Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

30 september 2006

Is een dier is in grondrechten gelijkwaardig?

Bovenstaande titel is niet letterlijk de titel boven het interview met mecenas Niek Pierson in de Volkskrant van zaterdag 30 september.
Niek Pierson is hoofdsponsor van de Partij voor de Dieren.
In het interview staat:
Pierson moet weinig hebben van de dierenbescherming. ‘Dier en mens zijn gelijkwaardig. Je moet de Grondwet veranderen en dieren gelijke rechten geven’. Als die opvatting straks in de Kamer wordt verwoord, komt de hele wereld volgens hem luisteren.

Dat is ietwat slordig geformuleerd.
Mooier is “dieren hebben net als mensen het grondrecht op vrijheid”. Voor dieren betekent dit dat zij het recht hebben om in vrijheid hun natuurlijk gedrag te vertonen.

28 september 2006

Toezicht op veemarkten via webcams op Internet?

De Dierenbescherming vraagt minister Cees Veerman (Landbouw) om cameratoezicht bij veemarkten. De aanwezigheid van camera's moet een einde maken aan mishandeling van dieren op de markten.

Bij de Dierenbescherming voelt men er weinig voor af te wachten of de door Veerman bevolen strengere controle effect heeft. "Het is bepaald niet de eerste keer dat het goed mis is op de Nederlandse veemarkten. Er duiken regelmatig beelden op en het ministerie zegt telkens dat het toezicht door de AID wordt verscherpt. De praktijk wijst echter uit dat het niet om incidenten gaat maar om structurele problemen en dat de inspectiediensten niet doorpakken".

De Dierenbescherming bepleit daarom een structurele oplossing. "De geschiedenis herhaalt zich. Camera's op alle veemarkten is een betrouwbare oplossing. Ophangen van camera's werkt preventief en als het misgaat, is het meteen vastgelegd".

Het zou allemaal nog effectiever zijn wanneer die beelden rechtstreeks te zien zijn op Internet.

Vegetariers alle partijen, verenigt u!


Wordt u ook zo moe van vegetariërs die hun eigen opvattingen verloochenen door mensen in hun omgeving te bewegen tot het eten van biologisch vlees?
Of die roepen dat vegetariërs gezonder zouden zijn?
Biologisch vlees is afkomstig van dieren die biologisch voedsel hebben gekregen. Hun levensomstandigheden zijn niet per definitie beter dan die van de intensieve veehouderij.
Vegetariërs leven vaak gezonder dan mensen die veel vlees eten. Dat betekent niet dat een vegetariër gezonder is, het betekent dat een gemiddelde vegetariër ook bijvoorbeeld vaker beweegt en minder rookt. Het gezond zijn ligt aan zijn levensstijl, niet aan het laten staan van vlees.
Laat er geen misverstand over bestaan: het vegetarisme is een prima, gezonde en aangename levensstijl, mits de persoon lekker heeft leren koken en niet alleen met vleesvervangers. Het is niet het vlees dat moet worden vervangen, maar de oude ingesleten gewoontes, drogredenen en slaafse mentaliteit.

Een ander vreemd fenomeen is het aanprijzen van de diervriendelijkheid van politici die in hun gedrag nauwelijks valt te betrappen op diervriendelijk gedrag. De Landelijke Dierenbescherming (waar onevenredig veel vegetariërs werken) riep biologisch boer Harm Evert Waalkens uit tot dierenbeschermer van het jaar. Waarom niet Wouter Bos? Die is als vegetariër pas diervriendelijk bezig.
Maar nee, de Dierenbescherming moest weer de kool en de geit sparen. Dus een lijsttrekker is te veel partij, een politicus met een dun biologisch sausje op een onverkiesbare plaats kan weer wel.
Het middle-of-the-road-denken heeft D'66 ook uiteindelijk niets gebracht, behalve tijdelijk met een aansprekende, charismatische voorman (Terlouw, van Mierlo).

