Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

26 december 2017

Voor een betere wereld moet je soms tegen je eigen belang ingaan


Mac van Dinther interviewt voor de Volkskrant Jaap Korteweg, één van de twee mannen achter de Vegetarische Slager. Korteweg was gek op vlees, maar heeft vooral oog voor het grote plaatje. Nu maakt hij vlees na op basis van plantaardige grondstoffen.

Uit het interview.
Iedereen die jou kent, zegt dat jij een enorm rechtvaardigheidsgevoel hebt. Vind jij het rechtvaardig om een hele bedrijfstak weg te vagen?
'Wat ik doe met De Vegetarische Slager gaat ook in tegen mijn eigen belang. Ik heb er als akkerbouwer baat bij dat er zoveel mogelijk vee is. Want meer vee is meer voer, meer graan, hogere grondprijzen, meer business voor de akkerbouw. Maar ik vind het grotere plaatje belangrijker.
'Ik zie dieren als gevoelige en intelligente wezens die recht hebben op hun eigen leven. Dat wij zulke grote aantallen dieren een volwaardig leven ontnemen, is niet goed te praten. Kippen die met zes weken worden geslacht, varkens met negen maanden. Het zijn nog kinderen in ontwikkeling. Boeren worden boos als ik dat zeg, maar zo is het wel. En als het nou niet anders kan. Maar het kan wel anders'.

Als jij je zin krijgt, zijn er geen dieren meer. Geen kippen, geen varkens. Dat is toch ook een verlies?
'Nee, want ze zijn niet weg. We hebben nog wilde varkens en runderen. Dieren die leven naar hun natuur zonder dat de mens ingrijpt, dat is mijn ideaal. Ik sprak laatst een boer uit het veenweidegebied. Daar lopen koeien op, want de grond is te nat om iets op te verbouwen. Hij vroeg: wat moet je met dat land als je er geen koeien laat lopen? Ik zeg: lekker teruggeven aan de natuur. Laat veen gewoon weer veen worden als we het niet nodig hebben voor landbouw'.

23 december 2017

Dierenlevens.

[..]Een loslopende hond heeft zaterdagavond het verkeer in de war gestuurd op de A2 in Limburg[..] een berichtje in de Leeuwarder Courant van maandag 18 december. Verkeer werd stilgelegd en uiteindelijk slaagden twee hondenbegeleidsters van de politie er in het arme dier ongedeerd van de weg te halen. Eind goed, al goed! Voor de hond en zijn baasje(s) zeker.

Per dag worden er in Nederland 1.370.000 dieren in de vee-industrie doodgemaakt. Doodgemaakt voor een product – vlees - dat geen mens echt nodig heeft. Doodgemaakt na een erbarmelijk leven. Leed waar iedereen die de kiloknaller aanbidt aan meewerkt.

Tel daar bij op de doodsbange stakkers die door het jagersgeboefte aan flarden worden geschoten om de status van uw kerstdis te upgraden.

Ik ben oprecht blij en dankbaar voor het redden van de hond. Maar zouden we in deze reflectieve periode misschien ook eens kunnen denken aan die honderdduizenden varkens, koeien, ganzen, hazen, konijnen, reeën, wilde zwijnen, kippen, kalkoenen, eenden etc. die niet (door politiemensen) worden gered van een wisse dood, maar geofferd worden op het altaar van onze schier grenzeloze hang naar genot en status? Fijne leedloze feestdagen!




20 december 2017

Gastronomische bullshit

De productie van foie gras is in Nederland en veel andere Europese landen verboden, omdat de lever van eenden alleen kan worden vetgemest met dwangvoeding, wat dieronvriendelijk zou zijn. Maar in Frankrijk is de lekkernij niet weg te denken van het kerstmenu. Ook in Frankrijk ageren dierenactivisten tegen deze praktijk, maar zij krijgen nauwelijks een poot aan de grond. De Franse wet rekent de foie gras tot 'het beschermde culturele en gastronomische erfgoed'.
Peter Giesen ging op bezoek bij een eendenboerderij en deed verslag in de Volkskrant.

Hij doet verslag van een boerin die de eenden houdt.
"Evelyne Revel is een vrouw van het platteland, een boerendochter die het bedrijf overnam van haar ouders. Moderne stadsbewoners begrijpen de veeteelt niet meer, verzucht ze. 'Ik probeer zo goed mogelijk voor mijn eenden te zorgen. Ons doel is mooie dieren te verkopen. Het is een cyclus. Als we de vrachtwagen met volwassen eenden zien vertrekken, zijn we tevreden. Vorig jaar werden de eenden op de dag van vertrek getroffen door de vogelgriep. Ze moesten blijven en zijn hier vergast. Dat was verschrikkelijk. Als je ze grootbrengt en ze vertrekken voor de slacht, ligt dat in de normale loop der dingen. Maar het is heel anders als ze gedood worden omdat ze ziek zijn'".
Tot zover het citaat uit de Volkskrant.

In ons land wordt foie gras gelukkig weinig gegeten, de meesten zijn wel wijzer, een enkele snob daargelaten. Wie de uitleg van de boerin leest en niet ziet wat er aan mankeert, die zou ik willen adviseren zich eens te verdiepen in drogredeneren. Kennis daarvan kan helpen het fenomeen ook in eigen land te herkennen en het dierenleed dat daarvan het gevolg is te vermijden.

16 december 2017

Kerst(feest?)

