Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label LNV. Alle posts tonen
Posts tonen met het label LNV. Alle posts tonen

13 januari 2011

Dood door schuld voor hen die dieren exploiteren zonder eer en geweten

Minister van Volksgezondheid Edith Schippers (VVD) huilde woensdag 13 januari tijdens het debat over de manier waarop de Q-koorts is aangepakt krokodillentranen. "De vorige bewindslieden hebben naar eer en geweten gehandeld”. Schippers werd aangepakt door Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren. Thieme noemde het begrijpelijk dat mensen de overheid dood door schuld verwijten. De Nederlandse vee-industrie produceert voor het eigen gewin, produceert meer dan voor de Nederlandse voedselbehoefte nodig is en verkoopt dit overschot op buitenlandse markten. Door de overproductie met vee in te kleine ruimtes wordt de kans op ziekten vergroot. Een oplossing die de politiek heeft voorgesteld is om het ministerie van Volksgezondheid de regie te geven over de veeteelt, wanneer de gezondheid van mensen in gevaar is.

Thieme kondigde een motie van treurnis aan omdat Schippers en haar collega Henk Bleker (Landbouw) niet vinden dat bij de aanpak van de Q-koorts de economische belangen boven het belang van de volksgezondheid zijn gesteld.

Tot nu toe zijn door de Q-koorts naar schatting achttien mensen overleden en honderden chronisch ziek. Dat aantal is te klein voor de ministeries om maatregelen te nemen om de overpopulatie en de omstandigheden in de vee-industrie aan te pakken. Wat het lastig maakt is dat de overpopulatie zo groot is dat niet geëist kan worden dat al het vee buiten kan lopen, want juist de combinatie tussen vee dat buiten loopt en een te grote veedichtheid is een risico voor de volksgezondheid. De eis dat vee buiten kan lopen kan alleen samengaan met een sterk gereduceerde veestapel. Maar een reductie van 70% levert nog genoeg voedsel op voor de Nederlandse bevolking en kan de gevaren van dierziekten effectief beperken. Een dergelijke maatregel heeft nog vele ander voordelen.

25 september 2010

Zembla: wilde paling met dioxine wordt gewoon verkocht

In Nederland wordt al jaren paling verkocht die niet aan de Europese voedselveiligheidsnormen voldoet. Het is verboden om paling met teveel dioxine op de markt te brengen. De Voedsel- en Warenautoriteit heeft daarom sinds 2007 meerdere keren aangedrongen op een vangstverbod voor vervuilde paling. Het ministerie van LNV erkent dat de norm voor het dioxinegehalte in de paling wordt overschreden en weet ook dat verontreinigde paling gewoon te koop wordt aangeboden. Maar minister Verburg (LNV) grijpt niet in. Daarom kunnen de visserijbedrijven hun paling gewoon verkopen, zo blijkt in de ZEMBLA-uitzending ‘De dioxinepaling’.

02 maart 2010

PvdD hekelt inconsequent beleid reconstructieplannen

Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de vernietiging van de Raad van State van reconstructieplannen in Brabant