Op 22 november vinden weer de Tweede Kamerverkiezingen plaats. Vraag aan al die mensen die achter de stands proberen uw stem te krijgen eens of zij vegetariër zijn. U zult versteld staan door het aantal die dat wel is, maar daarvoor niet uitkomen of politici staan te promoten die het dierenwelzijn worst zal zijn.
Veel vegetariërs kiezen voor de partij waarvan ze denken dat die gaat winnen of voor een "lekker kontje", maar vergeten dat stemmen gaat over jouw mening en niet over jouw vermogen om te voorspellen wie de grootste partij wordt.
Verloochen jezelf niet, kies partij voor de dieren, ook als niet-vegetariër, dan bent u echt het meest zuiver bezig.

Sommige pelzen zijn meer gelijk dan andere

Naar aanleiding van de onthulling van de Franse organisatie AFIPA dat er in een bontwinkel in het Brusselse bontjassen van hondenpelzen verkocht worden als ‘Koreaanse wolf, wil GAIA dat het wetsontwerp van federaal minister van Economie Verwilghen tot een handelsverbod in pelzen en afgeleiden producten van honden en katten én van pelzen en afgeleide producten van zeehonden snel gestemd wordt door het parlement.

Is het maken van jassen van dieren afkomstig uit het wild erger dan van dieren die daar speciaal voor zijn gehouden?

Alle dieren hebben evenveel recht op kwaliteit van leven
.

Boeren voeren vaker zelf antibiotica aan hun vee

De FIDIN Werkgroep Antibioticumbeleid schrijft in een rapportage over de toegenomen gebruik van antibiotica:
Ten opzichte van 2004 is sprake van een toename van 12% van het aantal kilogrammen werkzame stof. Hiertegenover staat een geringe toename van de veestapel. De veestapel is in 2005 ten opzichte van 2004 als volgt gewijzigd; het aantal runderen en varkens is licht gestegen tot respectievelijk 3,8 miljoen en 11,2 miljoen dieren. Met name in de varkenshouderij is het aantal bedrijven verder afgenomen (- 3,5%) en neemt het aantal grote bedrijven (met meer dan 2500 varkens) verder toe (+ 7%). Binnen de groep runderen is het aantal vleeskalveren met 8% toegenomen. De aantallen pluimvee zijn verder toegenomen van 86 miljoen naar 93 miljoen kippen.4
De toename van het gebruik betreft met name de orale toepassing van oxytetracycline, doxycycline, amoxicilline en ampicilline (70% van de stijging). De verklaring hiervoor kan liggen in verminderd gebruik van de antimicrobiële additieven die per 1 januari 2006 zijn verboden, als gevolg waarvan substitutie heeft plaatsgevonden met therapeutische middelen. Daarnaast is in 2005 het toezicht op het illegale gebruik van antimicrobiële grondstoffen, mede op aandringen van de FIDIN sterk geïntensiveerd, hetgeen kan hebben geleid tot meer gebruik van geregistreerde antibiotica. Overigens kan het gebruik van met name tetracyclines en trimethoprim/sulfa’s mede worden verklaard door de economische situatie van de veehouderij (vaccinaties nemen af en investeringen in huisvesting worden uitgesteld) en het naleven van de formularia, op grond waarvan de inzet van deze middelen de voorkeur geniet. Verder wordt de voorkeur gegeven aan de praktischer orale toepassing boven injectiepreparaten, mede gezien de verlengde wachttermijnen die op grond van het IKB-systeem gelden ter voorkoming van spuitplekken in het vlees op de injectieplaats.
Een verdere verklaring voor de toename van gebruik is de verdere intensivering in met name de varkenshouderij. De infectiedruk neemt daarmee toe, mede in relatie tot de bestaande ziektedruk van “nieuwe” ziekten, (onder andere Ileitis, Circo-virusinfecties en PRRSV).

Tot zover het FIDIN.
Voor boeren heeft het toedienen van antibiotica een tweeledig doel: het vee groeit harder en de kans op infectie wordt kleiner. Het gebruik van antibiotica heeft echter gezondheidskundige gevolgen.

