Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label Gezondheids- en WelzijnsWet voor Dieren. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Gezondheids- en WelzijnsWet voor Dieren. Alle posts tonen

26 april 2012

Veehouders moeten wet 100% naleven

Oproep aan politieke partijen

Compassion in World Farming vraagt aan de politieke partijen in hun verkiezingsprogramma's op te nemen dat de Nederlandse veehouderij voor 100% aan de Europese regels moet voldoen. De overheid moet er alles aan doen ervoor te zorgen dat de regels worden nageleefd en dit strikt handhaven.

Met name in de varkenshouderij worden de regels, die ook zijn opgenomen in de Nederlandse wet, op grote schaal genegeerd:

Op 1 januari 2013 worden nieuwe Europese regels voor de varkenshouderij van kracht. Vanaf die datum is het verboden zwangere zeugen hun hele zwangerschap in krappe hokken, tussen stalen stangen, vast te zetten. In plaats daarvan moeten de dieren in groepen worden gehouden. Op dit moment voldoet slechts 71% van de Nederlandse varkenshouders aan deze norm. Volgens cijfers van de Europese Commissie zal eind dit jaar nog steeds bijna 10% niet aan de nieuwe regel voldoen. Toch is de ingangsdatum van de nieuwe eisen al meer dan 10 jaar bekend. Compassion in World Farming vindt daarom dat er geen enkele reden is een oogje dicht te knijpen voor boeren die niet aan de wettelijke regels voldoen.

Bovendien moeten de meeste varkens in Nederland het stellen zonder afleidingsmateriaal en worden op grote schaal staarten afgeknipt als de biggen een paar dagen oud zijn. Ook dit is in strijd met de Europese regels die al langer van kracht zijn en voorschrijven dat varkens strooisel of vergelijkbaar materiaal in de hokken moeten hebben om te voorkomen dat de dieren uit frustratie en verveling in elkaars staarten bijten. De overheid moet er daarom streng op toezien dat alle varkens voldoende, geschikt afleidingsmateriaal krijgen. Dán kan ook het routinematig staartknippen achterwege blijven.

Geert Laugs, directeur van Compassion in World Farming Nederland zegt: “Europese regels zijn er niet alleen voor regeringen en begrotingen, maar ook voor burgers en boeren. Uit cijfers van de Europese Commissie blijkt dat bijna 10% van de Nederlandse varkenshouders eind dit jaar niet aan het voorschrift van groepshuisvesting voor zeugen zal voldoen. Nóg meer varkenshouders houden hun dieren in kale hokken zonder geschikt afleidingsmateriaal en knippen standaard biggenstaarten af. Nu Nederland afstevent op nieuwe verkiezingen roepen wij de politieke partijen op duidelijk stelling te nemen en expliciet in hun programma's op te nemen dat de wet voor 100% moet worden nageleefd.“

In de recente Nota Dierenwelzijn constateert de regering dat het naleefniveau in de veehouderij te wensen overlaat. In de varkenshouderij is het volgens de nota zelfs slechts 55%. De regering spreekt in deze nota de ambitie uit dat elke sector een naleefniveau van tenminste 80% moet hebben en erkent dat daarvoor nog een flinke inspanning nodig is. Compassion in World Farming vindt 80% echter te weinig. Het zou betekenen dat tientallen miljoenen dieren niet de bescherming krijgen die de wet hen toekent.

09 november 2011

Hoezo………., redelijk doel?

