Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

27 mei 2014

Zijn megastallen het einde?

Megastallen leiden tot minder dierenleed dan reguliere stallen. Let wel: zij zijn niet diervriendelijker, maar zij kunnen minder dieronvriendelijk zijn. Een intensieve veehouderij kan per definitie niet diervriendelijk zijn omdat het dier zijn natuurlijke gedrag niet kan uitvoeren in zijn natuurlijke omgeving. Een weide komt een beetje in de buurt.

Sommige vee-industrieën zijn zo groot dat er ook een slachterij kan worden gevestigd. Mest wordt verwerkt in biovergisters. Wanneer daaraan energierijke, plantaardige grondstoffen worden toegevoegd kan er elektriciteit worden opgewekt. Maar eigenlijk kunnen we planten (andere) beter zelf opeten.
Contact met de dieren heeft de boer door de grootschaligheid en automatisering niet meer. Is dat erg? Niet voor de dieren, een dier hoeft niet echt menselijk contact. Een bijkomend voordeel van het geringe menselijke contact is dat kan worden voorkomen dat dierziektes worden binnengebracht.
Heeft het protesteren tegen de ontwikkeling of het afzien van het eten van de producten veel invloed op de bedrijfsvoering? Helaas, de bulk wordt geproduceerd voor de export. Zelfs al worden alle Nederlanders vleesverlaters, dan stort de markt niet in.

Is de schaalvergroting van de intensieve veehouderij daarmee op de goede weg of alleen maar een stap eerder bij het einde gekomen?
In de oude situatie zien de dieren hoogstens wat daglicht op weg naar de slachterij. Ze waren in hun korte leventje zo weinig gewend dat de lange transporten naar het goedkoopst werkende slachthuis en de schok van de verandering vooral dierenleed opleverden. Leven en dood op 1 terrein is daarmee vergeleken beter.

Het moge duidelijk zijn dat de eigenaren van de megastallen vooral gedreven worden door geld. Die verdiensten worden verzameld door op kosten te bezuinigen en door veel dieren te houden. Dieren worden gezien als dingen en grondstoffen. Dat is het probleem en de oplossing. Mensen hebben geen dieren nodig als grondstof voor voedsel, zelfs geen dierlijke eiwitten. We kunnen het beste de grondstoffen zelf halen en verwerken bij de bron: planten.

Wie het met de bedrijfsvoering van de intensieve veehouderij niet eens is, kan het beste zijn of haar energie steken in het ondersteunen van diervrij en lekker leren koken van plantaardig voedsel. Hoewel niet iedere dierenliefhebber dit ogenblikkelijk begrijpt is dierenwelzijn het meest gebaat bij minder dieren in de veehouderij.
In navolging van de export van technologie ontwikkeld door de Landbouwhogeschool van Wageningen kan een diervriendelijke levensstijl ook in het buitenland worden verspreid als men in Nederland hierin het goede voorbeeld geeft.

21 mei 2014

Nertsenfok verbieden? Stem PvdD

Rechters willen het verbod van het houden van nertsen opheffen zolang er niet voldoende schadevergoeding wordt betaald aan de nertsenhouderij.
In 2012 is besloten om de nertsenhouderij pas te verbieden in 2024.

De sector heeft een rechtszaak aangespannen omdat het een beperkt aantal Nederlandse nertsenhouders miljoenen inkomen gaat schelen.

Dierenwelzijn van miljoenen dieren zou minder wegen dan het economisch voordeel van enkele tientallen ondernemers. Maak met uw stem in de Europese Verkiezingen duidelijk dat er snel een einde moet komen aan deze waanzin. Justitie zou moeten overwegen dat mensen die dieren als dingen behandelen geen recht op vergoeding van inkomstenderving hebben wanneer zij gedwongen worden met het dieronwaardige te stoppen. Laat een nieuwe rechter duidelijk maken dat we niet tot 2024 moeten wachten met een einde te maken aan de nertsenhouderij, maar onmiddellijk en zonder schadevergoeding.

