Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

30 november 2011

Dierenrechten houdt ook in niet willen vermenselijken

In de Volkskrant wordt filosoof René ten Bos aangehaald over het transport van orka Morgan naar een zeepark op Tenerife. Ten Bos is geen voorstander van het vermenselijken van dieren. “Vrijheid, dat is een menselijk begrip”.
Dat is juist, maar dat wil niet ontkennen dat het ook een dierlijk begrip is. Elk dier dat je in een kooi zet met een open deur zal de kooi verlaten en zal alleen in de kooi terugkeren wanneer dat de enige plaats is waar voedsel valt te vinden.
Volgens Ten Bos weten mensen altijd wat het beste is voor een dier, maar de vraag is of een dier zelf zich de vraag wat de waarden van het leven zijn.
Met dierenrechten heeft dierenliefhebber Ten Bos niets op, terwijl hij in het artikel wordt aangeduid als “Dierenrechten filosoof”.
Van de opvattingen van Ten Bos worden we weinig wijzer omdat het erop lijkt dat hij moeilijk twee waarheden tegelijk kan zien. Dierenrechten zijn mensenrechten voor mensen die voor de belangen van dieren willen opkomen en deze willen beschermen.

Ganzen en vliegtuigen

De vliegveiligheid op Schiphol is in gevaar door de sterke toename van het aantal vliegtuigen op en rondom de luchthaven. Veel ganzen en andere vogels worden het slachtoffer van het toegenomen vliegverkeer. Er ligt nu een voorstel om een bepaald quotum aan vliegtuigen naar beneden te schieten, maar gevreesd wordt dat dat niet afdoende zal zijn. Immers, vliegtuigen hebben de neiging bij afschot in grotere hoeveelheden terug te komen. Volgens andere deskundigen kan een oplossing zijn het vliegveld onaantrekkelijk te maken voor de vliegtuigen. Het verwijderen van start- en landingsbanen bij voorbeeld zou al een aanzienlijke vermindering van het aantal vliegbewegingen tot gevolg zullen hebben. De Partij Voor Vliegtuigen (PVV) vindt echter dat het vliegverkeer voorrang moet hebben boven de belangen van de ganzen. Vooral niet-inheemse ganzen moeten geweerd worden en worden teruggestuurd naar het land van herkomst. Als men dat beleid stringent en consistent uitvoert zal dat ongetwijfeld leiden tot een substantiële vermindering van het aantal gelukzoekende ganzen. En dan kan er weer onbelemmerd gevlogen worden van en naar Schiphol. Onbekend is nog welke positie het CDA in gaat nemen. Immers deze partij maakt zich sterk voor het rentmeesterschap en barmhartigheid. En van daaruit zou men partij moeten kiezen voor de zwakste, in dit geval de gans. Maar Henk Bleker heeft al te kennen gegeven grote moeite te hebben met het bemoeilijken van het vlieg(tuig)verkeer. "Barmhartigheid is een mooi ding", zo sprak hij, "Maar het moet niet te gek worden en ten koste gaan van de boeren - pardon, ik bedoel natuurlijk de vliegtuigen!"
Een woordvoerder van Schiphol verklaarde dat het verlies aan vliegtuigen niet het ergste is. "Nee", was zijn stelling, "Het gaat ons meer om de mensen in de vliegtuigen"! Een verrassende uitspraak van een vertegenwoordiger van een commerciële instelling. Desgevraagd voegde hij nog toe dat men weliswaar ook het verlies aan ganzenlevens betreurt, maar dat het toch niet zo kon zijn dat je mensen en ganzen gelijk moet schakelen. Immers, ganzen kun je opeten en mensen niet!
Staatssecretaris Atsma ging zo ver dat hij zelfs het mogelijke vergassen(!!) van ganzen niet uitsloot. Vergassen is een probaat middel om schadelijk of minderwaardig geachte wezens doeltreffend te elimineren en maakt veel minder lawaai dan afschieten. Oók wat voor te zeggen, volgens sommigen. In Grevenbicht (Limburg) is enige opwinding ontstaan omdat men hier kansen zag voor het jaarlijks terugkerende 'ganstrekken', het de kop afrukken van een dode gans. Dat vinden ze daar leuk! En of zo'n gans nou vergast of doodgeschoten is, maakt deze wakkere Limburgers eigenlijk niet zo veel uit. Als ze maar voldoende dode ganzen aangeleverd krijgen.
Het is een probleem waartegen op verschillende wijze kan worden aangekeken. Er zal ook in de toekomst nog gevlogen worden in en rond Schiphol. Of dat de vliegtuigen dan wel de ganzen zullen zijn zal de tijd leren.

