Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label EU. Alle posts tonen
Posts tonen met het label EU. Alle posts tonen

29 augustus 2023

Kloof tussen perceptie van de burger en realiteit bij de boer

Zonder boer geen voer? 

Het is een stelling die door bijna elke burger wordt onderschreven. Maar weinigen durven te zien dat deze stelling vooral bedoeld is om critici de mond te snoeren. De critici van boeren bekritiseren de manier waarop boeren met hun dieren omgaan en heeft (helaas) meestal niet betrekking op de grootte van de veestapel. Die veestapel is te groot, maar vooral niet zichtbaar. Het meeste vee (koeien, varkens en kippen) zit hun leven lang in een stal en komt niet buiten in de wei. Die grote veestapel produceert veel meer mest dan de grond buiten kan verwerken en lekt door naar het grondwater en het oppervlaktewater. De kwaliteit van de Nederlandse wateren is veruit het slechtste van alle Europese landen.
Dit benadrukt de scheiding tussen het romantische beeld bij de burger en de daadwerkelijke praktijken bij de boer. Het is belangrijk om te komen tot goed landbouwbeleid om zowel de positieve als negatieve aspecten van de agrarische sector te erkennen.

Verschillende groepen veehouders

Er zijn veehouders die graag een goed product willen leveren zonder de omgeving te belasten. Er zijn ook veehouders die helemaal niets geven om de gevolgen voor het milieu door hun bedrijfsvoering. Zij bekijken het houden van vee op een simpele manier: hoe houdt je zoveel mogelijk vee tegen zo laag mogelijke kosten. De mest probeer je kwijt te raken tegen zo laag mogelijke kosten en wanneer dat leidt tot vervuiling van de omgeving dan probeer je buiten de controles van de overheid te blijven. Dit onderstreept de noodzaak om duurzamere landbouwpraktijken te bevorderen en manieren te vinden om de milieuproblemen aan te pakken.
Het zou mooi zijn wanneer de overheid haar eigen regelgeving zou combineren met een controle apparaat dat ook nagaat of veehouders zich wel aan de regels houden. Over de regels is lang genoeg nagedacht, maar politici die luisteren naar de lobby van de agrosector zorgen ervoor dat de controlerende instanties te weinig personeel en middelen krijgen om de regelgeving ook effectief toe te passen.

Misinformatie als aanjager van twijfels

De agrosector is zich degelijk bewust van haar eigen imago. Het sponsort tv-programma’s als Boer zoekt Vrouw en acties van de BBB zodat bij het publiek het idee kan blijven bestaan dat boeren het niet al te moeilijk moet worden gemaakt anders dreigen er rampzalige gevolgen voor de voedselvoorziening. En of dat een reëel dreigement is kan de burger vaak niet nagaan of durft niet door te vragen. Het gevolg is dat agrosector vast in het zadel zit en dat de belastingbetaler opdraait voor de kosten van het opruimen van de ellende veroorzaakt door de te grote veestapel.
Wat de zaak verder lastig maakt is dat partijen en individuen in de agrosector schaamteloos omgaan met misinformatie. Leugens en halve waarheden worden te pas en te onpas ingezet om de burger aan het twijfelen te zetten of de critici wel gelijk hebben.

Beleid harmoniseren

Om dit tij te keren zullen politici, overheid, media en milieudeskundigen moeten overleggen hoe zij eendrachtig kunnen optrekken tegen het verspreiden van de misinformatie. Er zal ook geld moeten gaan naar de controlerende instanties om menskracht en middelen aan te trekken die de regelgeving controleren. De burger kan met haar stem bij de verkiezingen en met haar aankoopgedrag in de supermarkt laten zien dat zij begrijpt waar de schoen wringt.
Om deze beweging ten goede zo ver te krijgen zal openbaar man en paard genoemd moeten worden, zodat de betrokkenen (de niet grondgebonden veehouders en zij die dichtbij kwetsbare natuurgebieden werken) en het publiek duidelijk weten waar zij aan toe zijn. Ook het stoppen van op een oneigenlijke manier subsidiëren van schadelijke onderdelen van de agrosector is laaghangend fruit. Aan de politici op alle niveaus de opdracht om uit te leggen dat op alle niveaus een harmonieuze aanpak van de te grote veestapel een goed idee is. Op Europees, landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau zal het beleid op één lijn moeten worden gebracht.

Om onderstaande feiten kan niemand heen

De landbouw gebruikt ongeveer de helft van ons land.
De rotzooi als gevolg van de te grote veestapel bestaat uit vies water en een saai landschap (biodiversiteitsverlies) en daarbij betaalt de vervuiler niet.
De bijdrage van de landbouw aan de economie is gering: minder dan 2%.
Er ligt 25 miljard euro klaar om 15000 veehouders in de benen te houden. Van het vlees en de zuivel die dat oplevert, gaat ruim 70 procent naar het buitenland. De schade aan het milieu en het leefklimaat blijven hier. Om die schade op te ruimen is er volgens de provincies niet 25, maar ruim 50 miljard euro nodig.
Uit recent onderzoek blijkt dat de schade door de veehouderij jaarlijks 9 miljard euro is en wordt doorgeschoven naar de burger. De jaarlijkse toegevoegde waarde van de veehouderij is 3 miljard euro en verdwijnt in de portemonnee van de boeren en de toeleverende industrie. Netto is dat jaarlijks 6 miljard euro in de min.

 

24 juni 2023

Speelt Nederland een dubbelrol in het landbouwbeleid?

Wie maakt er in ons land de dienst uit?

Uit de NRC van 23 juni

"Een kabinetsvisie mét inspraak van de boeren was cruciaal, zo viel maandenlang te horen, om de rust terug te brengen en de stikstofcrisis op te lossen. Maar volgens de onderhandelaars van LTO eist het kabinet te veel van de boeren, en dus stapten ze eruit.
In dat licht was het veelzeggend wat er diezelfde dag in Luxemburg gebeurde, bij een bijeenkomst van Europese natuurministers. Daar was het juist minister Christianne van der Wal (VVD) die namens Nederland op de rem trapte. Op tafel lag de Europese natuurherstelwet, die lidstaten ertoe moet aanzetten veel meer te gaan doen om hun natuur te herstellen.
Een grote meerderheid van lidstaten stemde ermee in, maar Nederland blijft tegen. „We kunnen niet alles tegelijkertijd doen op dezelfde beperkte ruimte”, zei Van der Wal. In eigen huis geldt Van der Wal misschien als voortrekker in het stikstofdossier, in Europa voerde zij rond de wet het groepje dwarsliggers aan.

Januskop

Een spagaat? In feite zijn de twee kabinetsposities niet zo tegenstrijdig als het lijkt. Na decennia van praktisch onbegrensde groei op een klein oppervlak ziet Nederland zich nu gedwongen keuzes te maken. Het inkrimpen van de veestapel en het tegenwerken van nóg meer dwingende regels om de natuur te verbeteren, vloeien kortom allebei voort uit de conclusie die Johan Remkes in zijn stikstofadviezen aan het kabinet al trok: niet alles kan."
Tot zover de NRC.