De kwetsbaarheid van politieke actie voor dierenwelzijn maakt het des te belangrijker om bewustzijn te vergroten van de gevolgen van ons (consumptie)gedrag voor dierenwelzijn, milieu en natuur en om drogredeneringen te weerleggen.

16 mei 2014

De landbouwmythe en haar sprookjes

Kunnen we de intensieve veehouderij missen?

Het is een steeds terugkerende mythe: 'de Nederlandse landbouw exporteert jaarlijks voor €80 miljard, dat kunnen we niet zo maar weggooien'.
Bij het tv-programma Eén op Eén deed Sven Kockelmann namens de boerenlobby (LTO) een poging Marianne Thieme weg te zetten als iemand die met haar strijd tegen de bio-industrie onze welvaart in gevaar brengt. En dus herhaalde hij nog maar eens: 'de Nederlandse landbouw exporteert jaarlijks voor €80 miljard, dat kunnen we niet zo maar weggooien'.

Pronken met andermans veren

Uit de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt echter dat die €80 miljard nauwelijks van de Nederlandse veehouderij komt. (Bron: CBS, agrarische handel, import/export tabellen). In die 80 miljard van Kockelmann en de LTO zitten bijvoorbeeld hout, kurk, drank, koffie, cacao, thee, sigaretten, snoep, specerijen, kruiden, tabak en een grote post diversen. Samen ruim €25 miljard. Dat komt niet van Nederlandse boeren, laat staan van Nederlandse veehouders.

Blijft over €55 miljard die men zou kunnen toeschrijven aan de agrosector. Maar, ruim de helft daarvan is doorvoer. Dus die producten komen binnen, strik er omheen, vaak door onderbetaalde Poolse arbeids-immigranten, en gaan weer verder.
Daar doen onze boeren helemaal niets voor. Ze hebben er niets mee te maken.

Blijft over €27 miljard. Ruim de helft daar weer van komt voor rekening van de groenten, fruit en bloementelers. Blijft voor de boeren en veehouders over: €13 miljard.
Maar ook die €13 miljard komt niet van eigen bodem.
De varkens en kippen worden voor het grootste deel allemaal groot gebracht op geïmporteerd veevoer. Ongeveer de helft van de melkproductie in Nederland komt van eigen gras. De andere helft wordt uit de koe getrokken met geïmporteerde soja en ander krachtvoer.
Zo blijft er van de eigen Nederlandse export van dierlijke eiwitten weinig over, en staan er wel enorme lasten voor het milieu, en de dieren tegenover. Alleen al de milieuschade wordt becijferd op €2 miljard. De schade aan de volksgezondheid door resistente bacteriën komt daar nog bovenop, net als de kapot gereden wegen op het platteland, niet vergoede waardedaling van woningen door de bouw van megastallen en natuurlijk niet te vergeten de €1 miljard die de burger om onbegrijpelijke redenen jaarlijks via Brussel aan de boeren geeft.

Draagt de landbouw wel bij aan de economie?

In het verlengde van de export-mythe ligt de fabel dat de landbouw goed is voor 10% van onze economie.
Flauwekul, de bijdrage van de boeren en tuinders is 1,6%. Bruto en inclusief bosbouw en visserij. Daar komt natuurlijk toelevering en verwerking bij, maar veel minder dan wordt gesuggereerd. Zuivelcoöperatie Friesland Campina bijvoorbeeld heeft ruim 26.000 werknemers. Maar daarvan werken er minder dan 6000 in Nederland.
Om het toe te spitsen op de bio-industrie, Marianne Thieme heeft, toen Bleker nog dacht hij de baas van de boeren was, er naar gevraagd. Zijn antwoord, zwart op wit: de bijdrage aan het bruto nationaal product van de bio-industrie is 0,3%. Dat was toen ongeveer €1,5 miljard. Alleen al afgezet tegen €2 miljard milieukosten is de bio-industrie dus voor Nederland een kostenpost van ongeveer €500 miljoen.
Ook dat is schijn, want die €1,5 miljard verdwijnt in de zaken van de boeren. Die € 2 miljard milieukosten mag de burger ophoesten. Net als de reparatie van de kapot gereden wegen en de waardedaling van z'n woning.

