Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

29 oktober 2016

De Bok schiet

Nell Westerlaken interviewt voor de Volkskrant jager Pauline de Bok. `Pauline de Bok wilde terug naar de natuur en ging jagen. Ze schreef er een nuchter boek over. Buit. 'Zielig? Supermarktvlees, dát is zielig'.

Wanneer de Bok daarmee bedoelt dat het leven van dieren uit de bio-industrie zieliger is dan de dieren in de vrije natuur dan is dat natuurlijk zo klaar als een klontje. Of de door haar doodgeschoten dieren prettiger aan hun einde zijn gekomen dan de dieren in het slachthuis is afhankelijk van haar vaardigheden als jager. Veel mensen zal het niets uitmaken of dieren gedood worden voor het plezier, zoals bij de Bok, of door geldelijk gewin, zoals bij de dieren bestemd voor de export en gehouden in dichte stallen. Zij vinden het doden van dieren zielig en worden woedend wanneer mensen dat voor hun plezier doen. Minder emoties hebben zij –helaas- bij de onnatuurlijke verveling die een opgesloten dier in zijn korte leventje heeft.

Boodschap was dat de jagende vrouwen geëmancipeerd waren en dat was goed te zien en te horen aan de gevoelloosheid en demagogie waarmee de dames hun hobby verdedigden. Het leken inderdaad wel mannelijke jagers.
De mens heeft het evenwicht in de natuur verstoord en een jager houdt dat graag zo, anders valt er minder te schieten. Het is inderdaad zaak om terug te gaan naar de natuur. Niet om dieren die de overhand krijgen af te schieten maar om de mobiliteit in de natuur terug te brengen door natuurgebieden met elkaar te verbinden. Zo kan iedereen plezier hebben aan ontmoetingen met vrije dieren. En regelen de dieren het onderling wel.

Voor de lol doden doet geen enkel dier in de vrije natuur. Echte emancipatie toont zich wanneer mensen ook dieren het recht op vrijheid gunnen.

Meer lezen over Pauline de Bok? Klik hier.

21 oktober 2016

Slechts vijf procent minder slecht leven

Pim Pauwels meldt in de Volkskrant:
“Het Beter Leven-keurmerk bestaat sinds 2007 en staat op de verpakkingen van vlees, kip en eieren. Het certificaat werkt met een driesterrensysteem. Hoe meer sterren op een product staan, des te diervriendelijker het beest in kwestie is behandeld. Bij één ster waren de dieren verlost van het ergste leed uit de bio-industrie, bij twee sterren hadden ze wat meer levensruimte en afleiding en vrije uitloop naar buiten, en drie sterren staat volgens de Dierenbescherming gelijk aan biologisch”.
Tot zover de Volkskrant.

Een goed leven bestaat niet in de intensieve veehouderij, wel kan het dierenleven minder slecht.

Maar ja, dat klinkt niet positief genoeg.

Less bad is not good. Beter is totaal stoppen met dieren te gebruiken voor voedsel.

19 oktober 2016

Tips gevraagd over de relatie tussen dierenwelzijn en volksgezondheid

De redactie van KRO NRCV de monitor schrijft op haar website:

In de supermarkt koop ik meestal het diervriendelijkste ei. Maar misschien ga ik daar mee stoppen. Het lijkt er op dat die eieren juist slecht zijn voor het milieu en daarmee ook voor onze gezondheid.
In ons onderzoek voor het dossier Megastallen horen we regelmatig dat méér dierenwelzijn leidt tot meer luchtverontreiniging. Dat zou betekenen dat dierenwelzijn slecht is voor ons welzijn. Het is een geluid dat regelmatig voorbijkwam op een symposium over de veehouderij en volksgezondheid. Wij horen graag in hoeverre dit klopt dus kom met je reacties.
Tot zover de redactie.

Het is duidelijk dat de redactie slecht is geïnformeerd of zelfs voor het karretje van de demagogen van de intensieve veehouderij is gespannen. Het is goed als anderen hun inlichten over werkzame en diervriendelijke oplossingen. Wie wil mailen, klik op bovenstaande link en reageert via de mails aan de redactie die onderaan het artikel vermeld staan.
Hieronder een aantal suggesties, die fijnstof voorkomen en dierenwelzijn verhogen.