Waarom moet de natuur hersteld worden?

In een land waar 50% van het gebied wordt gebruikt voor landbouw en de omvang van natuurgebieden kleiner is dan afgesproken binnen de EU, roept het streven naar natuurherstel onvermijdelijk tegenstand op bij boeren. Het is begrijpelijk dat zij terughoudend zijn, aangezien zij concessies moeten doen en grond moeten opgeven die zij voor hun inkomen nodig hebben. Echter, het is ook redelijk om enige ruimte terug te geven aan de natuur, gezien de dramatische afname van biodiversiteit in landbouwgebieden. Het herstellen van natuurlijke ecosystemen biedt voordelen op zowel materieel als immaterieel vlak voor zowel burgers als de natuur zelf.

Het gebruik van landbouwgrond voor natuurherstel roept een belangrijk maatschappelijk vraagstuk op: hoe vinden we een evenwicht tussen economische belangen en het behoud van biodiversiteit? Landbouw speelde vroeger een cruciale rol in voedselproductie en de economie, en boeren zijn afhankelijk van hun (en van buitenlandse) grond om hun brood te verdienen. Het opofferen van landbouwgrond kan leiden tot verminderde productie en inkomsten voor boeren, wat begrijpelijkerwijs leidt tot weerstand tegen natuurherstel. Maar de bijdrage van de landbouw aan de economie is tegenwoordig met 1.4 procent minimaal. Bovendien kan een boer wat anders gaan doen met en op het land.

Aan de andere kant kunnen we niet negeren dat de biodiversiteit in landbouwgebieden dramatisch is afgenomen. De intensivering van de landbouw heeft geleid tot monoculturen, het gebruik van pesticiden en verlies van natuurlijke habitats. Dit heeft een negatieve impact op planten, dieren en ecosystemen die afhankelijk zijn van een gevarieerde en gezonde omgeving. Het teruggeven van land aan de natuur kan helpen bij het herstellen van biodiversiteit en het behoud van ecosysteemdiensten, zoals bestuiving en natuurlijke plaagbestrijding.

Naast de materiële voordelen voor de natuur zelf, biedt natuurherstel ook immateriële voordelen voor de samenleving. Natuurgebieden dienen als toevluchtsoorden voor recreatie, ontspanning en het behoud van cultureel erfgoed. Ze bevorderen het welzijn van de burgers door hen de mogelijkheid te bieden te ontsnappen aan de drukte van het stadsleven en te genieten van groene ruimtes. Bovendien dragen natuurlijke ecosystemen bij aan het reguleren van klimaatverandering, het zuiveren van lucht en water, en het beschermen tegen overstromingen en verdroging.

Om het conflict tussen natuurherstel en landbouwgrond op te lossen, is een gebalanceerde aanpak nodig. Het is belangrijk om samen te werken met boeren en hen te betrekken bij het proces, zodat zij actief kunnen bijdragen aan het vinden van oplossingen. Compensatiemechanismen, zoals financiële prikkels of ondersteuning bij het overstappen naar duurzame landbouwmethoden, kunnen helpen om de economische impact voor boeren te verzachten. Daarnaast is het essentieel om te investeren in onderzoek en innovatie om efficiëntere landbouwpraktijken te ontwikkelen die zowel de productie als de biodiversiteit ten goede komen.

Het streven naar natuurherstel op landbouwgrond is een complex politiek vraagstuk waarbij economische belangen en het behoud van biodiversiteit met elkaar in evenwicht moeten worden gebracht. Het vereist een zorgvuldige afweging van de verschillende belanghebbenden en een langetermijnvisie die zowel economische groei als ecologische duurzaamheid ondersteunt. Door internationaal samen te werken en te investeren in innovatieve oplossingen, kunnen we streven naar een gezonde balans waarin zowel de landbouw als de natuur gedijen en waarde creëren voor zowel de mens als het milieu.
 

13 februari 2015

Vleesetiket moet vertellen hoe dieren leefden

Deze week stemde het Europees parlement voor het verplicht, op het etiket, vermelden van het land van herkomst van vlees dat in andere producten verwerkt is. Al eerder besloot Europa dat een dergelijke vermelding verplicht is voor verpakt, vers vlees.

De Europarlementariers hopen nu nóg beter tegemoet te komen aan de wens van consumenten te weten waar hun vlees vandaan komt. Het is echter maar de vraag of ze daar in slagen. Wat consumenten willen weten is niet zozeer uit welk land hun vlees komt, maar wél hoe de dieren leefden. Want zeg nou zelf, wat eet u liever? Een pootje van een plofkip die leefde op haar eigen uitwerpselen in onze eigen Nederlandse vee-industrie? Of toch maar een stukje vlees van een kip die buiten kon scharrelen in, bijvoorbeeld, Frankrijk?

Het is belangrijker de productiemethode op het etiket te vermelden dan het land van herkomst. Dit geldt nu al voor eieren. Naast de cijfercode op het ei staat in vast voorgeschreven bewoordingen op de verpakking hoe de kip leeft: daar lezen we of zij haar hele leven in een kooi zat, of ze vrij in de stal kon bewegen of zelfs naar buiten mocht.

Geert Laugs
Compassion in World Farming Nederland

Compassion In World Farming (CIWF) is de actieve, internationale organisatie die opkomt voor het welzijn van landbouwdieren, waar ook ter wereld. Onze visie: een wereld waar dieren worden behandeld met compassie en respect, zonder vee-industrie en zonder verre veetransporten!

Stichting Compassion In World Farming (CIWF) Nederland
Postbus 1305
6501 BH Nijmegen

25 juni 2014

Er is een andere weg dan verbieden van nertsenfokken

Het nertsenfokverbod is door twee rechtelijke uitspraken ongedaan gemaakt met een beroep op de Europese rechten van de mens.
Het is ook een gevolg van de politieke beslissing om economische activiteiten centraal in Brussel een juridische basis te geven. Besluiten uit landen binnen de EU kunnen worden overruled. Het gevolg is dat ondernemers geen strobreed in de weg wordt gelegd wanneer ze dieren houden louter en alleen om geldelijk gewin.

Deze uitspraak is zuur voor alle mensen die dierenwelzijn en dierenrechten serieus nemen en niet willen dat nertsen in extreem dieronvriendelijke hokken worden gehouden om hun huid te oogsten als basis voor modegrillen.
Weliswaar gaat staatssecretaris Sharon Dijksma in hoger beroep, maar van haar poging is weinig te verwachten. Politici heffen een glas, doen een plas en alles blijft zoals het was.
Wie graag de nertsenfokkerij uit alle landen in de wereld wil zien verdwijnen, te beginnen in Nederland en vervolgens in Europa kan het beste werken aan bewustzijnsverandering ten aanzien van ons gedrag dat gevolgen heeft voor dieren. Een diervriendelijke verschuiving in bewustzijn, dan in gedrag, vervolgens in politieke verhoudingen, leidt uiteindelijk tot diervriendelijke economische veranderingen.

