Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label Oostvaardersplassen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Oostvaardersplassen. Alle posts tonen

21 november 2018

Een toekomstbestendige inrichting van natuurgebieden

Dieren hebben recht op vrijheid. Je vrij kunnen bewegen gaat al miljoenen jaren op in de vrije natuur. Je verdient je vrijheid maar door je af en toe aan te passen. Het is op de tijdschaal van de natuurlijke evolutie nog maar een fractie van een seconde geleden dat wij mensen dat recht op vrijheid begonnen te negeren.
Bij het opnieuw introduceren van grote grazers in een omheind gebied dat je optimistisch een “nieuwe wildernis” noemt komt er een schaduwkant van het recht op vrijheid naar voren. Wanneer dieren zich vrij mogen voortplanten binnen een omheind gebied en nauwelijks een ander gevaar lopen dan te verhongeren dan is niet optimaal recht gedaan aan hun grondrechten. Het is ook een omdraaien van waar het omgaat: je laat natuur vrij en je beschermt menselijke belangen tegen de natuur. Anders geformuleerd: je bouwt geen hek om een natuurgebied, maar je zorgt met natuurlijke grenzen dat natuur en de mens niet daar kan komen waar je ze niet wilt hebben en bouwt hooguit een hek om plaatsen waar voedsel voor menselijke consumptie wordt geteeld of gewoond wordt en waar verkeer raast. Grenzen stellen is niet in tegenspraak met belangen van mens, dier of plant. Mensen zullen hooguit mopperen. Voor de Oostvaardersplassen geldt dat je een eventuele introductie van dieren moet uitvoeren vanuit de vragen “is er een natuurlijke en stabiele balans tussen vraag en aanbod van voedsel? En kunnen dieren in en uit het gebied vrij migreren?” Het is de keuze die kleine dieren en vogels met hun vleugels wel en grote dieren niet kunnen maken.
Door (grote aantallen) edelherten af te schieten verschuif je de aanpak van het verstoorde evenwicht naar de naaste toekomst. Wanneer er aan de opzet van de OVP niets verandert zal de discussie, het gemopper en de controverse blijven.
Het staat iedereen vrij om andersdenkenden te beschieten met halve waarheden. Het loont om de tijd te nemen waar het wezenlijk omgaat: vrijheid die in al zijn aspecten gewaarborgd is.

Veel argumentatie om niets wezenlijks voor dieren te doen is gebakken lucht en zijn politieke uitvluchten. Laat je niet met een kluitje in het riet sturen. Lees hier meer over de drogredenen bij het negeren van dierenrechten.

17 augustus 2018

Diervriendelijk beheer van de Oostvaardersplassen

Op de Oostvaardersplassen worden drie soorten, zogenaamde grote grazers, gehouden. Het is een soort "model"experiment, zoals in de IJsselmeerpolders wel eens vaker is gedaan. Op advies van ecoloog Frans Vera introduceerde Staatsbosbeheer (SBB) de Heckrunderen, Konikpaarden en edelherten in het gebied om het open karakter te behouden zodat er voor natuurliefhebbers veel viel te beleven. Vanaf 1995 werden de dieren niet meer in de winter op stal gezet en bijgevoerd. In de oorspronkelijke plannen zouden de dieren bij voedselschaarste kunnen migreren naar nabijgelegen bossen, maar daarvoor zou enig landbouwgebied moeten worden opgeofferd. Toenmalig staatssecretaris van landbouw, Henk Bleker, zette een streep door deze plannen om kosten te besparen en meer grond toe te bedelen aan de agrosector. Sindsdien barst elk jaar de discussie los over hoe om te gaan met grazers die dreigen door honger te sterven. Moest dit worden gezien als een natuurlijke balans of moesten de dieren door afschot voortijdig geoogst worden zodat de populatie voldoende te vreten had en niet al te zeer in aantal uit zou groeien?
De Oostvaardersplassen zijn nu omgeven door water en hekwerk waardoor de dieren het gebied niet kunnen verlaten. Het zou mogelijk zijn om het gebied te verbinden met de Veluwe en zo vrije migratie te faciliteren, maar dat vraagt ook een andere vorm van beheer en/of populatie. Met name de Heckrunderen en Konikpaarden wil je niet vrij rond hebben lopen in ons land. De meer mensschuwe edelherten zouden, wanneer ze dat prefereren, zelfs tot in Duitsland weg kunnen trekken en wolven in omgekeerde richting.
De aanwas en sterfte in het besloten gebied is ongeveer even groot als zou zijn bij vrije(re) migratie, echter de zichtbaarheid is veel groter. Broodmagere dieren die in een langdurige winter apathisch sjokken langs het hekwerk zijn de cynische keerzijde van een beleid gericht op een "natuurlijk" evenwicht en een open karakter. Burgers die met dit dierenleed worden geconfronteerd willen dan ook zelf bijvoeren. Voor een dier, gehouden achter een hek, geldt toch een zorgplicht? Staatsbosbeheer vertaalt die plicht door ervoor te zorgen dat dieren die onder de voedselschaarste lijden worden afgeschoten en de kadavers worden afgevoerd voor destructie.
Het beheer van de populaties is ook mogelijk door de inzet van anticonceptie. Dan hoeft er geen afschot plaats te vinden, hoogstens afvoer van kadavers van dieren gestorven door ouderdom.
Eind 2016 is niet meer de staat, maar de provincie Flevoland verantwoordelijk geworden voor het beheer van de Oostvaardersplassen. In 2017 is de commissie Van Geel aan het werk gegaan nadat Provinciale Staten hadden besloten dat een externe commissie zich moest buigen over mogelijk ander beheer van het gebied en dan met name hoe om te gaan met de grote grazers. Het advies dat door de Provinciale Staten in 2018 is overgenomen komt neer op reductie van de aantallen grazers tot een niveau waarop te verwachten is dat het niet tot grote sterfte meer zal leiden door voedselgebrek, terwijl het gebied niet vergroot maar verkleind zou worden. Het oorspronkelijke doel om het gebied open te houden en zo de biodiversiteit aan vogels en planten te kunnen behouden was in de praktijk juist door de graasdruk mislukt.
Ten tijde van dit schrijven wachten velen (bezorgd) af hoe Staatsbosbeheer het besluit gaat uitvoeren. Gaan ze dieren afvangen en elders onderbrengen of gaan ze zo'n 2000 edelherten afschieten en gaat het nieuwe beleid ook tot dierenleed leiden?

