerd. De invoer en doorvoer van landbouwproducten verstoort de kwetsbare balans in buitenlandse markten, omdat locale boeren de markt worden uitgedrukt.

Het is de belastingbetaler die opdraait voor het opruimen van de vervuiling, veroorzaakt door de overproductie van mest. Die belasting wordt op diverse manieren geïnd: via waterschapsbelasting, de jaarlijkse belastingaangifte en via de ziektekostenverzekering. Vlees en zuivel vallen zo alsnog duur uit.

Er wordt door de agrosector vaak geklaagd over de vele regels die de EU in Brussel hen oplegt. Er is bijna niemand die doorvraagt of die klachten wel terecht zijn en die zich afvraagt waarom de EU zoveel regels heeft opgesteld. De reden is dat de individuele boeren in ons land zo vaak over de ecologische grenzen zijn gegaan dat de overheid wel moest ingrijpen. Helaas heeft de overheid te weinig aandacht besteed aan de handhaving van de regels en heeft te vaak verzuimd om de burgers uit te leggen waarom zij de regels hebben opgesteld. De veehouders zijn er gewend geraakt aangeraakt dat ze in de praktijk gewoon hun gang konden gaan op de manier dat ze zelf wilden zonder kans op boetes. Daarnaast hebben veel burgers om oneigenlijke redenen gedacht hun eigen ongenoegen over de onzekerheid van het bestaan te kunnen projecteren op de klachten van de veehouders. Het is een onterechte steunbetoging en solidariteit van de burgers om bij de verkiezingen hun stem te geven aan politici en lobbyisten die voortdurend proberen noodzakelijke maatregelen tot bescherming van natuur en milieu te boycotten, te vertragen en af te zwakken.

Er is nog veel meer leed dan de dood in het slachthuis

  • Het korte leven in afgesloten stallen.
  • Geen natuurlijk gedrag mogelijk.
  • Het lange transport naar de slachthuizen.

De bedrijfsvoering in de intensieve veehouderij is strak gepland. Een dier blijft niet korter of langer op het bedrijf dan economisch optimaal is. De verzorging is afgesteld op snelle groei en minimale kosten. Er is niet of nauwelijks aandacht voor het natuurlijke gedrag. Ook de verveling die dat oplevert is dierenleed.
De transport naar het slachthuis in binnen- en buitenland is voor de dieren stressvol omdat ze niets gewend zijn, terwijl een deel van de redelijk intelligente dieren ook het donkerbruine vermoeden heeft wat hun trieste lot is.

Samenvatting waarom de weg van de intensieve veehouderij doodloopt

  1. De intensieve veehouderij draagt per saldo niet bij aan de Nederlandse economie.
  2. Teruggang in biodiversiteit betekent teruggang in de kwaliteit van leven van mens en dier.
  3. Vervuiling van oppervlaktewater met meststoffen leidt tot verslechtering van de gezondheid van mens en dier.
  4. Jarenlange opstapeling van mest- en gifstoffen ondermijnt de levenskracht van een ecosysteem.
  5. Ook in het buitenland wordt schade berokkend aan ecosysteem en marktverhoudingen.
  6. Intensieve veehouderij kent meer dierenleed dan alleen het abrupte einde van het dierenleven in het slachthuis. Ook het leven in de stallen daarvoor en bij het transport ernaartoe is vol leed.

Op dit blog en op de website van Animal Freedom wordt onderbouwd hoe een en ander in detail in elkaar steekt.

30 augustus 2023

Dierenrechten baseren op lijden of op vrijheid?

Anders geformuleerd, beter begrepen?

Wanneer dieren zichtbaar (kunnen) lijden roept dat bij ons compassie op. Dit heeft in mijn ogen te weinig relevantie voor dierenrechten. Die zouden op gelijke basis voor alle dieren moeten gelden.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen zouden legaal moeten worden ondersteund wanneer zij opkomen voor dieren die onrecht wordt aangedaan. Ook wanneer zij geen direct belang bij het lijdende dier hebben.
Mens en dier zijn intrinsiek evenwaardig in het recht op vrijheid.

Heeft intrinsieke waarde wel inhoud?

Met deze drie statements maak ik graag een nuancering bij de heersende opvattingen in de wereld van mensen die opkomen voor dieren. Ik ben van mening dat te vaak het paard achter de wagen wordt gespannen en dat mensen die zich opwerpen als dierenbeschermers zich soms naïef met een kluitje in het riet laten sturen. Toen in de 80-er jaren van de vorige eeuw de eerste protesten in de samenleving opkwamen tegen de bio-industrie kwam een ambtenaar op het idee om te verklaren dat dieren intrinsieke waarde oftewel eigenwaarde hebben. Dat begrip is vervolgens door vriend en vijand van de bio-industrie omarmd, in mijn ogen omdat elke partij een vertaling projecteerde op het begrip dat paste in het eigen kader en frame. Een intrinsieke waarde is een waarde die per definitie valt buiten het menselijke voorstellingsvermogen. Een boer met bio-industrie kan dit begrip dus veilig omarmen om vervolgens dieren te behandelen zoals hij zelf wil. Menig dierenrechtenactivist heeft aan de grote mate van instemming de valse hoop opgevat dat er vervolgens veel ten goede zal veranderen wanneer het begrip in de wet wordt opgenomen. Quod non. Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald.
Dus voor het juiste begrip: zichtbaar en vermeend lijden roept compassie op; mens en dier zijn qua gevoelens verschillend, maar op één vlak evenwaardig, namelijk in het recht op vrijheid; en het recht op vrijheid is intrinsiek aan alle levende wezens door de natuur meegegeven.

Welke rechten hebben boerderijdieren?

Deze dieren horen (geformuleerd volgens Brambell) te zijn:
1.    vrij van dorst, honger en onjuiste voeding;
2.    vrij van fysiek en thermaal ongerief;
3.    vrij van pijn, verwonding en ziektes;
4.    vrij van angst en chronische stress;
5.    vrij om hun natuurlijke gedrag te vertonen.

De eerste vier vrijheden worden in de bio-industrie nog wel met wat goede wil voor de meeste dieren gehaald. Dat is ook in belang van de veehouder. De vijfde: -vrijheid om natuurlijk gedrag te kunnen vertonen- kost de veehouder in de bio-industrie te veel geld en wordt in de verste verte niet gehaald en domweg genegeerd. Terwijl de meeste dieren in de stal snel groeien en jong naar de slacht gaan, heeft het gebrek aan vrijheid om zich natuurlijk te gedragen, toch zijn negatieve invloed op het dierenwelzijn ondanks dat het de eerste vier vrijheden geniet.

Het is treffend dat de rechten van boerderijdieren wel geformuleerd worden in termen van vrijheid maar in de wet Dieren niet simpelweg worden samengevat in “dieren hebben recht op vrijheid”, maar als "dieren hebben een intrinsieke waarde". Dit is des te vreemder omdat we vrijheid en gelijkheid voor ons mens zelf wel opeisen. Dit alles in de geest van de Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Voor mij is dit motto het beste samengevat als “mens en dier zijn intrinsiek evenwaardig in het recht op vrijheid”. Dat gaat dieper dan een taalkwestie, omdat erkenning hiervan een ander gedrag vereist. Broederschap met dieren zouden we kunnen tonen door de samenleving en het landschap zo in te richten dat dieren vrij kunnen bewegen door het landschap (niet door de landbouwgewassen en de moestuinen natuurlijk) en dat vee naar buiten kan in de wei. De meest directe consequentie die we zouden moeten trekken om meer dieren een natuurlijk leven te geven is door een krimp in te zetten van de veestapel. Dit omdat 70-80% van de dieren worden gehouden voor de export en er dus geen enkel direct belang is om de eigen bevolking te voeden. Weliswaar kunnen wij mensen uitstekend leven zonder dierlijk voedsel, maar het argument dat mensen nu eenmaal vlees willen eten uit hardnekkige gewoonte vraagt enig geduld in de voedseltransitie.

