Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

24 juni 2012

Biodiversiteit groter in de stad dan op het platteland

In Trouw van 17 juni een inventarisatie van het aantal soorten dieren en planten vergeleken in de stad en het platteland:

Trouw:
Amsterdam herbergt bijna 140 soorten planten en dieren die in meer of mindere mate bedreigd zijn. Zij staan op de zogenoemde landelijke Rode Lijst, een verzameling soorten waar het niet goed mee gaat.
De hoofdstad telt er fors meer dan de gemiddelde gemeente met 70 verschillende soorten. In Bergen, aan de kust in Noord-Holland, zijn de meeste 'rodelijst-soorten' geteld, ongeveer 325. Daarna komen Ede (260) en Bronckhorst (230). In delen van Groningen, Friesland en de Randstad zorgt de moderne landbouw ervoor dat er weinig soorten voorkomen.
Tot zover Trouw.

Deze cijfers laten zien dat het steeds minder aantrekkelijk wordt om naar het platteland te gaan. Voor de natuurliefhebber is meer te zien in groene, ecologische gebieden in de stad.

22 juni 2012

Ergernis in agrosector over ergst geplofte kippen

Op Foodlog valt te lezen:

Uit onderzoek van Wakker Dier blijkt dat de ergst geplofte plofkippen uit een stal, speciaal worden geselecteerd voor de goedkope kipaanbiedingen bij Albert Heijn. Deze extra zware kipfilets - die worden verkocht onder het merk Euroshopper - worden verkregen door de zwaarste plofkippen in de slachterij apart te nemen van de andere kippen uit de stal. Plofkippen hebben onder meer door hun overgewicht veel last van kreupelheid, voetzweren en borstblaren. Wakker Dier: "het is gênant hoe Albert Heijn een extra slaatje probeert te slaan uit de ergst geplofte kippen uit een stal". Jumbo had ook dergelijke grote kipfilets, maar heeft aan Wakker Dier laten weten dat ze deze grote kipfilets vanaf deze week niet meer verkoopt.
Afgelopen weekend liet Eric Huibers, de nieuwe voorzitter van de vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP, in een boerenblad het volgende weten: "Wakker Dier is géén afspiegeling van de maatschappij, al laten de media dat soms wel lijken. De gemiddelde burger wordt door die organisatie niet vertegenwoordigd".
Nieuwe Oogst, het blad waarin hij zijn uitspraken deed, vervolgt:
Over de 'plofkip-campagne' kan hij zich nog steeds opwinden. "Daarmee heeft WakkerDier de vleeskuikensector geheel verkeerd neergezet. Plofkip bestaat niet. Het is pluimveevlees dat wordt geproduceerd op gewone vleeskuikenbedrijven die aan alle regels voldoen".
Foodloglezers hebben ongetwijfeld een oordeel over het communicatie-inzicht van de nieuwe voorzitter en de effectiviteit van de niet-representativiteit van Wakker Dier op het aanbod van Albert Heijn.
Tot zover Foodlog.

Het is een merkwaardige redenering die de Agrosector wel vaker volgt: wat we doen is volgens de regels en daarom is er niets mis mee.

21 juni 2012

De landbouw reduceert biodiversiteit tot één soort

Bestaat wildernis nog in Nederland en waar kun je die dan vinden? Bram van de Klundert ging op zoek en verbleef in de twaalf 'wildste' Nederlandse natuurgebieden, o.a. Tiengemeten, Oostvaardersplassen en Rottumerplaat. Steeds een week overnachten in een hut of een tent zonder telefoon, radio of boeken. Vier dagen alleen zijn en ervaren wat die wildernis met je doet. Expeditie wildernis is daarmee een complete zoektocht geworden naar de betekenis van wildernis in Nederland en voor de Nederlandse samenleving. Uiteindelijk komt hij op het persoonlijke niveau uit: de combinatie van 'alleen zijn' en stilte heeft hem sterker gemaakt.
Dat hij zich tegelijkertijd druk maakt om de achteruitgang van de natuur, is geen verzet tegen verandering. “Maar omdat ik het mensen gun om de sublieme ervaring van de schoonheid van de vitaliteit van het leven mee te maken. Als ik opkom voor weidevogels of kanoeten is dat vanuit een gevoel van mededogen en respect voor al dat unieke leven”.