Vanuit het oogpunt van dierenrechten, gebaseerd op vrijheid, is de aanbeveling om de populatie door middel van anticonceptie op dat niveau in balans te houden dat er geen honger wordt geleden in de winter en dat de graasdruk beperkt blijft. Het weghalen of door geboortebeperking uitfaseren van de Heckrunderen en Konikpaarden, die toch nooit vrij zouden mogen migreren in ons land, zou ook de bereidheid kunnen vergroten om aansluiting op de Veluwe mogelijk en haalbaar te maken.

Door de Universiteit van Utrecht is de mogelijkheid van toepassen van anticonceptie bij grote grazers in de (half)vrije natuur onderzocht en werkbaar bevonden. Het argument dat anticonceptie niet natuurlijk zou zijn, moge waar zijn, maar is niet relevant (ondergeschikt) in het kader van het tegemoet komen aan de brede publieke compassie voor het voorkomen van dierenleed bij voedseltekort. Het recht op vrijheid kan met deze ingreep worden gecombineerd met de zorgplicht die een beheerder van een besloten natuurgebied heeft. De ervaringen met de OVP zouden voor toekomstig beleid tav natuur(ontwikkeling) de aanbeveling moeten opleveren om de natuur zoveel mogelijk zijn eigen gang te laten gaan met vrij in- en uitloop.
Een natuurlijk evenwicht binnen een afgesloten terrein is een contradictio in terminis.

17 mei 2018

Op welke principe zou natuurbeleid moeten stoelen?

Nu het gras weer groeit in de Oostvaardersplassen en de wolf oprukt in de weilanden wordt het tijd om de filosofie achter het natuurbeleid op te frissen.
Natuur gedijt wanneer planten en dieren vrij kunnen migreren. Oud-staatssecretaris Henk Bleker besloot het geld dat de overheid gereserveerd had om natuurgebieden met elkaar te verbinden toe te wijzen aan de agrosector. Het geven van ruim baan aan het uitrijden van mest door de veehouderij heeft de kwaliteit van de vrije natuur sindsdien verder achteruit geholpen. Het aantal insecten halveert en soorten dreigen uit te sterven en de (her)introductie van dieren leidt tot felle discussie. Er gaat iets niet goed in ons welvarende land.

Voor- en tegenstanders van het opsluiten van paarden, herten en runderen op een kale vlakte doen emotionele uitspraken. Wolven verkennen ons land en vooralsnog levert dat dode schapen op. Welk leven telt zwaarder? Een dood schaap of een dode wolf? Is het een kwestie van intrinsieke waarde? Het is een schijnvraag, maar toch. Want welk argument zou moeten gelden wanneer we praten over natuurbeleid? Dat mensen van dieren houden? Schapenhouders en veehouders zeggen van hun dieren te houden en dat ze daarom de wolf willen afschieten. Ze houden niet van wolven en nog minder van gedode schapen.

Het is doodnormaal en een teken van vrije meningsuiting dat de mens van het ene dier houdt en van het andere niet. Sommige mensen die van dieren houden, houden geen huisdieren en sommige consumenten die de smaak van vlees waarderen eten geen vlees. Houden van dieren is geen betrouwbaar of doorslaggevend argument om natuurbeleid op te baseren.
Het aanhouden van een ecologische balans maakt meer kans. Het gesprek moet dan gevoerd worden over welke economische activiteiten moeten worden verminderd en wie financiële compensatie krijgt voor het maken van ruimte. In het geval van schapenhouders moet de vraag beantwoord worden of dat het onder een normale zorgplicht valt dat er een hek rond een weiland komt dat effectief roofdieren als een wolf buiten houdt. Of dat een hond wordt opgeleid om de kudde dag en nacht te bewaken. Wie gaat dat betalen of moet de schapenhouder eieren voor zijn geld kiezen en stoppen met het houden van schapen?

Natuurminnend Nederland heeft weerstand om te betalen voor toegang tot vrije natuur. Men wil vrije toegang tot wandelpaden gedurende de uren dat de zon schijnt. Een hek om vrije natuur voelt als een tegenstelling. Stilteplekken en rustgebieden in natuurgebieden worden daarom bij voorkeur ontoegankelijk gemaakt voor het publiek door het verhogen van het waterpeil. Denk bijvoorbeeld aan vernatting van de heide, die daardoor weer meer op een moeras gaat lijken. Dat je ’s winters ongehinderd naar binnen kunt schaatsen is minder bezwaarlijk want dan is de verstoring van dieren minder erg.

In een ideale samenleving houden mens en dier vrije bewegingsruimte en wordt dat beschermd wat anders gevaar loopt te worden overlopen of overreden. Ecoducten over en onder snelwegen beschermen het dier dat in het kader van voortplanting of voedsel zoeken wil trekken, migreren en foerageren.
Natuurbeleid zou gebaseerd moeten zijn op hetzelfde recht dat mensen aanhouden voor een rechtvaardige samenleving, namelijk recht op vrijheid. Dat recht kunnen we doortrekken naar dieren. Recht op vrijheid betekent niet dat wie beperkt wordt in het economische verkeer ook daarvoor per definitie wordt gecompenseerd. Schadevergoeding is altijd een kwestie van overleg over redelijkheid. Heeft degene die schade lijdt wel voldoende gedaan om schade te voorkomen of voldoende tijd gehad om een alternatief te zoeken.

