Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

30 juni 2011

Wat is de relatie tussen dierenrechten en mensenrechten?

Nu het onverdoofd ritueel slachten is verboden, beweren veel mensen dat daarmee dierenrechten boven mensenrechten zijn gesteld. Joden en moslims zijn in zoverre in hun godsdienstvrijheid beperkt dat zij door de manier van slachten geen onnodig dierenleed mogen berokkenen.
Om te begrijpen hoe een en ander met elkaar samenhangt is het belangrijk om te zien wat er onder mensenrechten, godsdienstvrijheid, dierenwelzijn en dierenrechten valt. Mensenrechten zijn gebaseerd op het Bijbelse uitgangspunt “wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet”. Oftewel: waar andermans vrijheid begint, houdt mijn vrijheid op.
Godsdienstvrijheid betekent dat je mag geloven en zeggen wat je denkt. Wat je doet, oftewel jouw handelen, valt niet onder godsdienstvrijheid, maar onder de grondwet op het moment dat jouw handelingen gevolgen hebben voor anderen. Met het verbod op onverdoofd ritueel slachten is de vrijheid van het dier om niet extra te hoeven te lijden gelijkwaardig gemaakt aan dat van mensen.

Dat is een historische stap.

Dieren hebben nog geen (grond)rechten. Dat zou hen op de dezelfde basis voor menselijke grondrechten gemakkelijk zijn te verlenen. Dierenrechten komen dan op één belangrijk punt overeen met mensenrechten, namelijk dat deze ook gebaseerd zouden kunnen zijn op vrijheid.

Zie ook de vijf vrijheden van Brambell.

24 juni 2011

Vragen over ernstige welzijnsproblemen bij Dolfinarium in Harderwijk

Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over ernstige welzijnsproblemen bij dolfijnen in gevangenschap en het overtreden van EU-richtlijnen door o.a. het Dolfinarium in Harderwijk
  1. Bent u bekend met een nieuwe studie waaruit blijkt dat dolfinaria in 14 EU-lidstaten de vereisten uit de Europese richtlijn 1999/22 overtreden, waaronder het Dolfinarium in Harderwijk?
  2. Op welke wijze controleert u de naleving van het dolfinarium en andere dierentuinen aan de vereisten uit de richtlijn 1999/22 EG over het houden van wilde dieren? Hoe vaak heeft u de afgelopen 5 jaar overtredingen geconstateerd?
  3. Wat vindt u van de bevinding dat geen enkele dolfijn, gehouden in een Europees dolfinarium, de mogelijkheid blijkt te hebben om natuurlijk gedrag te vertonen? En wat vindt u van de waarneming dat stress en stereotiep gedrag algemene verschijnselen zijn bij in gevangenschap gehouden dolfijnen?
  4. Onderschrijft u de conclusie dat dolfijnen de mogelijkheid om normaal gedrag te vertonen ook nooit kunnen krijgen in gevangenschap, gezien zij complexe en hoog intelligente sociale dieren zijn die in het wild lange afstanden afleggen en leven in sociale groepen? Zo ja, welke beleidsconsequenties verbindt u hieraan? Zo neen, waarom niet en welke wetenschappelijke onderbouwing kunt u geven voor uw opvatting?
  5. Onderschrijft u de bevinding dat dolfinaria de natuurlijke leefomgeving van dolfijnen niet kunnen nabootsen in gevangenschap? Zo neen, op welke wetenschappelijk inzichten baseert u dit?
  6. Onderschrijft u de bevindingen van het rapport dat dolfijnenshows geen educatieve bijdrage blijken te leveren? Zo neen, waarom niet?
  7. Onderschrijft u de conclusie van recent wetenschappelijk onderzoek Marino, L., Lilienfeld, S. O., Malamud, R., Nobis, N. and Broglio, R. 2010. Do zoos and aquariums promote attitude change in visitors? A critical evaluation of the American Zoo and Aquarium study in Society and Animals, 18: 126-138 dat tot op heden er geen overtuigend of zelfs maar suggestief bewijs is voor de bewering dat dierentuinen en aquaria bijdragen aan de gedragsverandering, educatie of belangstelling voor bescherming van dieren bij de bezoekers? Zo neen, kunt u toelichten wat concreet de educatieve waarden zijn van deze parken en hoe dit is gekwantificeerd?
  8. Hoe beoordeelt u de gevonden gezondheids- en veiligheidsgevaren tussen directe interactie van bezoekers met dolfijnen? Welke conclusies verbindt u aan deze gevaren?
  9. Bent u, gelet op de opnieuw aangetoonde negatieve gevolgen voor het dierenwelzijn en het ontbreken van educatieve waarden van het tentoonstellen van dieren, bereid om te komen tot een verbod op dolfijnenshows en het houden van dolfijnen voor commerciële doeleinden? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo neen, waarom wilt u zich niet aansluiten bij landen als Cyprus en Slovenië die hier al wel toe zijn overgegaan?
  10. Bent u bereid ook bij andere lidstaten aan te dringen op navolging van de voorlopers Cyprus en Slovenië en te pleiten voor een Europees verbod op dolfijnenshows en een uitfasering van het houden van dolfijnen in gevangenschap? Zo neen, waarom niet?
  11. Kunt u uiteenzetten welke acties uw ambtsvoorganger en uzelf hebben ondernomen op de aangenomen motie Ouwehand/Thieme Kamerstuk 2009-2010, 32123 XIV, nr. 122, Tweede Kamer voor een Europees import- en handelsverbod van in het wild gevangen dolfijnen? Wat is tot nu toe het resultaat geweest van deze inspanningen en welk vervolg gaat u geven aan de uitvoering van deze motie?
  12. Bent u met ons geschrokken van de verwachting van de onderzoekers dat wanneer het aantal dolfinaria in Europa gelijk blijft of uitbreidt, er mogelijk nieuwe vangsten van dolfijnen uit het wild zullen plaatsvinden? Deelt u de mening dat het zaak is snel werk te maken van een import- en handelsverbod van in het wild gevangen dolfijnen en het instellen van een moratorium op nieuwvestiging of uitbreiding van dolfinaria?
  13. Bent u bereid de Europese Commissie te vragen inbreukprocedures te starten tegen lidstaten die Richtlijn 1999/22 EG overtreden? Zo ja, wanneer? Zo neen, waarom niet?
  14. Deelt u de mening dat er in elk geval op korte termijn een openbare database zou moeten komen met informatie over het aantal walvisachtige soorten dat in de EU in gevangenschap wordt gehouden en op welke plaatsen? Zo ja, bent u bereid hiervoor te pleiten in Brussel? Zo neen, waarom niet en hoe verhoudt uw opvatting zich tot de uitspraak van uw adviesorgaan RDA dat er ten behoeve van het dierenwelzijn in elk geval zicht moet zijn op de dieren die in een samenleving gehouden worden?
Verwijzingen:
Marino, L., Lilienfeld, S. O., Malamud, R., Nobis, N. and Broglio, R. 2010. Do zoos and aquariums promote attitude change in visitors? A critical evaluation of the American Zoo and Aquarium study in Society and Animals, 18: 126-138

Kamerstuk 2009-2010, 32123 XIV, nr. 122, Tweede Kamer

21 juni 2011

Grunberg doet onwaardige bijdrage aan debat ritueel slachten

Arnon Grunberg schrijft dat het initiatief tegen onverdoofd ritueel slachten wordt gevoed door het verlangen de islamitische minderheid te vernederen (Voorpagina, 17 juni 2011). In een kennelijke poging de indiener van de initiatiefwet met gelijke vernederende munt terug te betalen, stelt hij voor Marianne Thieme in een kooi op het Binnenhof ten toon te stellen.

