Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

31 juli 2013

Waarom natuur en elkaar koesteren?

Bioloog Matthijs Schouten laat samen met Prinses Irene op de NTR academie zien dat onze grondhouding ten aanzien van de natuur zich vaak slecht verhoudt tot onze handelingspraktijk (https://gemi.st/15836096). Waarom is het belangrijk om de natuur te koesteren?

In haar boeken en lezingen brengt Prinses Irene een heel eigen mens- en wereldbeeld naar voren. In haar sterk op ervaring gebaseerde levensfilosofie staat het thema verbinding centraal: verbinding met de medemens, met de aarde en de natuur, alsmede de verbinding tussen ons optreden in de wereld en ons innerlijk, onze eigen natuur.
Aan de hand van een aantal geselecteerde lezingen voerde zij met de ecoloog en filosoof Matthijs Schouten gesprekken waarin haar uitgangspunten verder uitgediept en in een bredere filosofische context geplaatst worden. Hierbij komen ook actuele thema's als duurzaamheid en de economische crisis aan de orde. Dit boek vormt de weerslag van deze boeiende gesprekken.

Prinses Irene in gesprek met Prof. Dr. Matthijs Schouten (bol.com).

Ook op de NTR academie laat Jan van Hooff aan de hand van apenstreken zien dat dieren elkaar, net als mensen, nodig hebben (https://gemi.st/15866502).

Dieren zijn veel socialer dan menigeen denkt. Dat betoogt emeritus hoogleraar gedragsbiologie Jan van Hooff. Nog zo'n misverstand: 'survival of the fittest' heeft niets te maken met het recht van de sterkste. Het betekent dat je overlevingskansen toenemen als je je weet aan te passen aan de omstandigheden. Slim en sociaal, daar gaat het dus om, zowel in het dierenrijk als in het mensenrijk. Aan de hand van zijn jarenlange onderzoeken naar apengedrag laat Jan van Hooff zien hoe een samenleving functioneert, en hoe wij functioneren in de samenleving.

29 juli 2013

Wij zijn best wel eens boos, maar alleen als het óns uitkomt!