Ervaringen met het sublieme in de Nederlandse natuur. (bol.com).

Van de Klundert werd geïnterviewd voor het magazine Down to Earth van Milieudefensie.
Een paar citaten.
De teloorgang van de verwondering is misschien wel een van de meest fundamentele bedreigingen voor de natuur. In Van de Klunderts tweede boek Perspectieven voor Wildernis, gaat hij in op de ‘biologisering van ons mens- en wereldbeeld’. Op allerlei vlakken worden mens en wereld tegenwoordig herleid tot hun chemisch-biologische processen: ons eten wordt gezien als verzameling nutriënten, sommige goed (omega-3), sommige fout (verzadigde vetten). Een vogel zingt mooi omdat dat de voortplanting dient. Pubers gedragen zich onverantwoordelijk omdat hun hersenen nog niet zijn uitontwikkeld (We zijn ons brein, van Dick Swaab). Van de Klundert zet daar zijn naturalistische kijk tegenover. “Vanuit de rijkdom van het bestaan. Voeding is veel meer dan alleen nutriënten. De schoonheid van de natuur is niet terug te brengen tot een chemische reactie in je hoofd”. Doe je dat wel, dan wordt het leven verarmd en plat gemaakt. “Liefde en geluk zijn strikt biologisch niet aan te tonen. Maar dat wil niet zeggen dat ze er niet toe doen. Zo geldt dat ook voor schoonheid en verwondering. Ik ben op zoek naar de dingen die belangrijk zijn in het leven”. Die dingen zijn aan de zachte kant. “Ik kan niet aantonen dat natuur belangrijk is, maar ik kan het wel ervaren”.
En.
Het agrarische cultuurlandschap is ook mooi. “Maar dat gaat nog steeds vreselijk achteruit”. Jarenlang heeft hij zich ingezet voor een natuurvriendelijke landbouw, maar nu heeft Van de Klundert het opgegeven: er is volgens hem geen redden meer aan. Hij noemt als voorbeeld de weidevogels. “Eerst probeerden we de met veel geld en moeite de kemphaan te redden, toen dat niet lukte de watersnip, toen dat niet lukte de grutto en nu moeten de boeren al geld hebben voor een koe in de wei”.
Van de Klundert is tot de conclusie gekomen dat landbouw en biodiversiteit inherent strijdig met elkaar zijn: “De landbouw reduceert de biodiversiteit tot één: dat is ook de bedoeling. Een boer wil één soort gewas op zijn akker, verder niks. Als er dan Engels raaigras met een koe op staat, is de biodiversiteit nog twee”. Het hoogst haalbare. Subsidies voor agrarisch natuurbeheer zijn dan ook weggegooid geld, volgens Van der Klundert.
“De landbouw is de enige bedrijfstak die nog fors vervuilt”. Die moet minder bestrijdingsmiddelen gebruiken, minder mest uitstoten. Maar dan nog. “Ook de bijdrage van biologische boeren aan de biodiversiteit stelt weinig voor”. De bemesting van weilanden moet tachtig tot negentig procent terug, willen we voor flora en fauna weer interessante akkers en grasland krijgen. Dat kan ook de biologische landbouw niet brengen.
Ja, hij weet ook wel dat het produceren voor de wereldmarkt een politieke keuze is. En dat dat een belangrijke drijvende kracht is achter de steeds natuurvijandigere landbouw. “Maar als je daar van af wilt, moet je allerlei handelsverdragen opzeggen en uit de Wereldhandelsorganisatie stappen. Dat gaat niet gebeuren”. Daarom is zijn conclusie: “Ik zeg het met spijt in mijn hart: landbouw en natuur moeten zoveel mogelijk worden gescheiden, anders houden we niets over”.
En.
De Nederlandse natuur moet beheerd worden door organisaties die op grotere afstand van de overheid komen. “Zodat we niet meer zoiets meemaken als deze kabinetsperiode, dat één dwaas het hele natuurbeleid kan slopen”.