Laten we constructief kritisch blijven

Een van de bekendste voorvechters van dierenrechten is Peter Singer. Ik ben het in grote lijnen met de opvattingen van Peter Singer eens. Wat ik merkwaardig vind is dat hij zijn boeken de titel meegeeft "Dierenbevrijding", maar dat hij dierenrechten niet baseert op het recht op vrijheid, maar op de mate waarin ze kunnen zichtbaar (kunnen) lijden. Dat werkt discriminatie tussen diersoorten in de hand. 

In september 2023 kwam zijn nieuwste boek uit waarin hij zijn voornaamste opvattingen nog eens op een rijtje zet.

Animal Liberation Now

Zie ook het interview in de Volkskrant over zijn opvattingen en boek.

23 juni 2023

Een menselijke benadering van onwillige boeren

De uitkoopregeling voor piekbelasters is een technocratische exercitie, die de relatie tussen overheid en boeren geen goed doet, schrijft Tanja van Hummel in de NRC van 22 juni.

De overheid hoopte met het lanceren van website en rekentool om uit te rekenen of zij piekbelasters zijn duidelijkheid te scheppen onder boeren.
"Maar duidelijkheid scheppen is iets anders dan vertrouwen opbouwen. Duidelijkheid scheppen doe je door feiten en argumenten op een rij te zetten. Vertrouwen bouw je op door elkaar recht in de ogen te kijken en elkaar te zien als persoon. Zolang de overheid de technocratische benadering blijft hanteren, kan de relatie tussen boeren en overheid niet hersteld worden", aldus Tanja. "Alleen een menselijke benadering van boeren helpt ons van het stikstofprobleem af". 

Welnu, laten we dit eens uitwerken.

Veel veehouders steken hun kop in het zand voor de feedback die zij vrezen en klagen dat het allemaal veel te ingewikkeld is.
Het omgaan met veehouders die zich slachtoffer voelen van restrictief overheidsbeleid kan een uitdaging zijn. Hier zijn enkele suggesties voor overheid en burgers die kunnen helpen bij het omgaan met onredelijk slachtoffergedrag.

  • Herken (overdreven) slachtoffergedrag. Voorbeelden zijn externe attributie, hulpeloosheid, onredelijkheid, passiviteit, zelfsabotage en overdreven defensiviteit.
  • Stel duidelijke grenzen en regels. Het is belangrijk om duidelijke grenzen en regels te stellen en deze consistent te handhaven. Maak ze bekend aan de veehouder en leg uit waarom ze belangrijk zijn. Dit helpt de boer om te begrijpen dat er grenzen zijn en dat er consequenties zijn wanneer deze worden overschreden. Tractoren horen niet op de snelweg. Een trekker is om het land te bewerken, niet politici.
  • Wees consequent in je reacties. Zorg ervoor dat je consequent reageert op slachtoffergedrag. Dit betekent dat je niet toegeeft aan ongepast gedrag of eisen. De boer moet begrijpen dat consequenties voortvloeien uit hun acties.
  • Stimuleer verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Geef de veehouder taken en verantwoordelijkheden die passen bij zijn of haar leeftijd en capaciteiten. Dit helpt hen om verantwoordelijkheid te nemen voor hun acties en om te leren dat niet alles vanzelfsprekend is.
  • Stimuleer empathie en waardering. Moedig de boer aan om empathie te tonen en waardering te hebben voor anderen. Dit kan worden gestimuleerd door hen te leren rekening te houden met de gevoelens en behoeften van burgers die een andere visie hebben en door hen aan te moedigen dankbaarheid te uiten voor wat ze hebben.
  • Houd vast aan financiële verantwoordelijkheid. Leer de veehouder over de risico’s van geld lenen en het belang van sparen van het milieu en rekening te houden met biodiversiteit en dierenwelzijn. Dit helpt hen om een realistisch beeld te krijgen van de waarde van immateriële zaken en om te leren omgaan met investeringen op een verantwoordelijke manier.
  • Stimuleer positief gedrag en beloon inspanningen. Prijs en beloon boeren voor positief gedrag en inspanningen die ze doen om de ecologische bedrijfsvoering te verbeteren. Dit kan variëren van simpele complimenten en erkenning tot financiële beloningen die passend zijn voor de situatie, zoals natuurbeheer en weidevogelbescherming.
  • Modelleer het gewenste gedrag. Traditionele boeren leren vaak door observatie van biologische en biodynamische boeren, dus modelleer het gedrag dat je van hen verwacht en steun dit met beleid. Wees een voorbeeld van geduld, respect, empathie en verantwoordelijkheid.
  • Bied vriendelijke en open communicatie. Creëer een omgeving waarin de boer zich veilig voelt om zijn gevoelens en zorgen te uiten. Luister actief naar hen en begeleid hen bij het begrijpen en omgaan met hun emoties op een constructieve manier.

Onwilligheid kent vele vormen. Een lastig vorm is het strooien met drogredeneringen. Hoe daar op te reageren, leest u hier. Voor een verklaring van een moedwillig onwillige houding, klik hier.

22 juni 2022

Slechte onderbouwing protest in Stroe tegen stikstofplannen

Boeren hebben 22 juni 20222 massaal geprotesteerd in Stroe tegen de stikstofplannen van het kabinet. Directe aanleiding zijn de gebiedsgerichte doelen die minister Van der Wal op 10 juni presenteerde, maar het ongenoegen is veel groter. De redactie van Agrio zette de tien belangrijkste redenen op een rij.


Argumenten Sjouke Jakobsen en Robert Ellenkamp Waarom het slechte argumenten zijn

Onteigening van boeren

Boeren dicht bij stikstofgevoelige natuurgebieden zullen volgens het voorgestelde stikstofbeleid weg moeten. Het gaat meestal om bedrijven die al generaties in de familie zijn met veel kennis van het gebied. Als het niet vrijwillig is dan gaat de overheid bedrijven dwingen, terwijl onzeker is of de natuur hiervan profiteert.
De natuur profiteert wanneer de veestapel krimpt. Wanneer een bedrijf dicht bij een natuurgebied ligt, ligt het voor de hand om die bedrijven te sluiten.




Samenleving platteland vernietigd

Het verdwijnen van veel boerenbedrijven in gebieden met een forse doelstelling betekent een kaalslag voor de plaatselijke economie. Naast boeren verdwijnt er ook een groot deel van het midden- en kleinbedrijf (MKB). Zonder economische dragers wordt de leefbaarheid van het platteland fors aangetast en verdwijnen scholen en andere voorzieningen. Dat raakt de volle breedte van de plattelandsbevolking en werkt ontwrichtend.
Wie kan onderbouwen dat boeren substantieel bijdragen aan een locale economie?  Zou het aantrekken van nieuwe bevolking niet veel gemakkelijker gaan met minder boerenbedijven in de directe nabijheid?




Toekomstperspectief ontbreekt

Ondanks de belofte ontbreekt het vanuit Den Haag aan een toekomstperspectief voor boeren. En extensiveren betekent meer kosten of minder inkomen. Dat zorgt voor een concurrentienadeel ten opzichte van andere Europese boeren die in dezelfde markt opereren.
Een verslechterde positie om te concurreren met het buitenland is een argument om te stoppen met bulkproduceren gericht op het buitenland.