Artikel 36, lid 1 van de Gezondheids- en WelzijnsWet voor Dieren (GWWD) zegt: Het is verboden om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen.
Al enige tijd vraag ik mij af hoe ik dit wetsartikel nu eigenlijk moet duiden. Immers, als ik om mij heen kijk kom ik regelmatig situaties tegen die naar mijn gevoel op z’n minst op gespannen voet staan met hetgeen hier is bepaald. Ik weet natuurlijk ook wel, enigszins bekend met het lezen en verklaren van wetteksten, dat de kneep hem hier waarschijnlijk zit in de term ‘redelijk doel……..’ waardoor het verbod tot kwellen van dieren niet absoluut is.
Op 25 augustus 2002 had Koos van Zomeren een interview in de NRC – ook te lezen op deze site -met prof. Dirk Boon, hoogleraar Dier en Recht te Utrecht. Dit gesprek ging over Boons frustratie dat de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren, artikel 36, eerste lid nooit wordt toegepast. Naar mijn mening is er in de negen jaren die sindsdien zijn verstreken op punt weinig veranderd.
Laat ik als voorbeeld nu eens het ‘sport’vissen nemen. Bij deze, door zo’n tweeënhalf miljoen landgenoten beoefende, vrijetijdsbesteding kun je toch moeilijk volhouden dat de betrokken dieren geen pijn of letsel wordt toegebracht. Dat vissen pijn, angst en stress kunnen ervaren is door vele wetenschappelijke onderzoeken aangetoond. Pijn, letsel, gezondheid en welzijn van het dier zijn hier wel degelijk in het geding. Zelfs in die gevallen waarin de visser op een ‘verantwoorde’(?) wijze met de gevangen vis omgaat is het leed al toegebracht. Om maar te zwijgen van de vele gevallen waarin men zich op geen enkele wijze bekommert om de ellende die men bij het dier aanricht. De veel voorkomende zgn. rally-viswedstrijden zijn een gruwel voor iedereen die respect voor en mededogen met dieren als mensenplicht beschouwt.
Uiteraard zijn er meer voorbeelden te geven van situaties waarin dieren als lijdend voorwerp optreden omdat mensen nu eenmaal er van uitgaan dat dieren er voor de mens zijn en zich hebben te schikken naar de menselijke belangen en behoeften.
In de economie, de sport, de recreatie- en vermaakssector, de medische wetenschap, kortom in haast alle maatschappelijke geledingen worden dieren gebruikt om de mens ter wille of van nut te zijn.
Kennelijk is de uitleg van het ‘redelijk doel’ van artikel 36 daarbij uiterst rekbaar geworden.
Het menselijk belang is de maat geworden waarmee de toelaatbaarheid van wat met dieren kan en mag worden gedaan wordt gemeten.
Het lijkt mij hoog tijd de discussie daarover (weer) eens open te breken.

17 juli 2011

Mishandeling kippen in Nederland weer voor tien jaar gelegaliseerd

Het is uiteraard stil gehouden, maar daarom in kleine kring en achter gesloten deuren niet minder uitbundig gevierd: De lage kostprijs in de pluimveehouderij is weer voor tenminste tien jaar veilig gesteld.

Dat gebeurde via een brief van staatssecretaris Henk Bleker op 13 juli aan de Tweede Kamer waarin hij de volksvertegenwoordiging meedeelde dat de vrijstellingsregeling dierenwelzijn voor pluimvee zal worden verlengd.

Dat zit zo:
Per 1 september 2001 zijn in Nederland diverse ingrepen bij pluimvee verboden. Het gaat daarbij om:
-het verkorten van de boven- of ondersnavel bij kippen en kalkoenen jonger dan 10 dagen;
- het verwijderen van een deel van de achterste teen bij hanen;
- het verwijderen van sporen bij hanen;
- het verwijderen van kammen bij hanen;

Het besluit maakte destijds een einde aan de ongehoorde mishandeling van de tientallen miljoenen kippen die jaarlijks in ons land worden gefokt.
Want, zoals bekend, wij lopen hier ten opzichte van Europa als het gaat om dierenwelzijn voorop.

Niet dus.

De inkt van het ingrepenbesluit was nog niet droog of er kwam een vrijstellingsregeling. Die vrijstelling werd voor een periode van vijf jaar verleend, op voorwaarde dat de sector zou zoeken naar alternatieven voor de gelegaliseerde dierenmishandeling. Want dat was die vrijstelling natuurlijk.

In 2006 werd de vrijstelling met vijf jaar verlengd omdat er nog steeds geen alternatieven waren gevonden voor het onverdoofd wegknippen of wegbranden van kippesnaveltjes.

We zijn intussen weer vijf jaar verder. Nederland zegt nog steeds voorop te lopen op het gebied van dierenwelzijn in de intensieve veehouderij, en dus wordt de vrijstelling voor gelegaliseerde kippenmishandeling andermaal verlengd.

De kippenhouders hebben maar meteen van de gelegenheid gebruik gemaakt dat er nu een staatssecretaris op landbouw zit die desnoods zelf de kippesnavels komt knippen of branden als hem dat stemmen oplevert. En dus kreeg dr. Henk Bleker (CDA, sic) een voorstel onder de neus om deze keer maar meteen maar voor tien jaar een vrijstelling te verlenen. En zo geschiedde. Tot 20 jaar nadat we het verboden hebben, mag er nog steeds worden ge-snavel-knipt. Onverdoofd. Dat wel natuurlijk.