De stadsduif als afvaller

Jaarlijks verdwalen er in Nederland honderdduizenden postduiven tijdens wedvluchten. Deze geringde duiven vestigen zich in steden en dorpen en zorgen aldaar voor ongeringde nakomelingen. Het percentage geringde duiven onder de stadsduiven varieert per stad en is mede afhankelijk van de vluchtroutes van wedstrijden met postduiven. In sommige steden bestaat zelfs wel 75% van de stadsduiven uit verdwaalde postduiven. De meeste duivenhouders willen hun verdwaalde huisdieren overigens niet meer terug, omdat er geen prijs of eer meer mee te behalen valt.
Daarmee lijkt de positie van de stadsduif op die van de oudere werknemer. Een jongere collega kan net wat sneller en is wat minder zelfstandig. Daarmee dienen jonge honden en brave postduiven de belangen van de werkgever/melker die alleen gericht is op geld verdienen, al dan niet via gokken.

De praktijk is weerbarstig. Van een links college als de gemeente Groningen, waarin je zou verwachten dat SP-wethoudster Janny Visscher de belangen van stadsduiven als kwetsbare onderlaag in de samenleving zou verdedigen, is juist fervent verdelger van de “vliegende ratten”. Deze aanduiding hebben Stadjers (inwoners van de stad Groningen) voor de zogenaamde “patatduiven” die het zelf voedsel vinden nog niet zo goed onder de knie hebben. Althans het vinden van gezond voedsel, want door het opruimen van de patat en andere voedselresten op straat, ondervinden ze allerlei welvaartsziekten. Hun shabby uiterlijk maakt de afvallige duiven er niet populairder door.

Ondertussen kan de gemeente Groningen niets beters verzinnen dan de mensen die zich opwerpen voor de zaak van de stadsduiven een zware boete van 150 euro in het vooruit te stellen. In plaats van samen te werken in het plaatsen van duiventillen om de populatie in toom te houden, probeert men elkaar vliegen af te vangen.
Duke “faunabeheer” uit Lelystad is ondertussen de lachende derde omdat aan hen de opdracht is gegeven om de duiven weg te vangen. Zij vangen ook de postduiven, melden deze keurig bij de Nederlandse Postduiven Organisatie. De eigenaren reageren niet en Duke vangt dubbel door ook deze duiven bij de poelier af te leveren. Die verwerkt de duiven weer in de snacks en zo is de voedselkringloop weer rond.

27 september 2006

Hogere export van levende varkens leidt tot meer dierenleed

De uitvoer van de varkenssector in Nederland is begin dit jaar steeds meer verschoven van vlees naar de levende export. Hiermee neemt het dierenleed toe. De reden is commercieel: buitenlandse slachthuizen betalen meer. In Nederland wordt het merendeel van de varkens al voor de export gehouden. Dat is voor de voedselvoorziening in ons land volkomen overbodig. Ook in de ons omringende landen worden voldoende varkens gehouden.
Hoe korter de lijn naar het slachthuis, hoe minder stress er door de dieren wordt geleden.
In het buitenland is soms zelfs een mobiel slachthuis in gebruik om de diervriendelijkheid in de sector tegemoet te komen.

26 september 2006

Koeterwaals van de PvdA over dierenwelzijn

De PvdA is uiterst summier over dierenwelzijn en wat er staat is soms gewone onzin.
In de dossiers van de PvdA op Internet valt over dierenwelzijn en op de site van Harm Evert Waalkens het volgende te lezen:

De PvdA wil dat dierenwelzijn expliciet wordt opgenomen in wet- en regelgeving. Wij willen dat wordt vastgelegd welke dieren wel en welke dieren niet gehouden mogen worden. Nertsenfokken moet bijvoorbeeld verboden worden, net als het gebruik van wilde dieren in circussen.

Tot zover redelijk heldere taal, maar de tekst vervolgt:

Ook moet er een verbod komen op ingrepen die de intrinsieke waarde van het dier aantast, zoals het onverdoofd castreren van biggen en het couperen van staarten.