Er komt bij natuurbeleid meer kijken dan geld besparen

Wie Henk Bleker in zijn beleid ten aanzien van de natuur wil volgen, denkt natuurlijk allereerst aan “follow the money” en “it is the economy, stupid!”. Het komt de agrobusiness nu eenmaal goed uit wanneer ze hun veestapel willen uitbreiden dat de ammoniakdepositie op nabijgelegen natuurgebieden geen belemmerende factor kan zijn. Ook meer gebieden om mest op uit te rijden is welkom. Er zijn echter nog een paar omstandigheden om mee rekening te houden. Het natuurbeleid van de EU schrijft niet voor om geïsoleerde natuurgebieden aan elkaar te knopen. Veel geïsoleerde natuurgebieden hebben unieke planten of dieren die zowel gered als in gevaar zouden kunnen komen wanneer zij een verbinding krijgen met andere gebieden. Het zit er in dat dan andere dieren en planten het gebied zullen bevolken.
Wil je de filosofie van de Ecologische HoofdStructuur verdedigen tegen het beleid van Henk Bleker dan moet je de gedachte uitdragen dat dieren en planten een mogelijkheid zouden moeten hebben om te migreren. Je moet dan ook de consequenties doordenken. Wanneer de edelherten, konikpaarden en Heckrunderen uit de Oostvaardersplassen kunnen migreren naar de Veluwe via het Oostvaarderswold dan loop je kans dat je in de winter een konikpaard op de openbare weg tegenkomt. De vraag wordt dan in de toekomst gesteld “moeten jagers ook paarden gaan afschieten?“ of moet Staatsbosbeheer cowboys in dienst nemen om grote grazers in het voorjaar weer terug te drijven naar de Oostvaardersplassen, net zo lang tot de dieren het uit zichzelf doen?
Wil je het beleid van Bleker eerlijk beoordelen dan moet de discussie eerlijk gevoerd worden. Wanneer je dieren de mogelijkheid geeft om uit de Oostvaardersplassen te trekken, geef je andere dieren de mogelijkheid om erin te trekken. Daardoor verandert de samenstelling van de dierenbevolking. Denk hierbij aan everzwijnen, maar ook aan wolven.
Dieren die naar de Veluwe trekken moeten weerhouden worden om bewoond gebied in te trekken. Dat vraagt bijvoorbeeld afrastering, maar ook bewustwording van mensen om dieren niet te voederen.
Het is ook flauw om de kosten van de aanleg van extra natuur boekhoudkundig op te voeren omdat landbouwgrond om te zetten in natuurgebied waardevermindering inhoudt. Zou bijvoorbeeld het gebied van het Oostvaarderswold als stedelijk gebied worden bestempeld dan stijgt de waarde van de grond weer.
Ook is de recreatieve waarde van een natuurgebied niet zo exact in geld uit te drukken als landbouwgebied.
Een samenleving zou ook geld over moeten hebben voor een natuurbeleid dat recht doet aan dierenbelangen. Die afweging vraagt een eerlijke communicatie.

De krabbenmand met elkaar degraderende vleeseters

Wie wel eens een open mand met krabben heeft gezien, zal het fenomeen kennen: de krabben die proberen uit de mand te klimmen trekken elkaar weer naar beneden. Het resultaat is dat bijna geen krab de mand verlaat en zijn vrijheid herwint.

Een Amerikaanse onderzoeker, dr Brock Bastian van de UQ's School of Psychology, heeft uitgevonden dat mensen de mentale eigenschappen van dieren ontkennen wanneer zij vlees eten. Het valt hen zwaarder om een dier te eten dat zij (bijna) als gelijkwaardig herkennen. Het is een open deur, maar toch.
In de Tweede Wereldoorlog probeerde de Nazi’s de Joden die zij wilden vergassen eerst te ontmenselijken. Dat maakte hun dodelijke gedrag gemakkelijker uit te voeren met minder gewetensnood.
Arnon Grunberg probeert PVV-ers en PvdD-ers omlaag te halen omdat zij een wet willen doorvoeren die rituele slacht verbiedt. Hij doet dit door te proberen hen belachelijk te maken met absurde vergelijkingen. In de Volkskrant van 30 november roept hij op om Afghanen op te leiden tot animal cops: “eigen lammeren eerst?”.
En zo probeert iedereen, wiens vrijheid beperkt dreigt te worden, een ander omlaag te halen die opkomt voor zijn eigen vrijheid of de vrijheid van een ander.
Het wordt een mooiere wereld wanneer deze mensen eerst zichzelf zouden beperken alvorens de aanval te openen op anderen die werken aan een grotere vrijheid voor allen.

25 november 2011

Een besmettelijke variant van de vogelgriep dichtbij

Een zeer besmettelijke H5N1 variant van de vogelgriep is niet ver weg
Ron Fouchier, hoogleraar virologie aan het Rotterdamse Erasmus MC, slaagde erin om een zeer besmettelijke variant te maken van het vogelgriepvirus H5N1. Slechts een paar mutaties in het virus-dna, die ook op natuurlijke wijze kunnen ontstaan, veranderen H5N1 in een zeer besmettelijke variant.
Het is goed dat dit nu al bekend is, zodat alvast gewerkt kan worden aan een oplossing, bijvoorbeeld een vaccin. Men is bang dat wanneer de precieze omstandigheden over hoe deze variant zou kunnen ontstaan in handen komt van bioterroristen dat zij daar misbruik van zouden maken. Maar het zou ook mooi zijn wanneer Fouchier duidelijkheid geeft hoe groot de kans is dat de variant door de bio-industrie kan ontstaan.