De staatssecretaris is zo’n enorme dierenvriend dat ze daar bij de Partij voor de Dieren nog een punt aan kunnen zuigen. En dus moet het snavelknippen voortaan met een infrarood straal gebeuren. Dat zou, mits goed uitgevoerd, minder pijnlijk zijn dan met een schaartje of een heet gemaakte plaat ijzer.

De staatssecretaris erkent overigens met de invoering van de infrarood behandeling dat met de gebruikelijke methoden (knippen of branden) pijn wordt veroorzaakt. En dat infrarood niet pijnloos is. Maar daar maalt een beetje rentmeester niet om. Immers, leven is lijden.

De infrarood behandeling is dus, naar zeggen van de staatssecretaris, minder pijnlijk. Mits goed uitgevoerd. Die laatste toevoeging doet alle nu nog ongeboren kippen al bij voorbaat huiveren. Als de behandeling niet goed wordt uitgevoerd, heeft de kip haar hele korte leven pijn.
Er is voor die kippen één, zij het schrale, troost. Er komt ongetwijfeld een ontheffing voor het gebruik van de infrarood behandeling. Immers, een schaartje is altijd goedkoper dan een infrarood-apparaat.

Het meest krankzinnige van de hele zaak is natuurlijk dat terwijl de sector nog eens tien jaar de tijd krijgt om naar een alternatief te zoeken, dat alternatief al lang bekend en voor handen is:

MINDER KIPPEN PER VIERKANTE METER!

Maar ja, dan gaat de kostprijs omhoog en kunnen de ruim 1000 houders van legkippen niet meer concurreren op de wereldmarkt. En dan gaan ze misschien wel failliet. En dan moeten ze iets anders gaan doen in plaats van de hele dag op hun luie reet zitten kijken naar het wonder dat verminkte kippen toch eieren blijven leggen.

Want zo is het natuurlijk wel. Er zijn in Nederland ruim 1000 ondernemers die, dankzij de vrijstelling dierenwelzijn, jaarlijks 30 miljoen kippen mogen verminken. Naast deze dierenverminking ook nog eens zorgen voor een niet uit te poetsen permanente stankgolf in de omgeving van hun stallen. Het milieu gebruiken als afvalputje voor hun mest. Gelegaliseerd. Dat wel natuurlijk. En als toetje wordt de burger ook nog eens trakteert op een serie bacteriën die in de kippenstallen resistent zijn gemaakt voor antibiotica.

Samengevat: U, als burger, vindt het goed dat er jaarlijks alleen al in de kippenhouderij 30 miljoen dieren gelegaliseerd mogen worden verminkt.
U vindt het goed dat in de wijde omgeving van kippenstallen de lucht in stank wordt gezet. Het was u misschien ontschoten, maar in de natuur betekent stank: gevaar!
U vindt het goed dat het milieu als afvalputje voor stront wordt gebruikt.
U vindt het goed dat u straks niet meer beter gemaakt kan worden als u ziek wordt. Harder gesteld: U vindt het goed dat u straks voortijdig sterft. Langzaam, want het stervensproces door ontstekingen gaat traag en is uiterst pijnlijk, maar dit terzijde.

En dat alles om 1000 boeren die zich zelf ondernemer noemen aan een boterham te helpen?

Het kan bijna niet anders of er moet in die eieren ook een stofje zitten dat ons gezond verstand uitschakelt.

Misschien iets om over na te denken als u straks weer eens een eitje tikt?

06 oktober 2009

Discussie over dierenrechten al 30 jaar hetzelfde

Zondagmiddag 4 oktober 2009 werd in het Heerenhuys te Groningen een Dwarsdiep debat gehouden over dierenrechten. Sprekers waren Erno Eskens, Hans Harbers en Dirk Boon.
Erno Eskens heeft een boek geschreven met als titel “Democratie voor Dieren”; Hans Harbers is boerenzoon en docent filosofie aan de RU Groningen en Dirk Boon is voormalig hoogleraar Dier en Recht.
Harbers pleitte ervoor om vooral in de praktijk en in de relatie met het dier af te leiden wat het dier nodig heeft en dat rechten daarbij niet zo’n belangrijke rol spelen. Doordat productiedieren steeds meer in gesloten stallen worden gehouden is er ook minder zicht op de wijze waarop de dieren worden gehouden.
Voor Boon is het al lang wettelijk goed geregeld voor dieren, maar wordt de wet domweg niet toegepast. Hij ziet daarvoor nauwelijks een oplossing, hoogstens dat door toenemende milieudruk het aantal productiedieren in ons land zal worden ingeperkt.
Gaandeweg de discussie verzuchtte Dirk Boon “ik voer en volg de discussie over dierenrechten al 30 jaar en telkens komen dezelfde onderwerpen en argumenten over tafel”.