Lacto-intolerantie, melk niet kunnen verdragen

Terwijl alleen al de cijfers er om schreeuwen dat het hoog tijd wordt om te stoppen met de productie van dierlijke eiwitten gaat de uitbreiding van de veehouderij in een hogere versnelling gewoon door. Vooral in de melkveehouderij is het raak. Een en ander onder het motto dat Nederland een belangrijke rol vervult in het voeden van de wereld.
Je moet maar durven! Graan, tarwe en maïs van de Nederlandse akkerbouw zijn door het relatief korte groeiseizoen van zo'n slechte kwaliteit dat het alleen geschikt is als veevoer. Van de totale vleesproductie in de wereld levert Nederland ongeveer 1%. Marginaal dus. Van de totale melkproductie in de wereld levert Nederland ruim 1,5%. Maar ruim 70% van de wereldbevolking is lacto-intolerant, wat wil zeggen dat ze ziek worden van koemelk. Dat maakt de bijdrage van onze melkveehouders aan het oplossen van de honger in de wereld wel heel beperkt.

Wat exporteert de agrosector nu echt?

De tegenwerping vanuit de sector is doorgaans dat de veehouderij naast producten ook veel kennis over efficiënte productie aan de wereld schenkt. Nou ja, schenkt. Er moet natuurlijk wel voor betaald worden.
Maar ook die kennis zal voor de koper al snel een kat in de zak blijken te zijn. De twee pijlers, waar de Nederlandse veehouderij op drijft, zijn: stapelen van dieren en minachting voor het milieu. En zo exporteert Nederland geen efficiënte bedrijfsvoering voor veehouderij-systemen, maar dierenleed en milieuvervuiling.

Auteur

PvdD verkiezingsprogramma in eenvoudige taal

De PvdD heeft speciaal voor mensen die moeilijke taal niet goed kunnen volgen haar verkiezingsdoelstellingen in eenvoudige taal geformuleerd.
Uit het partijprogramma een gedeelte.

Gezonde landbouw zonder dierenleed


Veel geld
De Europese Unie geeft heel veel geld aan de landbouw en visserij in Europa. In de landbouw wordt vee gehouden en ook graan, groente en fruit verbouwd. De landbouw en visserij krijgen samen elk jaar tientallen miljarden euro’s van de Europese Unie. Aan geen enkel ander onderwerp wordt zoveel geld uitgegeven.

Geen honger meer
Er wordt in de wereld meer dan genoeg eten gemaakt voor alle inwoners van de aarde. Maar er wordt veel eten verspild en weggegooid. Als we willen dat er geen honger meer is, moeten we het voedsel niet meer verspillen en eerlijker delen. We moeten dan ook minder vlees gaan eten. Want het vee krijgt nu het eten dat we ook kunnen geven aan mensen die honger hebben, bijvoorbeeld graan en mais. Een kilo vlees kost via veevoer wel 5 tot 7 kilo graan. Zo verdwijnt bijna de helft van de graanoogst in de wereld in de maag van dieren, terwijl er elke avond 1 miljard mensen met honger naar bed gaan. De Partij voor de Dieren wil daarom dat Europa ervoor zorgt dat we minder voedsel verspillen, minder vlees eten en het voedsel beter verdelen.