Bleker speelt provincies en EU tegen elkaar uit

Citaat uit het nieuws op nu.nl.
Of het voor Bleker bespreekbaar is dat er wel extra wordt bezuinigd op ontwikkelingssamenwerking, maar minder dan de genoemde 4 miljard euro, liet hij in het midden.
''Ach, laten we niet gaan afdingen''. Hij wees wat dat betreft wel op de internationale verplichtingen die Nederland heeft.
Tot zover het citaat.

Henk Bleker heeft zich ook te houden ten aanzien van internationale verplichtingen over het beschermen van de natuur in Nederland, maar daar heeft hij volgende op gevonden.

Het ministerie van EL&I, meldt op 21/11/11 het volgende.
Na de decentralisatie heeft het Rijk nog steeds een aantal taken op gebied van natuur en biodiversiteit. Het Rijk vertegenwoordigt Nederland in internationaal verband, is verantwoordelijk voor de nakoming van internationale verplichtingen door Nederland en daarop internationaal aanspreekbaar. Als sprake is van verplichtingen tot het verzenden van rapportages of het doen van meldingen aan internationale instellingen geschiedt zulks door het Rijk. Dat schrijft staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie aan de Tweede Kamer in reactie op vragen over het akkoord dat hij bereikte met de provincies over de decentralisatie van het natuurbeleid.
Tot zover EL&I.

Wat Bleker hiermee heeft gedaan is dat hij de verantwoordelijkheid voor het maken van een Ecologische Hoofdstructuur heeft overgeheveld naar de provincies. Dit is een verdeel en heers strategie. Bij het creëren van een EHS moeten provincies vaak samenwerken omdat de verbinding vaak van de ene naar de andere provincie loopt. Een voorbeeld is de verbinding van de Oostvaardersplassen via het Oostvaarderswold in Flevoland naar de Veluwe die in Gelderland ligt.

Het EL&I meldt dezelfde dag ook.
Rijk kan optreden tegen falende provincies

Op grond van de Provinciewet heeft het Rijk drie instrumenten om te sturen in de taakvervulling van de provincies. Het Rijk kan besluiten van een provincie schorsen of vernietigen indien er sprake is van strijd met het recht of het algemeen belang. Bij taakverwaarlozing door een provincie kan het Rijk 'in de plaats treden' en zo de naar zijn oordeel benodigde maatregelen treffen. Als het generieke kader niet volstaat kan het Rijk op grond van het wetsvoorstel Wet Naleving Europese regelgeving publiekrechtelijke entiteiten (NERPE) een aanwijzing geven aan een provincie, wanneer deze provincie niet of niet naar behoren invulling geeft aan een Europees rechtelijke verplichting. Met de aanwijzing wordt de provincie verplicht om binnen een bepaalde termijn een bepaalde actie te ondernemen.
Tot zover EL&I.

Voor de overheveling van het natuurbeleid was het Rijk in de positie om provincies te verplichten om een EHS aan te leggen. Na overheveling kan Bleker zowel de provincies dwingen om te stoppen met het aanleggen van natuur en tegelijk de boetes doorberekenen aan de provincies wanneer Nederland de internationale verplichtingen niet nakomen. Via een typische Blekeriaanse u bochtconstructie laat hij weten dat de kans op een boete klein is:

Boete zelden aan de orde
Een boete of dwangsom die door de Europese Commissie aan Nederland is opgelegd kan het Rijk op grond van het wetsvoorstel NERPE verhalen op provincies die naar oordeel van het Rijk nalatig zijn geweest bij de vervulling van de aan hen in medebewind gegeven taken. Provincies kunnen tegen deze beslissing van het Rijk rechtstreeks beroep instellen bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens Bleker is een boete of dwangsom van de Europese Commissie slechts zelden aan de orde. In de procedure die vooraf gaat aan het opleggen van een boete of dwangsom heeft de lidstaat de mogelijkheid de fout of tekortkoming te herstellen en zo te voorkomen dat het tot een boete of dwangsom komt.

bron: Ministerie van EL&I, 21/11/11.

23 november 2011

Dubbele u-bochtconstructie Bleker in beleid megastallen

Het kabinet gaat geen verbod instellen op de bouw van megastallen. Wel wordt het mogelijk in specifieke gevallen grenzen te stellen aan de omvang van een boerderij, bijvoorbeeld als die een bedreiging vormt voor de volksgezondheid. Dat schrijft staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Henk Bleker in zijn visie op de toekomst van de veehouderij in Nederland.
Volgens Bleker moeten boeren ervoor zorgen dat hun boerderij in de omgeving past en de overheid er niet meer aan te pas hoeft te komen om lelijkheid te voorkomen.
Het kabinet gaat gemeenten en provincies verzoeken ook volgend jaar niet mee te werken aan bouwaanvragen voor nieuwe megastallen. Een 'ongebreidelde groei' van boerderijen vindt het kabinet volgens de staatssecretaris 'niet gewenst', maar geleidelijke groei moet mogelijk blijven.

