Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

29 mei 2013

Verdrinkt melkveehouder in een melkzeepbel?

In RTV Drenthe radio-uitzending Cassata van zaterdag 25 mei een boeiend debat over de toekomst van de boeren, met name de melkveehouders. De melkprijzen zijn hoog, de behoefte aan melkpoeder groot, maar de concurrentie krijgt in 2015 veel meer kans.
Is dat het einde van de Nederlandse boer? Arend Steenbergen (voorzitter van LTO-Noord en melkveehouder in Pesse) en (10 jaar correspondent voor NRC Handelsblad voor het noorden, en daarna redacteur van Het Financieele Dagblad) kruisen de degens.

Volgens Abrahamse gaan de veehouders in 2015 koppie onder in de melkzeepbel. Schaalvergroting betekent voor de boer hogere kosten door de aanschaf van duur krachtvoer van elders. De kostprijs van melk ligt op dit moment 1 cent boven wat de boer krijgt. Na vrijgeven van de melkquota en het afschaffen van de importheffing zal ook het buitenland meer gaan produceren waardoor de melkprijs gaat zakken en het verschil met de hogere kostprijs nog verder zal uitlopen.
Voor elke kilo melk wordt drie-en-een-halve kilo mest geproduceerd. Nu al is de verwerking daarvan een probleem ondanks de subsidie op mestvergisting.
Abrahamse benoemt vier problemen wanneer de boeren meer vee gaan houden.
1. Extra voer.
2. Extra mest.
3. Subsidie gaan naar beneden.
4. Er komt buitenlandse concurrentie.

Opvallend is dat de LTO woordvoerder geen overtuigend argument voor zijn optimisme kan aanvoeren en terugvalt op een achterhaalde onderbouwing daarvan.
Abrahamse pleit voor krimp in de veestapel tot een kleinschaliger biologische bedrijfsvoering waarin de winstmarges tussen kostprijs en opbrengst veel ruimer zijn en die bovendien niet het milieu belast.
Volgens Abrahamse is de Nederlandse productie van zuivel juist niet efficiënt. De bescherming valt weg en zal daarom de bio-industrieboeren in financiële moeilijkheden brengen.
Koeien in het buitenland komen in tegenstelling tot veel dieren in ons land wel buiten en de kostprijs van de zuivel is veel lager. Die positie maakt buitenlandse producenten op de aantrekkende buitenlandse markt veel sterker.

Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

28 mei 2013

Kinderen hebben verkeerd beeld van dieren

Begin 2013 deed de Dierenbescherming een onderzoek naar de kennis van groep 7 op de basisscholen over dierenwelzijn. Uit het onderzoek blijkt dat 70% van de leerlingen een huisdier als hond, kat, konijn of goudvis heeft. Tweederde van dieren is bij een dierenwinkel gekocht, terwijl 15% uit het dierenasiel is gehaald. Veel kinderen denken dat huisdieren het fijn vinden om opgepakt te worden. Dat is zeker niet het geval bij konijnen. Ook het gedrag van honden en katten wordt vaak verkeerd ingeschat.
Kinderen hebben het idee dat varkens en kippen in de veehouderij elke dag buiten komen. De meeste van deze dieren brengen hun korte leven door in donkere hokken.

Bron: magazine Dier.

De Dierenbescherming heeft op basis van bovenstaande uitkomsten negen lesbrieven gemaakt.

Meer lezen over de achtergrond van de foute indrukken die kinderen opdoen van dieren, ga naar Animal Freedom.

25 mei 2013

Mensen laten wennen aan kadavers in de natuur

What’s in a name. Roger van Leeuwen heeft een dierentuin in Beesd. Charlotte Huisman doet in de Volkskrant van 25 mei verslag. In dierentuin La Paay kunnen bezoekers zien dat de vleesetende dieren kadavers krijgen te eten. Een deel van de mensen moet daaraan wennen.
Een citaat:


Waar andere dierentuinen proberen de bezoeker niet al te zeer voor het hoofd te stoten met deze ongemakkelijke beelden, kun je in De Paay niet om de dierenresten heen. Een grote dierentuin als Artis laat de roofdieren ook herkenbare kadavers eten, ter educatie van zijn publiek. Maar dat gebeurt in Artis bij lange na niet zo zichtbaar als in Beesd.