Belastingbetaler betaalt 3 keer

Nederlandse burgers gaan drie keer betalen voor de stikstofplannen van het kabinet. Het kabinet wil 25 miljard euro gaan uitgeven aan voornamelijk opkoop van landbouwbedrijven, terwijl innovatie veel goedkoper is. Een kleinere landbouwsector betekent minder belastinginkomsten die elders vandaan moeten komen. Natuur moet onderhouden worden, dus gaan de beheerkosten voor de overheid omhoog.
Boerenland omzetten in natuur hoeft geen blijvende beheerskosten op te leveren. Boeren betalen liefst zo min mogelijk belasting maar zetten hun winsten liever om in investeringen gericht op schaalvergroting.  Boeren in ons land worden door de belastingbetaler in de benen gehouden. Stoppen van een deel zou belastingverlichting opleveren.




KDW normen onhaalbaar

De Kritische Depositie Waarde (KDW) is in de praktijk ongeschikt als instrument om de natuur in Nederland mee te beschermen. Zelfs al zouden alle boeren verdwijnen, dan wordt de KDW in een aantal gebieden niet gehaald. Nederland heeft zelf de KDW in een wet vastgelegd. Dit is geen Europese verplichting.
Niemand wil dat boeren verdwijnen. Krimpen van de veestapel is het middel om kwaliteit van de natuur te verbeteren omdat daarmee de depositie kleiner wordt.




Meten is weten

Aerius, het stikstofmodel waarmee de stikstofdepositie wordt berekend, is onbetrouwbaar en daarmee ongeschikt voor beleid op lokaal niveau. Dit stelde de Commissie Hordijk. Het ontbreekt in Nederland aan depositiemetingen op de grond naar herkomst en bodemmetingen, waardoor onduidelijk is waar de stikstof in de natuurgebeiden vandaan komt en of de bodem daardoor verandert.
Waar depositie van bronnen precies neerkomt is niet belangrijk om te weten wanneer het logisch dat de omvang van de uitstoot te hoog is en als eerste moet worden aangepakt.




Geen ruimte voor alternatieven

Vanuit de landbouwsector zijn er veel voorstellen gedaan om tot stikstofreductie te komen, ook op korte termijn, maar deze zijn door de overheid niet overgenomen. Er is weinig ruimte voor technische innovaties, terwijl dat bij de industrie, luchtvaart en verkeer wel mag. Boeren voelen zich daardoor niet serieus genomen en ongelijk behandeld.
Voorstellen vanuit de sector zelf zijn vooral gericht om het uitvoeren van het beleid te vertragen.




Top-downbenadering

De gebiedsgerichte aanpak klinkt als een bottum-up-proces, maar door de hoge reductiedoelstellingen is het een top-downbenadering met de onteigeningsstok. Boeren hebben daardoor nauwelijks inspraak laat staan invloed op de plannen.
Boeren hebben te lang de aanpak van het probleem getraineerd




Meer milieuimpact

Door voedselproductie in Nederland af te bouwen, zal er elders meer geproduceerd moeten worden. Doordat de Nederlandse landbouw high-tech en zeer efficient is, zal dat voor meer output zorgen op andere plaatsen.
Er is geen enkele reden om te vrezen dat buiten ons land de productie van vlees en zuivel moet worden vergroot. Overal ter wereld is verkleining van de productie en de consumptie daarvan verstandig.




Natuurbeheer faalt

Overheden en natuurorganisaties hebben de afgelopen tientallen jaren veel nieuwe natuurgebieden aangelegd, waarvan de kwaliteit te wensen over laat. Veel natuurgebieden worden ook niet beheerd op de manier zoals ze zijn ontstaan. Bovendien zijn de natuurdoelen in beton gegoten, terwijl bijvoorbeeld klimaatverandering invloed heeft op de natuurkwaliteit. Het ontbreekt ook nog eens aan openheid over natuurdata, waardoor boeren zich geslachtofferd voelen voor falend natuurbeheer.
Warrig taalgebruik. Door langdurige overbemesting in het verleden laat de natuurkwaliteit overal te wensen over. Dat boeren zich geslachtofferd voelen voor falend natuurbeheer is een loos statement.

Op hun beurt hebben de regeringspartijen hun stikstofaanpak ook slecht onderbouwd en aangepakt. Lees hierover het artikel van Jelmer Mommers op de Correspondent.

17 oktober 2019

Actie is reactie

De Partij voor de Dieren is eind 2002 opgericht omdat dierenbeschermers een definitieve plek aan tafel van de bestuurders wilden hebben. In navolging van het succes dat de PvdD inmiddels heeft willen de boeren nu ook een partij oprichten en deelnemen aan de komende verkiezingen.
Weliswaar heeft de agrosector al decennia een stevige lobby-apparaat dat de gevestigde politieke partijen als CDA, CU, SGP en VVD influistert hoe te stemmen, maar men is niet langer zeker van een belegde boterham in de naaste toekomst.

Misschien wordt er zelfs -zo vrezen de boeren- wel een einde gemaakt in Nederland aan de landbouw. En die gedachte is zo gek nog niet, want waarom zou je planten laten groeien in de volle grond terwijl ze van alle kanten belaagd worden door insecten en loslopend wild? Liever een plantenflat dan een varkensflat, uiteraard niet gericht op de export. Het succes van de gewasbeschermingsmiddel is doorgeslagen: insectenpopulaties zijn 70% gekrompen met allerlei ongewenste gevolgen van dien. Voedsel kan veel milieuvriendelijk binnenskamers worden gekweekt. Planten maken geen misbaar wanneer ze in een kamer staan en er is ook nog nooit overwogen om een politieke partij op te richten om kas- en kamerplanten te beschermen.
De dieren in de veehouderij zijn al bijna allemaal naar binnen verbannen en leven in afgesloten stallen. De maatregelen die daarbij worden genomen om ziektes te voorkomen en mestoverlast te verkleinen werken niet goed en de trucjes en de drogredeneringen die worden verzonnen om dit te maskeren worden door steeds meer partijen doorzien.

Het gelijk van de PvdD kent haar evenknie in het gelijk van de boeren, met dat verschil dat een boer ook gelijk wil hebben wanneer de feiten anders laten zien. Ewald Engelen in de Groene over dubbelhartigheid van boeren: "Meten met twee maten: het botst met alle principes van rechtsstatelijkheid".

Boeren hebben tractoren en een dunne laag sympathie bij een groot deel van de bevolking, die ook wel door heeft dat het leven veel duurder wordt wanneer ze de boeren niet hun gang laten gaan. Een consument ziet er geen tegenstelling in om te gruwen van dierenleed in de bio-industrie en tegelijk sympathie te voelen voor een boer. Ook allerlei rechtse politici willen een graantje mee willen pikken van de onvrede onder de plattelanders en staan in de rij om hun electoraat te vergroten.

Hoe zal dit aflopen? Veel bestuurders en wetenschappers zullen eieren voor hun geld moeten kiezen en bewijzen dat zij hun functie waard zijn door ruggengraat te tonen. Uiteindelijk bepaalt de markt of boeren bestaansrecht hebben. Via subsidies kan een zieltogend agrarisch bestaan nog wat gerekt worden, maar subsidies zouden moeten aangewend worden om toekomstbestendige ondernemers een steuntje in de rug te geven. Laten we ervoor waken om het begrip "toekomstbestendig" niet ook een hol woord te laten worden, zoals "duurzaamheid" misbruikt werd en wordt om op een schadelijke manier geld verdienen groen te wassen.

Het is tijd om wereldwijd onze energie en creativiteit in te zetten in het tegengaan van klimaatopwarming, het beëindigen van onnodig leed bij mens en dier en zo nog veel onderwerpen meer die het gevolg zijn van het kortzichtig en ongebreideld ruimte geven aan gewetenloze ondernemers.
De schaarse ruimte op aarde kunnen we veel beter op een rechtvaardige manier verdelen onder mens en dier wanneer we ons bewust worden van de gevolgen van overvloedig consumeren in de vorm van vlees eten en snel en ver reizen. Dat vraagt doordenken van het begrip "evenwaardigheid". Mens en dier zijn voor mij (intrinsiek) evenwaardig in het recht op vrijheid. Laten we ons in die gedachte verbinden en zo ruimte vrij geven om zonder gewetensnood opgelucht adem te kunnen halen. Meerderwaardigheidsgevoelens zijn ook een vorm van stikstof: schadelijk wanneer het zich verbindt met ongewenste andere elementen.