Voedsel en spelen voor de naïeve burger

Verbouw je eigen voedsel in de stad. Stadsboeren en stadstuinen zijn in opkomst.
Deels heeft dat een fraaie achtergrond: de burger meer bewust te maken van hoe voedsel wordt gemaakt en aan te zetten meer producten uit de eigen omgeving te consumeren. Gelukkig gaat het bij in de stad gekweekte groenten om kleine aantallen, want het stadsklimaat is in principe ongezonder dan buiten de stad. Gezonder om voeling met de natuur te houden is het om bloemen te kweken in je stadstuin.
Voedsel maakt voordat het op je bord komt veel kilometers. Een standaard menu van aardappels, vlees en groente heeft 33.000 kilometer afgelegd. Dat kan korter en zou veel energie besparen.
Maar het systeem van produceren is wel efficiënt. Te efficiënt in het geval van dieren in de vee-industrie, want de kostprijs moet zo laag mogelijk zijn om te kunnen concurreren op buitenlandse markten. Wanneer we geen vlees en zuivel meer zouden produceren om te exporteren zouden wij ook fors bijdragen aan het reduceren van de energieverspillende voedselkilometers en er komt ruimte vrij om vee in de wei te houden.

Het ware beter wanneer Nederlanders minder vlees zouden eten en dat ook nog eens op een verantwoorde manier zouden produceren. Daarover zijn nogal wat misverstanden, bijvoorbeeld dat we te weinig land zouden hebben om voldoende biologisch vlees te produceren. Dat is maar hoe je het bekijkt. Er is genoeg voor ieders behoefte, maar te weinig voor ieders hebzucht. Vlees produceren we in Nederland te veel op een dieronvriendelijke wijze om in het buitenland geld te verdienen.

Medewerker De Rooden van kunst- en architectuurcentrum Stroom organiseerde een aantal jaren geleden het programma Foodprint, waarvoor hij kunstenaars, ontwerpers en architecten uitnodigde om na te denken over de complexe relatie tussen steden en voedsel, met lezingen, manifestaties en exposities als Food Forward.

De Volkskrant meldde bij aanvang het volgende.
Bij deze gelegenheid wordt tevens het boek Food for the City. A future for the metropolis (NAi Publishers) gelanceerd. Hierin ontvouwen onder anderen een kok, een wetenschapper, een boer, filosofen en een architect hun toekomstvisie op de voedselvoorziening van steden. Tijdens het Voedseltribunaal worden zowel de voedselindustrie als beleidsmakers en de argeloze burger aan de tand gevoeld. Maar het definitieve antwoord op het voedselprobleem zal deze openbare hoorzitting niet opleveren. Kleinschalige stadslandbouw en het biologische boerenbedrijf zijn geen reëel alternatief; zelfs de totale landbouwgrond in Nederland is niet toereikend de hele bevolking dagelijks van biologisch vlees te voorzien.
Maar, zo redeneert De Rooden, de eerste - en belangrijkste - stap moet nog worden gezet: bewustwording. 'Voor een euro koop je tegenwoordig een kippenpoot in de supermarkt. Pervers! We moeten voedsel weer leren waarderen. Niet alleen als primaire levensbehoefte, voedsel is ook een manier om te laten zien wie we zijn. In progressieve kringen is het bon ton om vegetarisch te eten. Maar voor Chinezen is juist het eten van vlees een statussymbool'.
De kunstzinnige projecten op Foodprint schieten tekort in het aandragen van pasklare oplossingen. 'Juist voor de bewustwording van de voedselproblematiek zijn ze onmisbaar', zegt De Rooden. Als voorbeeld noemt hij The Meat License Proposal van de Britse kunstenaar John O'Shea. 'Alleen mensen die bereid én in staat zijn een dier op verantwoorde wijze te doden, krijgen een vergunning om vlees te kopen'. Waarschijnlijk zullen er maar weinig mensen zijn die hun biefstuk laten staan door dit kunstwerk, weet ook De Rooden. 'Het zet in elk geval aan het nadenken over waar dat vlees vandaan komt en hoe het op je bord is beland'.
Tot zover de Volkskrant.