Kattenbrokken
Voor roofdieren zijn prooidieren het meest volledige voer, en daarom krijgen ze die van Van Leeuwen. Hij verhult dat bewust niet om zo bezoekers aan het denken zetten. Hij begrijpt niet dat mensen minder aanstoot nemen aan kattenbrokken. Daarin zitten ook kuikens, maar dan fijngemalen en onherkenbaar. Het is de natuur, zegt Van Leeuwen. 'De eerste uil die boterhammen met pindakaas eet, moet ik nog tegenkomen.'
Het publiek heeft moeite met deze realiteit, merkt hij. Laatst zag hij een moeder haar zoontje wegtrekken van het zicht op een kadaver. Anders slaap je niet, zei ze tegen haar kind. Zijn boekhouder waarschuwt hem: deze praktijk kost je bezoekers. Daarom heeft hij in het park borden opgehangen. Daarop legt hij uit dat de loslopende cavia's op het veld in het park die de bezoekers kunnen aaien, niet dezelfde dieren zijn als die ze verorberd zien worden door de roofdieren.

Dat scheelt misschien een beetje.
Maar als Van Leeuwen eerlijk is: hij denkt dat het probleem zit in hoe mensen naar dieren kijken: 'Ze vermenselijken dieren. Ze willen protocollen voor wat we doen als een kip ziek is. De klas schoolkinderen die hier op bezoek was, wilde dat ik een ziekenboeg zou maken voor ratten en muizen. 'Ik vroeg: maar moet ik dan gezonde dieren aan de slangen voeren? Daar lopen wij tegenaan.'
De gevoerde eendagskuikens zijn de haantjes die worden gedood omdat mensen alleen hennen willen die eieren leggen, legt hij nog maar eens uit. Zelf fokt hij de honderden muizen en ratjes die als voer dienen. Van tevoren vergast hij ze met koolmonoxide. Veel in gevangenschap geboren uilen kunnen niet jagen. Beet een vrouw hem eens toe: 'Ik heb nog liever dat je joden zo aanpakt.' Schokkend vond hij dat. 'Ik zei: u weet niet wat u zegt.'
Dat zijn de momenten dat hij het heeft gehad met de bezoekers. 'Veel mensen zijn met dieren een beetje de realiteit kwijt.' Als hij een lynx even in een noodhok heeft zitten, is er alweer een discussie over op internet.
Onprettig vindt hij de controlerende bezoekjes van de dierentuinencommissie van het ministerie van Economische Zaken. Van Leeuwen: 'Die mensen worden niet gehinderd door kennis van zaken. Zeggen ze bijvoorbeeld: de gieren hebben te weinig zitstokken. Maar als ik dan vraag hoeveel deze vogels er moeten hebben, willen ze dat niet aangeven. Er zijn geen duidelijke richtlijnen.'
Roger van Leeuwen kijkt en praat recht vooruit. Vertel hem wat over dieren. Hij heeft een opleiding proefdier verzorgen afgerond en aan de universiteit gewerkt als dierenverzorger. Het is puur ervaring, zegt Van Leeuwen, om op een gegeven moment te weten welk dier wat wil. Hij runt het park samen met zijn compagnon Sebastiaan Scheffer, eigenaar van dierenwinkel Zoo-logisch in Utrecht.

Tot zover de Volkskrant.
Wanneer in ons land roofdieren als vossen minder zouden worden bejaagd, dan kunnen vossen de ganzenpopulaties in toom houden. Maar dat betekent ook dat het publiek meer geconfronteerd gaat worden met kadavers. Het gaat te ver om dierentuinen als La Paay als voorbeeld te stellen om mensen te laten wennen aan natuurlijke processen in de natuur, want het houden van dieren in dierentuinen is niet natuurlijk.