Een van de dingen waar veel Nederlanders boos om worden is dierenmishandeling. Immers een dier behandel je met respect en mededogen. Pony’s die gemaltraiteerd worden door oversekste dikke vrouwen roepen rauwe volkswoede op. De meest draconische straffen worden dat ‘tuig’ in het vooruitzicht gesteld. Een man die zijn hond heeft doodgeslagen wordt belegerd door een op bloed beluste horde burgers. En de stierenrennen in Pamplona waarbij doodsbange en gestreste stieren door een menigte macho-gekken worden opgejaagd veroorzaken een grote zedelijke verontwaardiging. Al die boze reacties zijn natuurlijk volkomen terecht en begrijpelijk.
Maar merkwaardig is toch naar mijn mening dat andere vormen van dierenmishandeling óf niet als zodanig door de massa worden (h)erkend dan wel min of meer stilzwijgend worden geaccepteerd.
Geen massale boosheid bijvoorbeeld bij datgene wat in de bio-industrie gebeurt met vijf honderd miljoen dieren per jaar alleen al in Nederland. Dertig keer meer dan het inwoneraantal van ons land! Het opeenstapelen van duizenden dieren op elkaar, het zonder enige vorm van verdoving verminken van varkens, koeien en kippen uit efficiëntie-overwegingen. De vaak weinig zachtzinnige wijze waarop de dieren de dood worden ingejaagd, het vermag allemaal geen volkswoede op te roepen als b.v. bij de pony’s. Wél worden we boos als iemand het waagt de gruwelen van de Holocaust door te trekken naar het massale en onnodige lijden en sterven van miljarden dieren voor een product wat de mens helemaal niet nodig heeft om zich goed, gezond en lekker te kunnen voeden. “Een dier is geen mens!!”, is dan de veel gehoorde kreet. Dat de mens zelf wel een dier is en dus evenveel respect en mededogen voor zijn mededieren zou moeten opbrengen is aan de meesten niet besteed. Het eigen belang van het stillen van de lekkere trek verzacht kennelijk hier het oordeel over wat dieren wordt aangedaan aanmerkelijk…………
In Nederland zijn ongeveer tweeënhalf miljoen ‘sport’vissers, waaronder een half miljoen kinderen. De stieren in Pamplona en andere horroroorden in Spanje wekken onze sympathie vanwege de wrede en zinloze doodstrijd die ze moeten leveren ter vermaak van een verdorven publiek. Velen wenden hun blik af als op de tv beelden worden getoond van zo’n uit vele wonden bloedende stakker. De in een soort clownspak gestoken halve gare macho brengt het hysterische publiek tot extase wanneer hij nog een treffer in het lichaam van dat arme dier weet te plaatsen. Groot is hier te lande de vreugde – en die deel ik dan eerlijk gezegd ook wel weer! – wanneer zo’n eikel zelf op de horens wordt genomen een deerlijk gewond of erger wordt afgevoerd.
Vissen ervaren pijn, angst en stress. Wat de stier in de arena beleeft is te vergelijken met wat een vis moet doormaken wanneer hij aan een haak met weerhaak uit zijn element wordt opgehaald. In het minst erge geval wordt het dier na de vangst voorzichtig teruggezet, maar het leed is dan al toegebracht. En dat voor een paar uurtjes ontspanning en vermaak van de hengelaar! Er zijn zelfs visser die de vis bij het terugzetten bedanken voor het plezier van het vangen. Voor de hengelaar is het een spel. Voor de vis is het een strijd voor zijn leven. Met welk recht de mens dit wrede spel met een ander hoog ontwikkeld levend meent wezen te mogen spelen heeft niemand mij nog duidelijk kunnen maken. Maar ook anders dan bij de pony en de doodgslagen hond zie ik nooit opgewonden mensenmenigtes aan de waterkant staan die zich verzetten tegen het als hobby kwellen van onschuldige en weeloze dieren. Sterker nog, RTL7 zendt een viswedstrijd op de tv rechtstreeks uit en daar wordt gretig naar gekeken. Geen boosheid dus, waar die er wel zou moeten zijn!
Ook geen massieve maatschappelijke boosheid over andere activiteiten waarbij dieren aan de wil en de grillen van de naar winst, vermaak, genotzucht en status strevende mens worden overgeleverd. Paarden- en duiven’sport’, waarbij dieren worden gedwongen tot prestaties die ze uit eigen beweging nooit zouden opbrengen. Evenals in circussen en dolfinaria waar prachtige wilde dieren tot platte vermaaksobjecten worden gedegradeerd, vaak met harde hand. En het feit dat onze nieuwe koning – u weet wel, géén protocolfetisjist! – in zijn ruim voorhanden vrije tijd met genoegen weerloze dieren aan flarden schiet en zijn charmante echtgenote – u weet wel, je was een beetje dóm……. – die zichzelf en haar koters schaamteloos in de vacht van om zeep geholpen dieren hult brengt geen petitie of spandoekenoptocht op gang. Geen oprechte boosheid waar dat best wel een beetje zou mogen.
Dierenmishandeling, het zou overal en te allen tijde onze oprechte boosheid, verontwaardiging en verzet moeten oproepen. Maar dat is niet zo. De voorwaardelijke boosheid wordt goed weerspiegeld in de voorhanden wetten:

Wet Dieren:
Artikel 1.3. Intrinsieke waarde:
1. De intrinsieke waarde van het dier wordt erkend.
• 2. Onder erkenning van de intrinsieke waarde als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan erkenning van de eigenwaarde van dieren, zijnde wezens met gevoel. Bij het stellen van regels bij of krachtens deze wet, en het nemen van op die regels gebaseerde besluiten, wordt ten volle rekening gehouden met de gevolgen die deze regels of besluiten hebben voor deze intrinsieke waarde van het dier, onverminderd andere gerechtvaardigde belangen. Daarbij wordt er in elk geval in voorzien dat de inbreuk op de integriteit of het welzijn van dieren, verder dan redelijkerwijs noodzakelijk, wordt voorkomen en dat de zorg die de dieren redelijkerwijs behoeven is verzekerd.
• 3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt tot de zorg die dieren redelijkerwijs behoeven in elk geval gerekend dat dieren zijn gevrijwaard van:
o a. dorst, honger en onjuiste voeding;
o b. fysiek en fysiologisch ongerief;
o c. pijn, verwonding en ziektes;
o d. angst en chronische stress;
o e. beperking van hun natuurlijk gedrag;


Dieren moeten dus goed behandeld worden en hun mag de nodige zorg niet worden onthouden. Tevens moet hun de mogelijkheid geboden worden hun natuurlijk gedrag te vertonen. Het venijn zit echter ook hier in de staart van dit artikel: voor zover zulks redelijkerwijs kan worden verlangd.
Dit zou nog aangevuld kunnen worden met: "En voor zover zulks redelijkerwijs de belangen van de mens, hoe triviaal ook!!, niet hindert”.


