Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

28 juni 2013

Eet echt eten

Michael Pollan: stem met je vork.
superpig
“Eat food, not too much, mostly plants” zijn de inmiddels wereldberoemde woorden waarmee schrijver Michael Pollan zijn in 2008 gepubliceerde boek Een pleidooi voor echt eten opent.

Alle boeken va Michael Pollan op bol.com.

Pollan, bekend geworden met het boek Het dilemma van de omnivoor (2006) is een Amerikaans wetenschapper en journalist, bekend om zijn uitgesproken opvattingen over de huidige bio-industrie.

Het dier en de samenleving dokken het vlees

In hun rapport V10/02a schrijven Michiel van Drunen, Pieter van Beukering en Harry Aiking in 2010: in de prijs die consumenten betalen voor vlees zijn lang niet alle kosten verwerkt die ontstaan in de hele keten van veevoer tot aan het vlees in het schap. Deze externe kosten omvatten bijvoorbeeld milieuschade door ontbossing voor sojateelt of rundveehouderij, gevolgen van het broeikaseffect veroorzaakt door methaanemissies door runderen, natuurschade door emissies tijdens transport, en leed ontstaan door het houden en transport van dieren. Verder zijn er in de vleesketen in sommige gevallen subsidies, zoals slachtpremies, waardoor de consumentenprijs wordt verlaagd.

In hun conclusies stellen de onderzoekers: de totale externe kosten voor conventioneel varkensvlees worden geraamd op minimaal €2,06 per kg op een gemiddelde consumentenprijs van €6,69 (PVE, 2009), ofwel 31%.
Hierbij is dierenwelzijn de belangrijkste factor, gevolgd door biodiversiteit, dierziektes en klimaatverandering.

Deze externe kosten die een onderschatting zijn van de werkelijke kosten worden niet door de agrosector worden betaald, maar betaald door de belastingbetaler.

Controle diertransporten weer door overheid

Bron: de website van de PvdD

Het toezicht op het transport van dieren zal per 1 januari 2014 weer in handen zijn van de overheid. De regering gaat een aangenomen motie van Marianne Thieme uitvoeren die hierom vraagt.

De motie verzoekt de regering de controle op diertransporten en slachthuizen niet meer over te laten aan de diertransportsector, maar aan de overheid.

De controle van diertransporten door de sector zelf heeft geleid tot talloze problemen. In de afgelopen jaren heeft het kabinet steeds beloofd dat het zou ingrijpen als zelfregulering niet zou werken. Nu gaat de regering de verantwoordelijkheid voor de controle op diertransporten weer in handen geven van de overheid. Vanaf januari 2014 zal de overheid extra dierenartsen inschakelen voor controles.

Voormalig staatssecretaris Bleker plaatste de verantwoordelijkheid voor het toezicht op diertransporten bij de sector. Per 1 juli 2011 is het QLL (Quality systems Livestock Logistics) opgericht, een sectororganisatie betrokken bij het transport van dieren. Daardoor vonden aanzienlijk minder controles plaats door de Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA).

Al jaren komen gebreken van deze controle door de sector aan het licht. Zo kwam bij een controle in 2011 naar voren dat QLL niet goed functioneerde en verbeteringen moest doorvoeren. In 2012 bleek dat de sectororganisatie nog steeds onvoldoende resultaat behaalde en ook de laatste bedrijfscontrole laat zien dat het welzijn van de dieren ernstig te lijden had onder het gebrek aan toezicht.

De Partij voor de Dieren is al lange tijd kritisch op het functioneren van het toezicht op diertransport. Door de in 2011 aangenomen motie van Marianne Thieme, komt het toezicht op diertransport weer geheel in overheidshanden.

Marianne Thieme: “zelfregulering binnen de diertransportsector blijkt structureel niet te werken. De Kamer is duidelijk geweest: de overheid moet doen waar ze voor is, namelijk normstelling, controle en handhaving. Snelheidscontroles leg je ook niet in handen van de BOVAG of de ANWB. We zijn blij dat het toezicht eindelijk weer terugkomt bij de overheid en zullen ons blijven inzetten om het gesleep met dieren te stoppen. Dieren worden uren - regelmatig dagenlang - in overvolle vrachtwagens gestopt op weg naar het goedkoopste slachthuis”.