Zo is het maar net, maar we hebben meer dan genoeg landbouwareaal in ons land om voor de eigen bevolking op verantwoorde en gezonde manier voedsel te produceren.

Voor onderbouwing lees
100% biologische landbouw is mogelijk in Nederland.
het verhaal van BD boer Leen van Zelderen.
en in het algemeen
Columns van journalisten, theologen, hoogleraren en andere experts op de website van de Stichting Animal Freedom.

Ook bijzonder is het project van de tostifabriek, waarbij midden in Amsterdam dieren worden gehouden op een fabrieksterrein. Het project beoogt de Amsterdammers voor te houden waar hun voedsel vandaan komt. Maar die confrontatie loopt niet altijd van een leien dakje.

Door vervuiling zijn groenten en eieren uit eigen tuin niet altijd ongevaarlijk. "".

Klik hier om meer te lezen over biologisch boeren.

Ons vee vreet meer dan schroot alleen

Tjerk Gualtherie van Weezel schrijft in de Volkskrant van 20 juni over het koolzaad dat van de Oekraïne wordt verscheept naar Nederland. Hier wordt voor biodiesel de olie eruit geperst en de schroot wordt aan het vee gevoerd. Hij schrijft hierover:

Pardon?
Schroot is het afvalproduct dat overblijft als alle olie uit het zaad is geperst. In Nederland wordt dat allemaal verwerkt in veevoer. Door de enorme veestapel die we in West-Europese stallen hebben gepropt, is er in dit gedeelte van de wereld veel vraag naar schroot. Onze kippen, koeien en varkens leven dus op Oekraïens zaad.
Tot zover.

Wat hij niet schrijft is welk percentage van het veevoer afkomstig is van schroot. Met raapzaad en zonnebloemproducten komt dit op 13%.
Jaarlijks wordt in Nederland circa 21,5 miljoen ton diervoeder geproduceerd. Het gaat hierbij om mengvoeders, kalvermelk, enkelvoudige voeders en vochtrijke diervoeders. De grondstoffen hiervoor zijn afkomstig uit binnen- en buitenland. Ze bestaan voornamelijk uit plantaardige producten, zoals graan, soja en tapioca. Voorts uit bijproducten van de voedings- en genotmiddelenindustrie, zoals bierbostel, sojameel, citruspulp, aardappelvezels, tarwegries en dierlijke vetten.
Meer dan de helft van het veevoer bestaat uit granen of granenbijproducten. Soja maakt 11% uit.
Mocht de schrijver de indruk gewekt hebben dat ons vee alleen maar afvalproducten eet wat voor menselijke consumptie ongeschikt is, dan is dat hiermee recht gezet. Ook het schroot zou voor voedsel voor mensen of via vergisting voor energie gebruikt kunnen worden.

20 juni 2012

Ga niet met een dier op de foto op vakantie

Sta niet voor aap op vakantie (persbericht Stichting AAP)

Deze zomermaanden vindt de massale uittocht naar zonnige stranden weer plaats. Verre bestemmingen als Azië en Zuid-Amerika met hun exotische dierenwereld zijn in trek, maar de landen rond de Middellandse Zee blijven favoriet: dichterbij, toch een heel andere cultuur, en voor de exotische ervaring zijn er de mannen met hun aapjes, die vaak wel ergens langs het strand of op marktpleinen lopen.