Ik vraag me af hoe grof Grunberg het moet maken voordat de Volkskrant besluit dat het de voorpagina onwaardig is.

Wie werkelijk denkt dat de motivatie van de Partij voor de Dieren ligt in het vernederen van religieuze minderheden, wijs ik erop dat de initiatiefwet het ritueel slachten niet verbiedt. Het verbod betreft het opensnijden van dieren zonder voorafgaande verdoving of bedwelming, dus alleen het aspect van de rituele slacht waarvan wetenschappelijk is aangetoond dat het de dieren extra leed aandoet.

Luuk Folkerts, Amersfoort. Voorzitter Partij voor de Dieren

Zie ook Luuk's voorganger Bernd Timmerman in dezelfde Volkskrant met "Debat over rituele slacht stinkt".

Is verbod onverdoofd slachten antisemitisme?

Wat zestig jaar geleden niet lukte, dreigt nu wel te gaan gebeuren: De Joden het land uit! Niet mijn woorden, maar die van Herman Loonstein, advocaat te Amsterdam en van joodse origine. Wanneer het wetsvoorstel van de Partij voor de Dieren om te komen tot een verbod op de onverdoofde rituele slacht, wordt aangenomen voorziet Loonstein dat wat de Duitsers in 40-45 niet voor elkaar konden krijgen, nu Marianne Thieme en medestanders wel gaat lukken. Een schandalige en schaamteloze escalatie binnen de discussie over dit wetsvoorstel. Tijdens de hoorzitting onlangs in de 2e Kamer deed hij deze onthutsende uitspraak. Hij is één van die mensen die weigeren in te zien dat ook met betrekking tot godsdienst(vrijheid) grenzen in acht dienen te worden genomen en dat inzichten op dat gebied kunnen veranderen. Het toebrengen van leed aan andere levende wezens ter wille van een religie of levensbeschouwing wordt door steeds meer mensen afgewezen. Zijn verwijzing naar de donkere tijden van de holocaust raakt niet alleen kant noch wal maar is ook onnodig grievend naar de indieners en ondersteuners van dit wetsvoorstel.

Niet de dood, maar het leven is het probleem in de bio-industrie

Een varkens- of kippenhouder die dieren houdt, wil er het liefst zo veel mogelijk van houden, omdat dat meer geld oplevert. Geld verdienen in de agrosector doe je door de kostprijs te minimaliseren. Het gevolg is dat dieren hun leven binnen worden gehouden. De boer kan dan de kans op ziek worden minimaliseren en de mest gemakkelijk verzamelen.
Wanneer mensen de kwaliteit van dat leven afkeuren, wijzen ze vaak op de voorbeelden die bij buitenstaanders de meeste emotie opleveren. Een zwangere zeug die ziek is zal mogelijk een miskraam krijgen. In de vrije natuur worden dan een stuk of zes biggetjes dood geboren, in de bio-industrie zijn dat er een veelvoud van.
Een zeug die in het stro kan baren en voldoende ruimte heeft, zal een nest maken voor haar biggetjes. Een zeug in de bio-industrie moet permanent tussen stangen liggen, omdat ze in de krappe ruimte per ongeluk weleens op één van de vele biggetje kan gaan liggen.
Een argeloze burger zal dit zielig vinden, maar eigenlijk is het biggetje dat blijft leven zielig, want het moet nog zes maanden leven in een saai hok met haar broertjes en zusjes en alleen een ketting als afleiding.



Zowel in de natuur als in de wel of niet verantwoorde veehouderij worden dieren geboren met een gebrek. In de natuur en in de bio-industrie is de kans groot dat het dier snel gedood wordt, maar wanneer het in de stal blijft leven is het in de kale omgeving al snel een zielig gezicht. Veel gebreken blijven voor de buitenstaander onzichtbaar omdat hij niet kan meekijken tijdens de productie en de dieren leven zo kort als nodig is. Ze worden meteen geslacht wanneer de groei eruit is. Leven ze langer in deze omstandigheden dan groeien ze zich dood of worden de kosten van de veearts te hoog. Veel consumenten denken ten onrechte dat wanneer een dier een dak boven zijn hoofd heeft en op tijd zijn natje en zijn droogje krijgt, dat dit alleen al leidt tot dierenwelzijn.

Er is de laatste weken veel te doen geweest over de beelden van de rituele slacht. Onverdoofde koeien wordt de hals afgesneden en het bloed gutst eruit. Dat dit dierenleed is zal ook de joodse slachter toegeven, maar hij zal erop wijzen dat de koe een goed leven heeft gehad. Waar hij het niet uit eigen beweging over zal hebben is dat zijn klanten slechts een deel van het vlees zullen eten en dat wanneer na koosjer slachten het vlees alsnog wordt afgekeurd het vlees gewoon aan niet-joden wordt verkocht. Is dat een probleem? Niet echt, want in de Nederlandse vleesindustrie wordt ook alleen in eigen land verkocht wat de mensen willen kopen en de rest wordt geëxporteerd. Wat niet weet, wat niet deert.
Is dat een probleem? Dat hangt er vanaf waar je naar kijkt. Goedkoop geproduceerd vlees vindt gretig aftrek in binnen- en buitenland. Maar de lage prijs stoot boeren het brood uit de mond die alleen dieren willen houden onder natuurlijke omstandigheden. Producten van een koe, varken of kip dat buiten in de wei kan lopen zijn veel duurder dan van dieren die hun leven zijn binnen gehouden. De verveling en stank is moeilijk op snel gemonteerde beelden zichtbaar te maken, want de verleiding om uitwassen te vertonen is groot.
Is een saai en onnatuurlijk leven niet erger dan een snelle dood voor dieren die geboren worden in de bio-industrie?

18 juni 2011

Schmieren bij de discussie over het ritueel slachten en de bio-industrie

De discussie over het verbod van onverdoofd ritueel slachten doet denken aan de discussie die de laatste decennia wordt gevoerd over de legitimiteit van de intensieve veehouderij. In beide discussies wordt kwistig gestrooid met drogredenen. De veehouders gebruiken non-argumenten om hun vee-industrie overeind te houden, joodse en islamitische geleerden om het onverdoofd slachten in stand te houden ("schmieren"). Niet alle argumenten van de voorstanders van onverdoofd slachten hebben een tegenhanger bij de voorstanders van de vee-industrie. Maar de overeenkomsten zijn er niet minder opmerkelijk om.