Dieren voor voedsel

Er worden 7 miljard dieren per jaar in Europa gehouden en geslacht. Vooral koeien, varkens en kippen. Deze dieren worden als dingen behandeld en niet als levende wezens met bewustzijn en gevoel. De varkens en koeien leven in overvolle stallen. De kippen zitten in krappe hokjes waar zij zich bijna niet kunnen bewegen. De meeste dieren mogen nooit naar buiten. Babydieren worden direct bij de moeder weggehaald na de geboorte. Van varkens worden de staarten afgeknipt, van kippen de snavels en van koeien de horens. De dieren zijn zo gefokt dat zij veel te hard groeien.
Kippen zakken daardoor bijvoorbeeld door hun poten. Ze worden plofkippen genoemd. Verder krijgen de dieren steeds meer ziektes. De ziektes zijn soms ook gevaarlijk voor mensen, zoals de gekkekoeienziekte en de Q-koorts.

Geen bio-industrie
Deze manier om dieren te houden heet de bio-industrie of vee-industrie. Het is alleen maar gericht op geld verdienen en houdt geen rekening met de dieren. De bio-industrie krijgt veel geld uit Europa. De Partij voor de Dieren wil de bio-industrie afschaffen. Dieren moeten een normaal leven kunnen leiden, zonder pijn en ellende. Varkens moeten kunnen wroeten. Kippen moeten kunnen rondscharrelen. Koeien moeten buiten in de wei kunnen lopen.

Stoppen met gif
Er is ook veel akkerbouw en tuinbouw in Europa. De boeren verbouwen graan, aardappels, groenten en fruit. In de akkerbouw en tuinbouw wordt veel gif en kunstmest gebruikt. Het gif is niet goed voor de mensen en dieren die in de buurt wonen. Mensen kunnen er ziek van worden en sommige insecten, zoals bijen, gaan er dood aan. Kunstmest wordt ook erg veel gebruikt. Gif en kunstmest vervuilen de grond en het drinkwater. Er wordt zoveel van gebruikt dat planten en dieren er dood van gaan. De Partij voor de Dieren wil een gezonde landbouw, zonder gif en kunstmest.

Vissen beschermen
Er wordt veel gevist door Europese landen. Ze vissen met hele grote vissersboten die soms wel op varende fabrieken lijken. Er is zoveel gevist dat één op de drie vissoorten bijna verdwenen is. De visserij vangt te veel vissen en vangt ze ook op een slechte manier. De netten maken de zeebodem kapot met alle planten en schelpen die daar leven. In de netten gaan niet alleen de vissen dood maar ook veel andere zeedieren. De Partij voor de Dieren wil daarom dat de Europese Unie geen geld meer geeft aan de visserij in Europa. Ook moet de manier waarop gevist wordt verbeteren.
De vissers moeten in ieder geval de vissoorten die bijna verdwenen zijn niet meer vangen.

Eerlijke landbouw
De boeren en vissers moeten genoeg betaald krijgen voor hun producten. De inwoners in Europa moeten gezond voedsel kunnen kopen. De dieren in Europa moeten niet langer slecht behandeld worden. De natuur in Europa moet niet vervuild worden. Dat wil de Partij voor de Dieren allemaal.

12 mei 2014

Joel Salatin gaat verder dan biologisch

Joel Salatin (1957) werd bekend door de bestseller The Omnivore's Dilemma van de Amerikaanse voedselschrijver Michael Pollan uit 2006. Pollan zet Salatin daarin neer als 'beyond organic': een boer die verder gaat dan biologisch. In 2011 riep Times Magazine Salatin uit tot de 'meest innovatieve boer ter wereld'. Mac van Dinther doet in de Volkskrant verslag van zijn bezoek aan Nederland.