Berberapen moeten poseren in Marrakech
‘Foto maken?’ Voor je het weet zit het dier al op je schouder of, nog schattiger, op die van één van de kinderen. Verrukt, trots en een beetje bang blijft je kind doodstil staan, wat een vertederend moment, enig voor later toch? Het aapje grijnst geroutineerd naar de camera, een klik; je trekt je portemonnee. Die man moet er tenslotte van leven. Trouwens, het aapje ook. Je doet dus een goede daad.
Of niet?
De foto-aapjes zijn altijd jong en schattig. Tegen de tijd dat ze volwassen worden hebben hun hoektanden zich ontwikkeld en zijn ze gevaarlijk geworden. Daarmee verliezen ze hun bestaansrecht. Ze worden ingewisseld voor een jonger exemplaar, dat op zijn beurt met harde hand wordt klaargestoomd voor zijn taak. Hierbij wordt niet geschuwd drugs te gebruiken. De ernstig bedreigde berberaap wordt bijvoorbeeld uit het wild geroofd om te dienen als entertainment voor toeristen en als potentieel huisdier.

Kort en triest

Wat er met de voorganger van het schattige aapje gebeurt… Als het ‘meezit’ laat zijn baas hem een spuitje geven, maar meestal wordt hij gedumpt of doorverkocht aan louche handelaren. Hij komt terecht in particuliere dierentuintjes of laboratoria, waar men geen geld overheeft voor zijn gezondheid of welzijn. Het leven van een dier in deze tak van de vermaaksindustrie is kort en triest; zijn leven daarna één grote ellende. Voorlichting en educatie zijn noodzakelijk om het dierenleed in de entertainmentwereld tot stilstand te brengen, naast, uiteraard, een betere wetshandhaving in de betreffende landen. Ook de inzet van de reiswereld is onontbeerlijk. Daarom heeft AAP reisorganisaties verzocht om aan al haar klanten een negatief advies te geven over fotografie met (wilde) dieren.

Not done
Gelukkig kan iedereen helpen deze dierenkwelling te stoppen. Ga niet met een aap of een ander wild dier op de foto (o.a. slangen en roofvogels). Net als het kopen van foute souvenirs, het bezoeken van stierengevechten, olifantenritjes, het knuffelen met jonge leeuwtjes en tijgers, het zwemmen met dolfijnen en het bezoek aan louche dierentuintjes is dit ‘not done’ tijdens de vakantie. Laat u ook niet verleiden om een dier te kopen, want dan is het niet beter af en het wordt snel vervangen door een ander dier die dezelfde ellende te wachten staat.
Hopelijk zullen de zonnige stranden snel ook in moreel opzicht ‘schoon’ worden: verschoond van mannen met hun deerniswekkende aapjes. Want ook in de amusementssector geldt de ijzeren economische wet: als ergens geen vraag naar is, zal het aanbod verdwijnen.

David van Gennep

Minder agrolobbyisten op de kandidatenlijsten

De Tweede Kamer is lang de plek geweest waar de agrolobby haar belangen bovenmatig wist te verdedigen. Gelukkig gaat de wind uit een andere hoek waaien, maar waakzaamheid blijft geboden.
Tweede Kamerlid Ger Koopmans van het CDA keert niet terug in de Tweede Kamer. De Limburger was jarenlang de landbouwwoordvoerder van de partij.
Ook Kamerlid Henk Jan Ormel keert niet terug op de CDA-kandidatenlijst. Hij hield zich op veehouderijgebied bezig met diergezondheid.
De hoogstgeplaatste boer op de voorlopige lijst van het CDA op plaats 9 is Jaco Geurts. Hij is landelijk secretaris van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders.
Eerder gaf VVD-Tweede Kamerlid Janneke Snijder al aan niet terug te keren in de Tweede Kamer. Esmé Wiegman, landbouwwoordvoerder van de ChristenUnie, keert evenmin terug.

Pathetische oproep aan koks om hun verantwoordelijkheid te nemen

Paul Seymour doet op YouTube een pathetische oproep aan topkoks Jamie Oliver, Nigella Lawson en Gordon Ramsay om zich te realiseren dat zij als koks het goede voorbeeld kunnen geven en lekker diervrij eten te presenteren aan hun publiek.

De video is een typisch voorbeeld van gelijk hebben maar vanuit de overkill mogelijk weinig steun en gelijk te krijgen.