27 juni 2013

Koerswijziging naar duurzaam beleid nodig

Tijdens het debat over de extra bezuinigen die het kabinet wil invoeren, pleitte Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren voor een radicale koerswijziging naar een duurzaam beleid.

Hieronder een deel van haar pleidooi.

De kwaliteit van het bestaan met perspectief, een schone leefomgeving en behoud van natuur wordt nauwelijks betrokken in onze economische definities. Marc Chavannes schreef: "zolang we accepteren dat alle zorgen en verlangens in geld uitgedrukt worden, zitten we gevangen in een eenzijdige economische logica". Dat wordt duidelijk bij de dans rond de Brusselse totempaal van 3%. Zolang je blijft dansen rond de totempaal, hoef je geen richting te kiezen.

De VVD vond, anders dan de Partij van de Arbeid, dat er niet getornd mocht worden aan de 3%, maar na de verkiezingen waarbij deze partijen elkaar ook op dit punt te vuur en te zwaard bestreden, hebben ze stuivertje gewisseld. Lood om oud ijzer. De tegenpolen van september vorig jaar zijn nu in- en uitwisselbaar tegelijk. Als regeringspartijen het nemen van fundamentele beslissingen uitstellen omdat ze het niet met elkaar eens zijn, maar wel op elkaar zijn aangewezen, investeren ze tijd in een tikkende tijdbom. Dat is wel het domste wat je kunt doen tijdens een systeemcrisis.

De oplossingen zijn er, maar de wil ontbreekt. Er zijn inmiddels bijna 700.000 mensen die zonder baan aan de kant staan. Er is nog steeds woningnood. De dijken moeten nog steeds hoger. Het openbaar vervoer moet nog steeds verbeterd worden en er zijn nog steeds onvoldoende handen aan het bed. De overheid zou moeten investeren in duurzame oplossingen voor die problemen, zoals het energiezuinig maken van onze huizen en het veilig maken van onze leefomgeving. Als dat perspectief er is, is er draagvlak bij de mensen om een bijdrage te leveren. Dan kun je zeggen: laten we financieel bijdragen. Daarvoor zijn echt radicale koerswijzigingen nodig, in plaats van oproepen om meer auto's te kopen. Stop met de milieuschadelijke subsidies van meer dan 5 miljard euro per jaar, betaald door de belastingbetaler. We kunnen de belasting op arbeid omlaag brengen en de belasting over de toegevoegde waarde, de btw, vervangen door een belasting over de onttrokken waarde. Zo stimuleren we hergebruik van grondstoffen en tegelijkertijd ook de werkgelegenheid.

De vraag is niet of we ons een ander duurzaam beleid kunnen veroorloven. Mijn stelling is dat we het ons niet kunnen veroorloven om het niet te doen.

Voorts ben ik van mening dat er een einde moet komen aan de bio-industrie.