Nog een citaat:


'Ons land is daar nog niet klaar voor'
Veel dierentuinbezoekers vinden het geen prettig gezicht om een afgekloven dier te zien. Dierentuinen schipperen: ze willen niet verdoezelen dat roofdieren vlees eten, maar ook hun bezoekers tevreden houden.
Laat de realiteit zien, ook al vinden mensen het vervelend, betoogt Frauke Ohl, hoogleraar dierenwelzijn en proefdierkunde aan de Universiteit Utrecht. Het is juist belangrijk dat dierentuinen mensen aan het denken zetten, zegt ze, in de geest van dierentuineigenaar Van Leeuwen.
Wil je roofdieren echt op een 'natuurlijke' manier houden, dan zul je ze prooidieren moeten aanbieden. Veel mensen hebben een te romantisch beeld van de natuur, vindt Ohl. 'Ze willen niet worden geconfronteerd met het feit dat dieren andere dieren eten. Het blijft raar dat veel mensen er nooit over nadenken: ook het vlees op mijn bord komt van een koe of een varken.'
Daarom juicht de hoogleraar de geschetste praktijk van Dierenpark De Paay toe. 'Het is belangrijk dat er meer situaties worden gecreëerd waarin mensen een stimulans krijgen te reflecteren: waarom denk ik wat ik denk? Komt de emotie die ik voel als ik een dood, aangevreten dier zie in een roofdierverblijf wel overeen met de realiteit van mijn eigen leven? Waarom heb ik die emotie niet bij een karbonaadje op mijn bord?'
Dan zeggen mensen bijvoorbeeld: het vóelt zielig. 'Maar is het ook zielig? Daarover zouden ze meer moeten nadenken. En ook bijvoorbeeld waarom ze het belangrijk vinden dat op een bord staat: de cavia die wordt gevoerd is niet dezelfde cavia die ze hebben geaaid in de caviaweide. Want het is nog steeds een cavia.'
Diergaarde Blijdorp is er dubbel in. Stel: een slang wil geen dood prooidier eten. De grote Rotterdamse dierentuin zal in zo'n geval liever even wachten tot de bezoekers weg zijn voordat er een levende muis in het slangenverblijf wordt gezet. Blijdorp wil de bezoekers niet opzettelijk choqueren. Want als er net een opa met zijn kleinkind bij staat als de slang de muis doodt, is dat niet fijn.
Roofdieren eten gewoon vlees, hoe onprettig sommige bezoekers dat schouwspel ook vinden, is wel het uitgangspunt in Rotterdam. Dus wordt in Blijdorp soms een paardenkop bij de gieren gelegd. De stokstaartjes zijn lekker bezig als ze een hele kip kunnen losplukken, het is een verrijking van hun leven. Net als in de vrije natuur eten niet alle roofdieren hun prooi netjes op. En dan gaan sommige bezoekers klagen.
'Mensen moeten er overheen kunnen stappen: deze dieren eten geen brokjes van de Albert Heijn', zegt Lex Noordermeer, woordvoerder Blijdorp. De dierenverblijven worden wel voortdurend schoongemaakt. 'Wat de roofdieren niet opeten, wordt verwijderd. In kleinere dierentuinen met kleinere verblijven liggen die overblijfselen misschien vaker in het zicht.'
In sommige dierentuinen in Denemarken wordt een dier dat er is doodgegaan in zijn geheel en herkenbaar gevoerd aan de roofdieren. 'Ons land is daar nog niet klaar voor', zegt Lex Noordermeer.
Dierentuin Artis in Amsterdam zegt het als zijn educatieve taak te zien 'ook dit aspect van de natuur te tonen'. Onder meer de gieren, wilde honden, leeuwen, wolven en sommige roofvogels krijgen van tijd tot tijd herkenbare kadavers aangeboden. 'Het is gezonder en stimuleert natuurlijk gedrag', zegt woordvoerster Lilly Wanjon.
Een vale gier bijvoorbeeld is niet anders gewend. 'Als deze vogels het kadaver van een schaap, koe, geit of paard krijgen, is dat natuurlijker voor ze dan een lap vlees. De gieren zijn langer bezig, en hebben interactie met elkaar. Bovendien zitten in de ingewanden van een kadaver allerlei voor de gier noodzakelijke vitaminen en mineralen. Aan alleen vlees en bot hebben ze niet genoeg.'
Als de gieren worden gevoerd, kunnen bezoekers van Artis vragen stellen aan de dierverzorger. Er blijven ook wel bloederige resten liggen. De dieren doen soms enkele dagen over een kadaver. Toch reageert in Artis het overgrote deel van het publiek positief op deze manier van voeren, zegt Wanjon. Slechts een enkele keer komt er een klacht binnen. De gevoerde prooidieren springen er ook niet zo in het oog als in De Paay.
Artis voert soms ook de nageboorte of placenta. Dat is in de natuur ook gebruikelijk, zegt Wanjon. 'Er zitten veel belangrijke mineralen in. Wij hebben laatst de placenta van de Zuid-Amerikaanse tapir die had geworpen gevoerd aan de Afrikaanse wilde honden. Heel duurzaam en gezond.'