Beleid opzetten op basis van natuurlijke vrijheid is van alle tijden en daarmee de beste garantie voor duurzaamheid en ecologische balans.

16 oktober 2014

Omdenken bij de jaarlijkse verhongering in de Oostvaardersplassen

Henk Bleker en Dion Graus discussieerden bij Jeroen Pauw over het jaarlijks terugkerende fenomeen dat 30% van de dieren in de Oostvaardersplassen verhongeren.
Dion Graus meldt dat we een zorgplicht hebben omdat het gebied besloten is en dieren niet vrij op zoek kunnen gaan op de Veluwe naar voedsel. Henk Bleker noemt dit argument niet realistisch omdat dit teveel geld en landbouwgrond kost.
Graus ziet als oplossing om de dieren jaarlijks te injecteren met een middel dat de voortplanting tegen gaat en Bleker pleit voor preventieve afschot zodat er voldoende voedsel overblijft. Het zijn bekende argumenten en de strijd is vooral een charme offensief.

Afhankelijk hoe je tegen dierenwelzijn en dierenrechten aankijkt zijn dit politiek bruikbare oplossingen. Voor wie vrijheid als grondrecht voor dieren serieus neemt is de oplossing een ecoduct bouwen onder of over het Veluwemeer en zo de dieren vrij te laten bewegen op zoek naar voedsel. Ondertussen kun je met anticonceptie de omvang van de populatie beperkt houden. Niet iedere grote grazer hoeft te blijven. De Nederlandse boeren produceren 3x zoveel voedsel dan in ons eigen land wordt verkocht. Het is best denkbaar om kosten van het ecoduct te compenseren met de gewonnen natuurwaarde en besparing op kosten die de overproductie van de Nederlandse veehouderij de belastingbetaler opleveren.

19 september 2013

Oostvaardersplassen De Nieuwe Wildernis

In de Volkskrant een recensie over de film De Nieuwe Wildernis. Het is een documentaire over het leven in de Oostvaardersplassen en is eind september in de bioscoop te zien.
Opmerkelijk is dat de filmmakers constateren dat er niet automatisch sprake is van ongeremde groei van grote grazers in het niet door roofdieren als wolven en beren beheerde gebied.
Een citaat uit de recensie.
Smit weet, als ecoloog, dat de Oostvaardersplassen omstreden zijn, niet alleen bij mensen die vinden dat Staatsbosbeheer een zorgplicht heeft voor de grote grazers, maar ook bij sommige ecologen en vogelliefhebbers, die constateren dat veel kleinere vogelsoorten uit het gebied zijn verdwenen, onder meer vanwege het grazen der konikpaarden, edelherten en heckrunderen. Het verwijt dat hij en Verkerk een propagandafilm hebben gemaakt voor Staatsbosbeheer ligt op de loer. 'Ja, dat weten wij maar al te goed. Maar wij zijn onafhankelijke filmmakers, Staatsbosbeheer heeft niets betaald en niets bepaald. Er zitten nogal wat scènes in de film waar Staatsbosbeheer niet blij mee zal zijn. We hebben dode paarden gefilmd die volgens het protocol uit het gebied verwijderd zouden moeten zijn'.

'Wij hebben geen opiniërende film willen maken. Dit is een film die laat zien hoe het ecosysteem hier werkt. Los daarvan vind ik het prima dat er een discussie losbreekt over wat natuur eigenlijk is, of zou moeten zijn. Wat mij betreft is natuur continu in ontwikkeling. Dat betekent ook dat soms ergens soorten verdwijnen. Wat we in Nederland nog altijd veel doen, is proberen natuur te fixeren op een bepaald punt, om die ene orchidee koste wat het kost te behouden. Terwijl er juist in Nederland in de afgelopen jaren grote successen zijn geboekt met grootschalige natuur die niet, of minder door mensen wordt gestuurd'.

'Internationaal gezien zijn de Oostvaardersplassen een begrip, want in alle westerse landen speelt dezelfde discussie. In die zin is dit een optimistische film: wie twintig jaar geleden had geroepen dat de zeearend, de grote zilverreiger en de kraanvogel weer in Nederland zouden gaan broeden, was keihard uitgelachen. Maar nu is het zover. En dit gebied is nog jong, pas veertig jaar. Geef het een kans, zou ik zeggen. Het is ook leerzaam. Op dit moment gebeuren hier weer interessante dingen. Een afname van het aantal grote grazers bijvoorbeeld, door natuurlijke sterfte, maar ook door een afname van de reproductie. Dat gaat gevolgen hebben voor de vegetatie en voor de vogelstand. Zo gaat het steeds weer door; dit gebied doet je elke keer weer verbazen'.

21 juni 2012

De landbouw reduceert biodiversiteit tot één soort

Bestaat wildernis nog in Nederland en waar kun je die dan vinden? Bram van de Klundert ging op zoek en verbleef in de twaalf 'wildste' Nederlandse natuurgebieden, o.a. Tiengemeten, Oostvaardersplassen en Rottumerplaat. Steeds een week overnachten in een hut of een tent zonder telefoon, radio of boeken. Vier dagen alleen zijn en ervaren wat die wildernis met je doet. Expeditie wildernis is daarmee een complete zoektocht geworden naar de betekenis van wildernis in Nederland en voor de Nederlandse samenleving. Uiteindelijk komt hij op het persoonlijke niveau uit: de combinatie van 'alleen zijn' en stilte heeft hem sterker gemaakt.
Dat hij zich tegelijkertijd druk maakt om de achteruitgang van de natuur, is geen verzet tegen verandering. “Maar omdat ik het mensen gun om de sublieme ervaring van de schoonheid van de vitaliteit van het leven mee te maken. Als ik opkom voor weidevogels of kanoeten is dat vanuit een gevoel van mededogen en respect voor al dat unieke leven”.