 

17 mei 2019

Gelijk hebben en krijgen in de strijd om dierenbelangen

In onze maatschappij staan belangengroepen op verschillende platforms tegenover elkaar op het onderwerp “hoe om te gaan met dieren”. Het gesprek dat plaatsvindt heet een twistgesprek, debat, discussie, gesprek of een dialoog.
Voor belanghebbenden in de media zal het worst zijn welke vorm wordt gekozen zolang het kijkcijfers oplevert ook al verzandt het in een kakofonie. De belangengroepen gaan daarin mee. Ook negatieve aandacht is aandacht.
Met waarheidsvinding heeft het alles niets te maken. Er is zelfs sprake van opzettelijke spraakverwarring. Eigenlijk zijn er alleen maar verliezers, maar de mensen pikken er de kersen uit die hen het meest bevallen, de dieren blijven achter, gehuisvest in de gevangenis, die stallen heten.

Er zijn in de veehouderij zoveel niveaus waarop er sprake kan zijn van misstanden dat bijna niemand bereid is te zoeken naar het overzicht waar de bron van de misstanden ontspringt. Ieder mens en dier hecht aan zijn vrijheid. Dat is een recht dat ook het welzijn bepaalt. Voor een veehouder, die economisch wil overleven, is het van belang om vrijheid te hebben in de levensomstandigheden waaronder hij dieren houdt. Zijn er te veel eisen waaraan de huisvesting moet voldoen, dan kan zijn veehouderij niet uit. Alleen wanneer hij failliet gaat zal hij andere vormen van inkomsten verwerven overwegen.
Een veganistische activist gaat het liefst uit van de situatie waarin helemaal geen dieren meer gebruikt worden door mensen. Maar die stip op de horizon ligt zover weg dat het voor tegenstanders veel gemakkelijke is om te wijzen op het onrecht dat hen wordt aangedaan vlak voor zijn voeten. Er wordt huisvredebreuk gedaan, er moet een fatsoenlijk gesprek worden gevoerd, er moet keuzevrijheid zijn om te kiezen waarmee je je voedt, een boer moet ook geld verdienen om zijn gezin te onderhouden, etc..

Iedere belangengroep krijgt gelijk binnen de eigen bubbel en krijgt het nooit van de tegenstander wanneer standpunten diametraal tegenover elkaar staan.

Het argument "nood breekt wet" of "aan een onrechtvaardige wet mag je overtreden" kan slechts zeer spaarzaam worden ingezet en werkt snel tegen je.

Wat is de moraal van dit artikel? Wanneer het dier gebruikt wordt in een kapitalistisch systeem kun je vechten tegen het systeem of je pleit ervoor dat de regels rechtvaardig en voor iedereen gelijk worden toegepast. Dat betekent geen verkapte subsidies aan veehouders die niet volgens de regels willen werken of kunnen overleven. Een controlerend orgaan (de NVWA) die alle veehouders zo regelmatig en standvastig controleert dat niemand meer de wet overtreedt. Het vraagt ook actievoerders die het geduld kunnen opbrengen om het trage tempo van bewustwording te accepteren en er rekening mee te houden dat de weg naar een oplossing een andere afslag neemt. Bijvoorbeeld dat vleeseters in plaats van zich te bekeren tot het veganisme vlees gaan eten dat niet 100% gemaakt is van dieren, maar stapje voor stapje meer gemengd wordt met plantaardige ingrediënten.

Eerst eens zijn over de feiten.

06 oktober 2015

Global March tegen stroperij en canned hunting

De Global March is een wereldwijde demonstratie; in meer dan 140 steden over de hele wereld liepen mensen in het weekend van dierendag mee. Het doel is mensen wakker te schudden en het stropen van deze imposante dieren te stoppen.

“Iedere 15 minuten wordt een olifant vermoord om zijn ivoor. De neushoorn wordt afgeslacht voor zijn hoorn en de leeuw, de koning der wildernis, wordt ernstig bedreigd door de jacht en het verschrikkelijke ‘canned hunting‘, waarbij toeristen in een afgezet gebied leeuwen mogen afschieten. Het verdwijnen van deze grote zoogdieren uit het ecosysteem door toedoen van jacht, stroperij, illegale handel en andere menselijke activiteiten kunnen we niet verantwoorden tegenover ons geweten en toekomstige generaties.

Voor ons is er maar één doel: de massale slachting van deze majestueuze dieren moet stoppen voordat het te laat is!”.



05 november 2013

Moeten dierenactivisten terug het hok in?

In Trouw heeft VVD-er Helma Lodders de volgende opinie laten afdrukken:

Fanatieke organisaties die dier en milieu beschermen, brengen de agrarische sector schade toe. Dat moet stoppen, vindt Tweede Kamerlid Helma Lodders.
Het beeld dat de Nederlandse samenleving over de Nederlandse land- en tuinbouw heeft, wordt in grote mate bepaald door actiegroepen zoals Wakker Dier. Wie kent de schrijnende beelden niet op tv over de plofkip die niet meer kan lopen.

Ik wil de ernst van deze beelden niet bagatelliseren, maar deze voorstelling van zaken doet geen recht aan de werkelijke situatie van onze land- en tuinbouwsector. Namelijk dat de land- en tuinbouw in Nederland de beste is in de wereld. Wij zijn wereldkampioen in hoogproductieve, efficiënte en duurzame landbouw. De sector krijgt die eer echter niet. Als het in Nederland over de landbouw of over de boer gaat, dan hebben we het over de plofkip en megastallen. We praten over wat er allemaal niet mag en niet over wat er allemaal kán.
Tot zover de inleiding van haar opinie.

Haar opinie is typisch voor iemand die het dier als een productiefactor (ding) ziet zonder rechten. De argumentatie die zij aandraagt zit vol drogredenen en onwaarheden. De bijdrage van Nederlandse veehouderij aan onze economie is, wanneer de nadelen worden meegenomen, eerder negatief dan positief. Er is op de wereld geen echt tekort aan hoogwaardige voeding. Het probleem is dat we het beschikbare voedsel eerst aan dieren geven en mensen dieren laten eten. Dat kan efficiënter en met minder bezwaren.
Alle argumenten van mevrouw Lodders zijn en worden al jaren weerlegd, maar dan moet je wel bereid zijn ze willen te horen. Meer lezen over tegenargumenten voor de drogredenen, klik hier. Voor relativering economisch belang agrosector, klik hier.

Dit is de reactie van Wakker Dier.

04 oktober 2013

Blackfish is een aanklacht tegen het exploiteren van orka’s

De documentaire Blackfish behandelt het thema van orka's in gevangenschap en spitst zich met name toe op de beruchte orca Tilikum.
Na een bezoek met haar kinderen aan Seaworld besloot documentairemaakster Gabriela Cowperthwaite hoe orka's in gevangenschap leven nader te onderzoeken en focuste ze zich op het ongelukkig overlijden van de bekende Seaworld trainer Dawn Brancheau in 2010.
Uit de documentaire blijkt dat deze voornamelijk uit winstbejag gedreven activiteit van vertier met alle middelen in leven wordt gehouden door zogenaamde "pretparken" in de Verenigde Staten en Europa. Het ongeluk van Dawn - die door de orka Tilikum het bad werd ingetrokken met dodelijke afloop - is geen eenmalige gebeurtenis. Schokkend feit is dat de pretparken hier al langer van op de hoogte zijn….
Deze bedrijfstak, met omzetten die in de miljarden lopen, spendeert veel tijd en middelen om het moreel abject bedrijfsmodel zo positief mogelijk te doen uitschijnen.
Hierbij worden feiten en wetenschappelijk onderbouwde kennis verzwegen of verdraaid, medewerkers geïndoctrineerd en op een misselijk makende manier misbruik gemaakt van de aangeboren cuteness van deze zoogdieren.