En zo was het. Voorzichtige pogingen uit het publiek om de discussie naar een ander niveau te brengen door “uit te gaan van het Zijn van het dier” of van het begrip “vrijheid als grondrecht voor dieren” werden afgewezen als te vaag of te onbegrensd.
Overigens is het een bekende politiek van agrarische belanghebbenden om de discussie over dierenrechten expres te laten verzanden door te hooi en te gras drogredenen aan te voeren.

Het lijkt wel of we de taal ontberen om het wezen van (dieren)rechten te bespreken. Eskens ziet in de eerste en voornaamste regel in de grondwet de belangrijkste reden om dieren ook rechten te geven. Artikel 1 geeft aan dat gelijke gevallen gelijk behandeld dienen te worden (gelijkheidsbeginsel) en dat discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook niet is toegestaan (discriminatieverbod).
Maar vervolgens stopt Eskens met citeren uit de grondwet. De overige artikelen uit de grondwet gaan voornamelijk over “vrijheid”. En dat is allemaal niet verwonderlijk want de Nederlandse grondwet is sterk gerelateerd aan het adagium van de Franse revolutie: “Vrijheid, gelijkheid en broederschap”.
Maar het bepalen van de grenzen van vrijheid vraagt een constant onderhoud. En velen lijken op te zien tegen die moeite, terwijl we in de praktijk niets anders doen dan grenzen in te schatten, bijvoorbeeld in de etiquette of in het betonen van respect. Na enige oefening is het een fluitje van een cent en een kind kan de was doen.
Ook het gesprek rondom het “zijn van het dier” verwordt gemakkelijk. Veel mensen willen een veehouderij waarin het dier zichzelf kan zijn in een natuurlijke omgeving. Elk dier heeft een waarde op zich. In de wetgeving ontaardde dit uitgangspunt in het wezenloze begrip “eigenwaarde” of “intrinsieke waarde”.

Gelukkig stopt het LNV met deze loze woorden, maar vervolgt vervolgens zelf met een lege dierenwelzijnswet.

Hoe moeten we wel handelen in het belang van het dier? Het antwoord is eenvoudig: door enerzijds minder te handelen en anderzijds meer te laten; door grenzen te stellen aan de omvang van de dierenpopulatie in eigen land en door zelf als consument zoveel mogelijk af te zien van het consumeren van dierlijke producten van discutabele herkomst.
Ook dit antwoord wordt al decennia gegeven. Wezenlijke vooruitgang gaat langzaam. Ondertussen blijft het van belang om met elkaar in gesprek te blijven, want veel ongebonden actievoerders, gericht op succes op de korte termijn, brengen meer schade dan oplossingen. Het belang van dieren is een zaak van lange adem. Er is op aarde steeds minder ruimte voor mens en dier. Dirk Boon berekende dat voor iedere Nederlander een half voetbalveld ruimte is en dat daarop ook nog eens 10 dieren worden gehouden. In het leefbaar beheren van die ruimte kunnen de belangen van mens en dier met wat goede wil parallel lopen. Een beetje minder dieren eten, minder produceren voor de export en minder als huisdier houden, maakt ruimte voor kwaliteit van leven.

Wet Dieren brengt dieren geen welzijn

Wet dieren is vooral ‘wet dierlijke producten’: Leeg, onduidelijk en geen dierenwelzijnswet

Persbericht PvdD Den Haag, 5 Oktober 2009 - Morgen zal de Wet Dieren behandeld worden in de Tweede Kamer. Minister Verburg stelt in haar nieuwe wet het produceren en de afzet van dieren centraal. Economische belangen zijn leidend voor de nieuwe wet, niet de belangen van het dier. Partij voor de Dieren ziet in het wetsvoorstel geen concrete voorstellen die het welzijn van dieren in Nederland zullen gaan verbeteren en vindt het om die reden beneden de maat en strijdig aan de tijdgeest die juist vraagt om meer aandacht voor het welzijn van dieren.