Het is een lange weg, maar wel een die op alle denkbare terreinen een verbetering van en voor dierenwelzijn zal opleveren.
Voor wie dit een schrale troost vindt, ook bij de oude regeling mochten de nertsenfokker nog tot 2024 doorgaan om "schadevergoeding" te verdienen.

16 mei 2014

PvdD verkiezingsprogramma in eenvoudige taal

De PvdD heeft speciaal voor mensen die moeilijke taal niet goed kunnen volgen haar verkiezingsdoelstellingen in eenvoudige taal geformuleerd.
Uit het partijprogramma een gedeelte.

Gezonde landbouw zonder dierenleed


Veel geld
De Europese Unie geeft heel veel geld aan de landbouw en visserij in Europa. In de landbouw wordt vee gehouden en ook graan, groente en fruit verbouwd. De landbouw en visserij krijgen samen elk jaar tientallen miljarden euro’s van de Europese Unie. Aan geen enkel ander onderwerp wordt zoveel geld uitgegeven.

Geen honger meer
Er wordt in de wereld meer dan genoeg eten gemaakt voor alle inwoners van de aarde. Maar er wordt veel eten verspild en weggegooid. Als we willen dat er geen honger meer is, moeten we het voedsel niet meer verspillen en eerlijker delen. We moeten dan ook minder vlees gaan eten. Want het vee krijgt nu het eten dat we ook kunnen geven aan mensen die honger hebben, bijvoorbeeld graan en mais. Een kilo vlees kost via veevoer wel 5 tot 7 kilo graan. Zo verdwijnt bijna de helft van de graanoogst in de wereld in de maag van dieren, terwijl er elke avond 1 miljard mensen met honger naar bed gaan. De Partij voor de Dieren wil daarom dat Europa ervoor zorgt dat we minder voedsel verspillen, minder vlees eten en het voedsel beter verdelen.

Dieren voor voedsel

Er worden 7 miljard dieren per jaar in Europa gehouden en geslacht. Vooral koeien, varkens en kippen. Deze dieren worden als dingen behandeld en niet als levende wezens met bewustzijn en gevoel. De varkens en koeien leven in overvolle stallen. De kippen zitten in krappe hokjes waar zij zich bijna niet kunnen bewegen. De meeste dieren mogen nooit naar buiten. Babydieren worden direct bij de moeder weggehaald na de geboorte. Van varkens worden de staarten afgeknipt, van kippen de snavels en van koeien de horens. De dieren zijn zo gefokt dat zij veel te hard groeien.
Kippen zakken daardoor bijvoorbeeld door hun poten. Ze worden plofkippen genoemd. Verder krijgen de dieren steeds meer ziektes. De ziektes zijn soms ook gevaarlijk voor mensen, zoals de gekkekoeienziekte en de Q-koorts.

Geen bio-industrie
Deze manier om dieren te houden heet de bio-industrie of vee-industrie. Het is alleen maar gericht op geld verdienen en houdt geen rekening met de dieren. De bio-industrie krijgt veel geld uit Europa. De Partij voor de Dieren wil de bio-industrie afschaffen. Dieren moeten een normaal leven kunnen leiden, zonder pijn en ellende. Varkens moeten kunnen wroeten. Kippen moeten kunnen rondscharrelen. Koeien moeten buiten in de wei kunnen lopen.

Stoppen met gif
Er is ook veel akkerbouw en tuinbouw in Europa. De boeren verbouwen graan, aardappels, groenten en fruit. In de akkerbouw en tuinbouw wordt veel gif en kunstmest gebruikt. Het gif is niet goed voor de mensen en dieren die in de buurt wonen. Mensen kunnen er ziek van worden en sommige insecten, zoals bijen, gaan er dood aan. Kunstmest wordt ook erg veel gebruikt. Gif en kunstmest vervuilen de grond en het drinkwater. Er wordt zoveel van gebruikt dat planten en dieren er dood van gaan. De Partij voor de Dieren wil een gezonde landbouw, zonder gif en kunstmest.

Vissen beschermen
Er wordt veel gevist door Europese landen. Ze vissen met hele grote vissersboten die soms wel op varende fabrieken lijken. Er is zoveel gevist dat één op de drie vissoorten bijna verdwenen is. De visserij vangt te veel vissen en vangt ze ook op een slechte manier. De netten maken de zeebodem kapot met alle planten en schelpen die daar leven. In de netten gaan niet alleen de vissen dood maar ook veel andere zeedieren. De Partij voor de Dieren wil daarom dat de Europese Unie geen geld meer geeft aan de visserij in Europa. Ook moet de manier waarop gevist wordt verbeteren.
De vissers moeten in ieder geval de vissoorten die bijna verdwenen zijn niet meer vangen.

Eerlijke landbouw
De boeren en vissers moeten genoeg betaald krijgen voor hun producten. De inwoners in Europa moeten gezond voedsel kunnen kopen. De dieren in Europa moeten niet langer slecht behandeld worden. De natuur in Europa moet niet vervuild worden. Dat wil de Partij voor de Dieren allemaal.

09 mei 2014

Gold-plating, voedselregels inzetten tegen concurrentie

In het TV-programma De Slag om Europa onderzoeken Roland Duong en Teun van de Keuken hoe de EU werkt. In de Volkskrant van 9 mei vertellen ze Den Haag Brussel als boeman gebruikt.

Een citaat:

Niet alleen bepalen nationale politici wat er in Brussel gebeurt, ook moeten zij Europese richtlijnen uiteindelijk omzetten in nationaal beleid. Dat gebeurt in Nederland vaak strenger dan in andere EU-lidstaten. De welbekende 'onnodige regeltjes die de kleine ondernemer het leven zuur maken' komen volgens Duong niet uit Brussel, maar uit Den Haag. 'Dat fenomeen heet gold-plating. De regering past een algemene richtlijn uit Brussel extra streng toe in Nederland, maar tegenover de Nederlanders geven ze daar Brusselse ambtenaren de schuld van. Dat gebeurt op grote schaal in de voedselregelgeving.'

Van de Keuken: 'De Europese richtlijn is: je moet voedsel veilig en hygiënisch produceren. Veel landen interpreteren dat soepel. Zolang er geen misstand wordt aangetoond, word je jaarlijks gecontroleerd. Pas als er iets misgaat, kom je onder een vergrootglas te liggen. Maar een Nederlands boertje dat al 25 jaar gezonde geitenkaas produceert, wordt twee keer per week gecontroleerd door de Voedsel- en Warenautoriteit en moet dat nog zelf betalen ook. Als dat boertje gaat klagen, zegt de VVD: die Brusselse regels draaien kleine ondernemers de nek om, maar het is Nederland dat een algemene Europese richtlijn streng toepast.'