Kerst. Feest van vrede. Feest van bij elkaar zijn. Feest van lekker eten en drinken. Feest van bezinning. Een feest van en voor mensen. Precies! Want voor niet menselijke dieren is er weinig feestelijks aan de kersttijd.
Dode dieren, al dan niet in herkenbare onderdelen gefragmenteerd, vormen nog steeds een essentieel onderdeel van de kerstdis. Het feest van het Leven kan kennelijk niet goed worden beleefd zonder daar miljoenen dierenlevens voor op te offeren. Konijnen, ganzen, fazanten, hazen, reeën, wilde zwijnen, varkens, koeien, kalkoenen, kippen, uit het leven geschoten of na een ellendig bestaan in de bio-industriestallen allesbehalve zachtzinnig in de slachthuizen om het leven gebracht. Overal op de kerstmenu’s walgelijke dingen als ganzen- en eendenlever (foie gras). De pijn, angst en stress die daarvoor geleden wordt laat ons koud, verdringen of bagatelliseren we. We laten toe dat wezens die meer met ons overeenkomen dan dat zij van ons verschillen, lijden en sterven voor ons plezier. We hebben de dieren in feite buiten onze verantwoordelijkheid geplaatst, waardoor hun leed en dood irrelevant of acceptabel wordt gevonden. Het proces van psychische dissociatie maakte het mogelijk dat joden in de oorlog ontmenselijkt werden en behandeld werden met een wreedheid, die we ons hier en nu niet (meer) kunnen voorstellen. Alleen de wijze waarop ik mij tot de ander verhoud, maakt het mij mogelijk de ander te laten lijden. Als een bepaalde groep zoals joden, maar ook moslims, christenen, atheïsten, vrouwen, homoseksuelen of zoals in dit geval dieren als minderwaardig wordt beschouwd, hebben wij mensen er blijkbaar weinig moeite mee hen te doen lijden of te misbruiken voor onze doeleinden. Zij die er op wijzen dat dieren gevoelens, emoties en eigenschappen hebben die ook wij bezitten worden honend weggezet als ‘antropomorfisten’ en wereldvreemde dromers. Wel, ik ben zo’n wereldvreemde antropomorfistische dromer en ik beschouw dat als een geuzentitel. Albert Schweitzer sprak eens de indrukwekkende woorden: “Ik wil leven te midden van leven dat wil leven”.  Het gemak waarmee de mens de levenswil van andere dieren negeert staat in schril contrast met het massale rouwbeklag dat wordt opgebracht bij menselijke tragedies.
Het wordt hoog tijd dat we beseffen dat dieren geen boodschap hebben aan onze feesten en tradities en gewoon willen leven naar hun aard en behoeften zoals ook wij dat willen. Vrede op aarde is een illusie. Zeker zo lang we ook voor dieren niet het mededogen en respect kunnen/willen opbrengen dat ze verdienen. Ik wens u fijne, leedloze feestdagen.




15 december 2017

Melkveehouders maken een discutabele afweging

De supermarkten willen meer duurzame melk verkopen en bieden boeren die voldoen aan bepaalde eisen een hogere prijs. Veel boeren vinden de drie cent extra per liter van Albert Heijn voor echt goede melk niet genoeg.
Maar er is nog een niet onbelangrijk puntje waarom weinig boeren zullen willen meedoen. AH eist ook grondgebondenheid. Hun norm is 2,5 grootvee-eenheid gekoppeld aan een maximum van 18.000 kilo melk per hectare. Wanneer je alle jongvee wegdoet, kan je met die eis maximaal 7200 kilo melk per koe halen (18.000 gedeeld door 2,5).
Als je binnen die 2,5 grootvee-eenheden (gve) ook nog jongvee aanhoudt, (1 kalf jonger dan een jaar is = 0,25 gve, 1 “stuks” jongvee ouder dan een jaar en niet gekalfd is 5 gve) gaat die melkproductie per hectare nog verder omlaag, want die kalveren gaan af van het totaal aan gve per hectare.
Dat past allemaal precies in de opzet van AH, want die willen betere melk die 80% gebaseerd is op gras en dan kom je op rond de 7000 kilo melk per koe per jaar.
Door de politiek opgelegde fosfaatreductie gedwongen melken de boeren nu gemiddeld tegen 9000 kilo melk per koe. De productie per koe moest omhoog om de vermindering van de veestapel te compenseren. Drie cent extra weegt volgens de meeste boeren niet op tegen 2000 kilo (liter) melk minder per koe.
Stel dat de melkprijs bij de eigen coöperatie 30 cent per liter is en 33 bij levering aan AH, dan is het inkomen per koe in het eerste geval 9000*30 cent is 2700 euro per koe per jaar en bij levering aan AH 7200 * 33 is 2376 euro per koe per jaar. Het verschil is 324 euro.
Dat ze ook aanzienlijk minder kosten (aan veevoer, mestafvoer en veterinair) hebben, en gezonder vee, en betere melk rekenen ze niet mee. De nadelen daarvan voelen ze niet zelf maar gaan ten koste van het welzijn van de koe, het milieu of wordt afgewenteld op de belastingbetaler.

Boeren zouden anders rekenen wanneer het principe dat de vervuiler betaalt echt zou worden omgezet in beleidsverandering en door handhaving. Nu rekenen de boeren op de wet van de grote aantallen (resulterend in een melkplas en volle koelhuizen), op de subsidies vanuit Europa (gegeven door liberale en christelijke politici), het sluiten van de ogen door controlerende instanties (bijvoorbeed de NVWA) en op de naïeve burger, die een achterhaald romantisch beeld koestert van het platteland.

06 december 2017

Overheid medeplichtig aan toename van dierenleed

Persbericht van World Animal Protection.

Willens en wetens dragen Nederlandse bedrijven bij aan het wereldwijde lijden van dieren in de vee-industrie. Dat doen ze door, onder meer, dieronvriendelijke huisvestingssystemen te exporteren. De Nederlandse overheid is daaraan medeplichtig, want zij biedt deze bedrijven steun en stelt daarbij geen of onvoldoende dierenwelzijnseisen. Dat blijkt uit onderzoek van World Animal Protection.

In het regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ van oktober stelt het kabinet dierenwelzijn internationaal te willen verbeteren. Maar in feite draagt de overheid bij aan wereldwijd dierenleed. Internationale dierenbeschermingsorganisatie World Animal Protection (voorheen WSPA) komt tot die conclusie na onderzoek naar de manieren waarop de overheid Nederlandse bedrijven, die zaken doen in het buitenland, kan ondersteunen.

Daartoe behoren ook Nederlandse bedrijven die bijdragen aan dieronvriendelijke vee-industrie in landen als Rusland, Oekraïne en China. Een van de conclusies van het rapport Merchants of misery is dat de overheid in de afgelopen kabinetsperiode tientallen toeleveringsbedrijven heeft gesteund die geen minimum dierenwelzijnsstandaard hanteren of standaarden die onder die van de EU liggen.

Dierenleed wereldwijd bevorderd.
Hoewel de Tweede Kamer al in 2007 erkende dat dierenwelzijn onderdeel is van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, wordt daarmee in de praktijk niet of onvoldoende rekening gehouden. Nederlandse bedrijven produceren een scala aan systemen en verkopen die aan het buitenland: voor ventilatie, opfok en mestafvoer, voor software, slachtapparatuur, broedmachines en zelfs complete stalhuisvestingen. Daarnaast verschaffen ze veevoer, diergeneeskundige middelen, genetica of zelfs levende dieren.