Een citaat.
In 1961 kocht Salatins vader 200 hectare sterk geërodeerd land in Shenandoah Valley, Virginia. Dat is nu Polyface Farm: een bedrijf dat rundvlees, varkensvlees, kippen, eieren, konijnen en brandhout produceert. Alle dieren lopen buiten. Kunstmatige toevoegingen komen er niet in. 'In 53 jaar tijd hebben we niet één zak kunstmest gekocht'.
Hij geldt als de meest innovatieve boer ter wereld en predikt 'totaallandbouw'. De Amerikaan Joel Salatin bezocht Nederland en constateerde dat ons systeem kwetsbaar en uit balans is.
Wat Joel Salatins (57) eerste indruk van Nederland is? 'Flat as a pancake'. Maar ook: 'Ik heb sinds ik hier ben vaak mest geroken. Dat kan twee dingen betekenen: of Nederlandse boeren behandelen hun mest niet goed, of er is gewoon te veel van'.
Het is de eerste keer dat Salatin in Nederland is, maar wat hij er tot nu toe van heeft meegekregen, bevalt hem niet. 'Nederland is een overslagcentrum. Jullie importeren massaal veevoer en exporteren dat als vlees. Dat is niet in balans. Het is een kwetsbaar systeem dat drijft op goedkope olie'. En dat terwijl ons land volgens hem zo veel mogelijkheden heeft. 'Als ik jullie gras zie, loopt het water me in de mond'.

Een impressie over hoe het toegaat op zijn Polyface farm.

Joel Salatin sprak ook op het Film Food Festival. Wilbert van der Kamp schrijft daarover het volgende.
Salatin noemt zijn boerderij zelf een ‘lunatic farm’ en zichzelf de ‘no. 1 lunatic’, een plek waar de ‘kippen vrij zijn hun kipheid uit te leven’. En een plek waar hij nieuwe boeren opleidt en mensen altijd langs mogen komen om te kijken wat hij precies doet.

Het idee wat hieraan ten grondslag ligt is dat ‘een boerderij een plek is die goed moet ruiken en mooi moet ruiken’. Is dat niet zo, dan doe je iets niet goed. De natuur is goed zoals die is, en de mens hoeft niet bang zijn om daarop in te grijpen, zolang het maar op een manier is die ondersteunend is. En als het goed is kan dat zowel in het klein als in het groot.

‘E.coli, Gekke koeienziekte en voedselschandalen zijn er tekenen van dat de natuur ons smeekt constant haar grenzen uit te breiden’. Dus is het beter te werken met een systeem van meerdere jaren, met dieren die gewoon dier mogen zijn, en met als basis beweging en verandering. Door de natuur uit te dagen - door bijvoorbeeld varkens in een bos te laten rondscharrelen - wordt de natuur productiever en gezonder. Met niet maar één soort dieren, maar allerlei dieren en teelt door elkaar.

09 mei 2014

Gold-plating, voedselregels inzetten tegen concurrentie

In het TV-programma De Slag om Europa onderzoeken Roland Duong en Teun van de Keuken hoe de EU werkt. In de Volkskrant van 9 mei vertellen ze Den Haag Brussel als boeman gebruikt.

Een citaat:

Niet alleen bepalen nationale politici wat er in Brussel gebeurt, ook moeten zij Europese richtlijnen uiteindelijk omzetten in nationaal beleid. Dat gebeurt in Nederland vaak strenger dan in andere EU-lidstaten. De welbekende 'onnodige regeltjes die de kleine ondernemer het leven zuur maken' komen volgens Duong niet uit Brussel, maar uit Den Haag. 'Dat fenomeen heet gold-plating. De regering past een algemene richtlijn uit Brussel extra streng toe in Nederland, maar tegenover de Nederlanders geven ze daar Brusselse ambtenaren de schuld van. Dat gebeurt op grote schaal in de voedselregelgeving.'

Van de Keuken: 'De Europese richtlijn is: je moet voedsel veilig en hygiënisch produceren. Veel landen interpreteren dat soepel. Zolang er geen misstand wordt aangetoond, word je jaarlijks gecontroleerd. Pas als er iets misgaat, kom je onder een vergrootglas te liggen. Maar een Nederlands boertje dat al 25 jaar gezonde geitenkaas produceert, wordt twee keer per week gecontroleerd door de Voedsel- en Warenautoriteit en moet dat nog zelf betalen ook. Als dat boertje gaat klagen, zegt de VVD: die Brusselse regels draaien kleine ondernemers de nek om, maar het is Nederland dat een algemene Europese richtlijn streng toepast.'