Ervaringen met het sublieme in de Nederlandse natuur. (bol.com).

Van de Klundert werd geïnterviewd voor het magazine Down to Earth van Milieudefensie.
Een paar citaten.
De teloorgang van de verwondering is misschien wel een van de meest fundamentele bedreigingen voor de natuur. In Van de Klunderts tweede boek Perspectieven voor Wildernis, gaat hij in op de ‘biologisering van ons mens- en wereldbeeld’. Op allerlei vlakken worden mens en wereld tegenwoordig herleid tot hun chemisch-biologische processen: ons eten wordt gezien als verzameling nutriënten, sommige goed (omega-3), sommige fout (verzadigde vetten). Een vogel zingt mooi omdat dat de voortplanting dient. Pubers gedragen zich onverantwoordelijk omdat hun hersenen nog niet zijn uitontwikkeld (We zijn ons brein, van Dick Swaab). Van de Klundert zet daar zijn naturalistische kijk tegenover. “Vanuit de rijkdom van het bestaan. Voeding is veel meer dan alleen nutriënten. De schoonheid van de natuur is niet terug te brengen tot een chemische reactie in je hoofd”. Doe je dat wel, dan wordt het leven verarmd en plat gemaakt. “Liefde en geluk zijn strikt biologisch niet aan te tonen. Maar dat wil niet zeggen dat ze er niet toe doen. Zo geldt dat ook voor schoonheid en verwondering. Ik ben op zoek naar de dingen die belangrijk zijn in het leven”. Die dingen zijn aan de zachte kant. “Ik kan niet aantonen dat natuur belangrijk is, maar ik kan het wel ervaren”.
En.
Het agrarische cultuurlandschap is ook mooi. “Maar dat gaat nog steeds vreselijk achteruit”. Jarenlang heeft hij zich ingezet voor een natuurvriendelijke landbouw, maar nu heeft Van de Klundert het opgegeven: er is volgens hem geen redden meer aan. Hij noemt als voorbeeld de weidevogels. “Eerst probeerden we de met veel geld en moeite de kemphaan te redden, toen dat niet lukte de watersnip, toen dat niet lukte de grutto en nu moeten de boeren al geld hebben voor een koe in de wei”.
Van de Klundert is tot de conclusie gekomen dat landbouw en biodiversiteit inherent strijdig met elkaar zijn: “De landbouw reduceert de biodiversiteit tot één: dat is ook de bedoeling. Een boer wil één soort gewas op zijn akker, verder niks. Als er dan Engels raaigras met een koe op staat, is de biodiversiteit nog twee”. Het hoogst haalbare. Subsidies voor agrarisch natuurbeheer zijn dan ook weggegooid geld, volgens Van der Klundert.
“De landbouw is de enige bedrijfstak die nog fors vervuilt”. Die moet minder bestrijdingsmiddelen gebruiken, minder mest uitstoten. Maar dan nog. “Ook de bijdrage van biologische boeren aan de biodiversiteit stelt weinig voor”. De bemesting van weilanden moet tachtig tot negentig procent terug, willen we voor flora en fauna weer interessante akkers en grasland krijgen. Dat kan ook de biologische landbouw niet brengen.
Ja, hij weet ook wel dat het produceren voor de wereldmarkt een politieke keuze is. En dat dat een belangrijke drijvende kracht is achter de steeds natuurvijandigere landbouw. “Maar als je daar van af wilt, moet je allerlei handelsverdragen opzeggen en uit de Wereldhandelsorganisatie stappen. Dat gaat niet gebeuren”. Daarom is zijn conclusie: “Ik zeg het met spijt in mijn hart: landbouw en natuur moeten zoveel mogelijk worden gescheiden, anders houden we niets over”.
En.
De Nederlandse natuur moet beheerd worden door organisaties die op grotere afstand van de overheid komen. “Zodat we niet meer zoiets meemaken als deze kabinetsperiode, dat één dwaas het hele natuurbeleid kan slopen”.

30 november 2011

Er komt bij natuurbeleid meer kijken dan geld besparen

Wie Henk Bleker in zijn beleid ten aanzien van de natuur wil volgen, denkt natuurlijk allereerst aan “follow the money” en “it is the economy, stupid!”. Het komt de agrobusiness nu eenmaal goed uit wanneer ze hun veestapel willen uitbreiden dat de ammoniakdepositie op nabijgelegen natuurgebieden geen belemmerende factor kan zijn. Ook meer gebieden om mest op uit te rijden is welkom. Er zijn echter nog een paar omstandigheden om mee rekening te houden. Het natuurbeleid van de EU schrijft niet voor om geïsoleerde natuurgebieden aan elkaar te knopen. Veel geïsoleerde natuurgebieden hebben unieke planten of dieren die zowel gered als in gevaar zouden kunnen komen wanneer zij een verbinding krijgen met andere gebieden. Het zit er in dat dan andere dieren en planten het gebied zullen bevolken.
Wil je de filosofie van de Ecologische HoofdStructuur verdedigen tegen het beleid van Henk Bleker dan moet je de gedachte uitdragen dat dieren en planten een mogelijkheid zouden moeten hebben om te migreren. Je moet dan ook de consequenties doordenken. Wanneer de edelherten, konikpaarden en Heckrunderen uit de Oostvaardersplassen kunnen migreren naar de Veluwe via het Oostvaarderswold dan loop je kans dat je in de winter een konikpaard op de openbare weg tegenkomt. De vraag wordt dan in de toekomst gesteld “moeten jagers ook paarden gaan afschieten?“ of moet Staatsbosbeheer cowboys in dienst nemen om grote grazers in het voorjaar weer terug te drijven naar de Oostvaardersplassen, net zo lang tot de dieren het uit zichzelf doen?
Wil je het beleid van Bleker eerlijk beoordelen dan moet de discussie eerlijk gevoerd worden. Wanneer je dieren de mogelijkheid geeft om uit de Oostvaardersplassen te trekken, geef je andere dieren de mogelijkheid om erin te trekken. Daardoor verandert de samenstelling van de dierenbevolking. Denk hierbij aan everzwijnen, maar ook aan wolven.
Dieren die naar de Veluwe trekken moeten weerhouden worden om bewoond gebied in te trekken. Dat vraagt bijvoorbeeld afrastering, maar ook bewustwording van mensen om dieren niet te voederen.
Het is ook flauw om de kosten van de aanleg van extra natuur boekhoudkundig op te voeren omdat landbouwgrond om te zetten in natuurgebied waardevermindering inhoudt. Zou bijvoorbeeld het gebied van het Oostvaarderswold als stedelijk gebied worden bestempeld dan stijgt de waarde van de grond weer.
Ook is de recreatieve waarde van een natuurgebied niet zo exact in geld uit te drukken als landbouwgebied.
Een samenleving zou ook geld over moeten hebben voor een natuurbeleid dat recht doet aan dierenbelangen. Die afweging vraagt een eerlijke communicatie.