26 juni 2013

De schaamte voorbij

In de Leeuwarder Courant twee voorbeelden van het doorgeslagen systeem dat we bio-industrie noemen. Voorzitter Gert Jan Oplaat van bond van pluimveehouders klaagt dat het vervroegde snavelkapverbod ondernemers in die sector in financiële problemen brengt. Een sector dus die zichzelf blijkbaar alleen in stand kan houden door het negeren van elke vorm van dierenwelzijn. Alles is gericht op het zo efficiënt mogelijk produceren. Respect voor en mededogen met de betrokken dieren is niet aan de orde. Met duizenden opeengepakt in stallen, de snavels doeltreffend en pijnlijk ingekort worden de stakkers in zo’n zes weken opgefokt tot iets wat mensen kennelijk lekker vinden. De korte periode die de dieren op deze wereld zijn is er één van ellende en leed. Zijn ze zwaar genoeg – zo zwaar dat ze vaak door hun eigen poten zakken – gaan ze naar de slacht.
Dat brengt me op het tweede voorbeeld. Op dezelfde LC-pagina een artikel in het kader van de komende enquête over de schaalvergroting (intensivering) in de landbouw. Breed uitgemeten worden de risico’s voor mensen(!) die in de omgeving van bedrijven wonen waar op industriële wijze dieren worden gehouden. Nare ziektes als o.a. Q-koorts, maar ook longproblemen, allergieën liggen op de loer. Ook legden vele duizenden geiten – veelal gezond – toch het loodje uit ‘voorzorg’. Het eufemistisch genoemde ruimen! Naast alle rampspoed die de uitbuiting van de dieren in bio-industrie dus voor de mens meebrengt is het leed voor de betrokken – schuldeloze – dieren natuurlijk evident. In het genoemde artikel wordt daar echter met geen woord over gerept……. Wel is als illustratie een foto geplaatst van een kippenvangmachine. En dat beeld vertelt meer dan duizend woorden zouden kunnen! De dieren worden letterlijk, levend en wel, opgeveegd en door die machine – nog steeds levend, maar vaak met ernstige kwetsuren – ruw in kratten gedeponeerd, waarna ze hun laatste reis mogen aanvangen. De angst, ontreddering en paniek bij de kippen is iets wat je je als fatsoenlijk mens niet zonder ‘kippenvel’ kunt voorstellen. Voor die dieren is de dood, hoe smartelijk die ook in de slachthuizen meestal nog is, een uitkomst, zo cynisch als dat ook moge klinken.
Zo gaat een ‘beschaafde’ samenleving anno 2013 met honderden miljoenen levende wezens om voor een product dat geen mens nodig heeft. Bevrediging van de lekkere trek en daarvoor kijken de meeste mensen graag even de andere kant op. De schaamte voorbij!

21 juni 2013

De leugen van het land

De VPRO zendt meer dan eens de documentaire The Lie of the Land uit. Regisseuse Molly Dineen volgt drie agrariërs op het Engelse platteland. Ian Williams en collega Paul Hancock in Cornwall zijn in hun dagelijkse leven dierendoder en jachtmeester, Glyn Pearman is veehouder en - voor extra geld - nu ook nog fazantenfokker. Alle drie worstelen ze om te overleven in een veranderende agrarische samenleving, die gevangen zit in de verstikkende commerciële armen van de supermarkten. Dineen verschaft met een scherp oog voor detail en een onbevangen manier van vragen een gedeeltelijk inzicht in de huidige mechanismen van de voedselindustrie en de gevolgen ervan voor de Engelse landbouwers.
Dineen had zich oorspronkelijk niet verdiept heeft in de agrarische omstandigheden. Het was haar plan om een documentaire te maken over de vossenjacht en de vraag waarom mensen uit de stad meer om vossen geven dan om landbouwhuisdieren. Dat gebrek aan inzicht in alle motieven van boeren is wel te merken in het kritiekloos accepteren van de verklaringen die de drie hoofdpersonen aandragen. Het is niet zo dat de boeren liegen, maar ze vertellen ook niet de hele waarheid. In die zin is de titel goed gekozen, want de documentaire laat open wie er liegt.
Sommige beelden zullen bij kijkers hard aankomen. De boeren kiezen ervoor om gezonde stierkalveren te laten doden, nadat ze hun taak als opwekker van de melkgifte hebben verricht door geboren te worden. Het alternatief voor de vroege dood is een miserabel leven als meststier, mogelijk in een beperkte ruimte en na transport naar het buitenland (ons land). Ze zouden ook in de wei kunnen leven, maar volgens de boeren levert het te weinig geld op.

Melkveehouder Glyn Pearman fokt als bijverdienste fazanten die hij kortwiekt, in kratten stouwt en verkoopt aan jagers als gemakkelijk doelwit. Hij vindt het waanzin, maar niemand dwingt hem om fazanten te houden als bio-industrie. Ian Williams doodt koeien en paarden, die te lang ziek zijn. Is dit humaan of is dit een leugen?

Voor wie meer wil lezen over de spraakverwarring tussen Nederlandse boeren en burgers, klik hier.

20 juni 2013

Mag je een huisdier wel bezitten?