Dat zijn zoveel slagen om de arm en tollen om de beleids-as dat er sprake is van een dubbele u-bochtconstructie. Het zoveelste voorbeeld van “een Blekertje doen”.

Er zal daarom zelden alleen maar positief worden geschreven over Henk Bleker:

Natuurmakers en een Blekertje doen

Ineke Noordhoff is journalist en auteur van het boek Natuurmakers. Zij sprak met bevlogen boeren, burgers en beleidsmakers over het creëren van nieuwe natuur en geeft daarmee een prachtig portret van het hedendaagse natuurbeleid in Nederland. Staatssecretaris Bleker wil meer boeren en particulieren inschakelen bij het natuurbeheer. Hij rolt zijn Groningse model over het hele land uit. Moeten we ons voorbereiden op een invasie van hekken en bordjes 'Verboden toegang'?

In de Volkskrant laat zij weten welke ervaring in de provincie Groningen is opgedaan met het beleid van Henk Bleker. Daar komt de uitdrukking vandaan "Even een Blekertje doen": eerst ferme taal en dan bijdraaien.

Noordhoff:
Ik ging kijken wat er in het landschap gebeurde nadat Bleker was vertrokken naar Den Haag. Verschillende natuurpercelen zijn afgelopen jaren met subsidie aan boeren en bemiddelde particulieren verkocht. In de meeste gebieden zijn allerlei hekken en prikkeldraad verschenen - zo ziet versnipperd bezit er dus uit. Vaak ook zijn er borden te vinden die het publiek tegenhouden. Ook Bleker kreeg als particulier geld van de overheid om wilde dieren naar zijn land te lokken. Een hoogzit (jachthut) op zijn eigen terrein doet echter vrezen dat de dieren daar niet de veilige haven vinden die de subsidiegevers met hun bijdrage beogen. Het publiek hoeft dat overigens niet te merken want bij de toegang staat - inderdaad - een bord 'verboden toegang'. Particulier natuurbeheer is in dit soort gevallen - want Bleker is niet uniek - verworden tot een cashmachine voor de happy few.



De Natuurwet wordt gezien als een verkapte jachtwet, waaronder nog meer dieren mogen worden bejaagd. Ondertussen heeft Bleker eerst het aantal te bejagen dieren uitgebreid ("Blekertje doen") en volgens de smient uit het lijstje geschrapt ("u-bochtconstructie").

Ganzenaantallen in rivierengebied op natuurlijke manier te beheersen

Persbericht Rijn in Beeld. Het aantal zomerganzen in het rivierengebied is zo hoog dat er schade optreedt aan landbouw en natuur. Onderzoek in het kader van Rijn in Beeld laat zien dat de problemen structureel zijn op te lossen zodat minder afschot van ganzen nodig is.
De afgelopen jaren is het aantal zomerganzen langs de grote rivieren sterk gegroeid. Dit mag als een succes van 30 jaar ganzenbescherming gezien worden. Tegelijkertijd neemt het aantal zomerganzen dusdanig grote proporties aan, dat zich allerlei negatieve effecten voordoen. De zomerganzen zijn hun natuurlijke aantallen ver voorbij geschoten. Dit leidt niet alleen tot schade aan de landbouw, maar ook tot steeds meer negatieve effecten op de kwaliteit van de natuur.
Onderzoek in het kader van project Rijn in Beeld laat zien dat er goede mogelijkheden zijn om de problemen met zomerganzen (inheemse Grauwe gans plus een aantal exotische soorten) structureel op te lossen. Slimme grondverwerving en ruimte voor predatie zijn daarbij succesfactoren. Ingrijpen door jacht kan beperkt worden hetgeen gunstig is voor het maatschappelijk draagvlak.

Onnatuurlijk grote ganzenpopulatie
In het oorspronkelijke, deels beboste, rivierenland was de Grauwe gans waarschijnlijk een veel minder algemene broedvogel. Ze kwam verspreid in rietmoerassen langs de rivieren voor. Door overbejaging is de inheemse Grauwe gans begin 20e eeuw vrijwel geheel uit Nederland verdwenen. Door uitzettingen vanaf de jaren '70 is de soort teruggekeerd als broedvogel, onder meer in het rivierengebied. In de tussentijd was ons rivierenlandschap sterk veranderd. Vooral het areaal hoogproductieve graslanden met jaarrond beschikbaar voedsel was aanmerkelijk uitgebreid en de soort trof plots ideale omstandigheden aan. In de uiterwaarden vond hij kleine natuurgebiedjes die als geschikt broed‐ en opgroei-habitat konden dienen.
De populatie zomerganzen in Nederland groeide uit tot ongeveer 200.000 vogels, waarvan een groot deel in het rivierengebied. Dit grote aantal ganzen heeft echter een zeer kunstmatig karakter omdat het sterk gekoppeld is aan het grote areaal voedselrijk grasland van de moderne landbouw. De beschikbaarheid van voedsel is daardoor nauwelijks meer een beperkende factor.

