Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

28 juni 2007

Drijft de agrosector over of overdrijft zij?

Het belang van de agrosector wordt steeds kleiner. Dat is niet vreemd, want ons land is eigenlijk te klein voor zoveel industriële activiteit. Men probeert de status quo te handhaven door import, schaalvergroting, kostenbesparing en verbeterende technologie.

Volgens eigen zeggen heeft agrarische sector een stevige impuls aan de nationale economie. Het economisch herstel van de land- en tuinbouw en de behoorlijk verbeterde inkomens heeft zich in 2006 voortgezet en de perspectieven zijn redelijk gunstig. Maar tegelijk stelt zij: "Prijsherstel is hard nodig na een lange periode van waarin de opbrengstprijzen in reële zin zijn gedaald”, zegt voorzitter Albert Jan Maat van LTO Nederland naar aanleiding van het Landbouw-Economisch Bericht 2007.

Zo goed gaat het blijkbaar niet en er moet ook nog wat overheidsgeld ingezet worden voor goed nieuws.

In een persbericht meldt Ministerie LNV, donderdag 28 juni 2007:

Presentatie onderzoek 'de economische kracht van agrofood in nederland'

Minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) neemt op maandag 2 juli van 16.00 tot 17.00 uur het onderzoek 'De economische kracht van agrofood in Nederland' in ontvangst.

Het ministerie van LNV heeft in september vorig jaar Rijksuniversiteit Groningen (RuG) opdracht gegeven onderzoek te doen naar wat de Nederlandse agrofoodketen zo succesvol maakt. Het gaat hierbij om het landbouw- en voedingscluster en om zowel de primaire als verwerkende en toeleverende sector.

In het onderzoek worden de volgende productgroepen in detail onderzocht: snijbloemen, mosselen, aardappelen, cacao, varkens, veterinaire vaccins, en bier.

'De economische kracht van agrofood in Nederland' is een vervolgonderzoek op de Porter-analyse uit 2005. In de Porter-analyse van RuG, ook uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV, zijn de honderd Nederlandse productgroepen met het grootste aandeel op de wereldexportmarkt gedefinieerd. De helft van de honderd productgroepen was in 2003 afkomstig uit het agrofoodcluster.

Tot zover (een deel van) het persbericht

In de toekomstvisie ‘Kiezen voor landbouw’ benadrukt de Nederlandse overheid dat zij vertrouwen heeft in de toekomst van de agrosector en dat ondernemerschap hierin de bepalende factor is. De Nederlandse overheid heeft een agrosector voor ogen die een belangrijke drager is van de economie en van de leefbaarheid van het platteland. Duurzame ontwikkeling is richtsnoer bij het te voeren beleid, waarbij voortdurend moet worden gezocht naar een goede balans tussen de drie dimensies van het begrip maatschappelijk verantwoord ondernemen: people, planet en profit.

Het ministerie van LNV heeft op zijn beleidsterreinen te maken met ingrijpende maatschappelijke veranderingen. Voorbeelden daarvan zijn de toegenomen aandacht voor voedsel en voedselveiligheid, milieu- en welzijnsproblemen, het gebruik van de groene ruimte en de gewijzigde opvattingen over de rol en betekenis van de landbouw in de samenleving. Deze ontwikkelingen nopen in verschillende sectoren en ketens (de intensieve veehouderij, de glastuinbouw en de melkveehouderij) tot soms ingrijpende aanpassingen. De overheid stimuleert de benodigde veranderingen, maar vraagt ondernemers en sectoren om zelf hun verantwoordelijkheid te nemen.