Bedoeld was hier dat ingrepen die een inbreuk vormen op de lichamelijke integriteit van een dier moeten worden verboden.
Dat is ook moeilijke taal, maar het gebruik van lege termen als “intrinsieke waarde” is typerend voor het gebrek aan inhoud die de politiek van de PvdA in het verleden heeft laten zien ten aanzien van het lot van dieren uit de bio-industrie.

Wat weer wel pleit voor de PvdA is de pleidooi tijdens de algemene politieke beschouwingen voor het verminderen van de exportsteun van de landbouw, maar in hoeverre bedoelt men dit voor de veeteelt?
Het Europese landbouwbeleid wordt met kracht verder hervormd. Er moet een einde komen aan de inkomens- en exportsubsidies en aan de genereuze opkoopregelingen van overproductie.

Wanneer dit de bijdrage van Waalkens is geweest aan het PvdA-partijprogramma, dan is het niet zo vreemd dat hij op een onverkiesbare plaats is gezet.

Sommige grote grazers horen niet thuis in de Oostvaardersplassen

Het is mooi dat de zeearend broedt in de Oostvaardersplassen. Deze vogel heeft er zelf voor gekozen om daar te komen en bevalt het hem niet dan vliegt hij (met partner en jong) weer weg. Maar paarden en Heckrunderen komen al eeuwen niet meer voor in de vrije natuur in Nederland. Zij kunnen door de afrastering niet kiezen om weg te trekken. Ook edelherten werden (elders in Nederland) vaak geïmporteerd en vervolgens via de jacht in toom gehouden.
In 1983 werden de eerste Heckrunderen uitgezet, in 1994 volgden Konikpaarden en in 1992 werden een kleine vijftig edelherten uitgezet. Sindsdien zijn de kuddes fors gegroeid door het rijke voedselaanbod en de afwezigheid van natuurlijke vijanden.
De functie van deze dieren was het open karakter van het natuurgebied te behouden. Maar deze functie had ook uitgevoerd kunnen worden door dieren die mobieler zijn.

Door afschot door Staatsbosbeheer en sterfte door honger zijn in de winter van 2004 op 2005 337 edelherten, 235 Heckrunderen en 131 wilde Konikpaarden gestorven.
Deze omstreden situatie had gemakkelijk voorkomen kunnen worden.
De aanwezigheid van deze onnodige grazers maakt het ook nog eens minder gemakkelijk om een natuurlijke corridor met de Veluwe op te zetten.

Winst en verlies bij leven en welzijn in de Comfort Class varkensstallen



Varkens in de Comfort Class kennen door de inrichting van de stal meer welzijn dan de kale varkensstallen. Het gevolg is dat de dieren meer bewegen. Dit bewegen kost energie die ten koste gaat van de omzetting van voer in vlees. De vleesvarkens uit de Comfort Class stal in Raalte groeien harder dan gemiddeld en dus eerder slachtrijp. Omdat de varkens in de welzijnsstal veel voer vreten is de voederconversie ongunstiger dan het landelijk gemiddelde.
Deze achtergrond maakt dat het varken en de Comfort Class stal duurder zijn dan in de bio-industrie. Als gevolg zal de omzet beperkt zijn omdat weinig consumenten bereid zullen zijn dit prijsverschil te betalen. Een verhoogde omzet kan worden bereikt door een optimale PR-campagne, maar de kosten daarvan gaan af van de winst.
De winst- en verliesrekening van deze situatie maakt dat wie echt iets wil doen voor het welzijn van de varken, moet werken aan het verminderen van het aantal varkens dat in de oude situatie terecht komt. Dat kan door politieke beschermingsmaatregelen en beperking van de export van varkensvlees maar nog effectiever is door af te zien van het eten van varkensvlees.

Klik hier voor een gedetailleerd overzicht van mogelijkheden om echt iets te doen voor het welzijn van dieren.

24 september 2006

Dieronvriendelijke observaties op een kinderboerderij

Vandaag inspecteerde ik een kinderboerderij. Gewoon als dierenbeschermer, om een beetje allround te blijven. Een interessante gewaarwording.