23 februari 2011

De strijd om het Oostervaarderswold, levensader voor duizenden grazers

De aanleg van een nieuwe strook natuur tussen de Oostvaardersplassen en Horsterwold bij Zeewolde zorgt bij de Statenverkiezingen in maart 2011 voor hoogoplopende discussies in Flevoland. Boeren moesten onder voorgaande kabinetten hun vruchtbare land noodgedwongen verkopen voor de aanleg van dit onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur. Sinds het aantreden van het kabinet Rutte is er echter tot grote vreugde van de boeren een andere wind gaan waaien. Staatssecretaris Bleker wil dat de aanleg van het zogenaamde Oostvaarderswold stopt.
De provincie en enkele politieke partijen willen dat de natuurzone alsnog wordt aangelegd omdat er al bijna 200 miljoen euro in de aanleg is geïnvesteerd.

In een uitzending van Eenvandaag meldt staatssecretaris Henk Bleker dat de strook te duur is. Met het niet aanleggen van de verbindingsstrook en weer terug verkopen aan de boeren kan de overheid uiteraard geld besparen en terugkrijgen. Maar duur is de aanleg van de strook niet echt. De 37 boeren moeten worden uitgekocht. Omdat het goede landbouwgrond is en de boeren in de naaste toekomst door verwachtte voedselschaarste goede prijzen te krijgen voor hun opbrengsten, kiest de overheid nu voor akkerbouw. Maar dat deze grond nodig is voor de voedselbehoefte, is vooral demagogie. De meeste opbrengst van de landbouw wordt geëxporteerd. Er is op het platteland van Frankrijk meer dan genoeg braakliggende landbouwgrond beschikbaar om ruimschoots te compenseren voor grond waar natuur gepland is.
De nu gevangen zittende dieren in de Oostvaardersplassen kunnen de ecologische verbindingszone gebruiken om te overleven. Op deze smalle strook kan ook het publiek terecht, zodat zij daarmee een goede kans hebben om migrerend wild te observeren. Anders dan in de uitzending gemeld is deze migratie tweerichtingsverkeer.

10 november 2010

Dieren doodschieten in de Oostvaardersplassen

De dierenartsen, verenigd in de KNMvD, pleiten voor afschot van de grote grazers in de Oostvaardersplassen. Het gaat om Heck-runderen, Konikspaarden en edelherten. Deze dieren vinden in de winter te weinig voedsel om te overleven en kunnen niet uit het reservaat vanwege het ontbreken met een open verbinding naar graziger weiden. Staatsbosbeheer schiet dan de hongerende dieren af om langdurig dierenleed te voorkomen.
Stel, dat jaarlijks eenderde van de populatie wordt afgeschoten dan blijft er genoeg over om de kuddes in stand te houden. In drie jaar tijd wordt dan net zoveel doodgeschoten als de dierenartsen pleiten om in 1 jaar te doen. In het voorstel van de dierenartsen is in één seizoen een einde gemaakt aan het dierenleed, terwijl het huidige beleid het dierenleed jaarlijks doet terugkeren. Uit dit dilemma is maar 1 oplossing: "kiezen" of de Oostvaardersplassen aansluiten op de Ecologische HoofdStructuur. Dat laatste kost geld en dat wil de regering besparen. Maar is de aanleg van de EHS voor de langere termijn niet veel beter voor het welzijn van mens en dier en is er wel een tekort aan geld?

09 september 2010

Slager en jagers willen geen mager wild

Vervolg van het interview met Frans Vera uit Trouw.

Het succes van de Oostvaardersplassen is óók bedreigend voor de jacht, zegt Vera. Vandaar dat juist jagers zich in zijn ogen zogenaamd bezorgd tonen over het hongeren van vee in de winter. De jacht beroept zich op de noodzaak van regulatie omdat er geen grote wilde roofdieren zijn, legt hij uit. „Hoewel roofdieren altijd zwakke exemplaren uitschakelen, schieten jagers juist de dieren in de kracht van hun leven, want er moet ook nog een leuk boutje aan zitten. Je moet de jacht zien als een oogst. Vanwege de lage dichtheden (op de Veluwe één edelhert op 50 hectare) en het bijvoeren van de dieren door bemeste voerakkers, blijven die in zeer goede conditie, waardoor álle hindes jaarlijks een kalf krijgen”.

„De dieren in de Oostvaardersplassen zijn met veel meer (één edelhert op 2 hectare), hebben in de winter honger en zijn mager. Als je er een moet afschieten, is er geen slager die hem wil hebben. Stel nu dat dit model wordt toegepast op de Veluwe, dan betekent dit het einde van de plezierjacht".