Waarom doet Nederland dat? Van de Keuken: 'Eigenlijk is het logisch: wij zijn een exportland van voedsel en kunnen dus geen microgram foute bacteriën in onze kaas gebruiken. Politici zouden eerlijk moeten zeggen: strenge voedselregels zijn economisch belangrijk voor ons.'

17 juni 2013

CIWF verzamelt handtekeningen tegen overtreden regels welzijn varkens

Meer dan 100.000 handtekeningen voor varkens!

Dierenbeschermingsorganisatie Compassion in World Farming (CIWF) heeft in nauwelijks drie weken tijd al meer dan 100.000 handtekeningen verzameld tegen de vele overtredingen van de Europese regels voor het welzijn van varkens. De meeste handtekeningen kwamen uit Italië, maar ook Nederland liet zich niet onbetuigd. In ons land tekenden al ruim 8000 mensen de nieuwe petitie van CIWF.

Zóveel handtekeningen, in zó'n korte tijd is een record voor CIWF: "Het laat zien dat heel veel mensen werkelijk geven om varkens. De EU en haar lidstaten doen er goed aan dit ter harte te nemen en ervoor te zorgen dat de wetten voor de varkenshouderij 100% worden nageleefd", zegt Geert Laugs, directeur van Compassion in World Farming Nederland. In de komende maanden wil CIWF nog veel meer handtekeningen verzamelen met deze petitie die nog loopt tot maart 2014 en die te vinden is op: www.ciwf.nl/varkens.

Met deze Europese petitie wil CIWF een einde maken aan vaak voorkomende praktijken in de varkenshouderij die in strijd zijn met de Europese wetgeving. Voorbeelden daarvan zijn het standaard afknippen van biggenstaarten en het onthouden van strooisel of ander manipuleerbaar materiaal aan de varkens. Deze overtredingen komen ook in Nederland op grote schaal voor. In andere landen komt het bovendien nog vaak voor dat zeugen hun hele zwangerschap opgesloten staan in krappe kooien. Deze praktijk is sinds 1 januari 2013 verboden en is in Nederland inmiddels grotendeels beëindigd.

Onderzoek van Compassion in World Farming in een groot aantal landen liet eerder al zien dat varkens vaak in kale hokken leven en dat staarten standaard worden afgeknipt. Onlangs filmden onderzoekers van CIWF in Italië en Spanje nog meer flagrante overtredingen van de regels. Op sommige bedrijven lagen dode varkens in de hoek, werden gewonde dieren niet verzorgd en waren er infecties aan de ogen te zien. "Dit laat zien dat alleen al het naleven van de bestaande wetten een enorm positief effect heeft op het welzijn van de varkens", zegt Geert Laugs van CIWF: "daarnaast blijven we natuurlijk ook aandringen op een verdere verbetering van de regels in Nederland en in Europa".

25 november 2011

Bleker speelt provincies en EU tegen elkaar uit

Citaat uit het nieuws op nu.nl.
Of het voor Bleker bespreekbaar is dat er wel extra wordt bezuinigd op ontwikkelingssamenwerking, maar minder dan de genoemde 4 miljard euro, liet hij in het midden.
''Ach, laten we niet gaan afdingen''. Hij wees wat dat betreft wel op de internationale verplichtingen die Nederland heeft.
Tot zover het citaat.

Henk Bleker heeft zich ook te houden ten aanzien van internationale verplichtingen over het beschermen van de natuur in Nederland, maar daar heeft hij volgende op gevonden.

Het ministerie van EL&I, meldt op 21/11/11 het volgende.
Na de decentralisatie heeft het Rijk nog steeds een aantal taken op gebied van natuur en biodiversiteit. Het Rijk vertegenwoordigt Nederland in internationaal verband, is verantwoordelijk voor de nakoming van internationale verplichtingen door Nederland en daarop internationaal aanspreekbaar. Als sprake is van verplichtingen tot het verzenden van rapportages of het doen van meldingen aan internationale instellingen geschiedt zulks door het Rijk. Dat schrijft staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie aan de Tweede Kamer in reactie op vragen over het akkoord dat hij bereikte met de provincies over de decentralisatie van het natuurbeleid.
Tot zover EL&I.

Wat Bleker hiermee heeft gedaan is dat hij de verantwoordelijkheid voor het maken van een Ecologische Hoofdstructuur heeft overgeheveld naar de provincies. Dit is een verdeel en heers strategie. Bij het creëren van een EHS moeten provincies vaak samenwerken omdat de verbinding vaak van de ene naar de andere provincie loopt. Een voorbeeld is de verbinding van de Oostvaardersplassen via het Oostvaarderswold in Flevoland naar de Veluwe die in Gelderland ligt.

Het EL&I meldt dezelfde dag ook.
Rijk kan optreden tegen falende provincies

Op grond van de Provinciewet heeft het Rijk drie instrumenten om te sturen in de taakvervulling van de provincies. Het Rijk kan besluiten van een provincie schorsen of vernietigen indien er sprake is van strijd met het recht of het algemeen belang. Bij taakverwaarlozing door een provincie kan het Rijk 'in de plaats treden' en zo de naar zijn oordeel benodigde maatregelen treffen. Als het generieke kader niet volstaat kan het Rijk op grond van het wetsvoorstel Wet Naleving Europese regelgeving publiekrechtelijke entiteiten (NERPE) een aanwijzing geven aan een provincie, wanneer deze provincie niet of niet naar behoren invulling geeft aan een Europees rechtelijke verplichting. Met de aanwijzing wordt de provincie verplicht om binnen een bepaalde termijn een bepaalde actie te ondernemen.
Tot zover EL&I.

Voor de overheveling van het natuurbeleid was het Rijk in de positie om provincies te verplichten om een EHS aan te leggen. Na overheveling kan Bleker zowel de provincies dwingen om te stoppen met het aanleggen van natuur en tegelijk de boetes doorberekenen aan de provincies wanneer Nederland de internationale verplichtingen niet nakomen. Via een typische Blekeriaanse u bochtconstructie laat hij weten dat de kans op een boete klein is:

Boete zelden aan de orde
Een boete of dwangsom die door de Europese Commissie aan Nederland is opgelegd kan het Rijk op grond van het wetsvoorstel NERPE verhalen op provincies die naar oordeel van het Rijk nalatig zijn geweest bij de vervulling van de aan hen in medebewind gegeven taken. Provincies kunnen tegen deze beslissing van het Rijk rechtstreeks beroep instellen bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens Bleker is een boete of dwangsom van de Europese Commissie slechts zelden aan de orde. In de procedure die vooraf gaat aan het opleggen van een boete of dwangsom heeft de lidstaat de mogelijkheid de fout of tekortkoming te herstellen en zo te voorkomen dat het tot een boete of dwangsom komt.

bron: Ministerie van EL&I, 21/11/11.