In het artikel staat verder:
Belangenbehartigers van boeren komen met twee tegenargumenten: fijnstof komt vooral uit het buitenland (waar) en er is geen wetenschappelijk bewijs dat de veehouderij direct verantwoordelijk is voor fijnstof en daarmee de ziektelast. Maar de onderzoekers vinden de kwestie erg genoeg om nadrukkelijk te pleiten voor het terugdringen van de uitstoot van de sector.
De sector zoekt de oplossing in betere stallen. Hoe beter die fijnstof opvangen, hoe minder ziekte de stal verspreidt. Maar dat effect kan teniet worden gedaan als de beesten veel buiten mogen rondlopen. Scharrelen, zo horen we, is niet goed voor de gezondheid van omwonenden en eigenlijk het hele land. Want fijnstof reikt ver.
Wethouder De Kruijff van Barneveld werd er afgelopen vrijdag een beetje boos over: ‘Door het dierenwelzijn is het volksgezondheidsprobleem ernstig vergroot. Moeten we ook niet aan ons eigen welzijn denken?’
Tot zover de redactie.

Het probleem is niet dat kippen veel buiten komen, het probleem is dat te veel kippen worden gehouden binnen en buiten op een te kleine ruimte. De veel te grote Nederlandse veestapel wordt gehouden om eieren en kippenvlees te verkopen op de buitenlandse markt. Dat kan niet anders dan door te bezuinigen op dierenwelzijn. Worden dieren in ons land gehouden tegen normale of de hoogste dierenwelzijnseisen dan worden de producten duurder dan die uit het buitenland.
Wanneer de veestapel wordt verkleind tot een omvang per boer en stal dat de kip buiten kan lopen zonder overlast van omwonenden en zonder belasting van het milieu (op voldoende gras in plaats van kapot gelopen aarde) dan zijn kippenwelzijn en de volksgezondheid tegelijk gebaat. Bovendien is het product gezonder.
Tot nu toe worden veel kosten van de gangbare veehouderij geniepig op het bordje van de burger geschoven. Zie bijvoorbeeld het onderzoek naar de echte prijs van melk. Als die kosten in rekening zouden worden gebracht bij zowel de biologische als gangbare boer, wint de eerste het op kostprijs en dus in de winkel.
Mogelijk is het gevolg dat de consument meer moet betalen voor eieren en vlees en minder belasting hoeft te betalen voor het opruimen van de gevolgen van de bio-industrie. Is dat een bezwaar, dan kan de consument veel beter overgaan tot vleesvervangers want die hebben veel minder nadelen en zijn goedkoper, zeker wanneer veel consumenten ertoe overgaan.

17 oktober 2016

Belast het gebruik van schadelijke stoffen

Frank Berendse (Amersfoort 1951) is emeritus hoogleraar natuurbeheer in Wageningen. Hij deed onderzoek naar onder meer soortenrijkdom en concurrentie tussen plantensoorten.

Uit een interview met de NRC dit citaat.

Wat moet de politiek veranderen?

„Er moet meer ruimte voor de natuur komen. Het is eigenlijk heel gemakkelijk. Als je een stukje grond afroomt van alle boeren die dagelijks stoppen, en dat niet verkoopt aan de overblijvende boeren, dan ben je al waar je wezen moet. De tweede lijn voor de toekomst is: een schonere landbouw. Zodat boeren meer respect krijgen voor de bijdrage die ze leveren aan ons landschap. En zodat ze meer gaan verdienen. Ik pleit voor afschaffing van alle ingewikkelde milieuvoorschriften en certificaties. Vervang die door een simpele belasting, op Europees niveau, op stoffen die het milieu schade toebrengen zoals bestrijdingsmiddelen, geïmporteerd veevoer, antibiotica. Die belasting kan in de prijs worden doorberekend. Van elk stapje dat een boer zet naar een schoner bedrijf, moet hij profijt hebben. Uiteindelijk moet de consument betalen. De voedselprijzen gaan iets omhoog. De kiloknaller wordt dan extreem duur en het biologische stukje vlees heel goedkoop”.

Frank Berendse. Wilde apen.
De tien mooiste landschappen (bol.com).
Wilde apen, natuurbescherming in Nederland (bol.com).