In de video worden de diervriendelijke uitgangspunten van de drie grote godsdiensten en van beroemdheden aangehaald.

Misschien is de tijd er rijp voor.

19 juni 2012

Convenant ritueel slachten strooit zand in ogen van eerste kamer en publiek

Persbericht Alkmaar, 18 juni 2012 – In verband met de stemming in de Eerste Kamer der Staten-Generaal op dinsdag 19 juni over het Wetsvoorstel Thieme inzake het ritueel slachten hebben St. Rechten voor al wat leeft en St. Comité Dierennoodhulp aan de Eerste-Kamerleden een brief gestuurd waarin zij hun kritiek uiten op het “Convenant onbedwelmd slachten volgens religieuze riten”. Directe aanleiding voor de kritiek is dat de ondertekenaars van religieuze zijde de afgesproken 40 seconden dat het dier na de halssnede nog bij bewustzijn mag blijven nog aan de krappe kant vonden, terwijl zowel van joodse als van moslimzijde decennia lang aan het publiek is voorgehouden dat onbedwelmd ritueel slachten pijnloos is en de dieren onmiddellijk na de halssnede het bewustzijn verliezen. Beide organisaties vinden dat de Eerste Kamer en het publiek met dit convenant zand in de ogen wordt gestrooid en dat, als de Eerste Kamer aanstaande dinsdag het Wetsvoorstel Thieme verwerpt en kiest voor dit convenant, zij hiermee te kennen geeft òf dom en naïef te zijn, òf ... zich onder druk te hebben laten zetten door de religieuze lobby en een dubbele agenda te hebben, waarin partijbelangen en/of economische motieven de hoofdrol spelen. In beide gevallen een Eerste Kamer ónwaardig.

Een aantal redenen waarom de Eerste Kamer aanstaande dinsdag níet het convenant ritueel slachten van demissionair landbouwsecretaris H. Bleker zou moeten verkiezen boven het wetsvoorstel van mevrouw Thieme zonder daarmee een modderfiguur te slaan tegenover het Nederlandse volk:
1. Decennia lang is het publiek voorgehouden dat de rituele slacht voor het dier geheel pijnloos verloopt. Zo stelde Rabbijn Lody van de Kamp in het artikel “Koosjer slachten zonder pijn” ( “De Bazuin” van 12 juni 1998) o.a. het volgende:
“Het koosjer slachten omvat een heleboel regels. De belangrijkste daarvan is dat de halssnede verricht moet worden met een vlijmscherp, maar gaaf mes. Daarmee moeten de slokdarm, de luchtpijp en de beide halsslagaders in één keer worden doorgesneden. Hierdoor raakt het dier onmiddellijk buiten bewustzijn. Omdat de pijn pas na vijftien tot twintig seconden optreedt, voelt het dier niets. De essentie van het slachten is dat het pijnloos gebeurt.” “Verder moet het snijden in één haal gebeuren, er mag niet gestopt worden, er mag geen druk worden uitgeoefend op het mes.” En in het artikel “Ritueel slachten niet verbieden” in het Eindhovens Dagblad d.d. 2 mei 2011 schrijft Ibrahim Wijbenga, binnen het CMO (Contactorgaan Moslims en Overheid) degene die het dossier “Ritueel slachten” beheert, raadslid voor het CDA in Eindhoven, en tevens medeondertekenaar van het convenant: “Allereerst wijs ik erop dat het rituele slachten uiterst professioneel gebeurt met technieken die pijnloos zijn voor het dier.”
Het ondertekenen door vertegenwoordigers van de religieuze groeperingen van het convenant, waar het dier tot 40 seconden bij bewustzijn mag blijven, komt na bovenstaande beweringen in een vreemd daglicht te staan en is in tegenspraak met de uitspraken van o.a. Rabbijn Van de Kamp en de heer Wijbenga, zeker als we bedenken dat de religieuze ondertekenaars de 40 seconden eigenlijk toch wel aan de krappe kant vonden.