18 november 2011

Internationaal transport dieren een te lange lijdensweg

De Europese Commissie presenteerde op 10 november het lang verwachte rapport over de huidige EU-wetgeving voor diertransporten. Hierin stelt Eurocommissaris Dalli dat aanpassing van de wet niet nodig is. Als dit advies wordt opgevolgd door het Europees Parlement, betekent dit miljoenen dieren zullen blijven lijden onder de dieronvriendelijke transporten.

Transport één lange lijdensweg

Onder de huidige EU-wetgeving mogen dieren meerdere dagen en duizenden kilometers worden vervoerd. Zo worden koeien van Letland naar Frankrijk vervoerd, gaan kalfjes van Ierland naar Nederland en worden varkens van Nederland naar Zuid-Spanje gereden. Bovendien wordt de huidige regelgeving vaak niet nageleefd. Verschillende onderzoeken hebben de gruwelijke omstandigheden op EU-transportroutes al aan het licht gebracht. Zo worden de dieren vervoerd in te vol geladen wagens waardoor dieren worden doodgetrapt of verstikt, ze hebben gebrek aan voedsel en water en staan bloot aan extreme temperatuurwisselingen. Dit leidt tot stress, verwondingen, uitdroging en uitputting bij de dieren. Recente beelden en rapportages geven een beeld van de gruwelijke omstandigheden waaronder dieren worden getransporteerd van Europa naar Turkije.

Steun 8Hours



WSPA en andere dierenwelzijnsorganisaties pleiten daarom voor een aanpassing van de wetgeving, zodat dieren maximaal acht uur onderweg mogen zijn. Ze roepen inwoners van de EU op om te eisen dat aan dit lijden een einde wordt gemaakt. Met het ondertekenen van de 8Hours petitie kunnen burgers aangeven dat er nieuwe wetgeving dient te komen, die het welzijn van dieren beter in acht neemt. Ruim 870.000 Europeanen hebben de petitie al ondertekent, het doel is om minimaal 1 miljoen handtekeningen op te halen.

“We hopen dat politici zich bij dit aantal zullen realiseren dat de huidige wetgeving niet acceptabel is en zich genoodzaakt voelt om deze aan te passen,” aldus Ruud Tombrock, directeur WSPA Nederland. Het is nu aan de Europese burgers om het onnodig dierenleed tijdens diertransporten onder de aandacht te brengen”.

07 juni 2011

Aan de echte EHEC-slachtoffers heeft Europese landbouw geen boodschap

Vandaag komen de Europese ministers van landbouw in Luxemburg bijeen voor een extra vergadering. Enige agendapunt: hoeveel miljoen euro moet er naar de door de EHEC getroffen tuinders worden gestuurd.

Er is in Europa iets merkwaardig aan de hand. Een boer of tuinder hoeft maar te denken dat hij schade heeft, of de compensatieregelingen rollen zo goed als ongevraagd over de toonbank.

Waarom kunnen boeren en tuinders altijd hun handen op houden voor een niet aflatende stroom compensatie-euro's, terwijl van burgers en andere ondernemers wordt verwacht dat ze zelf hun boontjes doppen?

De rekenmachines van de belangenbehartigers zoals de LTO en staatssecretaris Bleker draaien overuren en zorgen er voor dat de compensatie-teller voor de 1400 Nederlandse tuinders niet bij honderd miljoen euro blijft steken.

Maar over de persoonlijke ellende en schade die 2200 doodzieke Duitsers en hun omgeving oplopen, wordt in Den Haag en Brussel discreet gezwegen.

Als er - om in Nederland te blijven - varkenspest, vogelgriep of MKZ uitbreekt, worden complete regio's op slot gezet. Niemand er in, alleen dode dieren er uit. De boeren worden gecompenseerd voor hun dood vee, lege stallen en hun omzetderving. Burgers niet. De hoteliers, restaurant- en camping-houders om er maar een paar te noemen kregen geen stuiver voor hun leeg gebleven hotelkamers en omzetderving.

Een recent voorbeeld van de curieuze status aparte die de boeren in onze samenleving hebben, is te vinden in de gang van zaken rond de Q-koorts.

Jaren getreuzel en ontkenning van het probleem door het ministerie van landbouw om de belangen van 180 geitenhouders niet in de weg te zitten, zorgden voor een epidemie die duizenden zieken en vijftien doden kostte. Van de zieken zijn vele tientallen blijvend arbeidsongeschikt geraakt.

Toen er eenmaal geruimd moest worden, werden de geitenhouders tot de laatste geit en de laatste druppel niet verkochte melk gecompenseerd. Voor de zieken kon er zelfs geen bloemetje of een fruitmandje af, laat staan excuses.

De gang van zaken rond de uitbraak van de EHEC-bacterie demonstreert andermaal de minachting van de sector en haar belangenbehartigers voor de slachtoffers die ze maken en de schade die ze aanrichten.

De doden van de veeteelt, want daar en nergens anders komt de EHEC-bacterie vandaan, zijn nog niet eens begraven, maar daar heeft 'Brussel' geen boodschap aan. Er moet worden gecompenseerd.

12 mei 2011

Nederlandse intensieve veehouders spreken niet de waarheid over waarom vlees zo goedkoop is

Nederlandse veehouders voelen zich niet gewaardeerd door de Nederlandse samenleving, zo blijkt uit het onderzoek naar de megastallen door bureau Veldkamp.

De veehouders vinden een debat over megastallen een goed initiatief mits er voor wordt gezorgd dat de uiteindelijke beslissing op rationele argumenten wordt genomen. Een belangrijke voorwaarde voor een debat is volgens hen: ‘... eerst zorgen dat iedereen dezelfde kennis heeft.’ Volgens hen zou bijvoorbeeld onder de aandacht van de burger moeten worden gebracht dat een kilo heel goedkoop vlees alleen maar zo goedkoop kan zijn, omdat het is ingevoerd uit landen waar de regelgeving veel minder streng is dan in Nederland.