Speerpunten voor het overheidsbeleid voor de agrosector

Vitale, duurzame land- en tuinbouw: een agrosector die voldoet aan maatschappelijke randvoorwaarden en eisen, een gevarieerd en divers karakter heeft, meerdere functies vervult, daardoor bijdraagt aan de ruimtelijke kwaliteit van ons land en internationaal concurrerend is;

Voedselkwaliteit: voedsel dat goed, gezond en veilig is, waarvan de kwaliteit gegarandeerd is, dat tegemoetkomt aan de uiteenlopende eisen van de consument en het resultaat is van goed functionerende ketens van bedrijven;

Kennis en innovatie: ontwikkeling van een kennisinfrastructuur die bijdraagt aan het benutten van kansen, o.a. via innovaties. De overheid heeft daartoe bijvoorbeeld een Innovatieplatform ingesteld en extra middelen voor kennis en innovatie ter beschikking gesteld;

Oog voor de internationale context: op orde brengen van randvoorwaarden voor internationale handel, versterken van kennis- en innovatievermogen, terugdringen van informele transactiekosten en bevorderen van duurzame ontwikkeling. Nederland ondersteunt de liberalisering van de wereldhandel en de hervorming van het EU-landbouwbeleid;

Agrospecifiek ondernemersklimaat: de overheidsinzet voor minder regels, oplossen van knelpunten en eenvoudiger beleid zal zijn uitwerking krijgen in harmoniseren van normen en eisen, verbeteren van logistieke processen bij in- en uitvoer, het één loket-principe en het oplossen van agrologistieke knelpunten.

Tot zover de toekomstvisie van LNV.

Voor de goede verstaander: het LNV ondersteunt de transportsector in het heen- en weer schuiven van agroproducten, de verwerkende voedingsindustrie en de steeds maar kleiner worden groep producenten in de intensieve veehouderij in de schaalvergroting. Eigenlijk doet Nederland dat al eeuwen: grondstoffen vanuit de hele wereld verzamelen en na verwerking weer als eindproducten op de markt brengen. Omdat dit kunstje ook door het buitenland kan worden uitgevoerd moet er telkens weer gewerkt worden aan technologische ontwikkeling om het concurrentievoordeel te behouden. Het gevolg is dat Nederland er steeds minder aantrekkelijk op wordt om in te wonen. Het wordt tijd dat de politiek deze ontwikkeling keert en dat er een koers wordt ingezet waarbij de intensieve agrosector wordt afgebouwd ten gunste van een kenniseconomie.

27 juni 2007

Schaamteloze zelfverrijking ten koste van varkenswelzijn en natuur

Varkensboeren in Nederland produceren voor de buitenlandse markt. Van elke 3 varkens in ons land worden er 2 buiten Nederland opgegeten. Dat is onredelijk ten opzichte van de goedwillende buitenlandse varkensboeren en de varkens in Nederland worden in welzijn te kort gedaan om de kostprijs zo laag te houden om met het buitenland te kunnen concurreren.
Ondertussen voldoet de Nederlandse natuur niet aan de minimale Europese eisen die men daaraan stelt. Symptomen zijn verdroging en verzuring. Deze zaken hebben te maken met de intensieve veehouderij. Aantrekkelijke natuur vraagt om een hoge waterstand. Dat zou ook nog eens in de CO2-uitstoot schelen. De boeren die zoveel als toegestaan is van hun mest willen uitrijden willen een lage waterstand.
Ook boeren, wiens land in aanmerking komt om opgenomen worden in de Ecologische HoofdStructuur en eigenlijk zouden moeten stoppen, blijven op hun land zitten, want zolang het nog geen 2018 is, is medewerking alleen op vrijwillige basis en niet verplicht. Als zij dan toch weg moeten (via onteigening) laten zij zich met uw gemeenschapsgeld uitkopen. Tot die tijd gebruiken ze het land om mest op uit te rijden en daarmee de verzuring en klimaatopwarming te verergeren. Natuurbeheer komt daardoor veel te traag op gang en het platteland wordt steeds saaier.