05 oktober 2016

Monovergisting is niet duurzaam

Groen gas van monovergister staat stijf van fossiele brandstof

Het is Friesland Campina gelukt 150 miljoen euro los te peuteren bij minister Kamp om een project voor 200 monovergisters bij melkveehouders van de grond te krijgen. Dat is bijna 1 miljoen per boer. Zelden is er zo’n staaltje onversneden staatssteun voor individuele ondernemers vertoond.
Met het project probeert Friesland Campina de CO2-footprint van vooral methaan uit de melkveehouderij omlaag te krijgen. Tegelijk wordt er geprobeerd duurzame energie te leveren.
Dat kan dus niet.
Verlaging van de methaan-uitstoot bij koeien lukt niet met mestvergisting. Het overgrote deel van de methaan uitstoot (beetje vies praatje) loopt namelijk vooral via de mond en niet via de kont van de koe. Het probleem zit bij de opgerispte boeren van de koe en die zijn niet af te vangen.
Dat er zoveel methaan via de mond van de koe naar buiten komt heeft te maken met de samenstelling van het voer dat de gemiddelde koe krijgt. Een aanpassing van het menu heeft daarom een veel groter effect op de methaanuitstoot dan vergisting van mest.
Maar ja, een aanpassing van het menu van de koe wil de boer niet, want hij denkt dat daardoor de melkgift van het dier omlaag gaat. Dat is overigens nog maar zeer de vraag, want de hoge methaanuitstoot wijst er op dat de vertering niet helemaal soepel loopt. Een beter lopende spijsvertering betekent een efficiëntere omzetting van voer naar melk, maar daar is de gemiddelde melkveehouder niet in geïnteresseerd. Die wil liters zien.
Dan de zogenaamd duurzame energie uit die vergisters. Deze energie is per definitie niet duurzaam omdat de grondstof (de mest) niet duurzaam is.
De mest komt van het voedsel van de koe. Dat is een mengsel van gras, krachtvoer, mais en soja. Voor de productie van gras, krachtvoer en mais wordt veel kunstmest gebruikt. Kunstmest wordt gemaakt van aardgas en dat is fossiele energie. Het is een beetje raar om een product dat gemaakt is me fossiele energie in een vergister te stoppen en dan te zeggen dat het duurzaam en groen is.
Soja komt van landerijen uit onder andere Brazilië waarvoor regenwouden zijn en worden gekapt. Ook al niet duurzaam. Het vervoer van soja en ander krachtvoer kost ook sloten fossiele brandstof.
De energie die uit monovergisters komt is dus per definitie niet duurzaam en al helemaal niet groen.
Tenslotte is er nog het fenomeen mono-vergisting. Dat is vergisting waarbij alleen mest wordt vergist. Bij co-vergisting worden stoffen toegevoegd om de vergisting beter te laten lopen, want drijfmest alleen vergist heel slecht.
Wageningen UR Livestock Research heeft onlangs de resultaten van een onderzoek naar twee typen monovergisters gepubliceerd. Het ene systeem werkt slecht en is moeilijk te managen, het andere systeem werkt met toevoeging van gras en graanresten en is dus helemaal geen monovergisting.
Beide systemen draaien financieel met verlies, maar dat verlies kan minder worden als er glycerine aan het proces wordt toegevoegd.
Kortom, wanneer van monovergisting weer co-vergisting wordt gemaakt.
De monovergister-actie van Friesland Campina is natuurlijk helemaal niet bedoeld om duurzame energie op te wekken.
Het is een schoolvoorbeeld van windowdressing en greenwashing. Het is een pr-stunt om van een overbodige beroepsgroep die een superieure minachting heeft voor het milieu en het dierenwelzijn, duurzame energie-leveranciers te maken. Als kers op de taart wordt ook nog beweerd dat via de mestvergisting de verlaging van de productie van de Groningse gasbel deels kan worden gecompenseerd. Toegegeven, het is een knap staaltje pr waar de politiek met open ogen in stinkt.
Er is natuurlijk maar één manier om de methaan-uitstoot (25 keer schadelijker dan CO2) van de melkveehouderij terug te dringen: de veestapel verkleinen tot een omvang die kan worden gevoed door bloem- en kruidenrijk gras dat de Nederlandse weilanden opleveren. En tegelijk zorgen dat de pies en poep van de koe aan de bron wordt gescheiden.
De 200 monovergisters op een totaal van 17.000 melkveehouders zijn natuurlijk vooral symbool-politiek. Die de burger 150 miljoen euro kost.



Klik hier om meer te lezen over mestvergisting.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.