Heeft u kennis genomen van de uitspraak van de Raad van State waarin de Raad een streep haalt door een groot deel van de reconstructieplannen van het buitengebied in Brabant, en kent u de berichtgeving hierover?
Is het waar dat u het Brabantse plan, dat de Raad van State nu heeft vernietigd, heeft goedgekeurd op 12 augustus 2008? Zo ja, kunt u uiteenzetten hoe het mogelijk is dat u een ondeugdelijk besluit heeft goedgekeurd?
Deelt u de mening dat u onzorgvuldig bent geweest, en kunt u dit nader toelichten? Zo neen, waarom niet?
Zijn er nog meer besluiten die u in dit kader heeft goedgekeurd, en die momenteel aangevochten worden bij de rechter, of waar de rechter al negatief over heeft geoordeeld?
Kunt u uiteenzetten hoe het mogelijk is dat er meerdere landbouwontwikkelingsgebieden binnen de door de provincie zelf vastgesteld grens van 500 m van o.a. natuur, zijn aangewezen zonder een deugdelijke toelichting ? Welke conclusies verbindt u hieraan?
Kunt u uiteenzetten hoe het kan dat er zonder toelichting werd afgeweken van de 250 m grens rond kwetsbare natuurgebieden? Wat concludeert u hieruit?
Kunt u toelichten het kan dat een landbouwontwikkelingsgebied overlapt met een grondwaterbeschermingsgebied?
Ziet u naar aanleiding van deze uitspraak de noodzaak om andere reconstructieplannen nog eens tegen het licht te houden? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke plannen zijn dat en op welke manier en wijze bent u bereid deze tegen het licht te houden?
Welke partij had de bescherming van flora en fauna in de reconstructieplannen moeten garanderen, waarom is dit in onvoldoende mate gedaan, en op welke wijze houdt u toezicht op deze processen?
Speelt de problematiek van het uitvoeren van het reconstructiebeleid ook in andere provincies waar de reconstructie uitgevoerd wordt?
Kunt u uiteenzetten hoever de reconstructie gevorderd is, hoeveel gelden er nog gereserveerd zijn voor de uitvoering hiervan, en welke knelpunten er spelen bij het uitvoeren van de reconstructie?
Deelt u de mening dat de uitspraak van de Raad van State een nieuwe bevestiging is van het failliet van het reconstructiebeleid en dat de grote hoeveelheden belastinggeld die hiermee gemoeid zijn, dus eigenlijk worden verspild? Zo ja, bent u bereid het reconstructiebeleid te herzien? Zo neen, waarom niet?
Bent u bereid de reconstructiegelden die nog beschikbaar zijn om te (laten) buigen naar een warme sanering van de veehouderij in deze gebieden, zodat de kosten voor natuurherstel, de vervuiling van bodem en grondwater en de effecten op het klimaat van de veehouderij niet nog verder oplopen en dat een daadwerkelijke start kan gemaakt worden met de aanpak van al deze problemen?
Is het waar dat de Provincie Noord-Brabant heeft aangegeven dat het landbouwbelang altijd zwaarder zal wegen dan het natuurbelang, en dat de Raad van State mede naar aanleiding hiervan heeft moeten concluderen dat het besluit ondeugdelijk genomen is? Zo ja, hoe beoordeelt u deze uitspraak en welke consequenties verbindt u hieraan? Zo neen, waarom niet?

10 december 2009

De ethiek van het ruimen van geiten: voorkomen is beter dan genezen

Nu de overheid heeft besloten om gezonde en drachtige geiten van met Q-koorts besmette bedrijven te ruimen is weer de roep te horen om handtekeningen te plaatsen tegen dit beleid.
In ons land worden dagelijks 1 miljoen “gezonde” dieren geslacht. Het betreft voornamelijk pluimvee. Het meeste protest tegen ruimen wordt opgewekt door de beelden van dieren in grijpers.
Dierenbescherming in Nederland is vanouds gericht op het voorkomen van confrontatie met dierenleed, niet op het beëindigen van de economische drijfveer daarachter.
Een klein deel van hen die protesteren trekt de juiste conclusie uit het onrecht waartegen zij zich verzetten: zij doen als consument niet meer mee. Het grootste deel van de mensen met walging is hypocriet. Minister van LNV, Gerda Verburg, voelt dat haarfijn aan en laat het liefst de geiten in slachthuizen doden. Dat is een plek waar protesten zich niet laten horen.
Wanneer u zich afvraagt wat u kunt doen, dan is het antwoord simpel. Doe helemaal niets. Zet geen handtekening, maar laat ook zoveel mogelijk producten gemaakt van en uit dieren staan. Deze oorverdovende stilte heeft alleen zin wanneer u dit deelt met de mensen uit uw omgeving. Kook eens lekker vegetarisch voor een ander.
En daarmee is de meest effectieve maatregel tegen de waanzin van de Nederlandse vee-industrie benoemd. We moeten de bio-industrie kwijt en zelf als individu in ons eigen dagelijks voedselpatroon diervriendelijke maatregelen nemen.

06 december 2009

Zembla: Ministerie van Landbouw frustreert bestrijding Q-koorts epidemie

Q-koorts maakt geen dieren ziek, maar mensen. Boeren hebben geen belang bij ruiming van besmette bedrijven, waarvan de dieren gezond zijn.