Ik zag weinig kinderen, hoewel prachtig weer. De meeste kleintjes speelden in de zandbak, zaten op de wip of op de schommel. Voor de dieren bestond weinig belangstelling.
Het personeel bestond gedeeltelijk uit geestelijk gehandicapten. Het verzorgen van dieren wordt hier kennelijk gelijkgesteld met bezigheidstherapie. Daartegen zou m.i.geen bezwaar hoeven te bestaan indien deze mensen ook in andere vormen van zorg ingezet zouden worden. Boerderijdieren zijn immers geen proefdieren.
Alle grazers hadden oormerken. Wat is daarvan in dit geval de zin?? Dit is geen slachtvee. Voor zover ik weet dragen dierentuindieren ook geen oormerken.
Er stond 1 stevige zwarte mini-koe eenzaam te wezen.
De ezel was niet thuis: enige weken “naar de hengst”. Zijn er dan nog niet genoeg ezels op de wereld?!
Alle pluimvee was opgehokt. In kleine hokken zaten grote aantallen Barnevelders en New Hampshires (kippen). Hetzelfde lot trof kalkoenen, ganzen, eenden, pauwen.
Het lot van de konijnen en cavia’s is m.i. een verschrikking: allemaal in piepkleine hokken.
Konijnen en cavia’s zijn er te koop, evenals rijstvogels en Japanse meeuwen. Is dit normaal?
Tenslotte sprak ik even met de beheerster over het ophokken. Tja, dat kon wel eens lang gaan duren, zei ze. Waarom worden de hokken dan niet groter gemaakt, vroeg ik. Tja, we willen ze eigenlijk inenten, maar………..dat is duur, en dan kunnen we er niet meer mee fokken. (??)

En daarom zitten de dieren dus voorlopig nog wel in omstandigheden die het beeld oproepen van de bio-industrie.

E.D.
Zie ook het Zwartboek kinderboerderijen

23 september 2006

Troostprijs voor besmette proefdierapen uit het BPRC

Transport van 28 besmette chimpansees naar Stichting AAP is een feit

Persbericht Stichting AAP, Almere, 21 september - Denk je eens in: een heel leven lang in een betonnen ruimte en ineens word je verhuisd naar een verblijf waar je op houtsnippers loopt, de vogeltjes fluiten en de wind door je haren waait. Op maandag 25 september is het zover! Na een lange voorbereiding verhuist de eerste groep van zes chimpansees van het proefdiercentrum BPRC naar Stichting AAP voor hun welverdiende pensioen. Ook de overige 22 chimpansees zullen in de daar opvolgende week per vrachtwagen arriveren.

Het Chimpanseecomplex is voor een belangrijk deel gerealiseerd ten behoeve van de huisvesting van de met HIV en hepatitis C geïnfecteerde chimpansees uit het Biomedical Primate Research Center in Rijswijk.
Deze overdracht is het resultaat van een campagne (CEECE, Coalition to End Experiments on Chimpanzees in Europe) die startte in Engeland en leidde tot een maatschappelijke discussie over het gebruik van mensapen als proefdier. De Tweede Kamer verzocht de toenmalige minister van OC en W om een wettelijk verbod op het gebruik van deze dieren en een pensioenregeling voor de nog in het BPRC verblijvende dieren. Eén van die Kamerleden, Mw. Van der Hoeven kreeg in haar nieuwe hoedanigheid als Minister dit dossier overgedragen, zag kans de realisatie veilig te stellen en stelde tezamen met het Ministerie van VWS de benodigde financiële middelen ter beschikking.

In maart van dit jaar was de bouw van dit unieke project voltooid. De tijd die Stichting AAP restte is vooral benut om de inrichting te vervolmaken en het dierenverzorgend team bekend te maken met het gebouw en de zeer strenge veiligheidsregels die hier zullen gelden. Professor Agooramoorthy, een wereldautoriteit op het gebied van welzijn van primaten, betitelde onlangs het geheel als: "A world class facility".