Waarom doet Nederland dat? Van de Keuken: 'Eigenlijk is het logisch: wij zijn een exportland van voedsel en kunnen dus geen microgram foute bacteriën in onze kaas gebruiken. Politici zouden eerlijk moeten zeggen: strenge voedselregels zijn economisch belangrijk voor ons.'

08 mei 2014

Welke offers worden gebracht voor een zorgeloze maaltijd?

Mac van Dinther schrijft in de Volkskrant over het Film Food Festival.

Op het Food Film Festival in Amsterdam, dat 9 mei begint, worden films vertoond met een boodschap. Welke offers worden gebracht voor onze zorgeloze maaltijd?

Een citaat, gecombineerd met de trailers van de documentaires:

Maar eten kan ook sterke herinneringen oproepen zoals weemoed. The Knights of the Lagoon is ervan doordesemdc(https://www.youtube.com/embed/eK5bPPPUWqo).
De film portretteert een coöperatie van Italiaanse vissers in de Laguna di Orbetello aan de kust van Toscane die nog met traditionele methoden werken: lijnen, netten en fuiken. Het zijn vooral oudere mannen en hun manier van leven is gedoemd te verdwijnen. Er zit steeds minder vis en de lagune dreigt dicht te groeien door algen die gedijen dankzij de kunstmest die van omringende akkers in het water spoelt.

Het visverwerkende fabriekje dat de coöperatie heeft opgezet om mee te gaan met de tijd, staat inmiddels de helft van de tijd stil. De schulden hangen als een molensteen om het inkomen. De stoere praat die de vissers bezigen kan niet verhullen dat de veranderingen pijn doen. Vroeger, zegt de een, zag het water zwart van paling. Nu halen ze nog maar mondjesmaat wat op. En ook de mensen zijn veranderd, zegt een ander. 'Vroeger deden we alles samen. We deelden de winst. Nu is het ieder voor zich.'

Dat is wat eten ook vermag: het kan genot en plezier brengen, maar net zo goed ellende veroorzaken. Een voorbeeld daarvan is de verontrustende Canadese documentaire Salmon Confidential die de praktijken van zalmkwekerijen in British Columbia aan de kaak stelt.

Vissers in dit gebied vangen steeds minder wilde zalm. De vissen blijven weg, of sterven voordat ze kunnen paaien in de rivier. Volgens sommige biologen komt dat door ziektes die verspreid worden door de massaal aanwezige zalmkwekerijen. Activisten die daar tegen iets willen doen, worden tegengewerkt door de zalmkwekerijen. Actief gesteund door de federale regering die deze economisch belangrijke bedrijfstak de hand boven het hoofd houdt en glashard ontkent dat er een probleem is.

Toppunt is een wetsvoorstel dat het strafbaar maakt om informatie over ziekten in kwekerijen naar buiten te brengen. Het voorstel wordt ingetrokken omdat het in strijd is met de vrijheid van meningsuiting. Maar het laat zien dat in voeding ecologie vaak het onderspit delft tegen economie.

Tot zover de Volkskrant.

Smaakt het haantje jou zo beter?

Onder het motto “Eten smaakt beter als er een goed verhaal achter schuilt” presenteert Food Film Festival de minidocumentaire: leghaantjes.

Leghaantjes uit de documentaire leven twee keer zo lang en worden de helft zo zwaar. In de documentaire een gedetailleerde beschrijving van het slachtproces.