In de onderstaande tabel worden deze argumenten naast elkaar gezet:
Argumenten tegen verbod op onverdoofd slachten Argumenten voor het verdedigen van de bio-industrie
Met het verbod jaagt Nederland de joden naar het buitenland Als de Nederlandse boer niet mag uitbreiden dan gaat hij emigreren
Het dierenleed bij onverdoofd slachten is niet groter dan bij verdoofd slachten Het dierenwelzijn hoeft er in een megastal niet op achteruit te gaan
Als halal slachten wordt verboden dan doen we het wel illegaal of importeren we het vlees uit het buitenland. Als antibiotica niet meer legaal te verkrijgen is, dan halen we het wel van de zwarte markt
Het dierenleed in de bio-industrie is veel groter dan bij het ritueel slachten Het dierenleed in sommige landen is veel groter
Dieren die halal of koosjer worden geslacht, hebben een beter leven gehad dan varkens in de bio-industrie De bedrijfsvoering in de intensieve veehouderij moet voldoende aan de hoogste welzijnseisen ter wereld
Ook bij verdoofd slachten worden fouten gemaakt Nederland stelt de hoogste welzijnseisen ter wereld
Met het verbod van ritueel slachten startten de nazi’s de onderdrukking van de joden Gelukkig hanteert men in de bio-industrie zo’n abject, “Godwin” argument niet


Of de argumentatie bij de politici indruk maakt zal afhangen of zij in staat zijn om drogredenen te herkennen en of zij inschatten of hun (potentiële) kiezers deze ook serieus nemen. Daarnaast kan de angst bestaan dat wanneer het onverdoofd ritueel slachten wordt verboden dat dan het voortbestaan van de bio-industrie ter discussie komt te staan.

Zie ook de "Babylonische spraakverwarring tussen boeren, burgers en ambtenaren".

16 juni 2011

Kritiek op wetsvoorstel onverdoofd slachten gemakkelijk te weerleggen

Karen Soeters, directeur van de Nicolaas G. Pierson Foundation (NGPF), heeft gereageerd op de open brief van politiek activist Manfred Gerstenfeld aan de Tweede Kamer, zoals gepubliceerd op de site van de Volkskrant. Soeters stoort zich aan het feit dat er met halve waarheden geprobeerd wordt de Kamermeerderheid, die zich aftekent voor het verbod op het onverdoofd slachten, op andere gedachten te brengen.

Ook de pogingen kritiek op het onderzoek van Wageningen UR van een semi-officieel stempel te voorzien is volgens Soeters bedenkelijk. “Ze hadden wat mij betreft net zo goed in plaats van aan TNO een stempel kunnen vragen van de APK of de Bovag. TNO is op geen enkele wijze gekwalificeerd om peer reviewed onderzoek van de Universiteit Wageningen te becommentariëren”.

De reactie van Karen Soeters luidt als volgt:

Argumenten tegen verdoofd slachten zijn niet Koosjer.

De Joodse gemeenschap doet er alles aan het naderende verbod op het onverdoofd slachten in diskrediet te brengen. Dat is haar goed recht, maar het feit dat ze zich bedient van halve en hele onwaarheden is bedenkelijk en behoeft correctie. De 11 punten waarin Manfred Gerstenfeld het wetsvoorstel tracht te fileren, houden geen van allen stand voor wie zich ook maar even in de materie verdiept. Misschien goed om ze even door te nemen.

Stelling 1.
Er is een groot verschil tussen Koosjer en halal slachten.
Onjuist. Beide slachtmethoden zijn gebaseerd op dezelfde traditie en vertonen grote overeenkomsten. De voorzitter van de Joodse gemeenschap in Amsterdam, de heer Eisenmann heeft dat bevestigd in een uitzending van AT5 Nieuws. Het fragment is opgenomen in een film van de Nicolaas G. Pierson Foundation.

Stelling 2.
De indieners moeten maar bewijzen dat koosjere slacht slechter voor dierenwelzijn is dan slachten met bedwelming.
Onjuist. Dat bewijs is geleverd door onafhankelijke wetenschappers en wordt onderschreven door nationale en internationale organisaties van dierenartsen, zoals de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD).

Stelling 3
De Partij voor de Dieren baseert zich op een video van de Nicolaas G. Pierson Foundation.
Onjuist. Het wetsvoorstel is ingediend in 2008, de film van de NGPF dateert van 2010 en is een zelfstandige activiteit van het wetenschappelijk bureau.

Stelling 4
Onafhankelijk wetenschapper Prof. Joe Regenstein heeft het onderzoek van Wageningen UR en de inzichten van de KNMvD gediskwalificeerd als onwetenschappelijk.
Onjuist. De heer Regenstein is allesbehalve onafhankelijk. Hij is een fulltime pleitbezorger van het onverdoofd slachten en heeft daarin aanzienlijke belangen.
De heer Regenstein stelt zich zeer onwetenschappelijk op door in zijn contra-expertise te stellen dat de wetenschap bij de verbetering van dierenwelzijn zich slechts zou mogen bewegen binnen de kaders die de religieuze gemeenschap stelt. Dat maakt zijn wetenschappelijke status zeer verdacht. Bovendien geeft hij in zijn aanbeveling aan hoe de politiek over dit onderwerp zou moeten debatteren, hoewel hij als voedingswetenschapper geen enkele expertise heeft op dat vlak. Dat de KNMvD zich niet zou baseren op wetenschap mag een gotspe genoemd worden, het is juist Regenstein die religieuze kaders tot uitgangspunt verheft, waar de KNMvD waardenvrij kijkt naar het onderwerp.

Stelling 5
Regenstein heeft ook kritiek op andere aangehaalde rapporten wegens wetenschappelijke tekortkomingen.
Onjuist. Het is juist Regenstein die zich bedient van het onwetenschappelijke uitgangspunt dat de religieuze voorschriften het uitgangspunt van het wetenschappelijk onderzoek zouden moeten vormen. Daarbij zijn de gebruikte onderzoeken peer reviewed en dat maakt het nu juist wetenschappelijk.

Stelling 6
Twee Joodse instellingen hebben een Kortgeding aangespannen tegen Wageningen UR, de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, alsmede de Nederlandse staat.
Op geen enkele wijze wordt duidelijk waarom het aanspannen van een Kortgeding, het recht van elke rechtspersoon, ook maar iets zou kunnen zeggen over het wel of niet kloppen van de argumenten tegen onverdoofde slacht.

Stelling 7
De Rabbinical Assembly heeft nooit gesteld dat bedwelming voorafgaand aan de slacht geoorloofd zou zijn.
Onjuist. Rabbi Mayer Rabinowitz heeft in zijn rapport ‘A Stunning Matter’ duidelijk gemaakt dat binnen de Rabbinical Assembly verdoving voorafgaand aan de slacht wordt toegestaan. In een mail d.d. 12-04-2011 aan de Partij voor de Dieren bevestigt Rabbi Mayer Rabinowitz dat met de volgende woorden: ”The paper permits pre shitah stunning as well as post shitah stunning and bolting”. Of de Rabbinical Assembly betrokken wil worden in een politieke discussie is van geheel andere orde.

Stelling 8
Zes grote Amerikaanse Joodse organisaties hebben zich tot Premier Rutte gewend om hun zorg te uiten over de inperking van religieuze vrijheid.
Op geen enkele wijze wordt duidelijk wat deze interventie te maken heeft met het al of niet kloppen van de argumenten tegen onverdoofd slachten.

Stelling 9
Het wetsvoorstel van Mevr. Thieme vertoont overeenkomst met eerdere anti-Joodse acties in Europa door de eeuwen heen.
De stelling wordt op geen enkele wijze onderbouwd. Rabbijn Evers bood eerder in NRC ruimhartig excuses aan voor het poneren van een dergelijk onfatsoenlijke stelling. Er zit in het wetsvoorstel geen enkel anti-Joods of anti-islamitisch element. Het opkomen voor de rechten van dieren houdt op geen enkele wijze verband met het vermeend benadelen van mensen.