Tot zover de Volkskrant.
Het feit dat mensen, geconfronteerd met een kadaver, dit zielig vinden, is ook weer niet een groot probleem. Het is menselijk om dit zo te benoemen. Dat wil nog niet zeggen dat mensen dode dieren ook een probleem vinden. Je kunt hoogstens stellen dat mensen wanneer ze betalen bij het bezoek aan een dierentuin niet met kadavers willen worden geconfronteerd, maar alleen met levende dieren. Wanneer een dierentuinhouder daar van te voren voor waarschuwt, is de keuze aan de bezoeker. Maar de bezoeker zou zich ook moeten realiseren dat hij of zij door te betalen het fenomeen van dierentuinen in stand houdt. En of dat een goede zaak is, zou hij zich wel eens in mogen verdiepen. Waar? Bijvoorbeeld hier: bedreigde dieren leveren dierentuinen veel geld op.

22 mei 2013

Een struisvogel berijden doe je niet

Er zijn elk jaar weer mensen die denken dat het leuk is om een evenement te organiseren waarbij mensen op dieren klimmen. Kamelen, koeien, ezels, olifanten en zelfs struisvogels worden daarvoor ingezet.

Voor wie wil weten wat voor type mens dat is, die serieus denkt dat dit grappig is, bekijk dit filmpje.

Vragen over manipulatie bij aankoop konijnen

Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over de oproepen van de Dierenbescherming om te stoppen met de verkoop van konijnen

1. Kent u de berichten ‘Dierenbescherming tegen winkeliers: stop met verkoop konijnen’[1] en ‘Delft opgeschrikt door konijnenmishandeling’[2]? Kunt u zich voorstellen dat de Dierenbescherming tot een dergelijke oproep komt, gelet op het grote aantal konijnen dat op straat of in opvangcentra belandt en op de erbarmelijke omstandigheden waaronder deze dieren worden gefokt en getransporteerd vanuit onder andere Oost-Europa? Zo neen, waarom niet?

2. Wat vindt u ervan dat opvangplekken van konijnen bomvol zitten en veel konijnen letterlijk op straat worden gezet, terwijl tegelijkertijd volop met konijnen wordt gefokt om te verkopen in onder andere tuincentra en dierenwinkels? Deelt u de zorgen van de Dierenbescherming en anderen over deze situatie? Zo ja, wat gaat u hieraan doen? Zo neen, waarom niet?

3. Heeft u het aprilnummer van Dibevo Vakblad gezien, een uitgave van de brancheorganisatie van fokkers, handelaren en verkopers van huisdieren die ook inspraak heeft op uw beleid? En heeft u dan ook gelezen dat de auteur van “Manipuleren kun je leren” aan het woord wordt gelaten en tips geeft hoe je twijfelende ouders in een dierenwinkel kunt overhalen een konijn aan te schaffen voor hun kind?[3]

4. Wat vindt u ervan dat de brancheorganisatie van verkopers van huisdieren in de praktijk aanstuurt op impulsaankopen, terwijl zij beweert in te zetten op weloverwogen aankopen en voorlichting over onder andere gedrag, huisvesting en kosten? En hoe beoordeelt u dit in het licht van de lobby vanuit de sector tegen wettelijke maatregelen om impulsaankopen en dump van dieren terug te dringen, omdat zij dat zelf wel goed zou kunnen reguleren?

5. Bent u bereid om de roep om zelfregulering vanuit de sector te weerstaan en de oproep van de Dierenbescherming om de verkoop van konijnen een halt toe te roepen mee te nemen in uw beleidsbrief dierenwelzijn, waarin u terugkomt op uw toezegging om impulsaankopen tegen te gaan? Zo nee, waarom niet?