Voedselsystemen zijn de oorzaak van massale milieuproblemen

MO redactrice Alma De Walsche interviewt Olivier De Schutter. Hij beëindigde zijn tweede mandaat als Speciale Rapporteur voor het Recht op Voedsel bij de VN. in zijn eindrapport roept De Schutter op tot diepgaande, structurele hervormingen in het wereldwijde voedselsysteem. Aanpassingen volstaan niet, de logica moet omgegooid worden, vindt De Schutter. Daarvoor is meer democratie nodig, “voedseldemocratie” met participatie van alle betrokkenen.

Citaat:
U pleit voor agro-ecologie als alternatief?

De voedselsystemen van de voorbije vijftig jaar zijn de oorzaak van massale milieuproblemen. De druk die het voedselsysteem legt op de natuurlijke hulpmiddelen, op de watervoorraden, de biodiversiteit, al die problemen eisen een omschakeling naar een andere manier van produceren. Het zoeken naar meer duurzame productiemethodes heeft me gebracht tot de agro-ecologie.
Ik denk dat in tijden van piekolie, waterstress en klimaatverandering, dit een prioriteit moet worden over heel de wereld. We moeten productiemethodes ontwikkelen voor de landbouw die ecologische aspecten mee opnemen, zoals bodembeheer, duurzaam omgaan met de ecosystemen en de biodiversiteit, bomen planten voor koolstofopslag, voor schaduwbeheer. Dat is agro-ecologie. Het is een manier om land duurzaam te ontwikkelen en opnieuw een interactie te stimuleren tussen bomen, planten en dieren. In de twintigste eeuw hebben we al die elementen opgedeeld maar dat is een grote vergissing geweest.

Tot zover, meer lezen? Klik hier.

Waarom Ewald Engelen lijstduwer voor de Europese verkiezingen is

Naast financieel geograaf en polemist is Ewald Engelen sinds kort ook politiek actief, als lijstduwer voor de Partij voor de Dieren in Europa. Omdat de tijd van meedenken plaats heeft gemaakt voor tegendenken. En omdat de vleesindustrie opvallend veel parallellen vertoont met de financiële sector.

Op de site van De correspondent schrijft hij:

En laat er geen misverstand over bestaan: Nederland speelt in deze geografisch uitgedifferentieerde productieketens een sleutelrol. Niet alleen is Nederland met pakweg 12.000 miljard euro aan in- en uitstromend kapitaal een van de grootste belastingdoorvoerhavens ter wereld.Een eerder stuk over Nederland als belastingdoorvoerhaven. Met pakweg 550 miljoen kadavers per jaar, die ons ongeveer 7 miljard euro opleveren, zijn we ook een van de grootste slachthuizen van de wereld. Bloodlands en killing fields – maar dan op z’n Nederlands: dieren, om er aan te verdienen.

Meer lezen? Klik hier.

06 mei 2014

Waarom 22 mei PvdD stemmen gezond is voor natuur, milieu en dierenwelzijn

De speerpunten van de Partij voor de Dieren bij de Europese verkiezingen zijn:

• Stop de € 363.000.000.000 aan Europese landbouw subsidies. De Europese Unie kan zo bijna de helft goedkoper!
• Stoppen met bijengif en andere pesticiden, gentech en megastallen.
• De overbevissing onder EU vlag moet stoppen en natuur moet beschermd worden.
• Stop het gesleep met dieren: diertransporten maximaal twee uur.
• Het massaal doden van zwerfdieren in landen als Roemenië moet stoppen.
• Geen Europese bescherming van en subsidies voor wrede tradities als stierenvechten en foie gras.
• Landen zoals Denemarken die op de Faeröer eilanden jaarlijks de barbaarse jacht op dolfijnen toestaan moeten worden teruggefloten.
• De opwarming van de aarde moet stoppen, de EU moet eindelijk haar verantwoordelijkheid nemen.
• Stoppen met fossiele brandstoffen, investeren in duurzame energie.
• Geen vrijhandel ten koste van mens, dier en milieu en geen vrijhandelsakkoord met de VS.
• Geen focus op economische groei, maar op duurzame ontwikkeling.
• De Europese Unie is voor burgers in plaats van voor banken en bedrijven.
• Lobby van multinationals moet aan banden gelegd worden.