Dat is een merkwaardige opvatting. In ons land worden drie keer zoveel dierlijke producten geproduceerd dan in ons land wordt geconsumeerd. Twee derde is bedoeld voor de export en kan op buitenlandse markten in prijs concurreren omdat het in ons land grootschalig wordt geproduceerd tegen slechte dierenwelzijnsomstandigheden. Er zijn in ons land veel regels tav dierenwelzijn, maar omdat deze in de praktijk vrijwel niet gecontroleerd worden, drukken deze regels nauwelijks op de kostprijs van vlees en zuivel. Hoe zou een Nederlandse boer anders kunnen concurreren met zijn buitenlandse collega’s waar de voorwaarden om goedkoop en verantwoord te produceren vaak beter zijn?
Verstaat een Nederlandse boer zijn vak dan beter? Hij zou het de consument wel graag doen geloven met de universiteit van Wageningen achter zich, maar helaas: niets is minder waar.
Omdat er in ons land zoveel vlees en zuivel wordt geproduceerd is er een grote verwerkende industrie die ook vlees en zuivel uit het buitenland importeert. De supermarkten kunnen dus kiezen welk vlees zij aan de consument aanbieden. Veehouders produceren voor het buitenland en Nederlandse consumenten krijgen goedkoop vlees aangeboden uit eigen en buitenland.
Er wordt gewoon langs elkaar heen gepraat. Zelfs wanneer alle Nederlanders vegetariër zouden worden dan zou dat de Nederlandse intensieve veehouders niet raken zolang dit ook niet geldt voor de buitenlandse consument want hun producten worden in het buitenland afgezet. Waarom zouden de veehouders dan klagen, want de buitenlandse consumenten weet vrijwel niets over de Nederlandse omstandigheden van het vlees en zuivel dat zij kopen.
Hoe kan een Nederlandse veehouder waardering verwachten voor een ondernemer die geld verdient ten koste van de eigen omgeving door het milieu te belasten, het aanzicht van het platteland te verzieken met megastallen en ook nog geen kwaliteit te geven aan het welzijn van dieren in de afgesloten stallen?
Laat de overheid de Nederlandse agrosector ook de kosten van de bedrijfsvoering (vervuiling) doorberekenen in plaats van af te wentelen op de Nederlandse belastingbetaler en te ondersteunen met EU subsidie. Dan is het gauw gedaan met de oneerlijke concurrentie van de intensieve veehouderij met de goedwillende kleinschalige ondernemer die zijn dieren buiten wil laten lopen in natuurlijke omstandigheden.

08 december 2010

IJsland geen lid EU als walvisjacht niet stopt

PvdD persbericht. Den Haag, 8 december 2010 - De Partij voor de Dieren heeft zich in de Tweede Kamer hard gemaakt voor een einde aan de walvisjacht door IJsland.. Op dit moment zijn onderhandelingen bezig over toetreding van IJsland tot de Europese Unie. Op grond van internationale verdragen is het jagen op walvissen verboden. IJsland houdt zich echter niet aan deze afspraken. De Partij voor de Dieren vindt dat aan een eventuele toetreding van IJsland een harde voorwaarde moet worden gesteld: een onmiddellijke stop van de walvisjacht.

Andere Europese landen hebben zich in het kader van de toetredingsonderhandelingen al uitgesproken tegen de walvisjacht door IJsland. Het jagen op walvissen is niet alleen illegaal omdat de walvis een bedreigde diersoort is, de walvisjacht is daarnaast onnoemelijk wreed. Bovendien is er helemaal geen markt voor het walvisvlees.. Het meeste vlees wordt opgeslagen in vriezers, omdat IJsland het aan de straatstenen niet kwijt kan. De Partij voor de Dieren ziet dan ook niet in waarom IJsland nog langer doorgaat met de walvisjacht. Esther Ouwehand: “IJsland heeft de internationale verdragen lang genoeg geschonden. De boodschap moet helder zijn: landen die zich schuldig maken aan de walvisjacht, kunnen geen lid worden van de EU”.

De Partij voor de Dieren zal binnenkort een motie indienen over de onderhandelingen met IJsland. De partij wil dat Nederland zich op het standpunt stelt dat er over de bescherming van de walvis niet kan worden onderhandeld. Esther Ouwehand: “Nederland zal de walvisjacht af moeten blijven wijzen, en dat als harde voorwaarde stellen voor de eventuele toetreding van IJsland tot de EU. IJsland zal in de onderhandelingen proberen aan te sturen op een (tijdelijke) uitzonderingspositie, maar daar kan wat ons betreft geen sprake van zijn. Het wordt hoog tijd dat we de walvis eindelijk echt gaan beschermen”.

17 november 2010

Nederland wordt aantrekkelijker met minder EU subsidie

De EU wil de subsidie aan de landbouw afbouwen. Nederlandse boeren vangen jaarlijks voor bijna 1 miljard subsidie. Er is veel verschil tussen de sectoren, maar de dieronvriendelijke kalvermesterij bijvoorbeeld is voor 80% afhankelijk van EU subsidies.
Boeren hebben grote invloed op het landschap en de natuur. Doordat er in ons land zoveel ingezet wordt op maximale productie, levert dat in de veehouderij problemen op met dierenwelzijn en overproductie van mest.
Boeren willen niet hun hand ophouden, maar om te kunnen blijven concurreren met hun buitenlandse collega’s op buitenlandse markten moet er volgens hun inkomenssteun blijven. Zij pleiten globaal voor dezelfde spelregels, want in ons land zijn er hoge dierenwelzijn- en milieueisen.
Dat is een omdraaiing van oorzaak en gevolg. In ons land zijn de regels zo streng omdat die juist in ons land het meeste nodig zijn. De productie van vlees en zuivel kan met wel 70% dalen zonder dat de Nederlander afhankelijk voor zijn voedsel wordt van het buitenland. Ons land is weinig geschikt en al te vol met dieren om de vleespotten van een groeiende wereldbevolking te vullen.
Met een productiedaling zouden ook de problemen kunnen verdwijnen als de overheid tenminste zijn strenge regelgeving zou handhaven.
Het zou ook wonderen doen voor de aantrekkelijkheid van ons landschap. Er is niets op tegen wanneer de overblijvende boeren zich zouden richten op economische activiteiten die samenhangen met de toeloop van toeristen. Maar veel boeren heffen liever hun hand op om mensen te weren van hun erf. Zij voelen zich beter bij het managen van een grootschalige veehouderij. En daar willen zij tegenwoordig geen pottenkijkers meer bij. En hiermee heeft de intensieve veehouderij een imagoprobleem dat zij heeft te danken aan haar hebzuchtige bedrijfsvoering.

06 maart 2010

EU-subsidies afschaffen en ecologisch verantwoord stimuleren

Uit een studie van Brusselse ambtenaren blijkt dat wanneer alle subsidies en handelsverstorende maatregelen worden afgeschaft dit een inkomensval voor boereninkomens in Europa betekent van gemiddeld 22 procent.
Wanneer de markt voor dierlijke producten geliberaliseerd blijft, verschuift de productie van rundvlees naar buiten Europa.
Dit is een onwenselijke situatie. De oplossing is niet om de subsidies te laten bestaan. Deze afschaffen is sowieso beter voor de belastingbetaler, maar het handhaven van de importtarieven van import buiten Europa zou het wisselgeld moeten zijn voor het inperken van de gerichtheid van de Europese Agrosector om de markt buiten Europa te willen bedienen.
Het resultaat zou moeten zijn dat ecologisch en diervriendelijk verantwoord producerende boeren een betere concurrentiepositie krijgen.