Voormalig SeaWorld-trainer Samantha Berg, zeebioloog Kees Camphuysen en Hester Bartels van de Orka Coalitie, geven hun visie in een uitzending van EenVandaag.

Recensie in De Telegraaf.
Schokkend beeldmateriaal, interviews met voormalige Seaworld-medewerkers en een duik in de persoonlijke geschiedenis van Tilikum maken zeer aannemelijk dat dit indrukwekkende dier één bonk kolkende frustratie is, zoals veel van zijn in gevangenschap levende soortgenoten.

Tikkende tijdbommen, op scherp gezet door de hebzucht van de mens.

15 juni 2013

Slechts 5 procent weide is bloemrijk

Caspar Janssen benoemt in de Volkskrant van 14 juni een opvallend fenomeen: Nederlanders denken dat een groene weide een gezond teken is. Helaas, de werkelijkheid is minder romantisch.
De totale oppervlakte aan grasland in Nederland, ongeveer een miljoen hectare, kan nog een twintigste deel, rond de 50 duizend hectare, doorgaan voor bloemrijk. De ene helft daarvan dient als weidevogelreservaat, de andere helft is in gebruik van boeren die in ruil voor subsidie natuurvriendelijk boeren.

Citaat:
Vogelbescherming Nederland hoopt het tij te keren. Het doel van hun campagne 'Red de rijke weide' is om het areaal bloemrijke weide op te voeren tot 200 duizend hectare in 2020. Dat doet de organisatie met het oog op de twintig soorten vogels die hun jongen grootbrengen in de Nederlandse weide. Met al die vogels gaat het slecht, of het nu de grutto of de scholekster is, twee soorten die grotendeels afhankelijk zijn van het Nederlandse weidelandschap als broedgebied, of de tureluur, de kievit of de veldleeuwerik.

Vogelbescherming richt zich specifiek op het bloemrijke weiland omdat uit eigen onderzoek is gebleken dat de gemiddelde Nederlander meer heeft met het weidelandschap dan met, pakweg, de grutto. De oorzaken van het verdwijnen van dat geliefde landschap is al jaren bekend. Nederland is topexporteur van melkproducten. Om te concurreren moet de melkveehouder steeds efficiënter werken. En dat heeft geleid tot de eiwitrijke, maar verder kale graslanden. Door de gekozen grassoort, door de onnatuurlijk lage grondwaterstand, door bemesting. Gerrit Gerritsen van Vogelbescherming Nederland: 'We offeren ons mooie landschap op voor de melkpoederexport'.

Het doel van 'Red de rijke weide' - er is een petitie - is om zuivelcoöperaties en politici te bewegen om voor natuurvriendelijke melk te kiezen. Zonder extra subsidie. Gerritsen: 'Het hoeft de consument slechts een paar cent per liter meer te kosten. Veel boeren willen wel. Het levert betere melk op, gezondere koeien, en een mooier landschap'.

Tot zover de Volkskrant.

Op de site van Red de rijke weide.


Wat moeten we doen?

Boeren houden rekening met weidevogels en natuur en produceren wat minder melk – maar veel meer natuur.
Zuivelfabrieken en supermarkten kopen de melk en kaas van de bloemrijke weides voor een eerlijke prijs van de boer.
Consumenten betalen een paar cent meer per liter melk.
De overheid zorgt met aangepast beleid dat deze ontwikkeling echt plaats gaat vinden.

Wat zijn weidevogels?

Zo’n 20 soorten vogels brengen hun jongen groot in de Nederlandse weide. Kievit, grutto, tureluur, scholekster en veldleeuwerik zijn de meest bekende. Nederland is de Europese kraamkamer voor heel veel weidevogels. Vooral de grutto en scholekster zijn grotendeels afhankelijk van het Nederlandse weidelandschap als broedgebied.
Waarom sterven weidevogels uit?

Simpel gesteld: door de intensieve melkveehouderij is er voor de weidevogels minder voedsel en weinig plek om jongen groot te brengen. Nodig zijn: wormen in het voorjaar, een ongestoorde broedtijd en bloemen met insecten voor de jongen. Tegenwoordig worden graslanden in het voorjaar al diep ontwaterd, waardoor de wormen te diep in de grond zitten voor de vogels. Bloemen en kruiden hebben plaats gemaakt voor snelgroeiend eiwitrijke gras, met veel te weinig insecten voor de jongen. En het gras wordt al gemaaid voordat de kuikens kunnen vliegen. Veel kuikens overleven dat niet.

05 september 2012

Zeugen dreigen te lang opgesloten te blijven

Persbericht CIWF Nijmegen, 5 september 2012.

E-mail actie tegen langere opsluiting van zeugen

Compassion in World Farming (CIWF) start vandaag op www.ciwf.nl een E-mail-actie om te voorkomen dat zwangere zeugen langer in ligboxen worden opgesloten dan de wet toestaat. Vanaf 1 januari mogen deze krappe kooien, waarin de dieren zich niet eens om kunnen draaien, in de EU niet meer gedurende de hele zwangerschap worden gebruikt. Met deze actie vraagt CIWF aan staatssecretaris Bleker geen gehoor te geven aan de vraag van LTO en NVV om een 'knelgevallenregeling' voor varkenshouders die hun stallen niet op tijd hebben aangepast aan de nieuwe regels. Dat die regels er komen is immers al 15 jaar bekend.

Ligboxen, een mooi woord voor zeugenkooien, zijn een van de ergste uitwassen van de vee-industrie. De zeugen, die speciaal worden gehouden om zoveel mogelijk biggen te werpen, zitten zwangerschap na zwangerschap opgesloten tussen stalen stangen. Vanwege de nadelen voor hun welzijn heeft de EU besloten het gebruik van deze kooien aan banden te leggen. Vanaf 1 januari a.s. moeten zeugen het grootste deel van de zwangerschap verplicht in groepen worden gehuisvest: een enorme verbetering voor het welzijn van de dieren.

In Nederland hebben zo'n 15% van de zeugenhouders (ca 400 bedrijven) hun stallen nog niet aangepast en men verwacht dat velen van hen daar niet in zullen slagen voor 1 januari. LTO Nederland en de Nederlandse Vereniging van Varkenshouders (NVV) vragen de regering nu om een 'knelgevallenregeling'. Een dergelijke regeling kan alleen maar uitstel betekenen, met als gevolg dat tienduizenden, mogelijk honderdduizenden dieren langer in kooien moeten zitten. Naast een regeling voor 'knelgevallen' vragen de varkenshouders aan de regering de periode waarin de zeugen na inseminatie in kooien mogen worden gehouden te verlengen tot 4 weken, het maximum dat de EU toestaat.

De Europese Commissie houdt strak vast aan de verplichte invoering van groepshuisvesting per 1 januari en staatssecretaris Bleker heeft in juli laten weten niets te voelen voor uitstel. Compassion in World Farming is daar blij mee maar wil de staatssecretaris, die binnenkort met de bonden van varkenshouders in gesprek gaat, toch vragen niet toe te geven aan hun wensen en vast te houden aan het standpunt dat hij in juli in de Tweede Kamer innam. 'Varkenshouders in Nederland weten al 15 jaar dat ligboxen worden afgeschaft en hebben ruim de tijd gehad over te schakelen op groepshuisvesting. Een regeling voor 'knelgevallen' is een verkeerd signaal naar de EU en unfair voor de boeren die hun dieren wel op tijd meer ruimte gaven', zegt Geert Laugs, directeur van Compassion in World Farming Nederland. 'De staatssecretaris heeft bovendien in een brief aan de Kamer duidelijk aangegeven dat er geen reden is om zwangere zeugen na inseminatie langer dan 4 dagen in een kooi te houden. Wij willen hem daar graag aan houden', zegt Laugs.