De partijen voor dieren die meedoen aan de verkiezingen komen, behalve uit Nederland (Partij voor de Dieren), uit Zweden (Djurens Parti), Duitsland (Tierschutz Partei), Spanje (PACMA), Portugal (PAN), Cyprus (APC) en Engeland (Animal Welfare Party).

05 mei 2014

Agrarische bedrijfsvoering is funest voor de veldleeuwerik

Caspar Janssen interviewt in de Volkskrant van 3 mei Henk Jan Ottens, bioloog en werkzaam bij de Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief.
Een citaat:

‘Een veldleeuwerik heeft voor het uitbroeden van de eieren ongeveer twee weken nodig. Dat is niet lang voor een zangvogel. Daarna zitten de jongen gemiddeld acht dagen in het nest. Ze ontwikkelen in die periode sterke poten om weg te kunnen lopen. Na die acht dagen komen ze uit het nest en hebben ze nog zes dagen buiten hun nest, waarin ze hun vleugels ontwikkelen en een beetje kunnen fladderen. Daarna zijn ze nog een dikke tien dagen afhankelijk van hun ouders. Alles bij elkaar hebben ze dus 35 tot 40 dagen nodig om onafhankelijk te worden. Dat is niet veel, maar in de moderne landbouw gebeurt er in die periode bijna altijd wel iets waardoor het broedsel mislukt.
'De grootste valkuil is het grasland. Dat is misschien wel de beste habitat om te broeden, daar verstoppen ze graag hun nest in. Maar ze hebben simpelweg te weinig tijd. Tegenwoordig wordt vanaf het voorjaar gemiddeld om de 33 dagen gemaaid. Daar kunnen ze niet meer tegenop.
'Het lage broedsucces is de sleutelfactor in de achteruitgang van de veldleeuweriken. In mijn onderzoeksgebied bij Finsterwolde en Ganzendijk lopen gemiddeld anderhalf jong, waar ze drie jongen nodig hebben om de populatie op peil te houden. Dan moet je bedenken dat ze drie legsels per seizoen hebben en ieder legsel bestaat uit vier of vijf eieren. Van die drie legsels hoeft er dus maar 1 succesvol te zijn, drie jongen hoeven maar te overleven. Maar het lukt ze dus niet.
'Ik loop niet voor niets in dat gebied. In het agrarisch natuurbeheer gaat veel geld om, dus wil je ook weten wat dat oplevert. Het gaat dan vooral om de aanleg van kruidenrijke akkerranden. De veldleeuwerik foerageert daar wel, maar hij broedt er niet. Dat doet hij in de gewassen zelf. In dit gebied is dat veel wintertarwe, daar konden ze tot voor kort nog wel succes hebben, vroeg in het seizoen. Maar tegenwoordig komen daar de mestinjectoren. De nesten worden kapot gereden en er sleept ook nog eens een slang achteraan zodat die injector niet steeds terug hoeft naar de boerderij om de mesttank te vullen. Alle nesten gaan om zeep. Dat los je dus niet op met akkerrandenbeheer. Het enige gewas waarin veldleeuweriken nu nog een kans hebben in Oost-Groningen is luzerne. Maar luzerne wordt maar zeer weinig verbouwd.
'Wat kun je doen? Extensievere teelt zou helpen. Iets holler zaaien, dus minder dichte gewassen. Maar om te beginnen: de erkenning dat de schoonheid van het landschap ook belangrijk is. Er is zo veel leven verdwenen in korte tijd. En niet alleen de veldleeuwerik. Ik loop door die akkers en kan soms alleen maar denken: wat is het hier schrikbarend stil geworden.'

Tot zover de Volkskrant.
Klik hier voor het geluid van de veldleeuwerik.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.