Stelling 10
Het aantal probleemgevallen bij het reguliere 'bedwelmde' slachten is minstens vele honderden malen groter dan het totaal aantal koosjer geslachte dieren.
Het vergelijken van volledig onvergelijkbare grootheden past mogelijk in de werkwijze van de politieke activist Manfred Gerstenfeld, maar vormt geen valide argument. Leedconcurrentie is de slechtst denkbare overweging om leed te laten voortbestaan. Het vergelijken van gevallen van ‘bad practice’ in de reguliere slacht met gevallen van ‘good practice’ in de koosjere slacht is onzuiver en onwetenschappelijk. De Nederlandse wet kent de verplichting om dieren verdoofd te slachten. Het wetsvoorstel voorziet in niets anders dan deze regel algemeen verbindend te maken, zodat het voor een dier in Nederland niet meer hoeft uit te maken welk geloof zijn slachter aanhangt, zoals D66-Kamerlid Van Veldhoven terecht opmerkte. Daarbij geven wetenschappers juist aan dat de kans op problemen bij de onverdoofde rituele slacht veel groter is.

Stelling 11
Dit wetsvoorstel raakt belangrijke aspecten van de vrijheid van de uitoefening van godsdienst in de rechtsstaat.
Onjuist. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft vastgesteld dat het kernrecht van gelovigen niet het onverdoofd slachten is, maar slechts het consumeren van vlees dat op een bepaalde wijze geproduceerd is. Dat recht blijft onaangetast met dit wetsvoorstel. Zoals Nederland een eigen verantwoordelijkheid genomen heeft bij het verbieden van de productie van foie gras, maar niet de import van dit product verboden heeft.
Elke gelovige heeft het recht zijn religie te beleven alsof die een universele norm belichaamt, maar de overheid heeft de grondwettelijke mogelijkheid beperkingen te stellen aan die vrijheid waar de belangen van anderen in het geding zijn. Dat is zo bij de discriminatie van homo’s, de discriminatie van vrouwen of inbreuken op de lichamelijke integriteit van mensen. Maar ook in het geval van onnodig lijden van dieren. Daar is bij het onverdoofd slachten van dieren sprake van, volgens de Nederlandse wetgever, ook de regering heeft dat onlangs andermaal erkend.

De heer Gerstenfeld besluit zijn open brief aan leden van de Tweede Kamer met de oproep om tegen het wetsvoorstel te stemmen, indien u bovengenoemde feiten en argumenten niet kunt weerleggen.

Voor zover die weerlegging nog nodig was, hoop ik dat dit artikel daar een bijdrage aan kan leveren.

Drs Karen Soeters, directeur Nicolaas G. Pierson Foundation

15 juni 2011

Wat moeten we geloven van de Nederlandse welzijnseisen voor dieren?

Ruim tweehonderd sterk verwaarloosde en gewonde konijnen die in Kampen in beslag genomen werden, zijn door de Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie verkocht als slangenvoer.
Dat stellen vier samenwerkende dierenorganisaties woensdag.
De dienst verkocht volgens de organisaties in april 2011 ook al 3662 verwaarloosde knaagdieren als voer voor andere dieren. De organisaties trokken daarover bij staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Henk Bleker (CDA) aan de bel.
Die liet in een reactie weten dat alle opvangadressen voldoen aan de wettelijke eisen en dat het welzijn van de dieren wordt gewaarborgd.

Tot zover het bericht.

Als deze praktijk betekent dat er volgens de wettelijke eisen wordt gewerkt en dat het welzijn van de dieren wordt gewaarborgd, wat moeten we dan geloven van de claim dat de Nederlandse veestapel gehouden wordt volgens de hoogste welzijnseisen ter wereld?

10 juni 2011

Bleker: loopjongen van de Rabobank

De Europese Unie trekt een slordige 210 miljoen euro uit om de door de EHEC-bacterie gedupeerde tuinders schadeloos te stellen. Dat is een bedrag waar de groentehandelaren met enig chagrijn naar zullen kijken. Zij hebben immers ook vele miljoenen schade geleden, maar zij krijgen nul komma nul. Zij mogen hun problemen zelf oplossen.

Net zoals mensen met psychische problemen, chronische zieken, de kunstenaars, mensen die voor hun zorg een persoonsgebonden budget hebben, mensen die gebruik maken van kinderopvang, en mensen die bij een sociale werkplaats werken. Dit kabinet vindt dat de burger vooral zelf zijn boontjes moet doppen, en niet bij tegenslag meteen de hand bij de overheid moet ophouden.

Intussen vindt staatssecretaris Bleker het Europese gebaar om de tuinders te helpen 'aan de magere kant'. Hij had toch minstens op 300 miljoen gerekend, en gaat alsnog proberen dat geld los te peuteren.

Bleker bewijst maar weer eens dat brutalen de halve wereld hebben. En hondsbrutalen de hele wereld. Het is namelijk volstrekte onzin om te tuinders voor de door hen geleden schade te compenseren.

Dat zit zo. Veel tuinders hebben de afgelopen jaren gekozen voor specialisatie op 1 teelt in combinatie met schaalvergroting. Bijvoorbeeld op komkommers. Deze keus werd van harte toegejuicht, om niet te zeggen aangemoedigd, door de Rabobank die aan deze trend goud geld verdient. Megabedrijven vragen nu eenmaal mega-investeringen. (Begrijpt u nu wie er achter al die megastallen zit?) Maar mega-specialisatie leidt ook tot mega-kwetsbaarheid, zoals maar weer eens is gebleken.

Tuinders zijn, net als de groentehandelaren, ondernemers. En die lopen zoals elke andere ondernemer risico's. Dat zijn soms heel onverwachte risico's, maar er is geen enkele bedrijfstak die de burger kan laten opdraaien voor de kosten van die risico's. Behalve als je boer of tuinder bent, natuurlijk.

Bedrijven die onverwacht in de financiële problemen komen lossen dat meestal op door met hun bank te gaan praten, of ze gaan failliet of ze worden overgenomen. De rekening wordt in dat geval betaald door de banken, en de meeste banken vinden dat geen enkel probleem. Dat hoort bij het spel, en daar houden ze dus ook rekening mee in de vorm van een zogenaamde stroppenpot. Een pot geld die uit de winst wordt gehaald voor het geval dat.

Tuinders, en vooral de hele grote die hebben gekozen voor grootschaligheid, zijn zwaar gefinancierd. Een klein beetje tegenslag kan al voor grote financiële problemen zorgen. Normaal worden die doorgeschoven naar de bank en dat is in de agro-sector meestal de Rabobank.

Deze bank maakt vorig jaar een winst van bijna 3 miljard euro. Een stijging van 26% ten opzichte van het jaar daarvoor. De winststijging werd mede gerealiseerd door de stroppenpot te verkleinen. De bank zag kennelijk geen gifdonkere wolken boven de kredietportefeuille hangen. Die EHEC-bacterie was moeilijk te voorspellen, maar de extreme kwetsbaarheid van grootschalige specialisatie had zelfs een gesjeesde student economie kunnen voorzien. Les 1 uit het handboek verantwoord ondernemen: spreidt je risico's in zowel producten als in markten.

Ondanks die winst van 3 miljard, waarmee fluitend de tegenslag van de groentetelers kan worden opgevangen, heeft de Rabobank haar loopjongen staatssecretaris Bleker op pad gestuurd. Allereerst werd er, ten laste van het ministerie van landbouw, een garantieregeling geactiveerd.