21 maart 2012

Stop handel in wilde dieren op Marktplaats

Het tv-programma Vroege Vogels van de VARA ging 20 maart en 9 april op tv in op de handel in wilde dieren, die op het internet welig tiert. Uilen, eekhoorns en slangen staan volgens de programmamakers 'gewoon' tussen speelgoed en tweedehands tuinmeubilair op een website als Marktplaats.nl. Naar aanleiding van de uitzending is Vroege Vogels een petitie gestart die Marktplaats oproept geen advertenties van wilde dieren meer te plaatsen.

Het welzijn van dieren die in het wild thuishoren is ernstig in het geding, zegt Vroege Vogels. Bovendien werkt de verkoop illegale handel en roof uit de vrije natuur in de hand. En door ontsnapping of het loslaten van dieren ontstaan risico’s voor de natuur. Vroege Vogels streeft ernaar de internethandel in wilde dieren tussen particulieren onderling uit te bannen, te beginnen op Marktplaats.

Kamervragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw en Innovatie over de internethandel in (wilde) dieren.

  1. Is het waar dat u hebt gezegd dat Marktplaats de handel in (wilde) dieren niet moet faciliteren omdat dit niet zou mogen; in reactie op het bericht over de levendige handel in (wilde) dieren via internet? Zo neen, wat was dan de strekking van uw reactie?
  2. Kunt u bevestigen dat volgens de huidige wetgeving dieren gehouden mogen worden als huisdier zolang het dier in gevangenschap is geboren, dus ook (wilde) dieren die daar duidelijk niet geschikt voor zijn, zoals sneeuwuilen, zeearenden, stinkdieren, kangoeroes en pythons? Zo ja, wat stelt uw toezegging om Marktplaats een lijst toe te sturen met dieren die niet verhandeld en gehouden mogen worden in de praktijk dan voor?
  3. Deelt u de mening dat het feit dat een dier in gevangenschap geboren is niets zegt over of een dier wel of niet wild is en wel of niet geschikt is om als huisdier gehouden te worden rekening houdend met de natuurlijke gedragingen en behoeftes van het dier? Zo ja, deelt u de mening dat het niet inzichtelijk is voor een consument welke dieren wel of niet geschikt zijn om als huisdier gehouden te worden? Zo neen, waarom niet en wat is dan uw definitie van een wild of exotisch dier?
  4. Onderschrijft u de analyse dat het mogen houden van (wilde) dieren zolang deze in gevangenschap zijn geboren en het mogen verhandelen van deze dieren via aanbiedingssites als Marktplaats impulsaankopen in de hand werkt en de illegale roof van wilde dieren uit de natuur stimuleert? Zo neen, waarom niet?
  5. Kunt u uiteenzetten hoeveel handhavingcapaciteit er momenteel nodig is en wordt ingezet om te kunnen voorkomen dat er wordt gefraudeerd in de handel in dieren op internet?
  6. Deelt u de mening dat het een beetje onzinnig is om elke internetadvertentie door een NVWA-er te laten controleren, om speciale deskundigen in dienst te moeten nemen die een bij de geboorte aangebrachte pootring kunnen onderscheiden van een namaak pootring en om speciale ecologen in dienst te moeten nemen om het verschil te kunnen zien tussen een ernstig bedreigde soort die mogelijk illegaal wordt verhandeld en een veelvoorkomende verwante soort om zo de illegale handel in dieren aan banden te kunnen leggen, terwijl via een korte positieflijst veel gemakkelijker duidelijkheid ontstaat over wat wel en niet is toegestaan en dat dit ook makkelijker is te handhaven?
  7. Nu u kennelijk deze praktijken afkeurt, deelt u dan ook de mening dat de huidige wetgeving niet toereikend is om de handel in (wilde) dieren die niet geschikt zijn als huisdier te verbieden en op welke wijze en termijn gaat u de wetgeving aanpassen zodat de verkoop van (wilde) dieren niet meer mogelijk is?
  8. Kunt u uiteenzetten wanneer de door u toegezegde positieflijst voor zoogdieren klaar is?
  9. Deelt u de mening dat een positieflijst voor enkel zoogdieren niet toereikend genoeg is voor dit probleem? Zo ja, wanneer gaat u naast een positieflijst voor zoogdieren ook een positieflijst voor vogels, amfibieën en reptielen opstellen? Zo neen, waarom niet?
  10. Kunt u uiteenzetten hoe het staat het met de uitvoering motie Ouwehand (Kamerstuk 28286, nr 534) over het onmogelijk maken van het houden van ooievaars als huisdier, bijvoorbeeld in het kader van de nog in te voeren positieflijst?
  11. Bent u bereid zo spoedig mogelijk een verbod op de handel in dieren op internet in te stellen? Zo ja, op welke wijze en termijn? Zo nee, waarom niet?

16 februari 2012

Wij zijn het megazat

Estera Waas en Christel de Haas hebben hun handen ineen geslagen om samen een grote vreedzame manifestatie te organiseren tegen megastallen, bio-industrie, en afbraak van natuur en milieu. Maar natuurlijk ook vanwege de effecten op de volksgezondheid en de respectloze omgang met dieren. Een soortgelijke manifestatie is op 21 januari met 23.000 mensen in Berlijn tot stand gekomen. Vanwege onze zorgen over de steeds grotere uitbreiding van megastallen en nu zelfs gigastallen, werden wij door de manifestatie in Berlijn geïnspireerd om dat in Nederland ook te gaan organiseren. Wellicht is de manifestatie bij jullie bekend maar voor de zekerheid hierbij een link naar hun website: www.wir-haben-es-satt.de.

We benaderen grote en kleine organisaties die iets te maken hebben met deze onderwerpen omdat we willen laten zien dat wij, burgers en organisaties, het zat zijn. Wij allen voor 1 doel!
Omdat het op dit moment een hot topic is willen we er ook niet erg lang mee wachten maar reeds op 17 maart a.s. laten plaatsvinden in Amsterdam op de Dam. In dat weekend is er ook een Eco Food Film Festival in Amsterdam wat hier mooi op aansluit.

Wat wij willen is een manifestatie vanuit de burger, (motto; we zijn het MEGA zat) maar met bijval van organisaties. Er is nog nooit een echt grote demonstratie tegen megastallen, bio-industrie, en afbraak van natuur en milieu geweest.

02 februari 2012

Weg met de legbatterij

Compassion in World Farming (CIWF) voert actie tegen de legbatterij. Deze is met ingang van 2012 verboden, maar is nog niet uit alle landen verdwenen. Van het CIWF de stand van zaken.

Nederland

Een van de aangeschreven landen is Nederland. In ons land blijken nog zo'n 50 kippenbedrijven verboden legbatterijen te hebben, dat is circa 5% van de meer dan 1000 legkippenbedrijven in Nederland. Staatssecretaris Bleker wil voor een deel van deze boeren 6 maanden lang een oogje dichtknijpen. Tenminste: als ze kunnen aantonen dat ze op tijd (voor 2010) een vergunning voor het bouwen van andere stallen hebben aangevraagd en dat ze daar buiten hun schuld nog niet mee klaar zijn. Compassion in World Farming heeft aan staatssecretaris Bleker gevraagd geen enkel verder uitstel toe te staan. Voor alle boeren geldt immers dat ze al meer dan 12 jaar de tijd hebben gehad over te schakelen op diervriendelijkere stallen.

Polen en Spanje

Veel ernstiger is de situatie in enkele andere grote landen, zoals Polen en Spanje. In die landen leven nog erg veel kippen in illegale kooien, liggen de eieren nog gewoon in de winkel en heeft de regering nog geen plan vastgesteld voor de omschakeling. Op deze grote landen zullen onze acties zich dit jaar vooral richten.