[1] Het Parool, 14 mei 2013.
[2] ‘Delft opgeschrikt door konijnenmishandeling’ Telegraaf, 13 mei 2013 p. 9

[3] Dibevo Vakblad, april 2013 p. 31.

Rekenkamer hekelt duurzaamheid bio-industrie

De Algemene Rekenkamer heeft in vervolg op een onderzoek in 2008 de duurzaamheid onderzocht van de intensieve veehouderij in Nederland. Uit het rapport:
Ammoniak- en stikstofbeleid onvoldoende effectief

Het beleid dat de ammoniakuitstoot en daarmee de stikstofneerslag van de veehouderij moet verminderen, beschermt de biodiversiteit in Nederland onvoldoende. De invoering van de Programmatische Aanpak Stikstof PAS, die de ammoniakuitstoot verder moet verminderen, is vertraagd. Bovendien wil de staatssecretaris van Economische Zaken (EZ) de helft van de milieuwinst die met de PAS moet worden behaald, gebruiken om uitbreidingen in de veehouderij toe te staan.

Naleving dierenwelzijnsregels kan beter, geringe vooruitgang beleid
De staatssecretaris van EZ boekt geringe vooruitgang met het beleid voor dierenwelzijn. Het moment waarop veehouders moeten gaan voldoen aan nieuwe eisen kan jaren na het besluit liggen. Bovendien schuift het jaar waarin de eisen gaan gelden regelmatig op.
Uit controles van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) blijkt dat de naleving van dierenwelzijnsregels door de veehouderij beter kan. Vooral bij varkens en vleeskuikens worden de welzijnsregels onvoldoende nageleefd. In 2011 overtrad meer dan 50% van de vleeskuikenhouders en meer dan 30% van de varkenshouders dierenwelzijnsregels.
Tegelijkertijd moet de sector voor een belangrijk deel zelf toezicht gaan houden: NVWA en kabinet zetten meer in op de eigen verantwoordelijkheid van de sector. Een experiment hiermee bij bedrijven met legkippen heeft niet positief uitgepakt.

Tot zover de website van de Algemene Rekenkamer.

De PvdD reageert als volgt:

Uit het vandaag gepresenteerde rapport van de Algemene Rekenkamer blijkt dat in de intensieve veehouderij massaal dierenwelzijnswetten worden overtreden. Bovendien maakt het rapport pijnlijk duidelijk dat de bio-industrie in ons land een grote bedreiging vormt voor de natuur en de biodiversiteit. De Partij voor de Dieren wil hierover een debat met het kabinet, en dringt aan op een sterke krimp van de veestapel. Bovendien moet het toezicht op de naleving van de dierenwelzijnsregels per direct weer in overheidshanden komen.

Beelden

Beeld 1: Ik zie een grote kippenschuur met duizenden kippen. Angstig rennen ze weg omdat een grote machine met horizontale borstels de dieren letterlijk opveegt, levend en wel! Eenmaal uit die kippenzuiger, worden ze allerminst zachtzinnig in kratten gepropt – bewegen kunnen ze zich niet – en gaan ze richting slachthuis. Daar wacht hun een gruwelijke doodsstrijd en uiteindelijk eindigen ze als mensenstront! Hoewel dit beeld al meer is dan een fatsoenlijk mens kan verdragen, kromp mijn hart helemaal ineen toen ik zag dat een kipje, totaal in verwarring, paniek en doodsangst aan het veegzuigmonster probeerde te ontkomen, ruw in de richting van de muil van het apparaat werd geschopt om haar smartelijke dood tegemoet te gaan.
Beeld 2: Dit keer in zwart-wit. Een opname in een Nazi-concentratiekamp. Een groep vrouwen wordt met geweld gescheiden van hun kinderen. Eén vrouw blijft zich verzetten en houdt haar kind wanhopig vast. Een Duitse officier – u kent ze wel, hoge pet, lange jas, laarzen – rukt de twee ruw uit elkaar en schopt de vrouw naar haar lotgenoten. Er is weinig fantasie voor nodig om te beseffen hoe het ze vergaan is. Het is hun zelfs niet gegund in die laatste vreselijke ogenblikken, als het ZyklonB-gas komt, samen te zijn, elkaar vast te houden en te troosten.
Beeld 3: Op een internetfilmpje beeld en geluid van een andere wrede scheiding van moeder en kind. Een koekalfje wordt vlak na de geboorte bij de moeder weggehaald. De melk die voor haar kind bedoeld was wordt haar door de mens ontstolen. Het kalfje wordt in eenzaamheid voorbereid op een vroege dood als mals kalfslapje dan wel op een bestaan als van haar moeder, die nog dagenlang wanhopig haar verdriet uitschreeuwt omdat ze haar kind mist. Immers geen enkele moeder wil voortijdig van haar kind worden gescheiden. Dat is voor een koe niet anders dan voor een mens.