Die garantieregeling is niet bedoeld om brood op de plank voor de tuinders te realiseren, maar is bedoeld om de rente- en aflossing die aan de bank is verschuldigd veilig te stellen. De bank is op haar beurt bereid die rente- en aflossingen een jaar op te schorten, op voorwaarde dat de Staat garant staat voor terugbetaling van de lening als het onverhoopt helemaal fout met de betrokken tuinder gaat.
Toen Bleker dat geregeld had werd hij naar Brussel gestuurd om een paar honderd miljoen extra voor de bank veilig te stellen.

De waardering voor de inspanningen van de staatssecretaris is zo groot en wordt zo breed gedragen dat zelfs fractievoorzitter Thieme van de Partij voor de Dieren lovende woorden over het gevoerde beleid sprak.

Die complimenten zouden terecht zijn geweest als Bleker zich niet zo opzichtig als loopjongen van de Rabobank had gedragen.

Waarom wil staatssecretaris Henk Bleker een dialoog over megastallen?

Hoogleraar psychologie te Nijmegen, Roos Vonk, heeft met honderd andere hoogleraren het initiatief gestart om te protesteren tegen de Nederlandse intensieve veehouderij.
In een e-mail aan de ondertekenaars van een pleidooi voor duurzame veeteelt meldt zij:
Inmiddels hebben drie van de hoogleraren een gesprek gehad met staatssecretaris Bleker. Tijdens dit gesprek zijn helaas onze aanbevelingen niet aan de orde gekomen. Ook wilde de staatssecretaris niet ingaan op ons verzoek om alle werkelijke kosten van de veesector in kaart te brengen. Wel heeft hij voorgesteld dat wij een actieve rol krijgen in het maatschappelijk debat over megastallen dat nu wordt gevoerd. Hij zei dat dit debat in feite breder is en gaat over verduurzaming van de veesector. Komende zomer worden de resultaten in kaart gebracht en op basis daarvan zal Bleker in september met beleidsvoorstellen komen.

Tot zover de e-mail. Zij concludeert dat de “gevestigde belangen groot zijn en de weerstand tegen verandering immens”.
Het is de heer Bleker naar eigen zeggen vooral te doen om erachter te komen wat de argumenten zijn die de tegenstanders van de megastallen naar voor brengen. Vermoedelijk wil hij dit weten zodat zijn PR-afdeling zich met de gebruikelijke drogredenen daarop kan richten. De heer Bleker vertegenwoordigt in de eerste plaats de belangen van de banken, de voedingsindustrie en de grootschalige boeren. Dat dierenwelzijn daaraan ondergeschikt is, daarvoor hoef je niet gestudeerd te hebben.

Zijn rauwe groenten veilig?

Een voordeel van gekookte groenten in vergelijking met rauwkost is dat men er gemakkelijk meer van kan eten. Een grotere portie groenten betekent ook de aanbreng van meer voedingsstoffen. Daarmee wordt het verlies door het koken weer goedgemaakt.
Nu veel rauwkost soms gevaarlijke bacteriën bevat en verhitting bacteriën doodt, waarom zou je dan nog risico lopen?

Gezond eten is vooral: eet gevarieerd, niet te veel en beweeg, gebruik minder verzadigd vet, eet volop groente, fruit en brood en ga veilig met voedsel om.
Niemand die zegt dat je voedsel rauw moet eten. Ja fruit, maar dat staat niet ter discussie.

Voor de duidelijkheid: groentes zijn zelf geen bron van gevaarlijke bacteriën, maar zijn soms wel drager geworden wanneer ze in aanraking zijn geweest met door gevaarlijke bacteriën besmet vlees, wanneer er zieke mensen mee hebben gewerkt die hun handen niet goed hebben gewassen of wanneer ze in een omgeving zijn gekweekt waar besmette mest is gebruikt of het met vervuild water is besproeid.

In feite is al het voedsel dat snel en in grote hoeveelheden wordt geproduceerd kwetsbaar voor bacteriën die zich snel kunnen vermenigvuldigen.

In Nederland is door de overproductie van de intensieve veehouderij bijna geen schoon sloot- of grondwater beschikbaar rondom akkers van biologische producenten. Voor de bemesting van hun akkers mogen zij mest gebruiken uit de intensieve veehouderij, waardoor zij resistente bacteriën op hun akkers kunnen brengen.

De biologische producten kunnen dan wel zonder bestrijdingsmiddelen en kunstmest worden geproduceerd, maar dat is zich nog geen garantie voor gezond voedsel.

Veel van de groentes die in kassen worden geteeld hebben een lage voedingswaarde, dus waarom zou je die rauw eten? Taugé wordt vaak geteeld met even hoge temperaturen als het menselijk lichaam om het product snel op de markt te kunnen brengen. Waarom zou je als consument het risico’s willen lopen dat de werknemers die daarmee werken gevaarlijke bacteriën overdragen?
Wil je verantwoord eten en rekening houden met ecologie, gezondheid en dierenwelzijn, eet dan vleesvervangers en gekookte groenten.
Wil je graag rauwkost eten, start dan zelf een moestuin en was je handen goed.

08 juni 2011

Verantwoorde veevoersoja niet duurzaam

Persbericht Milieudefensie Amsterdam, 8 juni 2011 – De import van gecertificeerde soja, zogeheten RTRS-soja, dreigt een daadwerkelijke verduurzaming van veevoer te belemmeren. Dat stelt Milieudefensie in reactie op de eerste verkoop vandaag in Nederland van het omstreden veevoerproduct. “Het is onverantwoord om RTRS-soja "verantwoord" of "duurzaam" te noemen”, aldus Klaas Breunissen van Milieudefensie. Met het certificaat Roundtable on Responsible Soy (RTRS) pretendeert een internationaal samenwerkingsverband van telers, industriële bedrijven en maatschappelijke organisaties sojateelt aan sociale en milieucriteria te binden. Nederlandse bedrijven als Ahold en FrieslandCampina nemen hieraan deel.

De RTRS-standaard schiet echter ernstig tekort. Zo wordt bij de productie ontbossing niet expliciet uitgesloten. Bovendien dreigt enorme vervuiling van het milieu door het volop gebruiken van het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat.

De grootschalige teelt van veevoersoja voor Europese varkens, kippen en koeien veroorzaakt gigantische milieu- en sociale problemen. In Zuid-Amerika wordt oerwoud gekapt voor de aanleg van sojaplantages. Ook leidt de sojateelt zelf tot desastreuse milieuvervuiling en gezondheidsproblemen van de lokale bevolking vanwege het overvloedige gebruik van bestrijdingsmiddelen. Verdere gevolgen zijn ook de uitputting van de grond daar en overbemesting en verzuring van het milieu in Europa.

Echte duurzame landbouw is alleen te bereiken door kringlopen te sluiten. Dat kan door Zuid-Amerikaanse soja te vervangen door in Europa geteelde veevoergewassen. Dan wordt mest van Europese veehouderij teruggebracht op op de akkers waarop de veevoergewassen worden geteeld.

Milieudefensie roept alle spelers in de vlees- en zuivelketen op om soja zo snel mogelijk te vervangen door Europese veevoergewassen en zo de mineralenkringloop te sluiten. “De sector moet haar tijd en energie niet langer verspillen aan een schijnoplossing als de RTRS.”, aldus Breunissen.