En dan het goede nieuws

Natuurlijk mogen we het goede nieuws niet vergeten. Dankzij het legbatterijverbod is het aantal kippen in kale kooien flink teruggelopen. Zo'n drie jaar geleden leefde nog meer dan 66% van de EU-kippen in traditionele legbatterijen. Nu is dat al minder dan 25%! En in een groot aantal landen, zoals Duitsland en Oostenrijk, is de kale legbatterij inderdaad helemaal verdwenen.

Eén van die landen, Tsjechië, stuurde in januari zelfs geïmporteerde illegale legbatterij-eieren terug naar Polen en Hongarije. Dat is een voorbeeld dat navolging verdient!

24 december 2009

Vooruitblik: minder dieren op het bord

Bijna is het eerste decennium van de 21ste eeuw voorbij. Hoe waren de ‘jaren nul’? In zeven afleveringen blikt de Volkskrant terug. Aflevering 3: vlees onder vuur.

Het overzicht eindigt met de volgende conclusie.
En of het nu was wegens het dierenleed, wegens het klimaat of wegens de gezondheid: al met al gebeurde er iets bijzonders: (veel) vlees eten is uit.

Tot zover de Volkskrant.

Citaat: "Het is de vraag hoe groot de invloed van het opkomende dierenrechtenactivisme op die trendbreuk is geweest".
In hetzelfde artikel en ook in de zaterdag daarvoor in het artikel over de PvdD concludeert de Volkskrant dat de PvdD nog weinig bereikt heeft. De PvdD denkt daar anders over.

Hoe het ook zij, er is beweging in de starheid waarmee de Nederlander vasthoudt aan een dagelijkse portie vlees op het bord.
Elders op het Internet groeit het ongenoegen bij de agrosector dat vlees zo in een kwaad daglicht staat.

De impact van degenen die zich inzetten voor het welzijn van dieren had veel groter geweest wanneer de aandacht zich had gericht op het leven dat een dier heeft voor zijn dood in plaats van het feit dat een dier gedood wordt voor consumptie.
Voor mens en dier geldt "de kwaliteit van het leven is evenredig met de ruimte die zij krijgen om zichzelf te zijn". Met andere woorden krijgt het dier de vrijheid om haar soorteigen gedrag te vertonen. De basis van die gedachte is recht op vrijheid.

Voor het komende decennium zou het een mooie gedachte zijn wanneer iedereen, dat wil zeggen de mensen die het voor het zeggen hebben en degenen die denken dat zij niets in te brengen, zich realiseren dat iedereen elke dag iets voor dieren kan doen. Vrijheid als grondrecht voor dieren laat zich in de eerste plaats voor ieder mens zo vertalen dat we proberen af te zien van handelingen die de vrijheid van dieren onnodig beperken. De waarheid hiervan is des te gemakkelijker te accepteren wanneer we voor "dieren" "mensen" invullen.
Wanneer we ook nog eens lekker leren koken zonder vlees dan worden wij mensen van die vrijheid ook nog eens beter.

23 december 2009

Melk, de witte milieuvervuiler

‘Melk. Da’s belangriek!’ is de boodschap waarmee LTO sinds vorige maand door het hele land loopt te venten om het imago van zuivel en de melkveehouderij op te poetsen. Met deze campagne wil LTO het publiek wijzen op ‘het belang van de Nederlandse melk voor welvaart en welzijn’. Bij Sinterklaasintochten, op kerstmarkten en zelfs bij de 3FM Serious Request-actie in Groningen vragen LTO-leden aandacht voor de positieve bijdrage die de melkveehouderij levert aan mens en milieu. Een onwaarheid als een koe!

De gezondheidsbezwaren die aan de consumptie van zuivel kleven zijn niet mis. Vanwege het hoge gehalte aan verzadigde vetten wordt zuivelconsumptie steeds vaker in verband gebracht met vetzucht. Er zijn onderzoeken die aantonen dat er een verband is tussen zuivelconsumptie en borstkanker. En wie melk drinkt voor sterke botten komt bedrogen uit: vanwege de samenstelling veróórzaakt melk juist botontkalking. Maar melk is ook helemaal niet bedoeld als voedingsmiddel voor de mens! Koeienmelk is bestemd voor koeienbaby’s, mensenmelk voor mensenbaby’s.

De milieubezwaren van de zuivelproductie zijn echter nog veel groter. De veehouderijsector is namelijk de grootste producent van broeikasgassen. Steeds meer gerenommeerde wetenschappers en onderzoeksinstituten (zoals de Wereldvoedselorganisatie en het World Watch Institute) komen tot die conclusie. Wereldwijd stoot de veehouderij, met alles wat ervoor nodig is, meer broeikasgassen uit dan alle verkeer en transport bij elkaar. De melkveehouderij heeft daarin een fors aandeel, door de productie van grote hoeveelheden methaan en lachgas – broeikasgassen die een vele malen sterkere broeikaswerking hebben dan CO2 (resp. 21 en 310 keer). De door de zuivelsector als milieuvoordeel gepresenteerde opname van CO2 door gras wordt als weinig relevant beschouwd vanwege de korte cyclus, waardoor de CO2 alweer snel vrijkomt. Het krachtvoer dat koeien krijgen om de melkproductie op te voeren bestaat o.a. uit maïs en sojaschroot. Het verbouwen daarvan geeft extra milieubelasting. ‘Sojaschroot’ is geen afvalproduct, zoals vaak wordt beweerd, maar het sojameel waaruit de sojaboon (na bewerking) voor 80% bestaat. Dan is er de mest: elke kilo melk die een koe produceert, gaat gepaard met zo’n 3,5 kilo mest. En voor elke kilo kaas is wel 10 kilo melk nodig. Dus 35 kilo mest naast één kilo kaas. Stelt u zich dat eens voor in uw koelkast!

Boeren zouden een belangrijke rol kunnen spelen als landschapsbeheerders. Maar door de intensieve veehouderij en landbewerking neemt de biodiversiteit juist sterk af. Lucht, bodem en water worden vervuild. Weilanden zijn strakke biljartlakens geworden, waar bijna al het leven uit verdreven is. Steeds meer koeien staan permanent op stal. Landschappelijke waarden zijn ondergeschikt gemaakt aan bedrijfseconomische overwegingen.

De Nederlandse zuivelsector wil per sé de melkboer van Europa zijn, of liever nog van de hele wereld. (Terwijl driekwart van de wereldbevolking nota bene lactose-intolerant is en helemaal geen melk verdraagt.) Daardoor is melk een marginaal bulkproduct geworden. Hoe kun je als boer dan een goede prijs bedingen voor je melk en waardering oogsten van de consument c.q. burger? Is het dan gek dat melk in de supermarkt minder kost dan flessenwater...? En zo komt het dat LTO nu de boer op gaat met twijfelachtige gezondheidsclaims en valse verkooppraatjes over positieve milieubijdragen. Die energie kan de sector beter steken in duurzame en diervriendelijke kwaliteitsproductie.

Daniëlle Hutter

17 december 2009

De beweging voor dierenrechten is minder effectief dan ze zou kunnen zijn

Het opkomen voor dieren kent 2 belangrijke aspecten: gevoel voor rechtvaardigheid en mededogen met het dier. Deze 2 motivaties lijken op de 2 hoofdstromen in de politiek: liberalisme en het socialisme. In de strijd voor de rechten en belangen van het dier heeft recht op vrijheid (liberalisme) helaas niet zulke goede associaties. De associaties die hier bedoeld worden, zijn een associatie met de liberale politiek van de VVD en de politiek van de dierenliberatoren, het dierenbevrijdingsfront (DBF). Dat is jammer, want daardoor dreigt het opkomen voor dieren minder effectief te zijn.