2. Het convenant spreekt weliswaar over “permanent toezicht” maar er staat niet bij door wie. Geheel onduidelijk is of dit door een rabbijn gebeurt of door een imam of dat er sprake is van permanent veterinair toezicht. Ook is onduidelijk in het convenant of dit permanente toezicht gaat over het gehele slachtproces of alleen voor het keuren vooraf van de levende dieren. Zonder veterinair toezicht tijdens het slachtproces zal met die 40 seconden snel de hand worden gelicht. Bovendien kan de staatssecretaris ook nog besluiten het toezicht “in frequentie terug te brengen”, zodat het dus niet meer “permanent” is (artikel 5 punt 3 convenant).

3. In het convenant is vastgelegd dat de slokdarm, de luchtpijp en de beide halsslagaders in één haal met het mes moeten worden doorgesneden. Onduidelijk is hoe dat tijdens de koosjere slacht kan worden gerealiseerd, als daar geen druk op het mes mag worden uitgeoefend. Ook over de vraag wat er moet gebeuren als één halssnede niet voldoende blijkt te zijn geeft het convenant geen duidelijkheid. Eveneens is onduidelijk hoeveel seconden het nog duurt voordat het dier, nadat het al 40 seconden intens heeft geleden, uiteindelijk door bedwelming “door middel van een extra ingreep” uit zijn lijden wordt verlost (artikel 2 punt 2 convenant).

4. Dit convenant is eerder een verslechtering dan een verbetering vergeleken met het Besluit Ritueel Slachten van 28 november 1996. Daar stond nog in dat runderen 45 en schapen en geiten 30 seconden na de halssnede bij bewustzijn mogen blijven. In dit convenant is het voor schapen en geiten ook 40 seconden. De ware reden laat zich raden waarom demissionair staatssecretaris Bleker drie maanden lang met zijn “wetenschappelijke adviescommissie” moest vergaderen voor een convenant waarvan de inhoud al nagenoeg in een soortgelijke regeling lag.

St. Rechten voor al wat leeft
St. Comité Dierennoodhulp

In totaal stemden 21 van de 75 Eerste Kamerleden (PVV, SP, PvdD, 50Plus en OSF, de Onafhankelijke Senaatsfractie) voor een verbod. VVD, PvdA, CDA, D66, ChristenUnie en SGP vinden dat een verbod op de rituele slacht de vrijheid van godsdienst aantast. GroenLinks was verdeeld.

02 juni 2012

Antibiotica bij vee onder schuilnaam

Bij vleeskuikens worden zogenoemde coxiodiostatica gebruikt. Dat zijn antibiotica die niet zo hoeven te worden genoemd en dus preventief door het voer gaan.

In het voorjaar van 2011 tetterde het dagblad De Telegraaf dat het antibiotica-gebruik in de veehouderij een jaar eerder met maar liefst 12% was gedaald.
De boeren zijn dus goed bezig!

Een paar maanden later meldde dagblad Trouw dat er in eerste helft van 2011 maar liefst 32% minder antibiotica was gebruikt. De doelstelling van de regering om het verbruik met 20% te verminderen in 2011 was ruim gehaald.
De boeren zijn dus nog beter bezig!

Sinds afgelopen vrijdag weten we hoe die dalingen in de officiële verkoopcijfers tot stand zijn gekomen komen: zo ongeveer de helft van de plofkippenhouders koopt het spul niet meer bij de veearts, maar in het illegale circuit. En spuit vervolgens maar raak. Dat blijkt althans uit een onderzoek van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit onder plofkippenhouders en kalvermesters in noord-oost Nederland.
De boeren belazeren dus de boel!
Minister Schipper en staatssecretaris Bleker haastten zich te melden zeer geschrokken te zijn, en kondigden strenge maatregelen aan.

Streng?

Geneesmiddelen mogen straks alleen nog door veeartsen worden toegediend, en op het boerenbedrijf mogen geen geneesmiddelen meer op voorraad worden gehouden. Daar is op het platteland hartelijk om gelachen.
Immers, uitzonderingen blijven uiteraard mogelijk. Controle? Niet geregeld. Handhaving? Daar doen we op de boerderij niet aan.
De maatregelen gaan niet veel verder dan een opstoken vinger, vergezeld van de mededeling: Foei, niet meer doen hoor! Het antwoord van de boeren is een opgestoken middelvinger terug.