Ecologische schade
Onderzoekers van het project Rijn in Beeld laten zien dat er zelfs in het voedselrijke rivierengebied negatieve ecologische effecten door zomerganzen optreden.
De belangrijkste zijn:
beperking van de ontwikkeling van rietmoeras door vraat, overbegrazing van waterplanten en oeverbegroeiing en een slechte waterkwaliteit van plassen met ganzenconcentraties (o.a. blauwalgen). De negatieve effecten van ganzen treden vaak op in combinatie met andere factoren zoals verdroging (waardoor ganzen rietscheuten makkelijker kunnen bereiken) en de aanwezigheid van ondiepe stilstaande plassen met een voedselrijke slibbodem.

Slimme grondverwerving en ruimte voor predatie
Aankoop van agrarische enclaves in uiterwaarden met veel natuur is naar verwachting één van de meest effectieve oplossingen om de broedpopulatie van zomerganzen terug te dringen. Door het omzetten van voedselrijk landbouwgebied in gevarieerder natuurgebied kunnen de jonge ganzenkuikens veel minder makkelijk bij het voedsel komen. Hierdoor zal het aantal broedende ganzen en het aantal jongen dat groot wordt afnemen.
Daarnaast eten vooral vossen graag eieren, kuikens en ganzen. In uiterwaarden waar vossen de kans krijgen om zich te vestigen, zien we dat ganzenkolonies verdwijnen. Aanbevolen wordt om in natuur-uiterwaarden de jacht op vossen te verbieden en zo ruimte te geven aan natuurlijke predatie.



Nieuw beleid: ganzenopvang binnendijks
Verder geven de onderzoekers het advies om foerageergebieden voor overwinterende ganzen in de uiterwaarden zo veel mogelijk naar binnendijkse landbouwgebieden te verleggen. Boeren krijgen daar dan een vergoeding voor de ganzenopvang. Hierdoor ontstaat in de uiterwaarden ruimte voor enerzijds bijzondere riviernatuur en anderzijds lagere, meer natuurlijke aantallen zomerganzen. Ook zal de uitvoering van hoogwaterprojecten minder vertraging oplopen doordat dure compensatie voor winterganzen achterwege kan blijven.

19 november 2011

280 jagers verspreiden giftig aas

Caspar Janssen is redacteur van de Volkskrant. In de krant van 19 november schrijft hij over zijn weerzin dat jagers roofdieren vergiftigen zodat zij zelf de prooidieren kunnen schieten. Janssen becijfert dat van de 28.000 jagers in ons land hoogstens 1% zo laf bezig is. Dat zijn er dan wel een kleine 300 honderd. Dat getal verklaart de vele incidenten door het hele land met vondsten van dode roofvogels en roofdieren als vossen.

Janssen: ”Zelf heb ik er last van dat ik me zo moeilijk kan inleven in mannen die 's ochtends vroeg opstaan - een boterhamtrommeltje en een thermoskan koffie mee - om vosjes dood te knuppelen. En in volwassen mannen die tamme fazanten schieten in een weiland. Want dat is toch net zoiets als in camouflagetenue schieten op een kippenhok.
Hoho, zegt de KNJV dan, wij distantiëren ons. Het gaat maar om 1 procent slechte jagers. De rest vervult een belangrijke beheersfunctie in de natuur.
Je zou zeggen: als er één club belang heeft bij het opsporen van die overigens wel erg actieve 1 procent slechte jagers, dan is het de KNJV wel. De jagerswereld is klein en gesloten. Dus is de KNJV ook de aangewezen partij om die slechte jagers te vinden, bekend te maken, aan te geven.

Dat gebeurt blijkbaar niet. Of nauwelijks.

Imagotechnisch is dat niet handig.

De KNJV distantieert zich nog eens ten onder.

Tot zover Caspar Janssen.

18 november 2011

Internationaal transport dieren een te lange lijdensweg

De Europese Commissie presenteerde op 10 november het lang verwachte rapport over de huidige EU-wetgeving voor diertransporten. Hierin stelt Eurocommissaris Dalli dat aanpassing van de wet niet nodig is. Als dit advies wordt opgevolgd door het Europees Parlement, betekent dit miljoenen dieren zullen blijven lijden onder de dieronvriendelijke transporten.