Wat hebben deze beelden gemeen? Nietsontziende onverschilligheid en wreedheid! De kip die genadeloos de doodsmachine wordt ingeschopt. De vrouw die even genadeloos bij haar kind vandaan wordt geschopt. De koe die niet minder genadeloos van haar kalfje wordt beroofd. Kwetsbare, weerloze wezens. Prooi van een diersoort die claimt ethische afwegingen te kunnen maken.
Op 4 mei herdenken we de slachtoffers van wreedheid en machtswellust- inclusief het nederland-op-zijn-smalst-geneuzel over wel of geen Duitsers herdenken – en staan we vroom op de Dam twee minuten stil te zijn.
Dát nooit wéér? Ach, mensen, het gaat ‘gewoon’ door!

17 mei 2013

Natuurbeheer door boeren is een fiasco

Er moet een einde komen aan de regeling die duizenden boeren van natuursubsidies voorziet, terwijl zij door gebruik van mest en landbouwgif datzelfde landschap juist aantasten. Alleen boeren in de directe omgeving van natuurreservaten die bereid zijn tot vergaande milieumaatregelen moeten nog geld krijgen.
Dit is de belangrijkste conclusie uit het advies van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) dat vanmiddag aan staatssecretaris Sharon Dijksma (natuur) wordt overhandigd. Het kabinet had om advies gevraagd, omdat het het natuurbeleid wil herijken. De laatste keer dat dit gebeurde was in 1990, toen minister Gerrit Braks met zijn Natuurbeleidsplan begon met de Ecologische Hoofdstructuur: het verbinden van natuurgebieden tot één geheel.
Lees hier de samenvatting van het advies.

Eis schadevergoeding voor einde nertsenhouderij is te gek voor woorden

Nertsenfokkers willen via de rechter de Nederlandse staat dwingen het verbod op het fokken van nertsen vanaf 2024 terug te draaien. De wet is volgens hen onrechtmatig omdat een volledige schadeloosstelling ontbreekt. Dat heeft de Nederlandse Federatie van Edelpelsdierenhouders (NFE) donderdag 16 mei bekendgemaakt.

Terwijl de 160 fokkers nog tot 2024 aan het dierenleed kunnen blijven verdienen doen zij een beroep op mensenrechten om dierenrechten te mogen schenden. Zij eisen een schadevergoeding voor deze waanzin van meer dan een half miljard euro.
De letselschade advocaat die hoopt ondertussen stinkend rijk te worden door de NFE te verdedigen heet A. Lever.
Eigenlijk is de eis van de sector te absurd om aandacht aan te besteden. Een sector mag zoals wij allemaal naar de rechter stappen wanneer we denken dat ons onrecht is aangedaan. Maar in dit geval is een doodleuk niet ontvankelijk verklaren van de eis wel een mega understatement.

PvdD koopt natuur vrij van bedreiging door boeren en jagers

De Partij voor de Dieren heeft 16 mei op de veiling van Staatsbosbeheer bijna 100.000 m2 natuur gekocht rondom Daarle in Overijssel. De meest kwetsbare natuurwaarden zijn daarmee beschermd tegen de markt. Natuurliefhebbers – leden en niet-leden – gaven massaal gehoor aan de oproep die de Partij voor de Dieren onlangs deed om met de partij vierkante meters natuur te kopen van Staatsbosbeheer om zo deze natuur te behoeden voor afbraak. De partij haalde in 2,5 week ruim tweeënhalve ton op. Voor zover bekend is dit het grootste burgerinitiatief op het gebied van natuuraankoop ooit. In 1905 kocht Jac.P. Thijsse met andere natuurbeschermers het Naardermeer vrij, nadat Amsterdam plannen maakte het te dempen met huisvuil.