Hoofd programma’s Dirk-Jan Verdonk van World Animal Protection Nederland: “Al deze bedrijven zouden moeten bijdragen aan een beter dierenwelzijn. Maar dat gebeurt lang niet altijd. Ze zijn betrokken bij de bouw van varkensgevangenissen, plofkipfabrieken en legbatterijen met slecht dierenwelzijn – die bovendien in veel gevallen tegenwoordig illegaal zijn in de EU (en dus ook in Nederland). Kortom: Nederlandse bedrijven dragen willens en wetens bij aan het wereldwijde lijden van dieren. En doordat de Nederlandse overheid hen ondersteunt, is zij medeplichtig aan het bevorderen van dierenleed in de wereldwijde vee-industrie”.

Van handelsmissies tot exportkredietverzekeringen
De overheid helpt bedrijven, die zakendoen in het buitenland, op allerlei manieren. Bijvoorbeeld met handelsmissies, assistentie via ambassades, het sponsoren van handelsbeurzen, het leveren van projectfinanciering, onderzoekssubsidies en exportkredietverzekeringen. Met deze hulp zou de overheid bedrijven in een diervriendelijke richting kunnen sturen, maar tot dusverre gebeurt dat heel weinig. Zo krijgen Nederlandse bedrijven overheidssteun, terwijl zij kooihuisvesting voor plofkippen verkopen.

World Animal Protection voert daarom campagne en vraagt de minister van Buitenlandse Handel, Sigrid Kaag, te stoppen met het bieden van steun aan Nederlandse bedrijven die dierenleed vergroten in het buitenland.


Klik hier om meer te lezen over de schaduwzijde van de export van landbouw of in de Internetversie bij de labels.

24 oktober 2017

Advies aan veganisten om geen energie te verspillen

Waarom zou iemand die gelijk heeft zijn gelijk nog een keer moeten halen? Dat roept weerstand op, actie is reactie, en waarom die energie verspillen?
Voor een veganist is dat een retorische vraag, immers het wordt er in de wereld een stuk gezelliger van wanneer meer mensen goed veganistisch leren koken en ook neemt het dierenleed met sprongen af.
Maar een vleeseter proberen te verleiden om geen enkel dierlijk product meer te gebruiken is als trekken aan een dood paard.
Het zelf moreel goed doen en je daarop voorstaan, zet kwaad bloed bij degene die zich aangesproken voelt en die kan het omdraaien als een aanval en weet zich zo slachtoffer in plaats van dader.
Goed voorbeeld doet goed volgen, maar dat is het voorbeeld van hen die zich niet laten voorstaan op hun goede gedrag. Doe het dan als veganist ook echt goed en kook lekker. Kun je niet lekker koken, overweeg dan een morele argumentatie achterwege te laten.
Mensen dwingen toe te geven dat zij fout gedrag vertonen is een brug te ver wanneer je zelf tot de kwetsbare minderheid behoort.
Wanneer je als veganist weer eens gevraagd wordt door een vleeseter waarom mensen geen dieren mogen gebruiken, antwoord dan dat je niet weet waarom, maar dat je niet snapt dat mensen zich niet bekreunen om wat er met dieren gebeurt in de bio-industrie. Je stelt je dan in jouw (schijnbare) onwetendheid ten minste gelijkwaardig op tegenover een ander die eigenlijk geen goede redenen heeft anders dan dat het lekker smaakt.
Grote kans dat mensen dan zelf komen met hun twijfels over wat er gebeurt achter de gesloten staldeuren. Die bekentenis is hun eerste stap op weg naar een diervriendelijke wereld. Met die stappen ben ik zelf ook bezig, maar wel op een door mijzelf gekozen tempo. En heb geduld, er wordt via verschillende wegen gewerkt aan goede en betaalbare vleesvervangers en dan doen die het werk.

Alle boeken van Tobias Leenaert op bol.com.

22 oktober 2017

Hoe de agrobusiness de hinder omlaag rekent

In de Volkskrant van 20 oktober een artikel over hoe Schiphol de geluidshinder die zij veroorzaakt ondanks de groei telkens weer omlaag weet te rekenen.
De agrobusiness, dat wil zeggen de intensieve veehouders en hun belangvertegenwoordigers halen soortgelijke trucs uit.
De overlast c.q. uitstoot die veehouders veroorzaken met de mest dat hun vee produceert wordt niet daadwerkelijk gemeten maar berekend via modellen. De mest van koeien in stallen wordt verzameld in een gierkelder “afgesloten” met een rooster. Door dat rooster ontsnappen gassen die de stal verlaten via de open zijwanden en door mechanische ventilatie van de stal. Die (broeikas)gassen gaan rechtstreeks naar buiten en dragen bij aan stankoverlast, ammoniakdepositie in de natuur en opwarming van het klimaat. Wat de omvang daarvan is wordt berekend via computermodellen.
Op basis van die modellen wordt het beleid gebaseerd over welke aantallen nog net acceptabel zijn.
Schiphol doet wilde claims als dat vliegtuigen steeds stiller en schoner worden. De intensieve veehouderij maakt ook veel tam tam bij randverschijnselen als sterren voor de mate van dier(on)vriendelijk huisvesten. De bulk van het vee wordt gehouden voor de export voor een markt van consumenten die geen flauw idee hebben van de omstandigheden waaronder de dieren hier worden gehouden en die het ook weinig kan schelen.

Laten we vooral ons verstand blijven gebruiken en ons voortdurend afvragen of het verdienen van geld wel zo kritiekloos en grenzeloos mag blijven doorgaan.

19 oktober 2017

Is dit wel een voordeel voor een vleeseter?

De Nederlandse consument en burger is niet enthousiast over de intensieve veehouderij in Nederland. Men heeft compassie met het saaie leven van de landbouwhuisdieren in de afgesloten stallen en het wrede lot in de slachterij.