Het begrip natuur devalueert per generatie

In dagblad Trouw van 8-9-10 wordt ecoloog Frans Vera aangehaald. Vera werkt bij Staatsbosbeheer en is bedenker van het concept achter de natuur in de Oostvaardersplassen. Hij vindt dat Nederland uit 20 procent ’echte’ natuur moet bestaan. Daarin is voor boeren geen plaats.

„Wij hechten waarde aan de zaken waarmee wij zijn grootgebracht. Natuur is wat wij in onze jeugd als natuur hebben leren kennen. Maar de zogenaamde natuur uit onze herinnering is altijd een cultuurlandschap”. De kikker in de sloot, de koe in de wei, de grutto op een paaltje. Het begrip natuur devalueert, volgens Vera, per generatie. „Wij kunnen zeggen dat de natuur tijdens ons leven achteruit is gegaan. Maar voor onze kinderen is die kwaliteit het beginpunt”.

Vera noemt dit ’het syndroom van de verschuivende ijkpunten’, alsof het om een enge ziekte gaat. Elke keer verschuift ons beeld van natuur en we nemen met steeds minder genoegen. Want er verdwijnt steeds meer. „Er komt ook wel eens wat bij, maar de planten en diersoorten die zich niet konden verenigen met landbouw zijn we dus al kwijt. En we missen ze niet eens. Elke keer komt er weer een generatie die zegt: dít is de natuur. De norm is zo steeds verder naar beneden gegaan”.

Omdat Nederlanders zijn opgevoed met de dieren van de boerderij, weten ze zich geen raad met ’wilde’ runderen en paarden. Kalfjes in de vrije natuur drinken bij hun moeder, paarden blijken opeens kuddedieren. En ja, in de winter vermageren de dieren, na een herfst waarin ze zich hebben volgevreten. Toch zullen de zwakken de winter niet overleven. En daar kan niet iedereen tegen, blijkt uit de emoties in de afgelopen winter.

17 maart 2010

Het belang van een goede visie op dierenrechten bij de Oostvaardersplassen

De dieren in de Oostvaardersplassen lijden (in de winter en het vroege voorjaar) honger en je zou kunnen betogen dat zij in hun rechten worden aangetast.
Het CDA ziet zijn kans schoon om de Partij voor de Dieren in de discussie over bijvoeren naar de kroon te steken. Immers de dieren in de intensieve veehouderij zullen nooit voer tekort komen, want dan is de opbrengst kleiner. Voor de Partij voor de Dieren is het wat lastiger om een aansprekend standpunt in te nemen. Zij pleit ervoor om de dieren met rust te laten en het gebied van de Oostvaardersplassen zo snel mogelijk aan te sluiten op de Ecologische HoofdStructuur. Bijvoeren daar zien zij alleen maar nadelen in. Wanneer je niet de suggestie wilt doen om aan geboortebeperking te doen, dan zit je klem.
Het kost wat moeite, maar de dieren voor 1 keer bijvoeren en vervolgens een deel te steriliseren of te castreren zolang de aansluiting met de Ecologische Hoofdstructuur er nog niet is, is een maatregel die zowel recht doet aan het dierenwelzijn als aan haar rechten. Het voorkomt een overpopulatie die sterft aan ondervoeding.
Wanneer je uitgaat van het principe dat ook dieren vrijheid als grondrecht hebben, dan is deze ingreep de manier om vrijheid te behouden.
Het is opvallend dat in de discussie vrijwel niemand het begrip “intrinsieke waarde” van stal haalt. Terecht want dat begrip slaat als een tang op een varken. Hopelijk levert de discussie in het bewustzijn van het grote publiek wat meer duidelijkheid op wat natuur echt inhoudt: vrijheid om te zoeken naar voedsel en het ook daadwerkelijk te vinden.