Vroeger waren boeren er om de lokale bevolking te voeden. Tegenwoordig halen ze varkensvoer uit de derde wereld en gijzelen ze het land(schap) en de politiek met als doel zelfverrijking onder het mom “economie”. De menselijke maat is door de alsmaar doorgaande schaalvergroting verdwenen. Boerderijen zijn fabrieken geworden.
Nederlanders, waarom pikken jullie dit? Omdat jullie zelf ook profiteren van lage varkensvleesprijzen? Of denken jullie echt na het bezoek van een “comfort class” zichtstal dat de intensieve veehouderij er straks voor een half miljard dieren als een paradijs komt uit te zien? Weegt de achteruitgang in de kwaliteit van de samenleving en de natuur op tegen een goedkoop stukje vlees? De vleesproducerende en verwerkende industrie lacht u in uw gezicht uit, want zij kunnen ongehinderd de nadelige gevolgen op de anonieme belastingbetaler en het niet zichtbaar protesterende dier afwentelen.

26 juni 2007

De beperkte visie van een kippenhouder

Door het Vlaamse Informatiecentrum over Land- en Tuinbouw (VILT) werden kippenhouder Van Meervenne en ethicus Dirk Lips geïnterviewd.

Hun antwoorden illustreren de louter economische manier van kijken door boeren en bepaalde wetenschappers naar kippenwelzijn.

In Vilt:

Wat wil de kip? Op de vraag welke factoren voor hem van belang zijn voor het dierenwelzijn van zijn braadkippen, antwoordt Van Meervenne dat kippenboeren hun dieren in de eerste plaats gezond willen zien opgroeien. “Het dierenwelzijn in onze stallen heeft zeker niet alleen te maken met de bezettingsgraad. Een kip heeft niets aan wat extra ruimte indien bijvoorbeeld geen klimaatregeling en onvoldoende strooisel voorhanden zijn”. Met die stelling is ethicus Dirk Lips het eens: “De Europese richtlijn focust op bezetting omdat ze werd ingefluisterd door dierenartsen. Als we écht iets willen doen voor het welzijn van de kippen, komt het er op aan om op basis van wetenschappelijk onderzoek het ethogram van vleeskuikens intensiever te ontrafelen. Op die manier leren we de soorteigen behoefte veel beter kennen en komen er wellicht ook diervriendelijke bedrijfsingrepen aan de oppervlakte die de productiekost niet of nauwelijks opdrijven. De kippensector heeft er alle belang bij om dat onderzoek zelf pro-actief aan te sturen, want anders blijft de discussie over het kippenwelzijn zich ook de komende jaren eenzijdig toespitsen op het aantal dieren per vierkante meter. Een dergelijk debat is ontoereikend voor het dierenwelzijn én zal bovendien in het vel van onze kippenboeren snijden”. Of hij zelf alternatieve maatregelen in gedachten heeft? Lips aarzelt even: “De mogelijkheden zijn allicht niet onuitputbaar. Maar bijvoorbeeld met vangmachines in plaats van vangploegen kunnen we een stap in de goede richting zetten”.

KuikenstofzuigerTot zover VILT.

Het is duidelijk dat in deze sector nog minder respect is voor de vijf vrijheden die bepalend zijn voor dierenwelzijn en de uitwerking van dierenrechten vormen: 1. vrij van dorst, honger en onjuiste voeding; 2. vrij van fysiek en thermaal ongerief; 3. vrij van pijn, verwonding en ziektes; 4. vrij van angst en chronische stress; 5. vrij om hun natuurlijke gedrag te vertonen.

Permanent (maar kort) levend binnen in een stal kan zelfs maar een deel van deze minimale eisen worden voldaan.

21 juni 2007

Eén politica kan meer vragen dan 10 ambtenaren willen betalen

Met de komst van de Partij voor de Dieren (PvdD) in het parlement, is het aantal Kamervragen aan vooral het ministerie van Landbouw 'buitensporig toegenomen', stelt Landbouwminister Verburg na berekeningen. Zo kwamen bij het LNV-departement in de eerste vijf maanden van 2006 slechts 37 vragen binnen, dit jaar zijn er over dezelfde periode al 125 ingediend. 'Het is het recht van de Kamer om vragen te stellen, maar het is ook goed om de feiten op tafel te leggen', aldus CDA'er Verburg, die voorrekende dat de beantwoording van die vragen tot nu toe 250.000 euro kostte.