Op basis van een artikel van Sofie Vanlommel uit de Volkskrant van 20 juni 2013: staatssecretaris Dijksma presenteert een lijst van vijftig diersoorten die niet meer gehouden mogen worden. Op verzoek van staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken, PvdA) onderzocht de Wageningen Universiteit negentig minder bekende diersoorten die in Nederland als gezelschapsdier worden gehouden; van de alpaca (toegestaan onder voorwaarden) tot de zebra (verboden).

De dieren zijn getoetst aan vier criteria: dierenwelzijn, gevaar, risico op ziekteverspreiding en de mate waarin ze domesticeerbaar zijn. Het doel is dierenleed tegen te gaan, zegt Dijksma's woordvoerder. 'Bij exoten zijn genoeg schrijnende voorbeelden te vinden van dieren die onnatuurlijk gedrag vertoonden in een slechte omgeving. Sommige dieren kun je gewoon niet houden. Dat hebben we nu via wetenschappelijk onderbouwde criteria bepaald'.
Tegelijkertijd met de lijst gaat ook een fokverbod in, dat nog verder uitgewerkt moet worden. Het is op dit moment onduidelijk wat dit betekent voor de lucratieve branche van het fokken van hybride katten, het kruisen van wilde met tamme katten. In principe, zegt de woordvoerder van Dijksma, zijn enkel dieren toegestaan die op de 'positieflijst' staan met 18 toegelaten soorten. Nieuwe soorten kunnen aangedragen worden voor beoordeling en opname op de lijst. Een schrapping aanvragen kan ook.
Tot zover Sofie.

Bij het samenstellen van de positieflijst is vooral gekeken naar dierenwelzijn en niet naar dierenrechten. Voor wie meer wil lezen over dit verschil, klik hier. Ook kan de vraag gesteld worden of de mens wel een eigenaar kan zijn van een dier.

Varkens die buiten komen, kunnen niet stikken

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over het stikken van varkens door een kapot ventilatiesysteem.

Hoe beoordeelt u het feit dat er in Milheeze 1100 varkens zijn doodgegaan nadat het ventilatiesysteem uitviel, en welke consequenties verbindt u hieraan?
Heeft u er kennis van genomen dat het ventilatiesysteem in de stal mogelijk al sinds dinsdagavond 18 juni j.l. kapot was, maar dat dit pas in de loop van de volgende dag geconstateerd werd? Zo ja, hoe beoordeelt u dit, mede in het licht van de zorgplicht?

Dit is niet de eerste keer dat er dieren omkomen doordat het ventilatiesysteem in een stal het begeeft, kunt u dat bevestigen? Zo ja, kunt u een overzicht verschaffen van vergelijkbare gebeurtenissen in de afgelopen vijf jaar, en steeds daarbij aangeven hoeveel dieren er zijn omgekomen? Zo nee, waarom beschikt u niet over deze gegevens?

Deelt u de mening dat potdichte stallen, waarbij ventilatie noodzakelijk is voor het kunnen overleven van de dieren in deze stal, zeer kwetsbaar zijn voor technische fouten, en dat deze fouten grote consequenties hebben voor het dierenwelzijn? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid om vergaande maatregelen te nemen zodat dieren te allen tijde kunnen beschikken over buitenloop en daarmee over frisse lucht zodat dit soort ongevallen niet meer voorkomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

Is er proces verbaal opgemaakt tegen de betreffende ondernemer? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid een alarmsysteem voor het uitvallen van ventilatiesystemen in stallen verplicht te stellen? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid een tijdcontrole systeem, vergelijkbaar met een tachograaf in vrachtwagens, verplicht te stellen voor het gebruik van luchtwassers en ventilatiesystemen in stallen zodat die systemen niet in strijd met de regels uitgeschakeld kunnen worden zonder sancties? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

Exotische dieren, dweilen met gesloten kraan

Langverwacht verbod op particulier houden van exotische zoogdieren.