De dubbelhartigheid van de zorgen van de boeren over hun schuld en over de spelers in de markt blijkt verder uit een artikel uit het Friesch Dagblad:
De markt krijgt in de landbouw door het beleid van banken niet de kans om zijn werk te doen en zorgt voor een zeepbel in grondprijzen en te hoge kosten voor de boeren. Dat is de stelling van een ingezonden brief van melkveehouder Van Weperen, eerder deze week in het Agrarisch Dagblad. "Wanneer de liberalisering haar werk zou doen, zouden boeren omvallen; dat zou de onroerendgoedprijs (land) onderuit laten gaan en dat zou, hoe erg ook, een beter beeld van de werkelijkheid geven", schreef Van Weperen. Boeren hebben belang bij een lage kostprijs, zo is de stelling van Van Weperen, en die kunnen ze niet behalen doordat ze duurbetaalde grond moeten laten financieren. Of, in het geval van melkveehouders, duur melkquotum.
Van Weperen maakt zich zorgen over hoe de alom verwachte schaalvergroting kan plaatsvinden als de grond en quotum zo duur blijven. "Onder normale financieringscondities betaal ik voor een hectare die ik voor 40.000 euro koop, 2000 euro aan rente en aflossing per jaar. Als ik zou pachten, betaal ik hooguit 1200 euro. Sterker nog: voor elke hectare grasland die ik er bij zou willen hebben kan ik beter besluiten het voer dat er vanaf zou komen te kopen en de mest die ik erover uit zou rijden te laten afvoeren. Dat is goedkoper.”

12 januari 2010

Balkenende ter verantwoording geroepen over afzwakking beleid Natura 2000

Persbericht: Partij voor de Dieren roept Balkenende ter verantwoording voor geheime brief afzwakking natuurbeleid

Den Haag, 12 januari 2010 – De Partij voor de Dieren roept minister-president Balkenende naar de Kamer voor de briefwisseling die hij met EU-voorzitter Barroso heeft gevoerd over de Europese richtlijnen voor de bescherming van natuurgebieden. De premier heeft daarbij gevraagd de richtlijnen sterk af te zwakken, zonder daar de Kamer van op de hoogte te stellen. De Partij voor de Dieren wil dat de premier verantwoording aflegt over deze handelwijze en heeft een spoeddebat aangevraagd over de kwestie. Dit verzoek werd breed gesteund door de Kamer.

In de brief die minister-president Balkenende aan de voorzitter van de Europese Commissie heeft gestuurd, stelt hij dat Nederland de natuurregels wil herzien omdat deze economische ontwikkeling in de weg zouden staan. Ook stelt de premier dat het draagvlak voor natuurbescherming in Nederland zou zijn weggeëbd. Volgens de brief zou het officiële regeringsstandpunt zijn dat Nederland het voorzorgbeginsel zoals dat nu geldt, uit de richtlijnen wil schrappen. Over een dergelijk standpunt is de Kamer echter niet geïnformeerd en er heeft dus ook geen debat over plaatsgevonden.

Tweede Kamerlid Esther Ouwehand: “Premier Balkenende lijkt van het uithollen van natuurbescherming inmiddels zijn persoonlijke missie te hebben gemaakt. Eerst zijn persoonlijke bemoeienis met de Hedwigepolder en nu weer een poging om via Europa de natuurregels af te zwakken. Duidelijk is dat onder zijn leiding de groene beloften van dit kabinet niets voorstellen. In het regeerakkoord wordt gesproken over het voorkomen van verdere aantasting van ecosystemen en het verlagen van de druk op milieu. De lobbyactiviteit van de premier staat hier haaks op.”

Commissievoorzitter Barroso veegt in zijn beantwoording de vloer aan met de argumenten van de Nederlandse minister-president voor afzwakking van de natuurregels. De Europese Commissie wijst op de grote noodzaak de biodiversiteit te beschermen en het voorzorgprincipe te hanteren. Zij wijst voorts op de afspraken die daarvoor internationaal –ook met Nederland- zijn gemaakt. Ook de stelling dat de economie per definitie te lijden zou hebben van de bescherming van natuur wordt als onzin afgedaan.

05 november 2009

Cees Veerman: boeren moeten niet rekenen op steun of begrip

Cees Veerman, oud-minister van LNV sprak 3 november op proefboerderij De Rusthoeve in Colijnsplaat.

"Ga er maar vanuit dat de komende jaren het landbouwbudget van de Europese Unie van 42 tot ongeveer 30 miljard euro zal dalen en dat het grootste deel van wat er overblijft naar plattelandsontwikkeling gaat. Daar hoef je als boer dus geen hoge verwachtingen van te hebben".

In dit licht bestempelde Veerman de recente acties van melkveehouders die met mestverspreiders melk over hun land uitreden, als 'achterhoedegevechten'.
"En", vervolgde hij, "je hoeft je ook niet te verlaten op begrip en bijval vanuit de burgerij voor de roep om inkomenssteun van pakweg 500 à 600 euro per hectare per jaar. Dat is logisch, want niemand heeft ons toch gevraagd boer te worden".

Tot zover Veerman in de PZC.

Er zijn natuurlijk nog veel meer redenen waarom de melkveehouders niet op al te veel begrip kunnen rekenen vanuit de "burgerij". De melkveehouders bepalen in grote mate de aanblik en het gebruik van het platteland ten einde voor de buitenlandse markt te produceren. Dit gaat (helaas onzichtbaar voor het ongeoefende "burgeroog") ten koste van dierenwelzijn en milieu. Wat wel zichtbaar is de industriële inrichting van het platteland wat samenhangt met de wens van de milieu- en dierenwelzijnsbeweging om deze vorm van bedrijfsvoering als vee-industrie te benoemen.

26 juni 2009

Koeien gebruiken voor demonstraties is niet verboden

In antwoord op Kamervragen van Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren antwoordt minister Verburg van LNV:
In beginsel is het niet verboden dieren bijeen te brengen. Indien het vervoer volgens de geldende regels heeft plaatsgevonden en bij de dieren die bij de genoemde demonstratie zijn ingezet geen sprake was van veroorzaking van pijn of letsel ofwel benadeling van de gezondheid of het welzijn, is een schending van artikel 36 van de GWWD niet aan de orde.
In dit geval ging het naar mijn mening niet om een onredelijk doel.

Tot zover de dubbele ontkenning van Gerda Verburg.

In Nederland worden koeien steeds meer het jaar rond binnen gehouden om een hogere productie mogelijk te maken. Een uitje naar een demonstratie 300 kilometer verderop (van Friesland naar Den Haag) zou voor mensen een goede manier zijn om hun ongenoegen over hun leefsituatie kenbaar te maken.
Gerda Verburg wil graag de melkveehouders steunen in het afnemen van hun overproductie van melk. Daarvoor vraagt ze zelfs EU-subsidie.
Zou het niet voor alle partijen beter zijn als er in Nederland wat minder de nadruk zou liggen op melkproductie voor het buitenland en dat koeien wat vaker rustig buiten op het land in de wei zouden lopen?