Om te kunnen snappen waarom hij of zij niet zo snel en krachtig in verzet komt helpt het om te beseffen dat er ook voordelen zijn aan wat een ander als nadelig ziet.
1.    De prijs van vlees en zuivel is laag. Door de omvang van de productie gericht op export naar het buitenland en de import uit het buitenland is de prijs van vlees en zuivel lager dan wanneer de Nederlandse veehouderij zich zou beperken tot de Nederlandse markt.
2.    Er zijn minder insecten. Door het intensieve landgebruik voor veevoer en akkerproducten is er relatief weinig leefruimte voor insecten. Neonicotinoïden decimeren de hoeveelheid insecten. Daar heeft een burger voordeel van doordat er veel minder insecten te pletter slaan op de voorruit van de auto, in je ogen vliegen tijdens het fietsen of de slaapkamer in de zomer minder muggen komen en je dus minder geprikt wordt.

Wie gevoelig is voor deze “opbrengsten” van de intensieve veehouderij zou zich erin kunnen verdiepen dat de lagere prijs uiteindelijk toch door hemzelf wordt betaald via de maatregelen die overheid neemt om de intensieve veehouderij te ondersteunen.
Wie niet treurt om de teruggang in het aantal insecten zou zich eens kunnen verdiepen in de ecologische rol van insecten in de bestuiving van gewassen. Zonder bestuivers (insecten als bijen bijvoorbeeld) kan er heel veel minder voedsel worden geteeld en komt onze voedselvoorziening in gevaar.
Door producten af te nemen van de intensieve veehouderij werk je mee aan het afnemen (lees stelen) van leefruimte van dieren.
Het is niet moeilijk om even stil te staan bij de gedachte dat iedereen kan bijdragen aan een ecologisch meer verantwoorde inrichting van de economie en platteland, die uiteindelijk ook de menselijke gezondheid ten goede komt.

Zie ook deze teksten over heling.

17 oktober 2017

Vrijheid, zo simpel en zo genegeerd

Vrijheid is een concept dat nooit voor 100% vertaald kan worden in iets concreets en de invulling is afhankelijk van cultuur en tijdsgeest. Voor filosofen en denkers een prachtig concept, voor gewone burgers veel minder. De gedachte dat vrijheid weleens voor iedereen, mens en dier, zou kunnen gelden en dan ook nog in gelijke mate is helaas niet voor iedereen aantrekkelijk. Het kan onveilig voelen.
Wanneer we vrijheid als basis van onze moraal maken, dan volgt daaruit dat we geen oordeel meer mogen vellen over anderen en dat we anderen die in onze ogen abjecte zaken doen, moorden en verkrachten en dieren mishandelen bijvoorbeeld, ook zouden moeten respecteren in hun recht op vrijheid. We kunnen de vrijheid van mensen die de wet overtreden tijdelijk inperken, maar afnemen kan alleen bij ongeneeslijk psychopathologische misdadigers.
De vrijheid om te oordelen laten mensen zich niet snel afnemen. Verder zijn er veel mensen die menen dat zij de wereld sneller kunnen verbeteren door anderen te choqueren met vreselijke beelden van misstanden of met misleidende argumentatie.

Het is jammer dat mensen het belang van elkaars vrijheid zo gemakkelijk over hoofd zien, want de kracht van rekening houden met vrijheid kan het leven zo simpel maken en de keuzes wat te doen veel sneller te nemen.

Bijna alle godsdiensten hebben als centrale thema dat je anderen niet iets aandoet, wat je zelf niet aangedaan wilt worden. Dit is ook zo te beschrijven als “weet waar je eigen grenzen ophouden en waar die van anderen beginnen” ofwel “neem je eigen vrijheid en respecteer die van anderen” oftewel “zolang je anderen niet schaadt ben je vrij om te handelen”. Ook de wetgeving heeft dit als centrale thema en laat het voor iedere burger in gelijke mate gelden, zonder discriminatie.

Wat is er op tegen om hetzelfde uitgangspunt ook voor dieren te hanteren? Solidariteit met alle levende wezens in het beschermen van hun vrijheid, beschermt ook je eigen vrijheid. De aard van vrijheid is juist dat zij niet uitgesloten of uitsluitend kan zijn.


Deze gedachte is op de site van de Stichting Animal Freedom verder uitgewerkt. Ook zijn er voorbeelden van misleidende argumentatie en hoe te reageren. Misstanden rondom diergebruik worden zo veel mogelijk feitelijk gepresenteerd.

12 oktober 2017

Faunabescherming weerlegt argumentatie vossenjacht.



De Faunabescherming weerlegt in een folder de 9 argumenten waarmee de jacht op vossen wordt verdedigd.

De vos verdient beter dan het hele jaar bejaagd te worden.