Persbericht Stichting AAP. Almere, 19-6-2013 – Na eenentwintig jaar onderzoek en overleg, presenteert staatssecretaris Dijksma vandaag de Positieflijst voor zoogdieren. Een belangrijke mijlpaal voor dierenwelzijn in Nederland. En voor Stichting AAP, die zich al decennia lang inzet voor de introductie van deze lijst. “Voor ons breekt nu een periode aan van dweilen, maar dan wel met de kraan dicht,” aldus een verheugde David van Gennep, directeur Stichting AAP.

Noodzaak Positieflijst

Jaarlijks vinden honderden exotische zoogdieren hun weg naar opvangcentra in heel Nederland. In ruim de helft van de gevallen betreft het wilde dieren die door particulieren als huisdier werden gehouden, zoals wasberen, degoes en stekelvarkens. Ondanks de vele risico’s voor mens en dier, is dat tot op heden namelijk nog niet verboden in Nederland. Maar met het vaststellen van de lijst met zoogdiersoorten die geschikt zijn als gezelschapsdier, de zogenaamde Positieflijst, komt daar vanaf volgend jaar verandering in. Stichting AAP maakt zich al jaren hard voor de invoering van deze lijst.

Rol Stichting AAP

David van Gennep, directeur Stichting AAP: "we wachten al sinds 1992 op wetgeving die dit aspect van het dierenwelzijn regelt en vinden het geweldig dat het huidige kabinet nu een knoop doorhakt. AAP heeft in haar 40-jarig bestaan ontzettend veel dieren opgevangen die nu (zeer terecht) niet op de Positieflijst staan. Denk bijvoorbeeld aan stinkdieren, degoes, wasbeerhonden etc…. Wij konden daarom als ervaringsdeskundige een belangrijke bijdrage leveren aan de totstandkoming van deze lijst en zullen dat ook in de toekomst blijven doen”.

“Voor dieren die nu reeds als huisdier gehouden worden, zal een oplossing gevonden moeten worden. Daarom werken wij momenteel hard aan het uitbreiden van onze opvangcapaciteit door het bouwen van een nieuwe, grotere quarantaine. Zo kunnen wij een passend antwoord bieden op deze enorme sprong voorwaarts. Want voor AAP breekt nu een periode aan van dweilen, maar gelukkig wel met gesloten kraan”.

De Positieflijst


Op 23 september 1992 werd in Nederland de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (de GWWD) van kracht. Hierin werd onder andere bepaald dat er een lijst moest komen met zoogdiersoorten die geschikt zijn als gezelschapsdier – de zogenaamde Positieflijst. Eenentwintig jaar lang hebben vertegenwoordigers van alle stakeholders, zoals handelaren, liefhebbers, opvangcentra en dierenbeschermers gediscussieerd over de samenstelling van deze lijst. In 2010 kreeg de Wageningen Universiteit (WUR) van de toenmalige minister opdracht voor het opstellen van criteria en het ontwikkelen van een objectieve systematiek voor de Positieflijst. Stichting AAP is hier als aanjager en kennispartner steeds nauw bij betrokken geweest en heeft veel tijd gestoken in het aanleveren van de aanwezige kennis en ervaring die kan dienen om diersoorten te toetsen. Daarnaast heeft AAP in de eindfase de lijst beoordeeld in samenspraak met een aantal stakeholders.

Tot zover het persbericht.

De vijf meest voorkomende soorten in 2012 in het opvangcentrum van Stichting AAP zijn.
  1. Exotische eekhoorn, waaronder de Noord-Amerikaanse vliegende eekhoorn, suikereekhoorn, Siberische grondeekhoorn, Dertienstreepgrondeekhoorn.
  2. Degoe (klein knaagdier).
  3. Wasbeerachtige: wasbeer, wasbeerhonden, krabbenetende wasbeer, rolstaartbeer.
  4. Exotische egelachtige: witbuik-egel.
  5. Stinkdier.

17 juni 2013

CIWF verzamelt handtekeningen tegen overtreden regels welzijn varkens

Meer dan 100.000 handtekeningen voor varkens!