19 september 2006

Varkensboeren krijgen in het ziekenhuis koekje van eigen deeg

MRSA is een bacterie die nauwelijks met antibiotica is te bestrijden omdat deze resistent is. Die resistentie is het gevolg van het gebruik van antibiotica in de intensieve veehouderij. Ziekenhuizen zijn daarom zeer voorzichtig met mensen die resistente bacteriën bij zich dragen, want een pandemonium van bacteriële infectie oftewel een epidemie in het ziekenhuis met massale dodelijke afloop ligt op de loer.
Ongeveer een kwart van de varkensboeren en veeartsen die met varkens werken is met MRSA besmet. Worden zij in het ziekenhuis behandeld, dan kunnen zij de besmetting doorgeven. Zij en hun familieleden worden daarom in quarantaine gehouden. Hun behandeling lijkt daarmee op de manier waarop de varkens zelf ook in afzondering worden gehouden. Varkenshouders spreken daarbij van een gezonde bedrijfsvoering. Hoe kleiner de kans op virale en bacteriële besmetting, hoe gezonder de status van het varken door hen genoemd wordt.
Varkensboeren zijn niet alleen een gevaar voor de gezondheid van dieren, maar ook van mensen.

PETA hekelt oproep WNF om proefdieren in te zetten

People for the Ethical Threatment of Animals (PETA) stelt:

The World Wildlife Fund (also known as the Worldwide Fund for Nature, or simply WWF) has been actively pressuring government agencies in the U.S., Europe, and Canada to increase the amount of testing that they require for pesticides and other chemicals. The result of the WWF’s lobbying has been the establishment of what threaten to be the largest animal-testing programs of all time.

And that’s not all. As one would expect of an organization founded by trophy hunters, the WWF does not oppose killing animals for sport. The WWF believes that culling (read “killing”) elephants and seals is OK, it supports the slaughter of whales by native tribes, and it refuses to speak out against steel-jaw leghold traps.

Surprised? Please learn here more about why PETA thinks the WWF should change its name to the Wicked Wildlife Fund.

--------------------------------------------------------------------------------


The World Wildlife Fund (WWF) has been actively pressuring government agencies in the United States, Canada, and Europe to greatly increase the amount of testing that they require for new and existing pesticides and other chemicals. The result of the WWF’s lobbying has been the establishment of what threaten to be the largest animal-testing programs of all time.

The WWF was the driving force in pressuring the U.S. Congress to legislate the screening of chemicals for “endocrine (hormone) disrupting” effects and has subsequently been heavily involved in establishing the framework for the Environmental Protection Agency’s (EPA) massive chemical-testing program now under development. As its Web site points out: “WWF invested substantial resources in the EPA’s Endocrine Disruptor Screening and Testing Advisory Committee,” which “agreed upon a set of tests to form the foundation for the screening and testing program.” What the WWF neglects to mention, however, is that 10 of the 15 recommended screens and tests are animal-poisoning studies, some of which kill hundreds or thousands of animals at a time. According to scientific estimates, the WWF-backed endocrine testing program will kill up to 1.2 million animals for every 1,000 chemicals tested, and with environmental organizations pressing for tens of thousands of chemicals to be retested under this program, the toll in animal suffering and death will be staggering. The WWF is also pressuring government agencies in Europe to embark on a similar animal-testing program.

In addition to lobbying for more chemical testing, the WWF has teamed up with Procter & Gamble, S.C. Johnson, and other chemical companies to create an institute to pursue “basic research” on endocrine disruptors. On top of this, the WWF is now pushing the U.S. Congress to pass a bill that would pour additional millions in public funds into endocrine research––much of which would likely be used to fund experiments on animals.

Unfortunately, the “endocrine disruptor” issue is not an isolated example. The WWF has been a major force in pressuring the European Union to amend its Chemicals Policy to require companies to test and retest as many as 30,000 new and existing chemicals. The British Institute for Environmental Health estimates that this process will kill upwards of 45 million animals if the standard battery of animal-poisoning tests is used. The WWF’s U.S. and Canadian offices are also calling for more testing of pesticides, despite the fact that more than 9,000 animals are already killed for each pesticide product on the market. The organization has called for certain pesticides to be tested for “developmental neurotoxicity” (DNT) using a test that kills upwards of 1,300 animals each time it is conducted. This test has been heavily criticized by scientists, including the EPA’s own Scientific Advisory Panel, which concluded that “the exposure of rat fetus/pups was not shown to be equivalent to human fetus/infant during equivalent stages of brain development” and that “the current form of the DNT guideline is not a sensitive indicator of toxicity to the offspring.” In other words, WWF is calling for thousands of animals to be killed in a test that scientists admit is not relevant to humans!