Bij de bestrijding van de Q-koorts epidemie wogen de economische belangen van de geitensector en de privacybelangen van de geitenboeren zwaarder dan het belang van de volksgezondheid. Daardoor zijn onnodig veel mensen ziek geworden. Dit zeggen GGD-artsen en microbiologen in ZEMBLA 'De Q-koorts epidemie'. Uit een intern rapport van de GGD, vertrouwelijke brieven en ambtelijke gespreksverslagen die ZEMBLA in haar bezit heeft, blijkt dat het overheidsbeleid een ‘negatieve invloed heeft gehad op de uitbraakbestrijding’.

LNV heeft informatie over besmette bedrijven nooit doorgegeven aan de GGD. Daardoor kon de GGD geen optimale informatie geven om besmetting te voorkomen. Er zijn daardoor meer mensen ziek geworden en overleden dan nodig was.

05 november 2009

Cees Veerman: boeren moeten niet rekenen op steun of begrip

Cees Veerman, oud-minister van LNV sprak 3 november op proefboerderij De Rusthoeve in Colijnsplaat.

"Ga er maar vanuit dat de komende jaren het landbouwbudget van de Europese Unie van 42 tot ongeveer 30 miljard euro zal dalen en dat het grootste deel van wat er overblijft naar plattelandsontwikkeling gaat. Daar hoef je als boer dus geen hoge verwachtingen van te hebben".

In dit licht bestempelde Veerman de recente acties van melkveehouders die met mestverspreiders melk over hun land uitreden, als 'achterhoedegevechten'.
"En", vervolgde hij, "je hoeft je ook niet te verlaten op begrip en bijval vanuit de burgerij voor de roep om inkomenssteun van pakweg 500 à 600 euro per hectare per jaar. Dat is logisch, want niemand heeft ons toch gevraagd boer te worden".

Tot zover Veerman in de PZC.

Er zijn natuurlijk nog veel meer redenen waarom de melkveehouders niet op al te veel begrip kunnen rekenen vanuit de "burgerij". De melkveehouders bepalen in grote mate de aanblik en het gebruik van het platteland ten einde voor de buitenlandse markt te produceren. Dit gaat (helaas onzichtbaar voor het ongeoefende "burgeroog") ten koste van dierenwelzijn en milieu. Wat wel zichtbaar is de industriële inrichting van het platteland wat samenhangt met de wens van de milieu- en dierenwelzijnsbeweging om deze vorm van bedrijfsvoering als vee-industrie te benoemen.

27 juli 2009

Lachwekkende conclusies bij onderzoek LNV naar welzijn circusdieren

Minister Verburg heeft twee onderzoeken laten doen: 'De intrinsieke waarde van dieren in performance-praktijken' door de Universiteit van Groningen (RUG) en de Wageningen Universiteit (WUR), en het onderzoek 'Welzijn van dieren in reizende circussen in Nederland' door de WUR.

Het klinkt indrukwekkend: een onderzoek naar de intrinsieke waarde. Maar dat is schone schijn. Op zich is een onderzoek naar de intrinsieke waarde van een dier onmogelijk en alleen daarom al een belachelijke zaak. De term “intrinsieke waarde” is namelijk een loze term. Het is een term die veronderstelt dat een dier een waarde zou hebben los van de voorstelling daarvan door de mens. Dus ook van een wetenschappelijk onderzoeker of van het circuspubliek. Anders gesteld: de intrinsieke waarde van een dier is niet objectief te bepalen of te onderzoeken, laat staan van een dier dat voor de mens moet optreden (in de “performance-praktijk”). De term is begin jaren '80 uitgevonden om dierenbeschermers een wortel voor te houden om hen af te leiden en om de (dieren)tuin te leiden. En dat lukt uitstekend en wordt hier weer van stal gehaald. Business as usual. Achter de (kamer)schermen slaan de ambtenaren van LNV zich op de knieën terwijl ze toekijken hoe de truc weer wordt gevreten en er weer niets echt hoeft te veranderen.
De conclusie dat het welzijn van dieren door optreden niet noemenswaard wordt aangetast is ook lachwekkend. Het voornaamste welzijnsbezwaar dat tegen de situatie van dieren in het circus wordt aangevoerd geldt de tijd dat een dier juist niet moet optreden. Gegeven de verveling en het gebrek aan bewegingsruimte is af en toe een optreden een verademing waarin het dier nog enige afleiding vergund is. Maar er is ook de stress en de dreiging van straf tijdens de training.
Dieren laten optreden is vooraleerst een ethische kwestie (respectloos) en secundair een welzijnskwestie. Het is niet voor niets dat de actiegroep Respect voor Dieren onder deze naam actie voert tegen het gebruik van dieren in het circus. Maar dat circusdieren nog enige afleiding krijgen is geen argument om met die omstandigheid de verveling en stress van de grootste deel van hun loze tijd weg te poetsen. Het is ondoenlijk dat de wilde dieren weer worden terug worden gevoerd naar hun natuurlijke omgeving. Een verbod om deze misstand te voorkomen is de enige rechtvaardige beslissing.