Meer lezen? Klik op de link:

12 november 2009

Hypocriete Hubertusmis leidt tot agressie van jager naar actievoerder


Op 8 november 2009 hield pastoor Vlaar (bekend van de "slagersmis") in de Rooms Katholieke kerk van Obdam een Hubertusmis, waarbij jagers en hun honden worden gezegend. In de mis vertelde de pastoor over de Hubertuslegende. Hubertus bespeurde in het jaar 683 op Goede Vrijdag een groot hert, en joeg er achteraan met zijn honden. Toen hij het hert bijna te pakken had en het dier zich naar hem toekeerde wilde hij het met zijn boog neerschieten. Op dat moment verscheen er een lichtend kruis tussen het gewei. Een stem zei hem naar Lambertus van Maastricht te gaan. Later in zijn leven volgde Hubertus Lambertus op als bisschop.
De betekenis van de legende zou kunnen worden uitgelegd dat God ingreep met als doel de jager te weerhouden van het doden van dieren. Dat pastoor Vlaar zijn mis opdroeg aan Hubertus met als doel de jacht te zegenen is dan hypocriet. Katholieke jagers zouden kunnen uitleggen dat Hubertus niet op Goede Vrijdag mag jagen en beter op zieltjes zou kunnen jagen.


Actievoerders van Rechten Voor Al Wat Leeft en de Faunabescherming keken van achter in de kerk het tafereel met verwondering aan. Voorafgaand aan de mis hadden de actievoerders de kerkgangers een enveloppe uitgedeeld, met daarin een schietgebed en een document waarin de Hubertuslegende werd uitgelegd en de jagers onder meer vergeving werd gevraagd voor hun onwetendheid. En dat was maar goed ook, zo bleek later.
Na afloop van de kerkdienst maakte een van de actievoerders buiten bij de kerk foto’s van de wijding van de honden en de roofvogels, die de jagers hadden meegebracht. Een van de jagers viel daarop de man in de rug aan. Dankzij snel ingrijpen van de echtgenote van de fotograaf kon erger worden voorkomen. De woede van de jager kan niet worden begrepen uit de inhoud van het schietgebed, want de man had de enveloppe direct buiten de kerk in de brand gestoken. Het vermoeden bestaat dat zijn hersenen zoveel hypocrisie niet konden verwerken, wat kortsluiting in zijn geweten tot gevolg had.

21 december 2008

Zijn dierenrechtenactivisten grenzeloos naïef?

In de Telegraaf een interview met minister Ter Horst die aankondigt dat de strijd tegen de steeds extremere acties van dierenactivisten wordt fors opgevoerd. Een speciaal team van politie, openbaar ministerie en de inlichtingendienst AIVD moet de radicale intimidatiepraktijken een halt toeroepen.

In Milieudefensie Magazine van december 2008 wordt Mark Becker, woordvoerder van SHAC Nederland, geïnterviewd over de grenzen van dierenrechtenactivisten.

Uit dit interview:
Becker zelf heeft meer dan honderd keer voor een bedrijf gestaan. "Op een gegeven moment wordt het verloop wel voorspelbaar, maar de kracht van onze campagne is dat we volharden in de opzet". Dat mensen ook voor de deur van privéwoningen protesteren, zoals in Amerika gebeurt, vindt Becker geen probleem. "SHAC Nederland doet dat overigens niet, het zal ook snel juridisch onmogelijk worden gemaakt". Over de nachtelijke actie in Hilversum, waarbij twee auto's in vlammen opgingen, houdt Becker zich op de vlakte. "Onderling voeren we wel degelijk discussies over dit soort actiemethodes, maar we voelen ons niet geroepen ons hiervan in het openbaar te distantiëren, of de actie goed te praten". Hij wil er nog wel over kwijt het "onbegrijpelijk" te vinden dat er zoveel aandacht aan werd besteed in de media, "terwijl het afschuwelijke dierenleed in HLS (Huntingdon Life Science) onbelicht blijft".

Tot zover Milieudefensie Magazine.


Waarschijnlijk begrijpt Becker het wel, maar wil hij het niet erkennen: elke (minimale) agressie van dieren(rechten)activisten wordt aangegrepen om de aandacht af te leiden van de misstanden in het gebruik van proefdieren en in de bio-industrie. Criminalisering van tegenstanders is een eeuwenoude truck om ongehinderd je eigen gang te kunnen gaan. Noem een tegenstander een terrorist en je kunt alles met hem doen.

Klik hier voor meer (in)effectiviteit in en rond het opkomen voor dieren(rechten) of voor het afglijden bij conflicten: de escalatieladder van Glasl.

Krista van Velzen in haar weblog op Trouw:
Is de bio-industrie een rechtvaardiging om mensen te bedreigen? Om brand te stichten? Om lijken op te graven om daarmee mensen die dieren slecht behandelen onder druk te zetten?

Nee! Dergelijke methodes zijn niet goed te praten. Daarnaast ben ik er van overtuigd dat dit soort acties het draagvlak onder de bevolking om dierwelzijn te verbeteren verkleint. En dat is wel het laatste wat deze dieren nodig hebben.

20 december 2008

Wanneer wordt de burger serieus genomen bij verzet tegen megastallen?

In het Agrarisch Dagblad het volgende bericht:

Limburg verwerpt burgerinitiatief megastallen

19 december 2008. Het Limburgs Parlement heeft vrijdag een burgerinitiatief verworpen van inwoners van Grubbenvorst tegen de vestiging van een megastal in het Noord-Limburgse dorp.

De Limburgse Staten besloten te wachten op antwoorden van de drie betrokken ministers Ab Klink (Volksgezondheid), Jacqueline Cramer (Milieu) en Gerda Verburg (Landbouw) op vragen over de gezondheidsrisico’s van megastallen.

Bovendien vroeg gedeputeerde Ger Driessen (CDA) zich af of de provincie wel gaat over de mogelijke vestiging van een megastal in Grubbenvorst. Hij ziet daarin allereerst een taak voor de gemeente Horst aan de Maas, waaronder Grubbenvorst valt. Wel zal de provincie er bij de gemeente Horst aan de Maas op aandringen een ”gezondheidseffectenstudie” uit te voeren. Veel inwoners verzetten zich tegen de bouw van een bedrijf met 1,2 miljoen kippen, 35.000 varkens, een slachterij en een mestvergistingsinstallatie in Grubbenvorst.

Tot zover het AGD.

Het is de taak van de provincie om gemeentes te controleren op het juist toepassen van het beleid bij het wel of niet toekennen van bouw- en milieuvergunningen door gemeentes. Bij het toekennen door de gemeentes kijken de betrokken ambtenaren of een aanvraag past binnen een bestemmingsplan. Het wel of niet toestaan van het bouwen van megastallen is een afweging van belangen van burgers en milieu aan de ene kant en de belangen van ondernemers aan de andere kant.
Provincies kunnen de beslissing van een gemeente overrulen als zij vinden dat een gemeentelijke beslissing niet past binnen een Provinciaal OntwikkelingsPlan (POP).
Ministers staan weer boven provincies en kunnen provincies weer terugfluiten.
Het mag inmiddels duidelijk zijn dat op landelijk niveau zoveel protest en weerzin is tegen de bio-industrie dat het tijd wordt dat politici hun verantwoordelijkheid nemen om de bouw van megastallen tegen te houden. Temeer omdat het gepland is in een woonomgeving en omdat burgers zich verzetten. Als dierenwelzijn niet serieus wordt genomen, mag dan de burger wel een keer serieus worden genomen?
Als overheid en vertegenwoordiger van de kiezer kun je niet tegen de wil van de kiezer ingaan en klagen over gebrek aan steun en belangstelling vanuit de burger.
Dat is hypocriet en negeren van jouw geweten.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.