Transport één lange lijdensweg

Onder de huidige EU-wetgeving mogen dieren meerdere dagen en duizenden kilometers worden vervoerd. Zo worden koeien van Letland naar Frankrijk vervoerd, gaan kalfjes van Ierland naar Nederland en worden varkens van Nederland naar Zuid-Spanje gereden. Bovendien wordt de huidige regelgeving vaak niet nageleefd. Verschillende onderzoeken hebben de gruwelijke omstandigheden op EU-transportroutes al aan het licht gebracht. Zo worden de dieren vervoerd in te vol geladen wagens waardoor dieren worden doodgetrapt of verstikt, ze hebben gebrek aan voedsel en water en staan bloot aan extreme temperatuurwisselingen. Dit leidt tot stress, verwondingen, uitdroging en uitputting bij de dieren. Recente beelden en rapportages geven een beeld van de gruwelijke omstandigheden waaronder dieren worden getransporteerd van Europa naar Turkije.

Steun 8Hours



WSPA en andere dierenwelzijnsorganisaties pleiten daarom voor een aanpassing van de wetgeving, zodat dieren maximaal acht uur onderweg mogen zijn. Ze roepen inwoners van de EU op om te eisen dat aan dit lijden een einde wordt gemaakt. Met het ondertekenen van de 8Hours petitie kunnen burgers aangeven dat er nieuwe wetgeving dient te komen, die het welzijn van dieren beter in acht neemt. Ruim 870.000 Europeanen hebben de petitie al ondertekent, het doel is om minimaal 1 miljoen handtekeningen op te halen.

“We hopen dat politici zich bij dit aantal zullen realiseren dat de huidige wetgeving niet acceptabel is en zich genoodzaakt voelt om deze aan te passen,” aldus Ruud Tombrock, directeur WSPA Nederland. Het is nu aan de Europese burgers om het onnodig dierenleed tijdens diertransporten onder de aandacht te brengen”.

13 november 2011

Aan Edith, van Henk

Afgelopen week verbaasde Esther Ouwehand (PvdD) vriend en vijand door in de Tweede Kamer, tijdens de begrotingsdebatten over volksgezondheid, een - gefingeerde - brief voor te lezen van Edith Schippers (Volksgezondheid) aan Henk Bleker (Landbouw). In deze brief geeft Schippers Bleker er behoorlijk van langs omdat zijn beleid volgens haar de volksgezondheid in gevaar zou brengen. De intensieve veehouderij is een bron van risico's op allerlei ziektes, brengt veel schade toe aan het milieu en is zeer dieronvriendelijk. Met name het CDA was niet blij met de 'stunt' van Esther Ouwehand en probeerde de Kamervoorzitter er toe te bewegen haar het zwijgen op te leggen. Tevergeefs overigens.
Het leek mij wel een aardig idee Henk Bleker - eveneens gefingeerd - te laten reageren op deze brandbrief.