Dierenbeschermingsorganisatie Compassion in World Farming (CIWF) heeft in nauwelijks drie weken tijd al meer dan 100.000 handtekeningen verzameld tegen de vele overtredingen van de Europese regels voor het welzijn van varkens. De meeste handtekeningen kwamen uit Italië, maar ook Nederland liet zich niet onbetuigd. In ons land tekenden al ruim 8000 mensen de nieuwe petitie van CIWF.

Zóveel handtekeningen, in zó'n korte tijd is een record voor CIWF: "Het laat zien dat heel veel mensen werkelijk geven om varkens. De EU en haar lidstaten doen er goed aan dit ter harte te nemen en ervoor te zorgen dat de wetten voor de varkenshouderij 100% worden nageleefd", zegt Geert Laugs, directeur van Compassion in World Farming Nederland. In de komende maanden wil CIWF nog veel meer handtekeningen verzamelen met deze petitie die nog loopt tot maart 2014 en die te vinden is op: www.ciwf.nl/varkens.

Met deze Europese petitie wil CIWF een einde maken aan vaak voorkomende praktijken in de varkenshouderij die in strijd zijn met de Europese wetgeving. Voorbeelden daarvan zijn het standaard afknippen van biggenstaarten en het onthouden van strooisel of ander manipuleerbaar materiaal aan de varkens. Deze overtredingen komen ook in Nederland op grote schaal voor. In andere landen komt het bovendien nog vaak voor dat zeugen hun hele zwangerschap opgesloten staan in krappe kooien. Deze praktijk is sinds 1 januari 2013 verboden en is in Nederland inmiddels grotendeels beëindigd.

Onderzoek van Compassion in World Farming in een groot aantal landen liet eerder al zien dat varkens vaak in kale hokken leven en dat staarten standaard worden afgeknipt. Onlangs filmden onderzoekers van CIWF in Italië en Spanje nog meer flagrante overtredingen van de regels. Op sommige bedrijven lagen dode varkens in de hoek, werden gewonde dieren niet verzorgd en waren er infecties aan de ogen te zien. "Dit laat zien dat alleen al het naleven van de bestaande wetten een enorm positief effect heeft op het welzijn van de varkens", zegt Geert Laugs van CIWF: "daarnaast blijven we natuurlijk ook aandringen op een verdere verbetering van de regels in Nederland en in Europa".

15 juni 2013

Slechts 5 procent weide is bloemrijk

Caspar Janssen benoemt in de Volkskrant van 14 juni een opvallend fenomeen: Nederlanders denken dat een groene weide een gezond teken is. Helaas, de werkelijkheid is minder romantisch.
De totale oppervlakte aan grasland in Nederland, ongeveer een miljoen hectare, kan nog een twintigste deel, rond de 50 duizend hectare, doorgaan voor bloemrijk. De ene helft daarvan dient als weidevogelreservaat, de andere helft is in gebruik van boeren die in ruil voor subsidie natuurvriendelijk boeren.

Citaat:
Vogelbescherming Nederland hoopt het tij te keren. Het doel van hun campagne 'Red de rijke weide' is om het areaal bloemrijke weide op te voeren tot 200 duizend hectare in 2020. Dat doet de organisatie met het oog op de twintig soorten vogels die hun jongen grootbrengen in de Nederlandse weide. Met al die vogels gaat het slecht, of het nu de grutto of de scholekster is, twee soorten die grotendeels afhankelijk zijn van het Nederlandse weidelandschap als broedgebied, of de tureluur, de kievit of de veldleeuwerik.

Vogelbescherming richt zich specifiek op het bloemrijke weiland omdat uit eigen onderzoek is gebleken dat de gemiddelde Nederlander meer heeft met het weidelandschap dan met, pakweg, de grutto. De oorzaken van het verdwijnen van dat geliefde landschap is al jaren bekend. Nederland is topexporteur van melkproducten. Om te concurreren moet de melkveehouder steeds efficiënter werken. En dat heeft geleid tot de eiwitrijke, maar verder kale graslanden. Door de gekozen grassoort, door de onnatuurlijk lage grondwaterstand, door bemesting. Gerrit Gerritsen van Vogelbescherming Nederland: 'We offeren ons mooie landschap op voor de melkpoederexport'.