Jonge dieren kunnen bij het grasmaaien gedetecteerd worden met een wildredder

In het magazine Dier & Milieu van april 2011 schrijft G. Hobbelink over een loonwerker die bij het maaien van een grasland met de snelheid van 30 km per uur vijf reekalveren heeft uitgemaaid. Deze dood had voorkomen kunnen worden wanneer de loonwerker gebruik had gemaakt van een zogenaamde wildredder. Met dit apparaat kan via de detectie van warmte de aanwezigheid van jonge dieren in het gras worden opgespoord.

Deze mogelijkheid heeft de PvdD aangegrepen om staatssecretaris Henk Bleker de volgende vragen te stellen.

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het gebruik van een wildredder bij maaiwerkzaamheden
1. Kent u het bericht ‘Elektronische 'wildredder' voorkomt slachtoffers’ ?
2. Zijn er het afgelopen jaar overtredingen geweest met betrekking tot de vereisten vanuit de Flora en faunawet en maaiwerkzaamheden? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, hoe vindt de controle hier op plaats?
3. Klopt het dat de weidevogelstand nog steeds achteruitgaat en dat het beheer van gebieden, waaronder het maaien, hierin een belangrijke rol speelt?
4. Onderschrijft u dat als er nieuwe technologische ontwikkelingen zijn die de kans op slachtoffers als gevolg van maaien sterk verminderen, deze breed ingezet zouden moeten worden? Zo ja, bent u bereid het gebruik van de wildredder verder te stimuleren en faciliteren? Zo ja, op welke wijze en termijn? Zo neen, waarom niet?

Realiseren we ons wel voldoende welke (beleid voor) groente gezond is?

In Nederland wordt veel groente geteeld in kassen. Deze worden verwarmd met aardgas waarvan de prijs via subsidie kunstmatig laag wordt gehouden om de internationale concurrentie aan te kunnen gaan. Deze groente wordt vaak niet geteeld op de volle grond maar op substraten (bijvoorbeeld steenwol). De bemesting gebeurt door meststoffen toe te voegen aan het water. Veel werknemers zijn afkomstig uit het buitenland en de producten worden voornamelijk geëxporteerd.
De telers hebben miljoenen geïnvesteerd en na een paar weken zonder omzet dreigt faillissement. Ze zijn afhankelijk van imago, marketing en van de bank.
Zijn groentes als komkommers en tomaten gezond? Nauwelijks, ze bevatten voornamelijk water.

Wat voor zin heeft het om biologische bedrijven te hebben wanneer ze zich niet echt kunnen richten op een gezond product? Biologisch betekent vooral geen kunstmest en bestrijdingsmiddelen, maar het gebruik van mest uit de bio-industrie is wel toegestaan en besproeiing van droge akkers met (antibiotica en bacteriën) vervuild slootwater is wel toegestaan. Ook van echte weidegang voor dieren is vaak geen sprake.
Waarom krijgen komkommertelers (laat staan nertsenhouders) dan een schadevergoeding wanneer het publicitair tegenzit? De reden is waarschijnlijk omdat de banken anders hun uitgeleend geld kwijt raken.
Waarom richt de Nederlandse politiek zich niet op een agrarische sector die minder produceert, maar waar de productie maximaal gericht is op een ecologische balans? Het gevolg zal zijn dat bepaalde voedselproducten duurder worden, maar dat de belastingbetaler minder geld kwijt is aan de indirecte steun van de banken. Het betekent dat de consument (zonder extra kosten) veel gemakkelijker een verantwoorde keuze kan maken in de supermarkt omdat ongezonde producten duurder en gezonde producten goedkoper worden.

Nederland weet te weinig van het effect van antibiotica op de gezondheid van bodem- en waterleven

Milieuadviesbureau Geofox-Lexmond uit Tilburg heeft in 2009 een rapport opgeleverd met als titel “Veterinaire antibiotica in de bodem en oppervlaktewater”.

In het rapport wordt de conclusie getrokken dat nog veel te weinig onderzoek gedaan is naar de effecten van het gebruik van antibiotica op het bodem- en waterleven. Deze kennis is nodig om in te schatten in hoeverre ook de gezondheid van mensen zal worden beïnvloed.

Uit het rapport:
Kennislacunes:
Op basis van de literatuurstudie die is uitgevoerd kunnen een aantal belangrijke kennislacunes worden afgeleid. Hierbij gaat het om lacunes in de kennis voor wat betreft de Nederlandse situatie en een aantal algemene wetenschappelijke lacunes . Deze “kennislacunes” worden hieronder weergegeven:
  • In Nederland zijn (vrijwel) geen veldstudies bekend waarin het vóórkomen van antibioticaresiduen afkomstig uit de veehouderij in de grond en het grondwater is onderzocht;
  • Er is weinig openbare en direct beschikbare informatie voor handen over de verkoop en het gebruik van de actieve bestandsdelen;
  • In studies worden verschillende stoffen onderzocht. Er zijn geen onderzoeken bekend waarin één actieve stof gevolgd wordt, vanaf de inname tot en met de uitstoot in het milieu;
  • Het is onbekend hoeveel en welke metabolieten er precies gevormd worden in de landbouwhuisdieren, de mest en in de bodem;
  • Het is onbekend hoeveel oxytetracycline, sulfamethoxazol en resistentiegenen er precies afgebroken wordt in de landbouwhuisdieren, de mest, de bodem en het grondwater;
  • Over antibiotica in mest en de negatieve effecten hiervan op de mestfauna zijn voor zover geen studies bekend;
  • Het is moeilijk vast te stellen hoe de antibiotica precies zullen uitwerken op de bacteriegemeenschappen in de mest en de bodem. Ook de invloed op de bodemprocessen is te weinig onderzocht;
  • Er zijn vooral Deense, Duitse, Engelse en Amerikaanse onderzoeken gedaan naar het gedrag van oxytetracycline, sulfamethoxazol en resistentiegenen in de bodem en het grondwater. Wanneer de relevante onderzoeken naast elkaar worden gelegd, is te zien dat vaak punten missen of te weinig onderzoek is gedaan (bijvoorbeeld hydrolyse en fotolyse). Ook zijn er weinig/geen toxiciteitgegevens bekend. Wanneer het gedrag onbekend is, zijn de effecten en de risico’s ook moeilijk te bepalen. Resistentie treedt waarschijnlijk wel op. Hierbij zijn echter de drempelconcentraties onduidelijk;
  • Over accumulatie van oxytetracycline, sulfamethoxazol en resistentiegenen in de bodem en gewassen is weinig bekend. Hierdoor is er onder andere weinig inzicht in de rol van de bodem als mogelijk reservoir;
  • Over bio-accumulatie en doorvergiftiging in hogere organismen is niets bekend, maar de kans hierop is voor de meeste antibiotica waarschijnlijk klein.

Tot zover het rapport.

Het ware een goede zaak wanneer de EU in plaats van nog meer schadevergoeding aan exporterende tuinders het geld gebruikte om onderzoek te doen om bovenstaande kennislacune te dichten.

07 juni 2011

Aan de echte EHEC-slachtoffers heeft Europese landbouw geen boodschap

Vandaag komen de Europese ministers van landbouw in Luxemburg bijeen voor een extra vergadering. Enige agendapunt: hoeveel miljoen euro moet er naar de door de EHEC getroffen tuinders worden gestuurd.

Er is in Europa iets merkwaardig aan de hand. Een boer of tuinder hoeft maar te denken dat hij schade heeft, of de compensatieregelingen rollen zo goed als ongevraagd over de toonbank.