Hieronder de tekst van de samenvatting van het onderzoek, die was te lezen op de site van het LNV.

Conclusies en aanbevelingen

Het onderzoek over de intrinsieke waarde van circusdieren stelt dat het verblijf van dieren in circussen niet per definitie een negatieve invloed heeft op het dierenwelzijn. Dat hangt ondermeer af van de mate van domesticatie, de behoefte van het dier en de kwaliteit van zijn omgeving. De onderzoekers bevelen aan om geen dieren uit het wild te halen ten behoeve van circussen. Eigenlijk vinden ze dat alle wilde dieren moeten worden teruggeplaatst naar de vrije natuur of naar natuurparken, maar de onderzoekers erkennen dat de mogelijkheden daartoe zeer beperkt zijn. Des te meer reden, vinden ze, om welzijnseisen te stellen aan het verblijf van wilde dieren in circussen. De zorg moet meer gaan aansluiten bij de specifieke vermogens en behoeftes van de dieren.

Het onderzoek over het welzijn van circusdieren concludeert dat het optreden in voorstellingen het welzijn van de circusdieren niet noemenswaardig aantast. Wel wordt een aantal welzijn- en gezondheidsproblemen gesignaleerd dat terug te voeren is op het gebrek aan kennis van de verzorging van de dieren. De onderzoekers bevelen aan de kennis van verzorgers over de gezondheid en de verzorging van dieren op niveau te brengen. Ook zou het volgens hen goed zijn als de organisatie van circussen VNCO met gemeenten afspraken maakt over de kwaliteit en ruimte voor dieren op standplaatsen binnen de gemeentegrenzen. Van alle dieren vraagt de situatie van de olifant in circussen de meeste aandacht. De onderzoekers stellen verder onderzoek voor op het gebied van het houden van olifanten in circussen.

Tot zover het LNV.

Het is waarschijnlijk dat een verbod op het gebruik van circusdieren een precedent zou hebben geschapen voor een verbod van het gebruik van dieren in de bio-industrie. En dat zou een relatief kleine groep belanghebbenden in ons land te veel geld kosten.

Niet om te lachen is het feit dat in alle gevallen aan de onderzoekers de toegang tot de trainingen werd geweigerd en dat de onderzoekers dat kennelijk hebben geaccepteerd. Zie hieronder een citaat uit het persbericht van "Wilde dieren de tent uit":

"Onderzoekers geweigerd bij training - Een onderdeel van het onderzoek was het observeren van de in circussen toegepaste trainingsmethoden. Toegang tot de trainingen werd de onderzoekers echter in alle gevallen geweigerd. De onderzoekers konden uit de waargenomen angst van de dieren tijdens de voorstelling echter concluderen dat training op basis van dominantie gebeurt. Tijdens de voorstelling werden dwangmiddelen waargenomen, zoals olifantenhaken (welke permanent gebruikt werden, ook buiten de voorstelling) en zwepen."

Zie verder Drogredenen voor het gebruik van dieren in het circus en Onvermijdbare welzijnsproblemen bij circusdieren.
Rechten Voor Al Wat Leeft schrijft in haar contactblad over gemeentes die een vergunning weigeren aan circussen.

08 juli 2009

De Staat van het Dier, oftewel dierenwelzijn gemeten

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) laat op aandrang van de Tweede Kamer het dierenwelzijn en de dierengezondheid meten. Nederland is daarmee het eerste Europese land die dat doet. Jaarlijks gaat LNV het rapport ‘De Staat van het Dier’ uitbrengen. De eerste editie verschijnt in februari 2010.
In rapport 221 van de Animal Science Group uit Wageningen zijn de ambities van het LNV te lezen:

Nota Dierenwelzijn
De ambitie is, dat de samenleving de komende jaren:
• meer inzicht krijgt in en respect ontwikkelt voor het natuurlijk gedrag en de daaraan gerelateerde behoeften van dieren in hun omgeving; en
• haar omgang met en de wijze van houden van dieren daar op aanpast, inclusief het aankoopgedrag van dieren en dierlijke producten. De Nederlandse samenleving zal qua dierenwelzijn in de Europese voorhoede opereren.