04 juni 2009

Melkplas groeit

Wim Thus, afdelingsdirecteur landbouw van Rabobank Nederland, meldt in het Agrarisch Dagblad dat het niet ondenkbaar is dat het aantal melkveehouders de komende vijf jaar halveert van 20.000 tot 10.000. Thus constateert dat de slechte melkprijs ondernemers in moeilijkheden brengt, maar dat er toch flink wordt geïnvesteerd in stallen, dieren en melkquotum.

Merkwaardig zijn de volgende twee constateringen.
Een kleinere sector is volgens Thus niet per definitie slecht, aangezien een fors aantal nu nog hobbymatig dieren houdt. Daar komt bij dat schaalvergroting in landen als Brazilië de Nederlandse sector dwingt tot een antwoord.
Tot zover het AGD.

Bovenstaande redenering leidt tot de conclusie dat het Europese beleid tav de melkveehouderij niet effectief en duurzaam is: een groeiende melkplas leidt tot mest- en milieuproblemen en tot problemen in het dierenwelzijn. Daarnaast verdienen de boeren te weinig. Er is dus eigenlijk bijna niemand die belang heeft bij deze situatie of het moet de bouwsector zijn, die de stallen levert.
Zelfs als bovenstaande zaken je niet interesseren dan is er nog het volbouwen van het platteland met grote stallen, dat het landschap lelijker maakt.

Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

26 mei 2009

Europees verbod op de bonthandel

Persbericht PvdD: Partij voor de Dieren wil een Europees verbod op de bonthandel

Nederlands nertsenfokverbod eindelijk dichtbij

Den Haag, 26 mei 2009 - Vandaag debatteert de Partij voor de Dieren in de Tweede Kamer over het wetsvoorstel verbod nertsenfokkerij. Het lot van de nertsen lag in handen van de Christen Unie en Partij voor de Vrijheid. De PVV heeft vandaag laten weten voor het verbod te zullen stemmen. Daarmee is er een meerderheid in de Tweede Kamer. Maar de grote strijd moet nog geleverd worden in de Eerste Kamer waar onze senator Niko Koffeman ook de Haas in de Marathon zal zijn die de andere partijen warm laat lopen voor het nertsenfokverbod. De Partij voor de Dieren vindt dat het fokken van pelsdieren definitief zal moeten worden verboden, omdat bont een overbodig luxeproduct is dat geen enkele rechtvaardiging vormt voor dierenleed.
In Europees verband pleit de Partij voor de Dieren daarom voor een Europees fokverbod voor pelsdieren en een handelsverbod voor bont. Daarnaast is de Partij van mening dat een importverbod niet voldoende is, maar er ook een doorvoerverbod zou moeten komen om te voorkomen dat de sluikhandel doorgaat en de handel in bont met derde landen een profijtelijke Europese activiteit blijft.
Nu Europa inmiddels een verbod op de import van honden- katten- en zeehondenbont heeft ingevoerd, is het tijd om een totale afschaffing van bontfokkerij en bonthandel in Europees verband te bepleiten. De Partij voor de Dieren is nu nog de enige partij die pleit voor zo’n verbod, maar verwacht navolging te kunnen bewerkstelligen bij andere partijen.

30 oktober 2008

Algemene Rekenkamer: Nederlands visserijbeleid is ondermaats

Algemene Rekenkamer: Nederlands visserijbeleid is ondermaats

Rekenkamer bevestigt pleidooi Partij voor de Dieren voor verdere vangstbeperkingen visserij


Persbericht PvdD Den Haag, 30 oktober 2008 – De Algemene Rekenkamer geeft een dikke onvoldoende aan het visserijbeleid van minister Verburg. De Partij voor de Dieren ziet in het vandaag verschenen rapport een bevestiging van het continu falen van de minister om de visserij te verduurzamen, de handhaving te verbeteren en de mariene natuur te beschermen. Inmiddels is bijna 90% van de visbestanden overbevist. De Partij voor de Dieren heeft hier in Kamerdebatten bij voortduring op gewezen en pleit voor strenge vangstbeperkingen en bescherming van zeegebieden voor visserij. De minister heeft deze kritiek van de Partij voor de Dieren steeds afgedaan als verschil van mening, maar nu liggen de harde feiten op tafel.

De conclusies van het rapport zijn duidelijk: het Nederlands visserijbeleid is vanuit ecologisch oogpunt onvoldoende streng om de ambities voor bescherming van de visstand en biodiversiteit te kunnen waarmaken. Economische belangen voor de korte termijn hebben voortdurend de overhand. Dat heeft geleid tot overbevissing en aantasting van de ecosystemen in de Noordzee. Zo bevinden tong en kabeljauw zich al jaren in de gevarenzone en hebben sleepnetten de zeebodem veranderd in een surrealistisch maanlandschap. De vangstquota zijn gemiddeld 42% tot 57% hoger dan verantwoord is. En meer dan de helft van alle gevangen vis wordt dood overboord gegooid, omdat ze ondermaats zijn of op zee worden vervangen door vis van betere kwaliteit (‘high grading’).

Esther Ouwehand: “De Rekenkamer wijst wederom op gebrek aan maatregelen en concrete doelstellingen in de duurzaamheidbeloftes van dit kabinet. Gerda Verburg staat nog altijd aan het roer van een visserij-ministerie waar de natuur keer op keer het onderspit delft”. De Partij voor de Dieren vindt dat de minister haar internationale verplichtingen moet nakomen. Hierbij heeft zij beloofd te zorgen voor een netwerk van beschermde gebieden op zee. Er moet een einde komen aan het overboord gooien van commercieel niet-aantrekkelijke vis, door vissers te verplichten alle gevangen vis aan wal te brengen. Een drastische verlaging van de visquota is onafwendbaar.

Saillante constatering van de Rekenkamer was dat “vissers op vrijwel alle terreinen van de zeevisserij geneigd zijn de regels te overtreden”. De huidige controle en handhaving is volgens de Rekenkamer ondermaats en voldoet niet aan de Europese regels.

De minister probeert zich in een reactie op het Rekenkamerrapport te onttrekken aan haar verantwoordelijkheden, door te stellen dat er geen sprake zou zijn van een Nederlands visserijbeleid. De Partij voor de Dieren vindt dat een beschamende vertoning. Esther Ouwehand: “Nederland is als één van de vijf grootste vislanden binnen de EU een grote speler en als EU-lidstaat zijn we medeverantwoordelijk voor het Europees beleid. De minister zit iedere maand in Brussel om voor Nederland de hoogst mogelijke vangstquota binnen te slepen. Ze kan wel degelijk zelf beslissen of we aankoersen op duurzaamheid, of vernietiging.”

De Partij voor de Dieren zal in de visserijdebatten pleiten voor een warme sanering van de visserijsector. Ook de Rekenkamer vindt dat de minister de optimale omvang van de vloot moet bepalen om zo meer zekerheid te bieden aan vissers en hun toekomst.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.