In its defense, the WWF says that “in the absence of effective, validated alternatives, WWF believes that limited animal testing is needed for the long-term protection of wildlife and people throughout the world.” However, there is nothing “limited” about the massive amount of animal testing that the WWF is endorsing. Dr. Joshua Lederberg, Nobel Laureate in Medicine, pointed out in 1981: “It is simply not possible with all the animals in the world to go through chemicals in the blind way we have at the present time, and reach credible conclusions about the hazards to human health.” Now more than 20 years later, millions of animals are still dying in agonizing chemical toxicity tests, and we are no closer to getting dangerous chemicals out of the environment. In fact, despite killing hundreds of thousands of animals in painful chemical toxicity tests, the EPA has not banned a single toxic industrial chemical in more than a decade!

Ook Nederlandse legkippenhouders stoppen soms teveel kippen in een kooi

Uit een persbericht van GAIA

Dierenrechtenorganisatie GAIA en de European Coalition for Farm Animals (ECFA) hebben maandag 18 september 2006 in Brussel actie gevoerd tegen de "onmenselijke" omstandigheden waarin Europese legkippen vastgehouden worden. Bovendien pleitten beide organisaties ervoor om het verbod op de huidige legbatterijen dat in 2012 moet ingaan te handhaven en uit te breiden met een verbod op de verrijkte kooien. "Die kooien zijn een hel voor de kippen", aldus Michel Vandenbosch van GAIA.

Dit willen de dierenrechtenorganisaties aantonen met een undercoverfilm. Daarin wordt getoond hoe sommige batterijkippenhouders uit Engeland, Spanje, Polen en Nederland de wettelijke voorschriften voor het verrijkte kooisysteem omzeilen. "Ze steken bijvoorbeeld 32 dieren in een kooi waar er maar 20 in mogen en die steken ze dan in de bovenste verdieping omdat ze weten dat de inspecteurs daar niet naar kijken", zegt Michel Vandenbosch

16 september 2006

Sloten baggeren en slootjes kijken

Sloten uitbaggeren wordt gedaan om de afwatering van een sloot optimaal te houden en de manier waarop dit gebeurt is normaal gesproken op de meest goedkope manier. Maar hoe je baggert heeft grote gevolgen voor de flora en fauna. Er zijn dichte en open sloten, met verschillend dierenleven daarin.
Wil er voor mensen die gek zijn op slootjes kijken wat meer plezier te beleven zijn, dan zou het mooi zijn wanneer zodanig wordt gebaggerd dat de flora & fauna zo veel mogelijk in tact blijven. Het zou mooi zijn als het rijk en de waterschappen een klein beetje geld overhebben om met deze belangen rekening te houden.

Uit Alterra rapport 1349:

De manieren waarop sloten worden beheerd zijn vanuit ecologisch oogpunt voor vissen (en andere watergebonden flora en fauna) voor verbetering vatbaar, ten einde zo de biodiversiteit binnen poldergebieden te verbeteren ofwel het verhogen van de waarde die de groen-blauwe dooradering (GBDA) met zich mee kan brengen. Deze gedachte stroming sluit tevens goed aan bij de doelstellingen van de Kader Richtlijn Water (KRW), namelijk het creëren van Goed Ecologisch Potentieel (GEP) sloten en de gebiedsdoelen van de Natura 2000 waarbij vissen als habitatrichtlijnsoorten zijn aangewezen. Om gehoor te geven aan de doelstellingen van deze beleidsvelden zal er moeten worden gezocht naar een evenwichtige balans tussen de waterstaatkundige belangen (economische rendabiliteit) en ecologische belangen van de sloten. Praktische voorbeelden hiervan naar De jong, 2002 zijn onder andere:
• Gefaseerde schonen en baggeren, in tijd en ruimte;
• Gericht baggeren (van open naar dicht);
• Baggeren van krabbescheerwateren na september;
• Terugzetten van flora en fauna (vooral grote zoetwatermossels);
• Techniek (ecologisch wenselijk is gebruik van de baggerpomp).