1. Er zijn veel te veel vossen.
‘Bevolkingsexplosies’, zoals bij muizen, wespen of sprinkhanen soms voorkomen, komen bij vossen van nature niet voor. Vossen verjagen andere vossen uit hun territorium en leven op die manier in een zelfregulerend systeem: als er te veel dieren zijn in relatie tot het voedselaanbod, bestrijden ze elkaar en krijgen minder nakomelingen. Normaal heeft een mannetjesvos drie vrouwtjes, waarvan er jaarlijks maar één drie of vier jongen krijgt. Als de populatie onder druk staat, omdat er intensief op ze gejaagd wordt, krijgen alle vrouwtjes jongen, en ook grotere worpen. In plaats van vier per familiegroep worden er dan jaarlijks soms wel twintig jongen geboren. Voor al die jongen is weinig plaats en zij gaan zwerven. Komen in de stad, komen onder een auto. De media spreken dan van een vossenplaag. Een plaag, die uitsluitend is ontstaan door bejaging.
2. Vossen hebben geen natuurlijke vijanden.
Er zijn geen dieren die grote hoeveelheden vossen eten.
Net zomin als er dieren zijn die volwassen knobbelzwanen eten, of ijsberen, of steenarenden enzovoort. Een enkele keer wordt een vos gedood door wolven. Dat is geen probleem. Jagers hoeven de leemte van ‘natuurlijke vijanden’ niet in te vullen, want die is er niet. Die is er nooit geweest. De ‘natuurlijke vijanden’ van vossen zijn andere vossen en ziekten en parasieten. Bij grotere dichtheden kosten stress, concurrentie en gebrek aan ervaring veel jonge vossen het leven.
3. Vossen roeien de dieren uit waar ze op jagen.
Vossen doen wat de evolutie hen in miljoenen jaren heeft geleerd om te kunnen overleven. Het zijn ‘generalisten’, dat wil zeggen dat ze zich schijnbaar moeiteloos weten aan te passen aan iedere omgeving en ook eten wat de pot schaft. Ze eten de dieren waarvan er veel aanwezig zijn. Veel vossen leven tegenwoordig in stedelijke omgeving, zonder hinder te veroorzaken of opgemerkt te worden. Een stadse vos eet muizen en ratten en ook afval, zoals patat, terwijl zijn neef in de duinen vooral konijnen op het menu heeft staan. Het uitroeien van soorten is daarbij niet aan de orde.
4. Vossen vormen een bedreiging voor de weidevogelstand.
De weidevogelstand wordt door andere factoren bedreigd dan predatie. De intensivering van de landbouw sedert de jaren 60 betekende een omslag voor weidevogels, die voorheen in Nederland een ideale broedplaats vonden. Kunstmest, grondwaterpeilverlaging, eerder en vaker maaien en grootschalige ruilverkaveling maken het leven voor weidevogels steeds moeilijker. Het voedselaanbod verminderde drastisch en schuilmogelijkheden in het voorheen natte terrein verdwenen.
In de gebieden die nog aan de voorwaarden van de weidevogels voldoen, vormt de aanwezigheid van vossen geen probleem. Kleine marterachtigen en vogels spelen een grotere rol in de predatie van met name de jongen van weidevogels dan vossen
5. Vossen veroorzaken schade aan huisdieren bij particulieren.
Vossen en katten laten elkaar met rust. Een vos weet dat de scherpe nagels van de kat zijn ogen kunnen beschadigen. Wilde katten zijn een vos zelfs de baas.
Voor honden vormen vossen geen gevaar. Zelfs kleine honden jagen een vos op de vlucht. Kwetsbare dieren zoals kippen en konijnen kunnen door de eigenaar worden beschermd door middel van goed afgesloten hokken en rennen.
6. Vossen veroorzaken schade aan schapen en lammeren.
Verhalen over vossen die lammetjes doden, zijn hardnekkig, maar nooit bewezen. Wel staat vast dat een lam dat dood in een weiland ligt, door een vos kan worden aangevreten. Gezonde lammeren blijken prima in staat te zijn een vos op afstand te houden, zeker als hun moeder erbij is.
7. Vossen veroorzaken schade aan pluimvee / vrije uitloopkippen.
Als een vos een kippenhok binnendringt en daar meerdere dieren treft die niet kunnen vluchten, zal hij er instinctief meerdere doden. Het is een natuurlijke reactie van de vos op overvloedig aanbod van prooidieren en wordt ‘surplus killing’ genoemd. Zo verzekert hij zich van voedsel voor langere tijd, net zoals bijvoorbeeld steenmarters (maar ook mensen in de supermarkt bij een voordelige aanbieding) dat doen. De vos krijgt echter zelden de kans om al zijn boodschappen in een keer mee te nemen. Wie kwetsbare dieren houdt, moet deze dieren zelf tegen dreiging van buitenaf beschermen. Dat kan door het plaatsen van deugdelijke hekwerken en door deze dieren in ieder geval ’s nachts in goed afgesloten hokken te houden. Als vossen toch pluimvee doden, moet dat als bedrijfsrisico worden beoordeeld en niet als schade.
8. Vossen verspreiden ziekten zoals hondsdolheid en vossenlintworm.
Telkens weer hebben jagers er belang bij paniekverhalen in de media te verspreiden over de vreselijke ziekten en gevaren die vossen voor de mens zouden meebrengen. Hondsdolheid is nooit een gevaar geweest in Nederland en al vele jaren vrijwel uitgebannen in West-Europa. Vossen kunnen lintwormen bij zich dragen, maar door de lange incubatietijd (wel vier jaar) is onduidelijk wat de gevolgen zijn, omdat de meeste Nederlandse vossen door de intensieve bejaging de vier jaar niet eens halen. Mensen en honden kunnen besmet raken met de vossenlintworm, maar zolang men niet met blote handen aan (uitwerpselen van) vossen komt, is die kans verwaarloosbaar. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat de aanwezigheid van vossen er juist toe leidt dat de kans op tekenbeten, en daarmee op de ziekte van Lyme, wordt beperkt. De door vossen graag gegeten muizen blijken namelijk in een gebied met meer vossen, minder teken bij zich te dragen.
9. Vossen hebben geen functie in het ecosysteem.
Elke diersoort vervult een rol in het ecosysteem. Sinds de jaren 60 is de landbouw geïntensiveerd, ontstonden er eentonige en vlakke raaigraslanden en werd het grondwaterpeil sterk verlaagd. Dit bleek dramatisch te zijn voor weidevogels, maar gunstig voor ganzen en muizen. Boeren die schade ondervinden van ganzen, worden financieel gecompenseerd, terwijl men de ganzen zelf op alle mogelijke manieren bestrijdt. Maar de grootste natuurlijke vijand van de gans is de vos!

Voor een overzicht van drogredenen waarmee andere vormen van jacht en dierenleed wordt verdedigd en weerlegd, klik hier.

Pastoor zegent plezierjacht

RTV Oost meldt het volgende.

De Sint-Hubertusmis op vijf november in de Geesterense Pancratiuskerk gaat door. "De mis is een promotie voor de plezierjacht", aldus de stichting Rechten voor al wat leeft.

Pastoor Pikkemaat ontving dinsdag een schrijven van de Stichting Rechten voor al wat leeft. In de brief vraagt Bep de Boer de kerk om af te zien van de Hubertusmis op vijf november, of een mis te houden zonder jagers, jachthoornblazers en opgezette dieren.

Promotie voor de jacht.

Volgens de stichting wordt door het houden van de mis jagen gepromoot, terwijl er in de samenleving juist sprake is van een afnemend draagvlak voor de plezierjacht.

Geen demonstratie.

Pastoor Casper Pikkemaat respecteert het standpunt en wil in gesprek met de stichting, maar gaat de mis niet aanpassen of annuleren. Bep de Boer van de stichting laat weten geen verdere actie te ondernemen. "We hebben ons punt gemaakt en gaan op vijf november niet demonstreren".

Patroon.
St. Hubertus is de beschermheilige of patroon van de jacht. Op verzoek van een aantal jachthoornverenigingen organiseert de Pancratiuskerk derhalve de Hubertusmis voor jagers, jachthoornblazers en met opgezette dieren. Na afloop van de viering worden buiten de kerk (jacht)honden gezegend.