Wie de Partij voor Dieren om uitleg vraagt krijgt het volgende, uitgebreide antwoord:
De Partij voor de Dieren begrijpt uw zorgen over de situatie in de Oostvaardersplassen en de beelden hiervan in Eenvandaag. Als er één partij is die niet wil dat dieren onnodig lijden, dan is het de Partij voor de Dieren. Wij volgen de situatie in de Oostvaardersplassen nauwlettend en vrijdag 12 maart hebben onze Kamerleden Marianne Thieme en Esther Ouwehand samen met onze fractiebioloog een werkbezoek gebracht aan dit gebied.
De Partij voor de Dieren is in principe geen voorstander van het uitzetten van dieren, zeker waar dat in omheinde gebieden plaatsvindt. Het zou niet onze keuze zijn geweest om grote grazers, runderen, paarden en edelherten uit te zetten in het gebied, maar het experiment is een gepasseerd station en dateert van voor de oprichting van de Partij voor de Dieren. Achteruitkijken is dus zinloos, het gaat erom in de huidige situatie de beste oplossing voor de dieren te vinden.
Hoewel de wens om bij te voeren begrijpelijk is, worden de dieren er niet mee geholpen. Integendeel: het bijvoeren creëert onrust in de kudde en dieren die eraan gewend raken, worden minder zelfredzaam. Het belangrijkste probleem van bijvoeren is dat het voedsel niet bij de zwakke dieren terechtkomt. Wilde grazers leven in kuddes met een sterke hiërarchie en de sterke dieren zullen het voedsel opeisen ten koste van de zwakkeren. Door de grote verstoring van het bijvoeren verspillen de dieren wel extra energie, waardoor de zwakste dieren nog kwetsbaarder worden. Het aanbieden van voer op meerdere plekken in het terrein, zoals wel eens gesuggereerd wordt, is geen oplossing voor dit probleem. De dieren leven zeer verspreid over het gebied en als ze aan het voer gewend raken, worden ze minder actief.
Door het bijvoeren komen er meer jongen dan het gebied aankan, waardoor het probleem nog groter wordt. De dieren die nu zogenaamd geholpen worden, vallen dan volgend jaar ten prooi aan de jagerslobby die onder het mom van ‘populatiebeheer’ voor de lol talloze dieren wil doodschieten. Dit actieve afschot vindt dan plaats buiten de wintermaanden. Hierdoor kan er geen verschil worden gemaakt tussen zwakkere dieren die de winter niet zouden overleven, of dieren die gezond zijn en/of belangrijke functies hebben, zoals de kuddeleiders of de moederdieren.
Ten slotte is van een ‘langzame hongerdood’ en een ‘pijnlijk proces’, waar de heer Ormel (CDA) over spreekt, geen sprake. Er is nog steeds voldoende ruwvoer aanwezig in het gebied. Boswachters en dierenartsen houden de dieren extra goed in de gaten. Dieren worden door bevoegd personeel geëuthanaseerd als het duidelijk is dat zij het einde van de winter niet gaan halen, om een lange lijdensweg te voorkomen. Staatsbosbeheer streeft ernaar in alle sterftegevallen te euthanaseren, maar dit is niet altijd mogelijk. Het komt voor dat dieren opeens dood neervallen, door met name plotselinge winterse weersomstandigheden. Hetzelfde gebeurt ook in natuurgebieden in Schotland die niet afgerasterd zijn. Omdat het om een plotselinge dood gaat, is er geen sprake van een lange lijdensweg en is vroegtijdig ingrijpen niet mogelijk.
De Partij voor de Dieren vindt het van groot belang continu te evalueren of er genoeg mankracht aanwezig is om de dieren te inspecteren en waar nodig te euthanaseren. Bij veranderende (weers)omstandigheden moet nagegaan worden of het beleid hierop aangepast moet worden. Ook het beslisschema voor euthanasie, waarmee inspecteurs inschatten wanneer een dier in aanmerking komt voor euthanasie, moet steeds kritisch worden bekeken om te kunnen garanderen dat de maatregelen telkens het gewenste resultaat opleveren. Eventuele herijking van dit beslisschema moet door deskundigen worden uitgevoerd.
De Partij voor de Dieren vindt dat in het wild levende dieren zoveel mogelijk met rust moeten worden gelaten zodat natuurlijke processen hun beloop kunnen hebben. Alleen zo worden de meest diervriendelijke omstandigheden gecreëerd voor de dieren in natuurgebieden. Wij zijn van mening dat populatiebeheer door jagers zoals op de Veluwe plaatsvindt geen acceptabele oplossing kan bieden. 80% van alle zwijnen wordt daar gedood waarbij de populatiedynamiek letterlijk aan flarden wordt geschoten. Op de Veluwe werden het afgelopen jaar 925 van de ruim 2000 edelherten doodgeschoten. Ter vergelijking, in de Oostvaardersplassen zijn er dit jaar 450 van de 2172 doodgegaan.
We pleiten ook nadrukkelijk voor het verbinden van de natuurgebieden in Nederland zodat de dieren meer migratiemogelijkheden en een groter leefgebied krijgen. Eventueel menselijk ingrijpen zal altijd zorgvuldig moeten worden beoordeeld op het daadwerkelijke effect ervan op de dieren. Vanuit het oogpunt van dierenwelzijn is bijvoeren onder de huidige omstandigheden zeer ongewenst en leidt tot het actief afschieten van voornamelijk gezonde dieren. Partijen als CDA, VVD en PVV gaan hier helaas aan voorbij.
Ik hoop dat u van me aan wilt nemen dat we alles hebben gedaan om tot een gewetensvolle en verantwoorde afweging te komen, waarbij de belangen van de dieren voor ons centraal staan.

10 januari 2010

Grote grazers zouden uit natuurgebieden als de Oostvaardersplassen moeten kunnen wegtrekken

Uit het nieuws van zondag van 10 januari 2010: Een kudde van ongeveer honderd konikpaarden uit de Oostvaardersplassen is in de nacht van zaterdag op zondag het ijs overgestoken naar het Oostvaardersbos bij Almere. Onder het gewicht is een aantal wilde dieren door het ijs gezakt. Alle paarden kwamen op eigen kracht het water weer uit, maar één paard was zo verzwakt dat de boswachters hem moesten afschieten.
Tot zover het persbericht van Staatsbosbeheer.

In de week hiervoor laaide de discussie weer op of de dieren in het natuurgebied bijgevoerd zouden moeten worden. Door de lange tijd dat het gebied onder de sneeuw lag, dreigt er voedseltekort. Staatsbosbeheer wil de dieren aan hun lot overlaten, zodat het aantal dieren dat in de winter sterft kan oplopen tot 1200 paarden. Veel mensen maken zich over dit beleid kwaad omdat zij vinden dat dieren in nood geholpen moeten worden.
Deze kwestie maakt duidelijk dat natuurgebieden niet geïsoleerd zouden mogen zijn en via vrij toegankelijke stroken met elkaar verbonden zouden moeten zijn. Daarvoor moet akkerland wijken en ecoducten worden gebouwd over water en snelwegen. Boeren protesteren omdat zij het land goed kunnen gebruiken om mest op uit te rijden en biomassa op te verbouwen. Deze omstandigheid is ontstaan door de intensieve veehouderij en de oplopende benzineprijzen. Maar de boeren produceren hun vlees en zuivel voornamelijk voor verkoop in het buitenland en het buitenland is veel geschikter voor het produceren van biomassa. De wens van boeren om hun land te behouden kan niet anders worden gezien als het gevolg van het uit de hand gelopen landbouwbeleid na de Tweede Wereldoorlog die geleid heeft tot overproductie en schaamteloze grootheidswaanzin in de vorm van megastallen.
Het recht van een dier om uit de beperking Oostvaardersplassen te migreren naar voedselrijker gebied gaat boven het recht van een Flevoboer om te kunnen produceren. Staatsbosbeheer mag beweren dat de dieren het ijs niet zijn opgegaan door honger gedreven en dat bijvoeren van de dieren gevaarlijk is, omdat zij geen mensen gewend zijn. Mogelijk allemaal waar, maar het zou een grondrecht van dieren moeten zijn om in echte natuurlijke omstandigheden zich vrij te bewegen.
Daarboven hebben de paarden, edelherten en runderen in het Oostvaardersplassengebied geen natuurlijke vijanden (roofdieren als wolf of lynx). Waarmee Moeder Natuur de mogelijkheid ontnomen wordt om relatief snel een dier uit z'n lijden te laten verlossen….