Staatsbosbeheer verkoopt stukken natuur aan de hoogstbiedende via een veilinghuis waardoor de toekomst van die natuur onzeker wordt. Deze uitverkoop is het gevolg van de dramatische natuurbezuinigingen die voormalig staatssecretaris Bleker (CDA) doorvoerde. De Partij bood op de meest kwetsbare natuurgebieden om de natuur te beschermen tegen marktpartijen die met een ander oogmerk dan natuurbescherming aan de veiling deelnamen. Enkele andere kavels gingen letterlijk tegen bodemprijzen van de hand.

Partijleider Marianne Thieme: 'Ik ben heel blij dat zoveel natuurbeschermers zich achter deze positieve actie hebben geschaard om kwetsbare stukken natuur te redden. Het feit dat we in zo'n korte tijd zo'n groot bedrag hebben opgehaald geeft aan dat mensen de afbraak van de natuur zeer aan het hart gaat. De Partij voor de Dieren zal zich overigens – binnen en buiten het parlement - blijven verzetten tegen de verdere uitverkoop van de natuur. Een overheid die aangeeft natuur niet hoger te waarderen dan de prijs van de ondergrond kent kennelijk wel de prijs maar niet de waarde van natuur'.

Dat de PvdD het hoogste bod heeft uitgebracht op een aantal percelen is nog geen garantie dat de partij de natuur ook daadwerkelijk verwerft. Na de afslagfase van de veiling volgt nog de gunningsfase op 24 mei. De huidige eigenaar Staatsbosbeheer moet de nieuwe eigenaar de kavels natuur gunnen.

06 mei 2013

Tros Radar over bijensterfte


Al jaren sterven er meer bijen dan gebruikelijk in de winter. Normaal gesproken overleeft zo’n tien procent van de bijen het niet, de laatste jaren gaat twintig tot zelfs dertig procent van de bijen dood in de winter. Deze sterfte vindt niet alleen plaats in Nederland.
Ook in de rest van de wereld is de sterfte veel hoger dan gebruikelijk. Dat heeft vergaande consequenties. Voor tachtig procent van onze gewassen zijn we afhankelijk van bestuivende insecten zoals honingbijen. Worden deze gewassen niet meer door bijen bestoven, zal ons voedsel veel duurder worden. Markus Imhoof maakte een indrukwekkende film (More than honey) over de mysterieuze wereldwijde bijensterfte.

Alleen in Nederland zijn er al zo’n 350 bijensoorten, waarvan meer dan de helft met uitsterven wordt bedreigd. Er wordt inmiddels wereldwijd veel onderzoek gedaan naar de oorzaken van de sterfte en daar komen drie zaken uit naar voren.

Biodiversiteit
Er is te weinig biodiversiteit. Het landschap wordt steeds eentoniger en er zijn weinig verschillende soorten bloemen en planten. Bijen hebben in de late zomer behoefte aan verschillende soorten stuifmeel. Hierin zit namelijk gevarieerde voeding voor de bijen. Dit hebben ze nodig om de lange winter door te kunnen.

Normaal leven bijen zo’n 6 weken, het broed dat in augustus wordt grootgebracht moet echter veel langer leven. Wanneer er alleen maar maïs of zonnebloemen zijn, krijgen bijen te weinig verschillende soorten stuifmeel binnen en zo te weinig gevarieerd voedsel.

Wat kun je zelf hier aan doen? Zorgen voor laatbloeiers in je tuin. Zodat bijen ook laat in het seizoen nog voldoende stuifmeel kunnen vinden.

Varroamijt
Deze mijt is een parasiet die zich voortplant in de kasten van bijen. Vooral de Europese honingbij is slecht bestand tegen deze parasiet die allerlei ziektes en bacteriën overbrengt. Een bijenvolk kan flink verzwakken wanneer ze last hebben van de varroamijt.

Neonicotinoïden
Neonicotinoïden worden over het algemeen op twee manieren gebruikt. In de landbouw wordt het uitgespoten, waardoor een dun laagje op de gewassen ontstaat, ook wel coating. Daarnaast vinden we neonicotinoïden terug in middelen die mieren en luizen tegen gaan.