Sancties?

Daar gelooft Eerlijk, Helder, Henk niet in. Net als zijn voorgangers is staatssecretaris Bleker van mening dat het bestraffen van boeren niet nodig is, en dat het vele malen beter en effectiever is een beroep te doen op het zelfreinigend en zelfcorrigerend vermogen van de sector.

En keer op keer laten de boeren zelf zien waar dat toe leidt: tot niets.

Het staat stijf van de convenanten waarin de sector met de hand op het hart beloofde verbeteringen door te voeren, op het gebied van bijvoorbeeld het milieu, gebruik van gif, dierenwelzijn, huisvesting van buitenlandse werknemers, arbeidsvoorwaarden van die werknemers, om eenmaal thuis gekomen met datzelfde convenant het achterwerk af te vegen: ze hebben er letterlijk en figuurlijk schijt aan!

En dan nog iets: de aangekondigde maatregelen gaan pas in per 1 januari 2013. Merkwaardig. Er wordt een misstand geconstateerd, men verzint maatregelen daartegen en wacht vervolgens ruim een half jaar om ze in te voeren.
Zou dat iets te maken hebben met de komende verkiezingen, en willen Bleker (CDA) en Schipper (VVD) de boeren niet al teveel in het harnas jagen? Of willen ze de boeren die niet in het onderzoek zaten de kans geven om ongestoord hun voorraad illegale antibiotica op te maken?
Hoe het ook zij, het blijft zeer merkwaardig dat de maatregelen niet meteen van kracht worden.

Voor een bonafide en integere staatssecretaris van landbouw zouden de resultaten van het onderzoek natuurlijk aanleiding moeten zijn om onmiddellijk ook in de andere regio en in de andere bedrijfstakken, zoals de varkenshouderij en de melkveehouderij, eens te kijken hoe de zaken er daar voor staan.
Maar Bleker kijkt wel lekker link uit. Die heeft geen trek in nog eens een vernietigend onderzoeksrapport.

Voor elke bonafide en integere staatssecretaris van landbouw zouden de resultaten van het onderzoek natuurlijk ook aanleiding moeten zijn om per direct een verbod op megastallen uit te vaardigen. Hij hoeft niet meer te wachten op de bevindingen van de Gezondheidsraad. Het rapport van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit over het gesjoemel met antibiotica zegt al meer dan genoeg.
En als Bleker zelf niet met zo'n maatregel komt, zou de Tweede Kamer dat moeten afdwingen.

Redenen genoeg, want wat er in de veehouderij illegaal en legaal gebeurt, grenst aan bioterrorisme. Er worden immers door het onverantwoorde gebruik van antibiotica in de stallen niet alleen kilo's vlees geproduceerd, maar vooral ook resistente bacteriebommen.
Als we zouden denken dat Al-Quaida er achter zat, zouden we Afghanistan meteen plat bombarderen. En Irak en Iran voor zekerheid ook maar meteen meenemen.

Overdreven?

Dacht het niet. In 2003 vielen de Amerikanen, met steun van Engeland en gedoogd door Nederland, Irak binnen alleen op de verdenking van bio-terrorisme. De massavernietigingswapens die de aanleiding voor de oorlog vormden zijn overigens nooit gevonden.

Maar tegen sjoemelende veehouders die een spelletje poker spelen met de volksgezondheid komen we niet verder dan: Foei, niet meer doen hoor, jochie.

Inderdaad: Niet meer doen. Maar dan wel op een effectieve manier, namelijk door deze halve criminelen die zich veehouder noemen voor het leven het recht te ontnemen om zelfs maar een poes te mogen houden. Laat staan een stal boordevol landbouwhuisdieren.

Klik hier om meer te lezen over het gebruik van antibiotica in de veehouderij.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.