Partij voor de Dieren: “Wat nodig is, is een volwaardige dierenwelzijnswet die de belangen van het dier als uitgangspunt heeft. Huisdieren, die bij fokkers en handelaars vaak een miserabel leven hebben, alvorens wellicht volgend jaar alweer achter gelaten te worden in het bos omdat de gelukkige eigenaars ´snel en zonder gedoe´ op vakantie willen. Vissen, die levend worden opengesneden, stikkend aan dek aan hun einde komen of die levend verbranden in zoutbaden. Circusdieren die hun leven in eenzaamheid doorbrengen in te kleine hokken en van hot naar her gesleept worden om kunstjes te vertonen. Deze dieren hebben helemaal niets aan het wetsvoorstel dat de minister aan de Kamer voorlegt.”

Sinds 1992 heeft Nederland een wettelijk kader dat zou moeten dienen als waarborg voor hun bescherming; de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWWD). Helaas bleef deze kaderwet grotendeels oningevuld. Uitvoeringsregelgeving om de belangen en het welzijn van dieren werkelijk goed te beschermen bleef te vaak achterwege. Ook op het gebied van handhaving is nogal wat aan te merken op de Nederlandse situatie. Dierenmishandeling blijft maar al te vaak ongestraft. En van een evaluatie van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren is het nooit gekomen.

De nieuwe Kaderwet die minister Verburg desondanks op dit moment heeft voorgesteld moet op veel punten nog inhoudelijk worden ingevuld. Daarnaast bestaan er nogal wat onduidelijkheden over de huidige inhoud. Doordat de GWWD niet is geëvalueerd, zijn de kaders van de nieuwe wet niet te ijken en zijn de beweringen van de minister niet te verifiëren.

Dierenwelzijn kan niet worden overgelaten aan de markt, daar maak je heldere en handhaafbare regelgeving voor. Dieren hebben geen stem, hebben geen keuze. Het is dus niet meer dan logisch dat de rechten van het dier gewaarborgd worden in de wet. Alleen op die manier kan invulling gegeven aan de maatschappelijke wens om dieren wettelijke en werkelijke bescherming te bieden. Door de rechten van dieren te verankeren in de wet kunnen we beginnen met een einde te maken aan alle misstanden die de politiek nu nog door de vingers ziet.

De overheid moet haar verantwoordelijkheid nemen op het gebied van dierenwelzijn. Het parlement heeft de plicht om ervoor te zorgen dat zij deze verantwoordelijkheid ook serieus neemt. Partij voor de Dieren zal de minister daarom vragen om dit wetsvoorstel grondig te herzien, uit te breiden en in te vullen voordat het verder behandeld gaat worden in de Tweede Kamer.

21 mei 2006

GWWD: zij hieven een glas en deden een plas

Minister Veerman van LNV reageert op brief van 19 april 2006 van de Coalitie 'Red de Dierenwelzijnswet (GWWD)' in een eigen brief aan de Tweede Kamer met als titel “Dierenwelzijn in voorstel voor een Wet dieren en dierlijke producten”.

In deze brief schrijft hij:
Ik wil benadrukken dat de welzijnsregelgeving niet wordt afgeschaft. Ook in het voorstel voor een Wet dieren en dierlijke producten zal de intrinsieke waarde van het dier als uitgangspunt dienen. Dit beginsel is een breed in de samenleving gedragen waarde, die in deze tijd minstens even sterk leeft als ten tijde van de totstandkoming van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Er is voor mij geen enkele reden of aanleiding om daar aan te tornen.

Bij het opstellen van het nieuwe wetsvoorstel staat het huidige niveau van bescherming van dierenwelzijn niet ter discussie.
Tot zover Veerman.

Dat het begrip intrinsieke waarde van het dier een breed gedragen begrip in de samenleving is, is lariekoek. Er zijn weinig mensen te vinden die kunnen uitleggen wat het begrip betekent. Het begrip heeft geen enkel impact op de manier waarop dieren in ons samenleving en in de intensieve veehouderij worden gehouden.
Omdat het dus ook niet de economisch gang van zaken belemmert wordt het begrip domweg gehandhaafd.
Er verandert dus door de afschaffing van de GWWD niets ten nadele en niet ten goede voor de dieren.
"Zij hieven een glas en deden een plas en alles bleef bij het oude".

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.