Beste Edith,

Nou zeg, ik ben best wel even geschrokken van die brief van jou. Wat maak je me nou? Ga je een beetje die twee mutsen van de Partij voor de Dieren in de kaart spelen. Krijg ik eerst half Nederland over me heen omdat ik die jongen Mauro een oneerbaar voorstel zou hebben gedaan, kom jij nu met de aantijging dat ik door mijn beleid de volksgezondheid in gevaar zou brengen. Met zulke coalitiegenoten heb je geen oppositie meer nodig!
Wat nou, mijn beleid brengt de volksgezondheid in gevaar. Jouw beleid brengt de positie van mijn boeren in gevaar, zul je bedoelen!
Ik weet ook wel dat er mensen doodgaan door bacteriën en andere ziekmakers uit de veehouderij. Ik ben me bewust dat al die bestrijdingsmiddelen een nadelige invloed hebben op mensen die in de buurt wonen waar die troep gebruikt wordt. En ja, ik realiseer me dat door de overbemesting de grond dood is gemaakt en dat insecten en weidevogels daardoor het loodje leggen. En denk maar niet dat ik niet door heb dat er met de dieren in de vee-industrie vervelende dingen gebeuren, allemaal ter wille van een goedkoop stukje vlees. O ja? Zit er in de vis tegenwoordig zoveel DDT? Nou ja, dan kunnen we er in ieder geval insecten mee bestrijden (grapje, hoor! Maar ik ben nou eenmaal een nuchtere Groninger en die hebben zo hun eigen gevoel voor humor. Zo ist maar krekt!).
Mensen minder vlees gaan eten? Denk je nu werkelijk dat ik mijn achterban – of wat daar nog van over is – zo ver kan krijgen dat ze hun karbonaadje en kipfiletje inruilen voor een sojafröbelschijfje of iets van dien aard? Wij blijven volhouden dat vlees en zuivel volwaardige voedingsmiddelen zijn waar de bevolking niet zonder kan. Al die nieuwlichters die anders beweren verklaren we gewoon voor gek. Ik heb daar in de kamer een uitstekend mannetje voor: Ger Koopmans! Die ontkent b.v. gewoon dat ganzen last hebben van die dwangvoedering om ze foie gras te laten produceren. Of hij zegt dat de dieren bij het CDA beter af zijn dan bij de Partij voor de Dieren. Gewoon glashard ontkennen, tegen beter weten in, is voor ons een uitstekende strategie, denken wij.
Megastallen gevaarlijk voor de omwonenden? Nou dan verhuizen ze maar! En die boeren zelf zeuren niet over dat beetje fijnstof in hun longen. En hoor je wel eens een varkenshouder jammeren dat hij het zo erg vindt dat hij besmet is met ESBL-bacterie? Nee toch? Nou dan! Schaalvergroting, dat is het credo van de landbouwsector en ik ga daar vrolijk in mee want ze stemmen in ieder geval dan nog op ons! Dieren zijn er voor de mens, Edith, lees de bijbel er maar eens op na. Want dat Grote Boek is en blijft het richtsnoer voor ons handelen. Rentmeesterschap – dat woord mogen we van dat mens, die Jacobine Geel, dus niet meer gebruiken, maar ik doe het toch, koppige Groninger als ik nou eenmaal ben! – zien wij een ietsiepietsie anders dan die geitenwollensokkenmierenneukers. Excusez le mot!
Weet je wat ik denk, Edith? Dat jij stiekem de kant van die twee poezen van de PvdD hebt gekozen. Want in die brief van jou herken ik veel van meisje Ouwehand. Ouwehand, ken ik die naam niet van de haring en dat dierenpark? Nou, dan heeft dat wicht haar afkomst ook behoorlijk verloochend, zeg!. Ze moest zich schamen om zo op jou in te praten dat je – bijna? – om bent. Want, zeg nou zelf, Edith, jij als rechtgeaarde VVD-ster, jij weet toch ook wel dat al dat gezever over natuur en milieu de omzetcijfers van onze ondernemers alleen maar drukt en ze op kosten jaagt? We moeten groeien, groeien en nog veel meer groeien. Megastallen, varkensflats, we moeten en zullen doorgaan. Na ons de strontvloed! Niet dan? Ja toch? Nou dan!
Kom op Edith, we drinken er nog wat op – en dan bedoel ik natuurlijk geen melk - en jij steekt nog een lekker sigaretje op – want de tabaksindustrie ligt jou ook na aan het hart, heb ik begrepen. En dan in de tweede termijn kom jij met je verhaal voor de Kamer en vertel je eerlijk dat je je door die kol van een Ouwehand zo hebt laten beïnvloeden dat je in totale verwarring die brief aan mij hebt geschreven. Mijn partij slikt dat sowieso wel en die van jou zal ook niet moeilijk gaan doen en het afdoen als een zwak, maar te vergeven, moment van een minister die onder (te?) zware druk staat. De PVV? Ach, je weet óók wel………. En die twee heksen in de Tweede en die proleet in de Eerste Kamer, die krijgen we nog wel. In ieder geval stuur ik Ger Koopmans op ze af. Genadeloos zal hij met dat stel afrekenen, hoop ik! Ja, toch zeker wel? Denk jij ook niet? Ja, hè?
Nou, hier laat ik het maar even bij. Ik moet nodig weer aan de slag. Er is nog veel te veel natuur in dit land en daar moeten we wat aan doen! Er moeten nog ganzen vergast worden, allerlei andere beesten worden afgeschoten en ik moet er voor zorgen dat de intensieve veehouderij onbelemmerd kan doorgaan, kortom werk aan de winkel.
Zijn we weer goede vrienden? Stront erover? Ja wel, hè?

Nou, dat was’t. Een dikke smok van mij en zou zeggen: nait soez’n, moar deurbroez’n.

Henk

PS. Verdikkeme, Edith, had ik me daar toch een stomme fout gemaakt in die laatste regel. Ik schreef: ‘Stront er over?’. Moet natuurlijk zijn: ‘Zand er over?’ Freudiaanse verspreking, zullen we maar zeggen. Helaas had ik de envelop al dichtgeplakt, dus kon ik het niet meer veranderen. Daarom bij dezen!

Henk

09 november 2011

Hoezo………., redelijk doel?