Waarom kunnen boeren en tuinders altijd hun handen op houden voor een niet aflatende stroom compensatie-euro's, terwijl van burgers en andere ondernemers wordt verwacht dat ze zelf hun boontjes doppen?

De rekenmachines van de belangenbehartigers zoals de LTO en staatssecretaris Bleker draaien overuren en zorgen er voor dat de compensatie-teller voor de 1400 Nederlandse tuinders niet bij honderd miljoen euro blijft steken.

Maar over de persoonlijke ellende en schade die 2200 doodzieke Duitsers en hun omgeving oplopen, wordt in Den Haag en Brussel discreet gezwegen.

Als er - om in Nederland te blijven - varkenspest, vogelgriep of MKZ uitbreekt, worden complete regio's op slot gezet. Niemand er in, alleen dode dieren er uit. De boeren worden gecompenseerd voor hun dood vee, lege stallen en hun omzetderving. Burgers niet. De hoteliers, restaurant- en camping-houders om er maar een paar te noemen kregen geen stuiver voor hun leeg gebleven hotelkamers en omzetderving.

Een recent voorbeeld van de curieuze status aparte die de boeren in onze samenleving hebben, is te vinden in de gang van zaken rond de Q-koorts.

Jaren getreuzel en ontkenning van het probleem door het ministerie van landbouw om de belangen van 180 geitenhouders niet in de weg te zitten, zorgden voor een epidemie die duizenden zieken en vijftien doden kostte. Van de zieken zijn vele tientallen blijvend arbeidsongeschikt geraakt.

Toen er eenmaal geruimd moest worden, werden de geitenhouders tot de laatste geit en de laatste druppel niet verkochte melk gecompenseerd. Voor de zieken kon er zelfs geen bloemetje of een fruitmandje af, laat staan excuses.

De gang van zaken rond de uitbraak van de EHEC-bacterie demonstreert andermaal de minachting van de sector en haar belangenbehartigers voor de slachtoffers die ze maken en de schade die ze aanrichten.

De doden van de veeteelt, want daar en nergens anders komt de EHEC-bacterie vandaan, zijn nog niet eens begraven, maar daar heeft 'Brussel' geen boodschap aan. Er moet worden gecompenseerd.

05 juni 2011

Voedselkwaliteit is beter gewaarborgd met kleinschaligheid

Nu de bedrijfsvoering van de internationale intensieve veehouderij gericht is geraakt op veel en snel vlees en zuivel te produceren zonder op een verantwoorde manier de mest te verwerken, wordt het tijd om weer eens te kijken naar de Slow Food beweging.

Tot nu toe was het zo dat industrialisering werd gezien als een must om alle monden in de wereld te kunnen voeden. De Slow Food beweging stelt dat (daarnaast) een nieuwe benadering nodig is, één waarin voedselproductie is gebaseerd op kleinschaligheid met respect voor ecosystemen en gericht op duurzaamheid.
Eten is een essentieel onderdeel van ons leven. Voedselkwaliteit is daarom voor ons allemaal van groot belang. Slow Food omschrijft die kwaliteit met drie begrippen: lekker, puur en eerlijk. Lekker wil zeggen: rijk aan smaak en aroma. Puur wil zeggen dat de productie geen schade toebrengt aan het milieu, het dierenwelzijn en de mens. Eerlijk wil zeggen: alle betrokken in het productieproces krijgen een rechtvaardige vergoeding voor hun werk.
Met de Ark van de Smaak wil Slow Food traditionele, ambachtelijke streekproducten voor de vergetelheid behoeden. Door teelt- en verwerkingsmethoden met alle beschikbare middelen (ook audiovisueel) te documenteren en de opname van producten in de Ark van de Smaak zoekt Slow Food naar meer bekendheid en erkenning voor deze, vaak unieke, producten.
Er zijn vijf criteria voor opneming van producten in de Ark van de Smaak.
  1. Producten moeten uitzonderlijke sensorische / organoleptische kwaliteiten hebben, waarbij kwaliteit wordt gedefinieerd door lokale tradities en gebruiken.
  2. Het product moet verbonden zijn aan het gedachtegoed en identiteit van een groep, en kan zijn een groente, variëteit, ecotype of dierlijke populatie die inheems is of goed geacclimatiseerd over een middellange periode in een specifiek gebied (gedefinieerd in relatie tot de geschiedenis van het gebied).
  3. Er moet een bewezen relatie zijn met het gebied. Producten moeten verbonden zijn met een specifiek gebied uit een oogpunt van omgeving, socio-economisch en historisch.
  4. Producten moeten geproduceerd worden in gelimiteerde hoeveelheden, door boerderijen of door kleinschalige producenten.
  5. Producten moeten met reëel of potentieel uitsterven worden bedreigd.

De beweging geeft aan dat deze criteria voor deze producten nog niet zijn uitgekristalliseerd.
Gezien de voedselschandalen als de uitbraak van de EHEC bacterie en allerlei dierziektes zou een uitbreiding van de criteria in de richting van een schoon milieu, waarin schoon water bij bevloeiing wordt gebruikt en geen mest uit de bio-industrie wordt uitgereden op akkerland of dat gevaarlijke bacteriën in contact komen met groente en gewassen, enorm helpen om ook een gezonde leefomgeving te creëren.
Geen biogasinstallatie meer met digestaat dat schadelijke bacteriën bevat en geen smakeloze groente verbouwd op substraat die leidt tot "wasserbombe".

Protesten Europa tegen Russische groenteboycot nogal schijnheilig

Rusland heeft de grenzen gesloten voor alle groenten uit Europa. Ze voelen er daar niets voor om de EHEC-bacterie te importeren, en gelijk hebben ze. Bovendien voelen ze er niets voor om een tsunami aan goedkope Europese groenten de eigen Russische groentetelers om zeep te laten helpen, en gelijk hebben ze.

Intussen hebben beroepsorganisaties en Europese politici, staatssecretaris Henk Bleker voorop, woedend gereageerd. Ze vinden de Russische importstop een schandalig overtrokken reactie. En dus hebben de Europese politici, staatssecretaris Bleker voorop, zeer beheerst gereageerd: als de Russen niet als de sodemieter hun importstop opheffen, kunnen ze hun eventuele toegang tot de WTO (Wereldhandelsorganisatie) wel op hun buik schrijven.

Dat is nog eens hoge-school-politiek. Krijg je een koekje van eigen deeg, en dan begin je wild om je heen te slaan.

De Russische boycot van Europese groente is volledig terecht. De feiten: in Duitsland zwerft een dodelijke bacterie rond. Volgens de Duitse autoriteiten zat die eerst in de komkommer, maar nu weten ze dat niet meer zeker. De Duitse autoriteiten gaan er nog wel van uit de besmetting met de bacterie via groenten verloopt. Ze weten alleen niet welke. De Duitse consument is er zo bang voor, dat ze massaal geen verse groenten meer koopt. Wie boycot hier nu eigenlijk wat?

Tsja. Dan is de keuze voor een groenten-importeur die gezondheid van het eigen volk serieus neemt, niet zo moeilijk: eet het lekker zelf op. Europa zou in het omgekeerde geval precies hetzelfde hebben gedaan.

Dan is er nog de onmiskenbare financiële kant van de zaak. Normaliter gaat, om bij Nederland te blijven, ruim de helft van de hier geteelde groenten naar Duitsland.
Een procentje of 4, 5 gaat onder normale omstandigheden naar Rusland waar het kapitaalkrachtige deel van de burgers genoeg roebels heeft om de voor Russen relatief dure Europese groenten te kunnen kopen.