23 oktober 2009

Laat vossen de ganzenpopulatie beheren

In het oktober 2009 nummer van het blad Dier van de Landelijke Dierenbescherming een artikel over de jacht op ganzen.

Het doden van ganzen is geen structurele oplossing. Van oktober tot april mogen ganzen overwinteren in speciaal aangewezen gebieden, daarbuiten mogen ze geschoten worden. Maar na 1 april zijn ganzen in die opvanggebieden plotseling niet meer gewenst - alsof ze een kalender kunnen lezen... Het lijkt ons logischer om ook in de zomermaanden gebieden aan te houden voor ganzen, terwijl de dieren in andere gebieden op een diervriendelijke manier geweerd worden (denk aan geluidseffecten, visuele afschrikmiddelen etc.). Boeren en jagers vinden doden gerechtvaardigd `omdat er anders "te veel" ganzen komen'. Er zijn echter voldoende aanwijzingen dat ook ganzenpopulaties niet tot in het oneindige door blijven groeien. In de Oostvaardersplassen, waar niet gejaagd wordt op ganzen noch op hun natuurlijke vijand de vos, is de populatie al jarenlang stabiel. De vos als natuurlijke populatiebeheerder en dus juist niet zelf als `landelijke schadesoort'!
Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat het aantal broedparen zonder vossen in 2040 op 90.000 kan liggen, terwijl dit mét vossen in 2030 stabiliseert rond de 60.000.

24 juni 2006

Verbind de Oostvaardersplassen via Horsterwold met de Veluwe


In de discussie over het lot van de grote grazers in de Oostvaardersplassen dringen veel deskundigen aan op het maken met een aansluiting van het gebied met andere gebieden. Het probleem van voedseltekort en hoge sterfte in de wintermaanden zou daarmee zijn verholpen.
In het oosten van Zuidelijk Flevoland tegen het Veluwemeer ligt het Horsterwold.
Wanneer er vanaf dat gebied een wildbrug zou komen naar het vaste land en over de A28 zouden deze dieren niet alleen niet meer van de honger hoeven om te komen, maar ook in contact kunnen komen met soortgenoten om inteelt en andere ellende te voorkomen.
De kans op gesleep met dierziektes is in deze tijd van intensieve veehouderij niet meer zo groot als vroeger.
Uiteraard zal een dergelijke verbinding (Ecologische HoofdStructuur) veel geld kosten. Een aanleg zou kunnen samengaan met een recreatieve functie. Deze functie zou per seizoen anders ingevuld kunnen worden. Recreanten en trekkend wild zou elkaar in de wisseling van de seizoenen kunnen afwisselen in het gebruik van de nog aan te leggen ruimte.

16 februari 2006

Dierenbescherming daagt minister voor rechter over Oostvaardersplassen

Dierenmail 14-02-2006

De Dierenbescherming spant een kort geding aan tegen minister Veerman (LNV) en Staatsbosbeheer. De zaak dient op vrijdag 3 maart voor de Rechtbank ’s-Gravenhage. Inzet is het beheer van de grote grazers in de Oostvaardersplassen gedurende deze winter.

De Dierenbescherming eist van Staatsbosbeheer dat de edelherten, runderen en paarden worden bijgevoerd tijdens extreme weersomstandigheden om onacceptabel lijden te voorkomen. Vorig jaar stierven honderden dieren de hongerdood als gevolg van zware sneeuwval en koude in maart. Minister Veerman is eindverantwoordelijk voor het door Staatsbosbeheer gevoerde beleid.

De Dierenbescherming ziet de dieren in de Oostvaardersplassen als gehouden dieren. De grote grazers zijn door de mens in het afgerasterde gebied geplaatst en kunnen het niet verlaten om bijvoorbeeld voedselrijkere gebieden te zoeken. “Voor onze organisatie staat vast dat Staatsbosbeheer daarom een wettelijk voorgeschreven zorgplicht heeft”, aldus Thomas Posthumus Meyjes, directeur Dierenbescherming. Pogingen om Staatsbosbeheer van dit standpunt te overtuigen, zijn helaas mislukt. De organisatie grijpt pas in als 60 procent van de dieren door honger en uitputting is omgekomen. Dat is voor ons onacceptabel.

De kritieke periode voor de dieren in de Oostvaardersplassen is eind februari en maart. Dan zijn de grazers door hun reserves heen.

12 november 2005

Dieren in de Oostvaardersplassen

In de Oostvaardersplassen gaan grote grazers dood van de honger. Er zou geen probleem zijn in Flevoland wanneer het gebied gewoon zou aansluiten bij de Ecologische HoofdStructuur (EHS). Dan zouden de grote grazers gewoon kunnen wegtrekken wanneer er onvoldoende te eten was. Nu sterven jaarlijks 700 van de 3100 dieren. Een groot deel daarvan komt om van de honger.
Wat nu te doen? Afschieten of bijvoeren of geboortebeperking?
Afschieten kun je zien als een wrede vorm van geboortebeperking, waarvan het bezwaar voornamelijk bestaat bij de mensen die vinden dat je dieren niet mag doden.
Bijvoeren zou na verloop van tijd ook leiden tot overbevolking, dus dat is “uitstel van executie”.
Zolang aansluiting bij de Europese Ecologische Hoofdstructuur nog niet gerealiseerd is, lijkt geboortebeperking door pil, castratie en sterilisatie de enige diervriendelijke oplossing.
Dat is een goed compromis tussen dierenrechten en dierenwelzijn.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.