Deze ambitie wil het kabinet in 15 jaar realiseren via de volgende vijf lange termijn doelstellingen, te weten:
1. Het perspectief van het dier is leidend bij de inrichting van stallen en de bedrijfsvoering, zonder dat andere aspecten als economie, milieu, diergezondheid, voedselveiligheid en arbeidsomstandigheden uit het oog worden verloren.
2. Gehouden dieren kunnen behoeften, voortvloeiend uit hun natuurlijk3 gedrag, uiten en krijgen daglicht, hebben voldoende ruimte en ondergaan geen fysieke ingrepen als gevolg van de wijze van houden.
3. Gehouden dieren zijn in principe zichtbaar voor burgers, ofwel in het landschap, ofwel op het bedrijf.
4. Houders van hobby) en gezelschapsdieren beschikken over voldoende kennis, informatie en ondersteuning om hun verantwoordelijkheden te nemen bij de aankoop, huisvesting en verzorging van de dieren en handelen hiernaar.
5. Consumenten beschikken over voldoende kennis informatie en ondersteuning om in redelijkheid een afweging te kunnen maken bij hun aankoop van dierlijke producten wat dierenwelzijn betreft.

De Nota Dierenwelzijn gaat voor dierenwelzijn uit van de ‘Vijf vrijheden’ als aangegeven door de Commissie Brambell. Deze vijf vrijheden:
1. Vrij van honger, dorst of onjuiste voeding
2. Vrij van thermaal en fysiek ongerief
3. Vrij van pijn, verwonding of ziekte
4. Vrij van angst en chronische stress
5. Vrij om soorteigen gedrag te uiten
worden wereldwijd als uitgangspunt voor dierenwelzijn gehanteerd. Lastig is, dat ze als zodanig niet zijn geoperationaliseerd en er dus geen eenduidige indicatoren voor bestaan. Intuïtief zijn ze goed te interpreteren, maar elke diersoort heeft in elke levensfase een eigen specifieke invulling.

Tot zover rapport 221.

De opmerking dat “het lastig is dat de vrijheden niet zijn geoperationaliseerd” moet zo worden gelezen dat de sector het maar al te comfortabel vindt dat niemand het ontbreken van de vrijheden in de praktijk als juridische onderbouwen kan aandragen voor de rechter om de bio-industrie te laten verbieden. Consumenten voelen op hun klompen aan (“kunnen intuïtief goed interpreteren”) dat het niet klopt in de intensieve veehouderij.
Het gebrek aan onomstotelijk bewijs over het ontbreken van dierenwelzijn maakt dat de agrosector voorlopig haar gang kan blijven gaan en nog lang zelfs het doen van onderzoek naar dierenwelzijn kan gebruiken om tegenstanders aan het lijntje te houden.
De vijf vrijheden hebben evenveel met welzijn als met grondrechten te maken. En deze constatering zou ogenblikkelijk moeten leiden tot inperking van de omvang van de intensieve veehouderij.

28 januari 2009

Duurzaamheid is vooral goed voor de bouwsector

Wie goed naar LNV minister Gerda Verburg luistert, ziet heel andere beelden dan de woorden in eerste instantie suggereren.

Spreekpunten van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg, Agrifirm Jongerendag, 21 januari 2009.

"Ik weet niet of u het beeld herkent, dames en heren, maar ik doe dat wel. Het is het platteland van Ot en Sien. Het is een beeld, want allang niet meer de realiteit.

Wat is de realiteit? Als je kiest voor het boerenbestaan, dan kies je dat in de eerste plaats met en vanuit je hart. Want het is een mooi bestaan: Je produceert goed voedsel, je onderhoudt en beheert de natuur en het landschap en je houdt het platteland levend en vitaal. Maar wat de buitenwacht niet ziet, of niet weet, is dat elk boerenbestaan ook zijn schaduwkanten kent. Lange dagen tegen een soms relatief geringe vergoeding, vaak grote financiële verplichtingen, sterke afhankelijkheid van het weer, het onverwacht toeslaan van ziektes of infecties."