Het doel van 'Red de rijke weide' - er is een petitie - is om zuivelcoöperaties en politici te bewegen om voor natuurvriendelijke melk te kiezen. Zonder extra subsidie. Gerritsen: 'Het hoeft de consument slechts een paar cent per liter meer te kosten. Veel boeren willen wel. Het levert betere melk op, gezondere koeien, en een mooier landschap'.

Tot zover de Volkskrant.

Op de site van Red de rijke weide.


Wat moeten we doen?

Boeren houden rekening met weidevogels en natuur en produceren wat minder melk – maar veel meer natuur.
Zuivelfabrieken en supermarkten kopen de melk en kaas van de bloemrijke weides voor een eerlijke prijs van de boer.
Consumenten betalen een paar cent meer per liter melk.
De overheid zorgt met aangepast beleid dat deze ontwikkeling echt plaats gaat vinden.

Wat zijn weidevogels?

Zo’n 20 soorten vogels brengen hun jongen groot in de Nederlandse weide. Kievit, grutto, tureluur, scholekster en veldleeuwerik zijn de meest bekende. Nederland is de Europese kraamkamer voor heel veel weidevogels. Vooral de grutto en scholekster zijn grotendeels afhankelijk van het Nederlandse weidelandschap als broedgebied.
Waarom sterven weidevogels uit?

Simpel gesteld: door de intensieve melkveehouderij is er voor de weidevogels minder voedsel en weinig plek om jongen groot te brengen. Nodig zijn: wormen in het voorjaar, een ongestoorde broedtijd en bloemen met insecten voor de jongen. Tegenwoordig worden graslanden in het voorjaar al diep ontwaterd, waardoor de wormen te diep in de grond zitten voor de vogels. Bloemen en kruiden hebben plaats gemaakt voor snelgroeiend eiwitrijke gras, met veel te weinig insecten voor de jongen. En het gras wordt al gemaaid voordat de kuikens kunnen vliegen. Veel kuikens overleven dat niet.

10 juni 2013

Van wie zijn de weidevogels?

Hier in Friesland hoor ik regelmatig mensen praten over 'ús greidefûgels' (onze weidevogels). Dat men die vogels - kievit, grutto, tureluur, scholeksters etc. - zo waardeert is natuurlijk prachtig. Maar vaak krijgt die sympathie nogal bedenkelijke trekjes. De greidefûgel heeft een aantal zgn. natuurlijke vijanden. Zoals daar zijn b.v. de vos en de roofvogel.
De adoratie voor de greidefûgel gaat bij vele 'natuurmensen' zo ver dat men bereid is genoemde predatoren genadeloos te vervolgen en liefst uit te roeien. Want, zo zegt men, de slechte stand van de populatie greidefûgels is te wijten aan optreden van de predatoren.
Gemakshalve wordt dan even vergeten dat juist de zeer ingrijpend veranderde landbouwmethoden van de mens de leefomstandigheden van de greidefûgel nadelig hebben beïnvloed. Overbemesting, laag grondwaterpeil, monocultuur van Engels raaigras, het zijn allemaal zaken die de populaties in kwantitatieve zin ernstig hebben aangetast.
In Fryslân komt daar natuurlijk nog dat idiote gebruik van kievitseieren rapen bij. Per jaar mogen er officieel ruim 6000 eieren door de eierrapers worden meegenomen en verorberd. Officieus gaat een veelvoud van het quotum mee onder de pet. Dit wordt gezien als een 'beloning' voor het feit dat na de raapperiode er aan 'nazorg' wordt gedaan, zoals nesten markeren zodat de boeren die kunnen ontzien bij het werk op het land. Hoe goed dat laatste wellicht ook bedoeld, het gestruin door de weilanden brengt veel onrust te weeg en veel deskundigen zijn van mening dat dat markeren niet alleen de boer, maar ook predatoren, wijst waar de nesten liggen.
Kortom, de toch al drastisch uitgedunde stand, wordt dan ook nog 'geteisterd' door de predatoren. Hoewel dat volkomen natuurlijk is. Niet de vos of de buizerd zorgt voor de achteruitgang van de populatie, maar de mens. En ja, als dan ook diezelfde mens, in plaats van de hand in eigen boezem te steken, de schuld bij de predatoren neerlegt, heb je de wereld op de kop gezet. Met veel sentiment wordt geklaagd dat 'ús greidefûgels' ten onder dreigen te gaan aan de roofdieren. In de eerste plaats zijn het ónze greidefûgels helemaal niet. Ze zijn (er) net zo goed van en voor de predatoren. En in de eerste plaats voor zichzelf.
Niet de vos en de buizerd moeten worden bestreden - lees gedood! - maar de mens zou eens bij zichzelf te rade moeten gaan of het misschien in de landbouw ook een tandje minder kan en het eigen (economische belang) niet altijd per definitie te laten prevaleren boven dat van natuur en milieu.