Tot zover RTV-Oost.

Pastoor Pikkemaat heeft mevrouw de Boer uitgenodigd voor een gesprek in aanwezigheid met betrokkenen. Mevrouw de Boer ziet af van dit gesprek:
"Met jagers hoeven we niet meer te praten, daar zijn we in de loop van de jaren allang mee uitgepraat. Dat is volkomen zinloos. Zij hebben de wet achter zich die de jacht toestaat, en zij zullen de jacht met hand en tand blijven verdedigen. Hun argumenten kennen we, en hun enige doel is om óns te overtuigen van hun ‘goede en noodzakelijke werk. En wij zouden dan in de verdediging moeten. In zo’n zinloze uitputtingsslag hebben we geen zin".

10 oktober 2017

Wat overtuigt een vleeseter om te switchen?

Evert Nieuwenhuis schrijft in Vrij Nederland over de moeizame poging om minder vlees te gaan eten onder de titel “Waarom we nog steeds vlees eten en hoe we dat kunnen veranderen”.

Nieuwenhuis gaat een gesprek aan met Menno Harsveld die hij de horzel noemt van menige journalist die over voedsel schrijft.

Een citaat.
Het betoog van Harsveld is even krachtig als eenvoudig: ‘De morele grens tussen mensen en dieren is arbitrair. Dieren mogen anders dan mensen zijn, maar net als wij kunnen ze voelen en hebben ze de wil om te leven. Iedereen is het er over eens dat je mensen niet mag uitbuiten, doden of als ding gebruiken, en dat geldt ook voor dieren. Diersoort is een even willekeurig en irrelevant criterium als huidskleur of geslacht’. Veganisme is een kwestie van recht en rechtvaardigheid, zegt hij: ‘Je kunt niet een beetje rechtvaardig zijn, of voor de een wel rechtvaardig zijn en voor de ander niet. Als je vindt dat dieren pijn kunnen voelen en de wil tot leven hebben, moet je ze enige morele waarde toekennen en kan je ze niet exploiteren of doden. Er is geen enkele noodzaak om dieren te eten, dus is er ook geen enkele morele rechtvaardiging voor’. Vleeseters zijn ‘moreel inconsistent’, vindt Harsveld. ‘Als een paard op een kinderboerderij wordt mishandeld, is de wereld te klein. Maar om onze smaakpapillen te bevredigen, mogen dieren ineens wel pijn lijden en sterven’. Biologisch vlees vindt hij een farce. ‘Dieren in de biologische veehouderij hebben het misschien minder slecht, maar het blijft fout om dieren te doden of te exploiteren. Diervriendelijk vlees bestaat net zo min als vrouwvriendelijke verkrachting of kindvriendelijke mishandeling’.
Harsveld is nog maar een paar jaar veganist, daarvoor was hij decennia vegetariër. ‘Nog steeds ben ik verbijsterd dat ik niet eerder in zag dat ook vegetarisme een schijnvertoning is. Voor kaas sterven nog steeds dieren, namelijk de stiertjes die na geboorte geslacht worden zodat wij hun melk kunnen stelen; de moeder wacht hetzelfde lot als ze niet genoeg melk meer geeft. Kalfjes worden bij hun moeder weggehaald, iets wat moeder en kind overduidelijk niet willen. Er is geen verschil tussen vegetarisme en andere vormen van niet-veganisme. Veganisme is de morele nullijn’.
In de dagen na ons gesprek denk ik nog vaak aan de argumenten van Harsveld. Ik merk dat ze geen vat op me krijgen. Je moet dieren dierwaardig behandelen, daarover zijn we het eens (en, zou ik daaraan toevoegen: zeker als ze voor jou leven). Dieren hebben rechten, zoals Peter Singer in zijn klassieker Animal Liberation (1975) betoogt. Maar Harsveld vindt de morele grens tussen dieren en mensen arbitrair, ik niet. Ik vind het dan ook geen schending van hun rechten als ze sterven om mijn smaakpapillen te bevredigen.
Tot zover Vrij Nederland.

De overtuigde veganist kon de twijfelde vleeseter niet van gedachten doen veranderen.
Ze zijn het er beide over eens dat dieren dierwaardig moeten worden behandeld. Maar de vleeseter Nieuwenhuis vindt niet dat hij daarom dieren niet mag eten. Er is maar één argument die zowel dieren als veganisten als vleeseters even belangrijk vinden en dat zij leven in vrijheid. Erkenning van dat belang kan het bewustzijn openen dat ieder mens zijn gedrag zou moeten toetsen of hij/zij de vrijheid van een ander, mens of dier, schaadt. Welk dier dat doet er niet toe, ook de dieren waarvan we de gevoelens niet kunnen inschatten.

Meer lezen over hoe om te gaan met mensen met een andere overtuiging? Klik hier.

09 oktober 2017

Misleidend vlees?

De ridicule actie van de NVWA tegen de Vegetarische Slager kan levert praktisch alleen verbazing, boosheid en hoon op.

De NVWA is een falende organisatie die zich hier volkomen ten onrechte bezig houdt met iets dat totaal buiten haar taakomschrijving valt. Immers wie de moeite wil nemen de website van de NVWA te openen ziet daar als taakomschrijving. “De NVWA bewaakt de veiligheid van voedsel en consumentenproducten, de gezondheid van dieren en planten, het dierenwelzijn en handhaaft de natuurwetgeving”.

Op welke wijze verhoudt de etikettering zich tot die taken waarvoor de NVWA verantwoordelijk is? Mij dunkt dat noch de veiligheid van voedsel, noch de gezondheid van dieren en planten, noch het dierenwelzijn, noch handhaving van de natuurwetgeving hier in het geding is door de etikettering van de Vegetarische Slager?

Hoe je over de (etikettering door) Vegetarische Slager moge denken is niet belangrijk. Feit is dat deze onderneming zich in een sterk groeiende belangstelling van het publiek mag verheugen. En dat zijn niet alleen vegetariërs, als ondergetekende, en veganisten. De producten zijn duidelijk herkenbaar als vegetarisch.