Herman Gallé


27 juli 2013

Vermelding van afkomst van voeding via een sticker

Is voeding geproduceerd in door Israël bezette gebieden wel koosjer? Politici proberen het aan het publiek over te laten door de afkomst van voedsel via een sticker op het product kenbaar te maken. Wat mij betreft een goed idee. Het idee zou nog beter uitgevoerd worden wanneer de sticker ook duidelijkheid geeft over de leefomstandigheden van de dieren die de voeding hebben geproduceerd. Zijn deze dieren vrij geweest tijdens hun leven. Oftewel, hebben zij toegang gehad tot een weide?
En dat moet dan ook gelden voor het vlees en zuivel die Nederland produceert, zodat Israëliërs, Palestijnen en alle consumenten in de wereld een verantwoorde keuze kunnen maken.

23 juli 2013

Dierenkwelling als tv-vermaak

‘Sport’vissen.

Ed Stoop, die een vijf uur durende viswedstrijd van commentaar gaat voorzien bij RTL7 put zich uit in het bejubelen van deze, door zo’n tweeënhalf miljoen Nederlanders beoefende, activiteit. Vijf uur – door de wet gedoogde – dierenkwelling als tv-vermaak. En reken maar dat publiek voor is!
Door oversekste dames gemaltraiteerde pony’s roepen rauwe volkswoede op. Opgejaagde, bange stieren in Pamplona kunnen rekenen op heilige maatschappelijke verontwaardiging. Gepijnigde, doodsbange en gestreste vissen zijn evenwel voor velen voorwerp van amusement en ‘sportieve’ spanning.
“Vissen is verleiden. Het is een spel tussen mens en vis”, galmt Stoop. En: “Je moet in de huid van de vis kruipen en aanvoelen hoe zo’n dier denkt”, gaat het nog even door.
Meneer Stoop en zijn tweeënhalf miljoen geestverwanten zouden zich misschien eens moeten realiseren dat hun ‘sport’ voor hen misschien een ludieke aangelegenheid is, voor de vis is het allerminst een spel(letje). Het is een strijd op leven en dood onder pijn, angst en stress.
Stoop vindt dat ‘sport’vissers de natuur met respect moeten behandelen. Dat vind ik ook. Maar voor mij betekent dat dat dieren geen speelgoed zijn. Arrogantie en een totaal gebrek aan mededogen spreken uit de woorden van Stoop. Kritiek op de vis’sport’, zoals wel eens (!) door de Partij voor de Dieren wordt geuit, wijst hij zonder argumenten af.
Stoop bedankt een gevangen vis bij het terugzetten voor het plezier dat hij de vanger heeft bezorgd! Een diepe verontschuldiging aan het slachtoffer voor het toegebrachte leed zou eerder op zijn plaats zijn dan een bedankje voor het wrede plezier van de hengelaar.

Herman Gallé

02 juli 2013

Koppel melkproductie aan grond

De melkveehouderij staat op een tweesprong: grondgebonden blijven of industrialiseren? Niet doen, dat laatste. Koppel melkproductie aan grond.
Dat is in het kort de oproep van Herman Wijffels, Jan Cees Vogelaar en anderen.

De melkveehouderij is in Nederland een sterke en zeer gewaardeerde bedrijfstak. Anders dan de varkens- en pluimveehouderij is zij nog grotendeels verbonden met de grond. Bedrijven halen het meeste ruwvoer (gras en maïs) van hun eigen bedrijf en brengen daar ook de meeste mest naar toe. Zo is de kringloop “dier-mest-bodem-voer” nog redelijk intact en lokaal. Ook lopen de meeste koeien nog in de wei. Dat is karakteristiek voor het Nederlandse landschap en doorgaans gunstig voor het welzijn van de dieren. Uit alle enquêtes blijkt dat Nederlandse burgers de koe in de wei hogelijk waarderen. De weidende koe levert een zichtbare verbinding van de melkveehouderij met zowel de natuur als de samenleving. Dat schept vertrouwen.