Deze neonicotionoiden worden dus niet alleen in de landbouw gebruikt, maar zitten ook in allerlei middelen die gewoon bij het tuincentrum of de bouwmarkt te koop zijn. Middelen waar stoffen als imidacloprid of thiacloprid zitten, zijn niet alleen zeer giftig voor mieren en luizen, maar ook voor bijen, hommels en vlinder. Het is beter om milieuvriendelijkere alternatieven te kopen. 

Correctie op de uitzending van 22 april 2013: geen thiacloprid in consumenten-tuinaarde
In onze uitzending zegt dr Jeroen van der Sluijs het volgende: 'Dan hebben we hier tuinaarde. Dan denk je: wat heeft tuinaarde nou met insecticide te maken? Maar het is dus gewoon toegelaten dat je hier een ander middel thiacloprid gebruikt om die tuinaarde helemaal dood te maken, terwijl het mooie van gezonde aarde juist is dat het krioelt en wemelt van het leven. En dat is ook nodig om alle voedingsstoffen uit die aarde vrij te maken.'

Dit is een vergissing. Er zit in tuinaarde voor consumenten geen thiacloprid. Dit middel is in Nederland niet toestaan als potgrondbehandelingsmiddel voor de particuliere markt. Het middel is wel toegestaan als als potgrondbehandelingsmiddel voor de professionele sierteelt.

Slachting onder waterinsecten Imidacloprid, een middel uit de neonicotinoidengroep, wordt door wetenschappers van de Universiteit Utrecht in verband gebracht met de afname van de insectenrijkdom in het oppervlaktewater. ‘Dit insecticide is zo schadelijk en blijft zo lang in het milieu dat een internationaal verbod zeker op zijn plaats is.’
Het gebruik van imidacloprid heeft volgens onderzoek van het Copernicus Institute of Sustainable Development van de Universiteit Utrecht een zeer negatieve impact op de insectenrijkdom en andere ongewervelde diertjes in en om het oppervlaktewater. ‘Op bijna de helft van het aantal plekken waar de afgelopen acht jaar in Nederland is gemeten, zit er te veel imidacloprid in het water. Op die plekken vonden we gemiddeld drie keer minder ongewervelde diertjes dan in water dat wel aan de norm voldoet’, aldus Jeroen van der Sluijs, docent Nieuwe Risico's aan de Universiteit Utrecht.
Hij en zijn team zien een sterk verband tussen de normoverschrijding van imidacloprid in het oppervlaktewater en de verminderde aanwezigheid van aquatische insecten zoals libellen, waterjuffers, eendagsvliegen, vedermugjes, tweevleugelige insecten en van slakjes en schaaldiertjes. De onderzoekers beweren dat de normen voor stoffen in oppervlaktewater al jarenlang fors worden overschreden. ‘Sommige metingen gaven aan dat de concentratie imidacloprid in het oppervlaktewater 25.000 keer boven de norm was. De normoverschrijdingen zijn in grote delen van Nederland waargenomen, uitgaande van de MTR-norm (maximaal toelaatbaar risiconiveau). Maar ook de MTR-norm voor imidacloprid, 13 nanogram per liter, biedt onvoldoende bescherming voor insecten waarvan de larven lang in het water leven, zoals eendagsvliegen.’
Van der Sluijs hoopt dat het onderzoek duidelijk maakt dat ‘dit veel te breed werkende gif ernstige gevolgen heeft voor de insectenrijkdom van onze planeet. We zetten daarmee nogal wat op het spel voor dat handjevol plaaginsecten waar de landbouw mee worstelt.’ Het middel moet volgens hem dan ook op internationaal niveau zo snel mogelijk moeten worden uitgebannen.

In Trouw van 3 mei wordt PR medewerker Ronald Giezenaar van Bayer aangehaald die stelt dat de voedselproductie niet zonder chemische middelen zou kunnen en dat er in ons land niet genoeg ruimte zou zijn voor volledige omschakeling naar biologische teelt. Dat is maar betrekkelijk. In ons land wordt vooral overgeproduceerd. Wanneer we minder grond zouden benutten voor landbouw, maar wel voor biologische teelt en meer van de grond voor natuur dan wordt er nog steeds genoeg geproduceerd voor de export.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.