De bewering dat er sprake van zou zijn dat de etikettering van de VS als misleiding van de consument kan worden beschouwd laat ik dan ook maar buiten beschouwing. Te absurd voor woorden! Niet minder absurd is het dat de NVWA alleen de Vegetarische Slager aanpakt en alle andere producenten van vleesvervangers – die een zelfde soort etikettering hebben – ongemoeid laat “omdat daarover geen klacht is binnengekomen”!

Het lijkt er op alsof de paniek bij de vlees- en zuivelsector begint toe te slaan. En de NVWA laadt de verdenking op zich verlengstuk van die sector te willen zijn. Laat die organisatie zich svp bezig houden met zaken die échte consumentenbelangen raken en zich beperken tot wat in haar taakomschrijving is aangegeven.

06 oktober 2017

Wil de koe wel zo’n grote kudde?

In de Volkskrant van 6 oktober wordt de vraag gesteld “Wat wil de koe nou eigenlijk zelf”. Wil een koe in de wei of is haar welzijn voldoende gewaarborgd in de stal? In het artikel worden twee opvattingen van boeren geciteerd.

Naam: Erik Kromhout (44)
Boerderij in: Biddinghuizen (FL)
Aantal koeien: 100

Naam: Jaring Brunia (31)
Boerderij in: Raerd (FR)
Aantal koeien: 60
'Voor het imago van de Nederlandse melkveehouderij is het beter als de koeien naar buiten gaan. Dat ziet de consument graag. Maar als je het mij vraagt, heeft de koe het binnen in de stal net zo goed als buiten in de wei. Mijn boerderij is goed geïsoleerd, de dieren hebben genoeg bewegingsruimte. Buiten staat een koe op warme zomerdagen in de brandende zon. Daar heeft zo'n dier ook niets aan. In de Flevopolder is het fijn boeren, maar de landbouwgrond is hier erg duur. Stuur je de koeien naar buiten, dan kan je die grond niet gebruiken voor akkerbouw. Het naar buiten brengen van de koeien kost ook extra tijd. Het is makkelijker om ze binnen te laten staan. In de stal kan ik ze daarnaast elke dag hetzelfde rantsoen voeren. Buiten ben je afhankelijk van de weersomstandigheden, waardoor de kwaliteit van het gras verschilt. En krijgen ze altijd hetzelfde, dan geven zoveel mogelijk melk'.
'Mijn koeien grazen zoveel mogelijk. Van eind maart tot eind september staan ze dag en nacht buiten, daarna nog zo lang mogelijk overdag. Ik merk aan mijn koeien dat ze het fijn vinden om naar buiten te gaan, al zijn ze natuurlijk minder graag buiten als het stormt. Koeien hebben het in een goede stal absoluut niet slecht, maar buiten vormen ze een echte kudde. Dat geeft ze een veilig gevoel. Mijn dieren geven nu veel minder melk dan ze in de stal zouden geven. Ik heb te maken met omstandigheden die ik niet kan controleren: het weer, de temperatuur en de groei van het gras. Maar ik ben ook minder geld aan ze kwijt. Omdat ze buiten grazen, geef ik minder uit aan voer. Ik gebruik geen kunstmest en rijd een stuk minder op de trekker. Dat scheelt kosten en is goed voor het milieu. Bovendien krijg ik meer voor mijn biologische melk dan een gangbare boer voor normale melk'.

Beide type boeren belichten een verschillend aspect aan welzijn: veiligheid of comfort. Een koe in de wei moet een deel van haar energie gebruiken om in balans te komen. Die energie kan de boer dan niet in melk laten omzetten.

Uit beide antwoorden wordt duidelijk waar het dilemma bij de moderne veehouder omgaat: sturen op omzet of op beperking van kosten of op beide? Een veehouder zal proberen met zo min mogelijk moeite zoveel mogelijk geld te verdienen. Dat is menselijk, maar leidt tot een te grote veestapel. Het is aan de overheid om hier sturend in op te treden. Ons land is te klein om gebruikt te worden voor productie gericht op de export.

Of koeien nu wel of niet vaak genoeg buiten komen, elke Nederlander kan constateren dat ons land bedekt is met monotone maisvelden en raaigras. Terug naar een meer natuurlijk gebruik van het land kan niet anders dan samengaan met een verregaande krimp in de veestapel.

05 oktober 2017

Wat als we al het vlees vervangen?

De wereld is onderhand te klein geworden om al haar bewoners te voeden met vlees. Vlees is gemakkelijk na te maken op basis van plantaardige grondstoffen dat je het niet zou proeven als je het niet weet. De Vegetarische Slager gaat ingaande 2018 deze vleesvervangers op nog grotere schaal produceren in een nieuwe fabriek: 3500 verkooppunten in vijftien landen en de groei zit er al 7 jaar in.
Het ligt voor de hand om de veehouderij af te bouwen en de productie van vleesvervangers mondiaal op te schalen zodat op de niet al te lange duur al het vlees kan worden vervangen. ‘Voor het produceren van één kilo kip is drie kilo soja nodig, wij maken drie kilo kip van één kilo soja’.

Wat zijn daarvan de voordelen? Vleesvervangers op biologische basis hebben niet de ongezonde stoffen als antibiotica, groeihormonen, pesticiden, ze hebben minder milieubelasting, geen dierenleed, hebben minder bijdrage aan klimaatopwarming en minder aanslag op de biodiversiteit. Ze hebben dezelfde voedingswaarde, bevatten dezelfde proteïnen en eiwitten en er kleven minder gewetensbezwaren aan: er worden geen dieren geslacht, getransporteerd over grote afstanden, er worden geen dierenrechten geschonden.
Vitamine B-12 kan worden toegevoegd en op de verpakking kan precies worden vermeld wat de samenstelling is. Er is minder van het land nodig om het te produceren, waardoor ook wilde dieren een ruimere en aaneengesloten biotoop kan worden geboden.

Is het daarmee een morele plicht om over te stappen? Omdat na opschaling de prijs van vleesvervanger minder hoog zal zijn dan van vlees, is eigenlijk de vraag overbodig. Je bent gewoon een dief van je portemonnee en een bedreiging van je eigen gezondheid wanneer je het niet doet.
Doordat (imitatie)vlees nu zonder dieren te gebruiken kan worden geproduceerd, wordt het eerder een morele plicht van de Vegetarische Slager om dit product zo breed mogelijk aan te bieden.

Ook de opwarming van het klimaat kan met deze omslag naar dierloos voedsel worden vertraagd.