09 juni 2013

Speels lerende dieren

Dieren hebben hersenen en gebruiken die, net als wij: om de wereld te ervaren, om te denken en te voelen en om de problemen op te lossen waarmee ze worden geconfronteerd. Net als wij hebben ze een persoonlijkheid. Ze hebben stemmingen en emoties; ze lachen en spelen. Sommige dieren rouwen en tonen empathie, hebben zelfbesef en zijn zich hoogstwaarschijnlijk bewust van hun handelingen en bedoelingen.

De afgelopen jaren is de kennis over het bewustzijn van dieren spectaculair toegenomen. Zo ontdekten wetenschappers dat walvissen niet alleen met elkaar communiceren, maar bovendien accenten en regionale dialecten hebben. Vissen gebruiken gereedschappen, eekhoorns adopteren wezen, honingbijen maken plannen, schapen kunnen zich gezichten herinneren, ratten voelen elkaars pijn. Olifanten herkennen zichzelf in een spiegel, kraaien kunnen instrumenten uitvinden en er zijn honden met een woordenschat van meer dan duizend woorden.

In Hoe dieren denken beschrijft Virginia Morell de geestelijke en emotionele wereld van dieren: van insecten tot papegaaien, van vissen tot olifanten, en van chimpansees tot dolfijnen en wolven. Ze beschrijft daarbij ook de ervaringen en de morele dilemma’s van de onderzoekers, die zich concentreren op vermogens als geheugen, gevoelens, persoonlijkheid en zelfbewustzijn: eigenschappen waarvan velen nog tot ver in de twintigste eeuw het idee hadden dat ze uniek waren voor de mens.

Het boek op bol.com.

05 juni 2013

Roofvogelvervolging regionaal en wereldwijd probleem

Het Groenkennisnet meldt:

Het aantal roofvogels wat in Friesland door geweld om het leven komt wordt zorgwekkend genoemd. In 2012 kwamen er bij de regionale milieupolitie 122 meldingen binnen, in 2011 waren dat er 117. De provincie Friesland staat wat dit betreft eenzaam aan de top in Nederland. Nestverstoring en vergiftiging van roofvogels komen het meest voor. Door het zetten van vallen met vergiftigd aas sterven naast roofvogels ook steeds meer dassen, vossen en andere aaseters.

Meldpunt

Om het probleem aan te pakken wordt er samengewerkt om tot een meldpunt te komen. Het initiatief komt van het Centraal Veterinair Instituut, het Milieuteam Politie Noord-Nederland en de Friese Milieu Federatie. Vogelbescherming Nederland, de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging en de Bond van Friese Vogelwachten ondersteunen het initiatief voor het meldpunt. De provincie Friesland draagt hier € 20.000,- aan bij. Het is de bedoeling dat het meldpunt dit jaar van start gaat en op termijn voor heel Nederland gaat gelden. Friesland is gekozen als startpunt omdat hier de vervolging het grootst is, en de samenwerking om het probleem aan te pakken het meest ontwikkeld is.

Internationaal verschijnsel

Vervolging van roofvogels is een internationaal verschijnsel. Wetenschappelijke literatuur hierover heeft relatief vaak betrekking op de situatie in Spanje, Italië, en Portugal. Maar het is een wereldwijd probleem.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.