Artikel 36, lid 1 van de Gezondheids- en WelzijnsWet voor Dieren (GWWD) zegt: Het is verboden om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen.
Al enige tijd vraag ik mij af hoe ik dit wetsartikel nu eigenlijk moet duiden. Immers, als ik om mij heen kijk kom ik regelmatig situaties tegen die naar mijn gevoel op z’n minst op gespannen voet staan met hetgeen hier is bepaald. Ik weet natuurlijk ook wel, enigszins bekend met het lezen en verklaren van wetteksten, dat de kneep hem hier waarschijnlijk zit in de term ‘redelijk doel……..’ waardoor het verbod tot kwellen van dieren niet absoluut is.
Op 25 augustus 2002 had Koos van Zomeren een interview in de NRC – ook te lezen op deze site -met prof. Dirk Boon, hoogleraar Dier en Recht te Utrecht. Dit gesprek ging over Boons frustratie dat de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren, artikel 36, eerste lid nooit wordt toegepast. Naar mijn mening is er in de negen jaren die sindsdien zijn verstreken op punt weinig veranderd.
Laat ik als voorbeeld nu eens het ‘sport’vissen nemen. Bij deze, door zo’n tweeënhalf miljoen landgenoten beoefende, vrijetijdsbesteding kun je toch moeilijk volhouden dat de betrokken dieren geen pijn of letsel wordt toegebracht. Dat vissen pijn, angst en stress kunnen ervaren is door vele wetenschappelijke onderzoeken aangetoond. Pijn, letsel, gezondheid en welzijn van het dier zijn hier wel degelijk in het geding. Zelfs in die gevallen waarin de visser op een ‘verantwoorde’(?) wijze met de gevangen vis omgaat is het leed al toegebracht. Om maar te zwijgen van de vele gevallen waarin men zich op geen enkele wijze bekommert om de ellende die men bij het dier aanricht. De veel voorkomende zgn. rally-viswedstrijden zijn een gruwel voor iedereen die respect voor en mededogen met dieren als mensenplicht beschouwt.
Uiteraard zijn er meer voorbeelden te geven van situaties waarin dieren als lijdend voorwerp optreden omdat mensen nu eenmaal er van uitgaan dat dieren er voor de mens zijn en zich hebben te schikken naar de menselijke belangen en behoeften.
In de economie, de sport, de recreatie- en vermaakssector, de medische wetenschap, kortom in haast alle maatschappelijke geledingen worden dieren gebruikt om de mens ter wille of van nut te zijn.
Kennelijk is de uitleg van het ‘redelijk doel’ van artikel 36 daarbij uiterst rekbaar geworden.
Het menselijk belang is de maat geworden waarmee de toelaatbaarheid van wat met dieren kan en mag worden gedaan wordt gemeten.
Het lijkt mij hoog tijd de discussie daarover (weer) eens open te breken.

05 november 2011

Roofdieren vergiftigen om gekweekte fazanten te kunnen schieten


De milieupolitie in Drenthe heeft begin november twee jachtveldverzorgers uit Anloo en Donderen aangehouden die worden verdacht van het vergiftigen van roofdieren in noord- en midden-Drenthe.
De mannen vergiftigden geschoten wild en zetten de kadavers als aas weer uit. Roofdieren als vossen, dassen, buizerds en haviken aten hiervan en stierven een pijnlijke dood.
''Gekweekte fazanten kennen de wetten van de natuur niet. Door roofdieren af te maken, wisten de jachtveldverzorgers hun fazanten te beschermen. Jagers hadden daarentegen een makkelijke prooi.''

Ook deze jagers kennen de wetten van de natuur niet. Geen enkel wezen in de natuur vergiftigt concurrenten om andere dieren voor het plezier te doden.

Zie ook:
Vergiftiging van honden en vossen met strychnine in Oost-Groningen

04 november 2011

Volendamse overlevingsbak voor bijvangst verduurzaamt visserij

Drie Volendamse broers Schilder ontwikkelden een overlevingsbak waarmee ondermaatse vis of vis die niet aangevoerd mag worden - de bijvangst - voor 99% weer levend in zee kan worden teruggezet. Met deze innovatie leveren de broers, die zelf ook vissers zijn, een belangrijke bijdrage aan de verduurzaming van de visserij. De jury van de Herman Wijffels Innovatieprijs 2011 spreekt in haar beoordeling van een 'innovatie met veel impact, niet alleen in Nederland maar hopelijk straks ook op wereldwijde schaal'.
Van de visvangst is 40% bijvangst, waarvan normaal 13% het overleeft bij terugzetten in zee.

03 november 2011

Eco-roman over bijensterfte De mythe van mellifera

Het verontrustende mondiaal verdwijnen van de honingbijen wordt Colony Collapse Disorder (CCD) genoemd. CCD is multifactorieel, maar als belangrijkste oorzaken worden het verlies van biodiversiteit, pesticiden en klimaatverandering beschouwd. Wanneer de honingbijen uitsterven, kan dit leiden tot een bestuivingscrisis, waardoor groente en fruit voor een grote bevolkingsgroep onbetaalbaar kan worden.

Bij Ellessy verschijnt de eco-roman De mythe van mellifera, auteur: Roos Boum.

Roos Boum over haar boek:
De oplossingen die ik aandraag in het boek zijn niet onder 1 noemer te vangen. Gedurende het hele boek maak ik de mensen bewust van hoe prachtig en fascinerend bijen zijn. Hoe belangrijk ze zijn. Wat wij ze aandoen, (Honing is vaak niet vegetarisch, honing is vaak niet diervriendelijk, k.i., gifextractie, koninginneteelt, royal jelly etc. = boodschap dat moeten we dus niet met ze doen) en de 6 hoofdoorzaken van het uitsterven van de honingbij behandel ik. Voor de gewone mens zelf is daarnaast de boodschap, meer zaaien, minder maaien, dring aan op geen gif en beter groenbeheer bij uw gemeentebestuur.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.