Omdat de Duitsers gestopt zijn met groenten te eten, kunnen de Nederlandse telers hun producten niet kwijt, en dus keldert de prijs. Groenten met een extreem lage prijs zoeken nu hun weg naar Rusland. Prachtig toch. Kan een arme Rus ook eens Europese groenten eten. Niet dus, want die extreem goedkope Europese groenten stoot letterlijk het brood uit de mond van de Russische boer en tuinder.

De export van nu extreem goedkope groenten naar Rusland is niets meer of minder dan ordinaire dumping. Europa heeft met deze smerige praktijken al decennia lang de mondiale zuivelmarkten, graanmarkten en vleesmarkten verpest. De Russen hebben er terecht weinig zin dat dat nu met de groenten nog eens even dunnetjes wordt overgedaan.

Tegen die achtergrond zijn de Europese protesten tegen de Russische importstop nogal schijnheilig. We doen elk jaar precies hetzelfde.

Als in het voorjaar hier tomaten worden geteeld tegen een hoge kostprijs (er moet dan veel aardgas worden gestookt om de kassen te verwarmen) houden we de grenzen voor goedkope tomaten uit Marokko tegen. Niet via een precieze importstop, maar met hoge importbelastingen die hetzelfde effect hebben.

En als het nodig is haalt Europa zelf het phyto-sanitaire argument (er zitten beestjes of gif op uw spullen, dus we sluiten even de grenzen) van stal om de eigen boeren of tuinders te beschermen.

Het Europese, nogal hard geformuleerde, protest tegen de Russen importstop is niet alleen schijnheilig. Het is ook nog linke soep. Europa heeft zich nogal afhankelijk gemaakt van Russisch aardgas.
Niets menselijks is de Russen vreemd. Dus kan het zo maar gebeuren dat als ze zich een beetje al teveel beledigd voelen door de Europese protesten van vandaag, er komende winter opeens een technisch probleem in de gasleverantie optreedt.
Je weet het met die Russische pijpleidingen maar nooit.

01 juni 2011

Infectie met EHEC bacterie vooral in de zomer, wat vertelt ons dat?

Infectie met EHEC bacterie vooral in de zomer, wat vertelt ons dat?
Op het gezondheidsnet veel voorlichting over de oorzaak en gevolgen van bacteriële infecties.

Te lezen valt dat 60 tot 75 procent van de besmetting met EHEC en STEC plaats vindt tussen juni en september. Een verklaring hiervoor is dat in deze periode vaker wordt gebarbecued, gezwommen en (kinder)boerderijen worden bezocht.

Dieren die in grote hoeveelheden in kleine ruimtes worden gehouden, komen voortdurend met hun eigen mest in aanraking. Om te voorkomen dat deze dieren ziek worden, wordt overmatig antibiotica gebruikt, ook al omdat zij daardoor sneller groeien en eerder slachtrijp zijn. Een deel van de bacteriën wordt resistent tegen de antibiotica en een probleem is geboren. Bij de hedendaagse intensieve veehouderij is het directe contact met door mest verontreinigde dieren vrijwel uitgesloten.
Dit mens-diercontact is er weer wel op kinderboerderijen, maar daar wordt vrijwel geen antibiotica gebruikt.
Wanneer de dieren geslacht worden kan een deel van de bacteriën in en op het vlees terecht komen. Daar wordt weliswaar streng op gecontroleerd en er wordt aangeraden om vlees goed te verhitten, maar voordat het vlees wordt gebraden komen de bacteriën in de omgeving terecht. Bijvoorbeeld via de keuken waar het vlees tezamen met de groente wordt bereid en waar uitwisseling plaatsvindt via het gebruik gezamelijke messen en snijplanken. Het zijn dan in eerste instantie veel vrouwen die de besmetting oplopen. Bij de barbecue wordt niet altijd het vlees goed gebraden en kan de bacterie blijven leven.
In het oppervlaktewater tenslotte overleven de gevaarlijke darmbacteriën die bij het uitrijden van mest in het milieu terecht komen. Omdat er door de Nederlandse overproductie van vlees en zuivel veel te veel mest is, vindt uitspoeling plaats van het land naar het oppervlaktewater.
Via het besmette water komen mensen op twee manieren weer in contact: via gebruik door akkerbouwers bij besproeiing als gevolg van droogte en in de zomer door zwemmers.
Deze gevaarlijke cyclus kan het best doorbroken worden door de Nederlandse veestapel drastisch te verkleinen of minder intensief te gaan houden. Dat brengt behalve een schoner milieu en een fraaier platteland in ieder geval minder gezondheidsrisico’s met zich mee. Vlees en zuivel worden dan wel iets duurder, maar we besparen op andere posten. Nu worden de nadelen van de disproportionele overproductie afgewenteld op de anonieme belastingbetaler.

PvdD senator Koffeman probeert het begrip Intrinsieke Waarde inhoud te geven

PvdD senator Niko Koffeman probeert het lege begrip Intrinsieke waarde inhoud te geven via een motie in de Eerste Kamer:

Voorgesteld 24 mei 2011 De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende, dat de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de erkenning van de intrinsieke waarde van dieren enkel van toepassing wil laten zijn op de huisvesting en verzorging van dieren die gehouden worden; van mening, dat de erkenning van de intrinsieke waarde van dieren impliceert dat het gebruik van dieren ethisch gerechtvaardigd dient te worden; constaterende, dat de Raad voor Dierenaangelegenheden in haar rapport «Agenda voor het dierbeleid» (2010) stelt dat:
«Erkenning van de intrinsieke waarde van het dier betekent dat het gebruik van dieren zal moeten worden gerechtvaardigd. Er zal dus een afweging gemaakt moeten worden van de belangen van de mens tegenover de belangen van het dier. Wat daarbij wel of niet acceptabel is, en de voorwaarden waaronder het gerechtvaardigd is om dieren te gebruiken, zal moeten worden beargumenteerd»;
verzoekt de regering invulling te geven aan een concreet toetsingskader intrinsieke waarde van dieren volgens de bekende afwegingsmodellen zoals die van de Raad voor Dierenaangelegenheden en van bijvoorbeeld het Rathenau Instituut en deze periodiek te evalueren en te betrekken bij het uiteindelijke afwegingsmodel dat aan de verdere concrete invulling van de Wet dieren in algemene maatregelen van bestuur behoort te liggen, Eerste Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 31 389, Q 1 en gaat over tot de orde van de dag.
Koffeman
Peters
Slager
Böhler
Reuten

Tot zover de PvdD motie.

Het lastige met lege begrippen als intrinsieke waarde is om te bepalen wanneer het echt serieus wordt genomen. Wanneer beleidsmakers het snel omarmen kan het een teken zijn dat het hun niet beperkt in de uitvoering van hun plannen en dan is instemming een schijnsucces.
Het begrip bestaat al 30 jaar en een voorbeeld dat iemand zijn gedrag heeft veranderd op basis van het begrip bestaat niet en is ook onwaarschijnlijk.
Dieren in hun waarde laten is wat anders dan hun met rust laten omdat anders hun intrinsieke waarde in het geding is.

Klik hier om meer te lezen over intrinsieke waarde en hoe verschillend instanties dit begrip gebruiken of in de Internetversie bij de labels.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.