Denk om: eet vleesvangers om wereld te verbeteren

Meike Rijksen is campagneleider bij Greenpeace. Zij stuurde onderstaand artikel naar de rubriek Opinie & Debat van de Volkskrant (5-10-2017)
'Het is toch werkelijk niet te geloven!' mailt mijn collega me dinsdagochtend. In de mail de vraag of we niet wat moeten doen met de 'belachelijke actie' van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, de NVWA. Die tikte de Vegetarische Slager op de vingers vanwege de zogenaamd misleidende benaming van de vegetarische 'gerookte speckjes'.
Belachelijk is het inderdaad. De 'autoriteit' lijkt haar prioriteiten niet helemaal op orde te hebben. Al jaren maken we ons boos over de tekortschietende, lakse NVWA-controles op de vee-industrie: NVWA-dierenartsen die zieke dieren goedkeuren voor de slacht, een tip over het verboden gif fipronil in eieren die niet wordt opgevolgd en misstanden in slachthuizen.
Kennelijk was de NVWA te druk met het onderzoeken van de producten die juist een uitweg bieden uit dat vreselijk vervuilende en ouderwetse systeem. Ouderwets ja, want dierlijke producten als vlees en melk zijn uit en maken snel plaats voor hippe vega-burgers die niet van echt vlees te onderscheiden zijn en havermelk die ook lekker schuimt in de koffie. Dat is helemaal van deze tijd, een tijd waarin we steeds meer beseffen dat het anders moet. De gigantische vee-industrie is namelijk niet alleen een ramp voor de dieren en onze gezondheid, maar ook voor natuur en klimaat.
Een alarmerende 75 procent van de landbouwgrond in de wereld wordt gebruikt voor de veeteelt. In de Amazone is veeteelt verantwoordelijk voor zo'n 80 procent van de totale ontbossing in de afgelopen halve eeuw.
Broeikasgassen afkomstig van deze industrie zijn verantwoordelijk voor 14,5 procent van het wereldwijde totaal, net zoveel als de hele transportsector.
Overstappen van vlees naar vis maakt het er helaas ook niet beter op: meer dan 60 procent van alle vispopulaties die we eten, zijn overbevist.
Urgente actie is nodig. Die roep komt uit alle hoeken van de samenleving, inclusief de wetenschap. Juist de jonge generatie is zich daar steeds meer van bewust. De markt voor vlees- en zuivelalternatieven groeit fors. Waar je tien jaar geleden slechts een pak sojamelk ergens onder in het schap vond, loop je tegenwoordig tegen een heel schap vol keuze: rijstmelk, amandelmelk en zelfs cashewmelk - je kunt het zo gek niet bedenken.
Dus we kunnen ook omdenken en de NVWA juist bedanken. Dankzij haar geneuzel is er volop aandacht in de media voor vlees- en zuivelvervangers.
Henk en Ingrid vragen zich vanavond af of ze toch maar eens 'kipstuckjes' van de Vegetarische Slager zullen proberen. Ze willen nu ook wel eens weten waar die ophef over gaat. Hup, weer twee flexitariërs erbij. Want wie de alternatieven een kans geeft, zal beseffen dat er geen enkele reden meer is om vast te houden aan het verleden.
De vegarevolutie is in volle gang. Dat is goed voor de dieren, voor het milieu en voor onszelf. Dus NVWA, bedankt voor de vegareclame!

Foutje!, Bedankt

Op Foodlog schreef Dick Veerman:
NVWA, wees wijs en gun de Vegetarische Slager niet nog meer free publicity op uw kosten. Staatssteun op deze schaal aan goedlopende bedrijven is niet geoorloofd. Het kost u bovendien uw reputatie als serieuze autoriteit. Dat komt vooral omdat u na het fipronildrama, net weer €25 miljoen meer hebt gekregen om beter boeven te kunnen vangen en de voedselveiligheid te handhaven. Als het publiek op deze manier moet ontdekken hoe dat geld besteed wordt, zijn de rapen gaar. 

04 oktober 2017

De slapende burger is het fundament van de boerenbusiness

In aflevering 94 loopt Caspar Janssen langs een dijk in Groningen. Ben Koks loopt een stukje op en probeert een antwoord te formuleren op de vraag of het redden van akkervogels zoden aan diezelfde dijk zet.
Een citaat.
Met faunaranden, met winterveldjes met voedsel voor vogels, door braaklegging, door nestbescherming. Hij had succes, maar, zegt hij als we weer tussen de schapen door laveren: 'het zet geen zoden aan de dijk'.
Dat komt, zegt hij, doordat het agrarisch natuurbeheer niet functioneert. 'Boeren doen mee vanwege het geld, maar de liefde ontbreekt - uitzonderingen daargelaten. En je laat de boeren hun eigen maatregelen controleren'. Neem die bloemrijke akkerranden. '80 procent deugt niet, de mengsels deugen niet of ze staan op de verkeerde plek. Het is hooguit een leuk gezicht voor mensen uit het dorp'.
Inmiddels denkt hij dat de akkerbouw zelf moet veranderen. 'Meer vruchtwisseling, meer gewassen. Waarom soja halen uit Zuid-Amerika? Dat is slecht voor alles en iedereen. Europa kan ook zelf eiwitten verbouwen. Gewoon doen: luzerne, veldbonen, noem maar op. Nu verbouwen boeren drie gewassen, er is geen lol aan en hun schuur is van de bank'. Dertig jaar is hij nu al bezig met het redden van akkervogels. Hij had succes, maar in de breedte ging het alleen maar achteruit. Hij wordt geroemd omdat hij boeren wist te enthousiasmeren. Maar ook dat is relatief, zegt hij. 'Toen ik vorige week de Heimans en Thijsse Prijs kreeg, zat er geen enkele boer in de zaal'.
Tot zover de Volkskrant.
Door het desastreuze beleid van streekgenoot Henk Bleker is het grootste deel van het geld voor de aanleg van de Ecologische Hoofdstructuur geschrapt. De boeren in ons land hebben al het beschikbare ruimte nodig om voedsel te produceren en mest op uit te rijden van het vee dat vooral gehouden wordt om op buitenlandse markt verkocht te worden.
Wie weet wat de kaalslag op het platteland echt betekent gaat in verzet. Maar wie de kleurschakeringen van de groene biljardlakens op het platteland een vorm van schoonheid vindt, slaapt door.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.