Tot zover de minister.


Meer in overeenstemming met de realiteit zou zijn als Gerda Verburg had gezegd:
Als je kiest voor het boerenbestaan, dan kies je dat in de eerste plaats met en vanuit je portemonnee. Want het is een groeisector: Je produceert veel voedsel, je onderhoudt en beheert het cultuurlandschap en je houdt de bouwsector levend en vitaal.

15 december 2008

PvdD pleit voor opheffing inconsequent LNV

Persbericht PvdD. Den Haag, 15 december 2008- Marianne Thieme en Esther Ouwehand pleiten er morgen tijdens de behandeling van de landbouwbegroting voor het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) op te heffen. De voedselcrisis, klimaatcrisis, biodiversiteitscrisis en de enorme problemen op het gebied van dierenwelzijn vragen om een stevig overheidsingrijpen. In een uitgebreide aanklacht van bijna één uur maken Thieme en Ouwehand duidelijk dat de minister van LNV onvoldoende werk maakt van het duurzaamheidsbeleid dat nodig is om de huidige crises het hoofd te bieden. Zo negeert zij stelselmatig de wens van de Kamer, frustreert zij het milieu- en klimaatbeleid van andere bewindslieden, vertraagt zij de uitvoering van internationale verdragen en blokkeert zij de uitvoering van de wet. De motie die om opheffing vraagt zal donderdag in stemming worden gebracht.

Marianne Thieme vraagt aandacht voor alle moties die de minister het afgelopen jaar weigerde uit te voeren. Zoals een motie om de drukjacht op wilde zwijnen te verbieden en de motie om een einde te maken aan kooihuisvesting voor kippen. Ook geeft zij inzicht in de tegenstrijdigheden in het beleid van de minister. Zo worden miljoenen euro's subsidie besteed aan de opvang van ganzen in speciale foerageergebieden. Maar doordat jacht in deze gebieden gewoon is toegestaan worden ganzen voortdurend verjaagd. Verder wordt gewezen op het feit dat de minister de welbewuste spelbreker is in het kabinetsbeleid. Zo roepen milieuminister Cramer en de minister Koenders van Ontwikkelingssamenwerking al maanden op om minder vlees te eten om zo een bijdrage te leveren aan de aanpak van de klimaatcrisis en de voedselcrisis. Maar ondertussen vliegt de landbouwminister op en neer naar China om Nederlands varkensvlees aan de man te brengen. Marianne Thieme: “Voor elke stap die het kabinet vooruit wil zetten lijkt de landbouwminister drie stappen terug te willen zetten. Het is onbegrijpelijk dat zij zich opstelt als de marketingmanager van de vleesindustrie, terwijl de wereld vooral baat heeft bij het eten van minder vlees”.

De aanklacht van Esther Ouwehand was in eerste termijn gericht op het falende natuurbeleid van de landbouwminister. Terwijl natuurorganisaties voortdurend wijzen op de aanhoudende biodiversiteitscrisis, het uitsterven van talloze planten- en diersoorten en de gebrekkige kwaliteit van de Nederlandse natuur, weigert de minister wetgeving adequaat uit te voeren. Zo heeft de Raad van State de minister het afgelopen jaar verschillende keren op het matje geroepen omdat zij tegen de natuurwetgeving in mosselvissers, veehouders en bontfokkers ruimte heeft gegeven om hun desastreuze praktijken voort te zetten en zelfs uit te breiden. Esther Ouwehand: “De minister is verantwoordelijk voor twee vechtende kinderen die elkaar niet kunnen luchten of zien. Veehouderij en natuur. Ik hoef niet te vertellen welk dossier aan de lopende band het onderspit delft. Dit ministerie heeft geen bestaansrecht meer”.

Tot zover het persbericht.

De PvdD had best nog wat directer de vinger op de zere plek mogen leggen: het LNV is de aard van de Nederlander, koopman en dominee tegelijk zijn, ten voeten uit. Het gaat de Nederlander om geld te verdienen en het geweten functioneert daarbij niet om dat geld verdienen te beperken tot duurzame sectoren.
In haar grenzeloze begeerte tot veel geld verdienen zouden we de agrosector moeten begrenzen en beperken tot een veel kleinere ruimte, met tegelijk de opdracht deze duurzaam en diervriendelijk in te vullen.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.