Al deze verworvenheden lopen gevaar. Een groeiend aantal veehouders intensiveert “los van de grond” en/of houdt de koeien het hele jaar binnen. Deze ontwikkeling dreigt in een stroomversnelling te raken als op 1 april 2015 de melkquotering vervalt. De EU heeft die quotering in 1984 ingevoerd om de overproductie van melk en de daarmee gemoeide budgetlasten aan banden te leggen. Dat is niet meer nodig nu de melkplas en de boterbergen zijn verdwenen. Maar vandaag doemen andere risico’s op:
  • Met meer koeien komt er meer mest en ammoniak en dat belast het milieu.
  • Voor intensivering moeten melkveebedrijven steeds meer voer aankopen en steeds meer mest afvoeren. De kringloop raakt uit het zicht en de melkveehouderij gaat steeds meer op de varkenshouderij lijken.
  • Groeit de veestapel sneller dan de huiskavel, dan zullen veel bedrijven te weinig ruimte hebben om de koeien nog te laten weiden.
  • Vergeleken met het grondgebonden gezinsbedrijf zijn grote bedrijven met weinig grond veel kwetsbaarder voor prijsbewegingen op de markten van melk, veevoer, mest en kapitaal.
Daarmee komen de duurzaamheid en het maatschappelijke draagvlak van de sector in gevaar.

Bij het voorsorteren op 2015 hebben de sector en de overheid tot dusver alleen oog voor het eerste probleem. De sector heeft met de vorige staatssecretaris Henk Bleker afgesproken dat de melkveehouderij mag uitbreiden als de extra mest die daarmee wordt geproduceerd, wordt verwerkt of geëxporteerd. Maar er bestaat twijfel of de sector dat waar kan maken. Daarom heeft Bleker’s opvolgster Sharon Dijksma gedreigd met invoering van “dierrechten”. De veehouder mag dan pas meer koeien houden als hij dierrechten opkoopt van een veehouder die gaat krimpen of stoppen. Dat helpt inderdaad om de mest- en ammoniakproductie te stabiliseren, maar doet niets tegen de drie andere problemen: doorbreken kringlopen, minder koeien in de wei en grotere kwetsbaarheid van bedrijven. Integendeel, aankoop van dierrechten gaat bedrijven geld kosten en dat maakt ze extra kwetsbaar.

Het is voor de Nederlandse samenleving en voor de toekomst van de melkveehouderij van groot belang dat de sector grondgebonden blijft, en dat het overgrote deel van de koeien ’s zomers in de wei blijft. Verhandelbare dierrechten zijn daarvoor geen goede maatregel. Beter is het om de melkproductie te koppelen aan grond. De overheid stelt dan een maximum aan de hoeveelheid melk die veehouders per hectare mogen produceren. Dat maximum kan worden gebaseerd op de milieunormen voor het gebruik van mest. Bedrijven die boven de norm zitten hoeven niet te stoppen, maar mogen pas weer uitbreiden als zij voldoende extra grond hebben verworven. Extensieve bedrijven mogen uitbreiden tot de norm. Daarmee kunnen deze bedrijven en de zuivelindustrie inspelen op groeikansen die zich in de markt aandienen, zonder de weidegang in gevaar te brengen.

De melkveehouderij staat op een tweesprong. De komende maanden worden beslissend voor de weg die de sector inslaat. Kiezen voor grondgebondenheid heeft grote voordelen, maar vergt helder en stevig leiderschap bij overheid, landbouworganisaties en zuivelindustrie. Zij moeten niet toestaan dat een kleine groep veehouders het industriële pad inslaat en het imago van de hele sector bedreigt. Een grondgebonden melkveehouderij is robuust en transparant, draagt sterk bij aan onze economie, levert een aantrekkelijk landschap en is goed voor dierenwelzijn en diergezondheid. Zo’n veehouderij kan blijvend rekenen op een breed maatschappelijk draagvlak.

•Herman Wijffels.
Hoogleraar Duurzaamheid en maatschappelijke verandering aan de Universiteit Utrecht.

•Jan Cees Vogelaar.
Melkveehouder.

•Pieter Winsemius.
Oud-minister van Milieu.

•Cees Veerman.
Oud-minister van Landbouw.

•Louise Vet.
Directeur van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) te Wageningen.

•Geert Mak.
Schrijver.

•Joris Lohman.
Voorzitter van de Youth Food Movement.

•Wouter van der Weijden.
Directeur van de Stichting Centrum voor Landbouw en Milieu.

Lees of download het intro en het artikel: Koppel melkproductie aan grond (pdf-bestanden).
Verschenen in de weekendbijlage van Boerderij Vandaag, 28 juni 2013.

Klik hier om meer te lezen over de voordelen van grondgebonden landbouw.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.