De PvdD reageerde met kamervragen, waaronder deze:
Klopt het dat aan dierenwelzijn in de huidige kabinetsplannen niet meer dan 0,004 cent per productiedier wordt uitgegeven (2 miljoen euro voor 500 miljoen dieren) en staat dit niet in schril contrast met uw calculatie dat u per kamervraag €2.000 uit zegt te trekken? .........

13 juni 2007

In agrarische sector wordt relatief veel gefraudeerd

In zes van de negen fraudeclusters die worden onderscheiden zijn ongewenste activiteiten in de land- en tuinbouw dominant. Het onderzoek is gedaan door het Platform bijzondere opsporingsdiensten, waarin de Algemene Inspectiedienst (AID), de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD), de Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst (SIOD) en de Vrom-Inlichtingen en Opsporingsdienst zijn vertegenwoordigd.

Gesignaleerde problemen in de land- en tuinbouw zijn met name mest-fraude, veevoer-fraude, fraude in de sfeer van illegale arbeid, koppelbazen en identiteitsfraude, fraude met groeibevorderaars, fraude met EU-gelden en fraude met gewasbeschermingsmiddelen.

Bron: Agrarisch Dagblad

12 juni 2007

Zeldzaam waardevolle dieren

Een zeldzaam dier is veel geld waard, maar mag meestal niet worden verhandeld, zeker niet als het in het wild is gevangen. Dus moet de handel de wet omzeilen. De handelwijze van handelaars komt neer op maximaal gebruik maken van de mogelijkheden die je ook zou doen als een dier een ding was. Papieren vervalsen, zoveel mogelijk in een kleine ruimte stouwen, enz.. Zeldzame dieren die in gevangenschap worden geboren mogen wel worden verhandeld, mits daarvoor de benodigde papieren zijn verworven. Wereldwijd gaat er in deze handel jaarlijks 250 miljard euro om.
De Nederlandse overheid, die vaak bij toeval (bijvoorbeeld op Schiphol) op illegale diertransporten stuit, heeft weinig mogelijkheden om de verzwakte en uitgeputte dieren een adequate opvang te geven. Opvang is er nauwelijks, zit vol, kost geld en de dieren in ons land toelaten vergroot de kans op verspreiding van allerlei ziektes die de gezondheid van andere dieren (ook in de veehouderij) kunnen bedreigen. Terugsturen en gewoon in het wild loslaten heeft soortgelijke bezwaren. De dieren komen dan (vooropgesteld dat zij de terugreis zouden overleven) in een verzwakte toestand in een vreemde biotoop en worden als indringers behandeld.
De overheid knijpt daarom liever een oogje dicht en laat de dieren verder reizen, waarmee hun lot vaak bezegeld is met een spoedige dood.
De oplossing hiervoor is het bezit van dieren ongeacht hun oorsprong te beperken tot een zeer beperkt aantal.
De meest effectieve oplossing is een wereldwijde campagne waarin het bezit van zeldzame (huis)dieren zou worden ontmoedigd. Dit vraagt een langdurige en geduldige inzet, gericht op bewustwording en mentaliteitsverandering. Dat kost geld. Een dergelijke campagne zou niet los hoeven te staan van de oproep tot zuiniger en respectvol om te gaan met andere zaken die dreigen zeldzaam te worden zoals ruimte, energie en grondstoffen.
Wat weinig zal helpen is het voorstel van GroenLinks om zorgplicht voor dieren op te nemen in de Grondwet. Van Gent en Halsema geven bij hun voorstel aan dat de financiële gevolgen nihil zijn. Hiermee bestempelen zij hun voorstel onbedoeld als symboolwetgeving.
Het controleren en handhaven van de wet, uitgebreid met het bevorderen van een globale bewustwording ten aanzien van diergebruik kan per definitie niet kosteloos zijn.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.