Rapport nummer 1349
Referaat
Er is weinig bekend over de invloed van baggeren op vissen en amfibieën in sloten. Dit onderzoek richt zich op een vergelijking tussen ‘dichte’ en open sloten, waarin gebaggerd wordt met een baggerspuit. De verkregen inzichten kunnen bijdragen aan doelstellingen van beleidsvelden als habitatrichtlijn, Kader Richtlijn Water en groen-blauwe dooradering. ‘Dichte’ sloten staan door middel van een duikerbuis van maximaal 40 centimeter doorsnede in verbinding met het overige oppervlakte water. Open sloten staan in directe verbinding met andere sloten en weteringen. Het onderzoek is uitgevoerd in een polder gebied rond Driebruggen in de provincie Zuid-Holland. De bemonsteringen zijn voornamelijk door middel van elektrisch vissen uitgevoerd. Dit onderzoek geeft ecologische inzichten voor vissen en amfibieën weer en mondt tevens uit in praktische aanbevelingen m.b.t. duikerbuizen om zo sloten beter bereikbaar te maken voor vissen.

13 september 2006

Postume kritiek op de Crocodile Hunter

Veel mensen die regelmatig naar documentaires kijken op Discovery Channel of Animal Planet hebben hem gekend: Steve Irwin, alias The Crocodile Hunter. Met zijn grappige Australische accent en gevoel voor humor nam hij de kijker mee op een ontdekkingstocht naar de meest exotische diersoorten. Daar zaten nogal wat gevaarlijke beesten tussen zoals de krokodillen waar hij naar vernoemd werd. Desondanks was Steve zeker geen typische macho die alleen interessant zou zijn voor 'gevoelsgenoten' of mensen die daar op vallen. Op zijn eigen maffe, eerder jongensachtige manier toonde hij m.i. zelfs enig respect voor de gevoelens van dieren die hij voor de camera bracht. Die combinatie maakte hem razend populair en toen zijn zucht naar avontuur hem begin deze maand fataal werd doordat een pijlstaartrog hem door zijn hart stak, ging er dan ook een schok door de TV-kijkende wereld.
De beelden die Steve Irwin vertoonde waren meestal niet naarder dan wat men in een gemiddelde 'Killer' documentaire over roofdieren te zien krijgt, hoewel je wel kon zien dat de manier waarop hij dieren bejegende niet altijd even prettig voor hen was. Maar anders dan in een show voor enthousiaste hengelaars bleven de gefilmde dieren leven en ging de presentator zelf dood door toedoen van een vis.
Enkele dagen na zijn dood kwam (het door mij over het algemeen zeer gewaardeerde) PETA met kritiek op de Crocodile Hunter. Daarbij stelde men dat Irwin een slap aftreksel was van serieuze documentairemakers als Cousteau. Het was volgens PETA niet verwonderlijk dat hij op deze manier om het leven kwam, aangezien de kern van zijn werk bestond uit het sollen met levensgevaarlijke dieren.
Nu was ik zelf bijvoorbeeld geen liefhebber van het feit dat Irwin kippenlijken voerde aan krokodillen (een keer zelfs terwijl hij zijn zoontje Bob op zijn arm droeg) of duidelijk onwillige dieren 'overhaalde' om toch te schitteren voor de camera, maar het lijkt mij niet bijster verstandig om hem na zijn dood te gaan bekritiseren en dan ook nog terwijl miljoenen fans om hun held rouwen. Dat is zoiets als Lady Di er postuum van betichten dat ze toch maar mooi had meegedaan met het koninklijke circus van haar ex-schoonfamilie.
Laten we ons concentreren op structurele misstanden en ons niet onnodig impopulair maken. De Crocodile Hunter was misschien niet direct de grootste dierenvriend op aarde, maar hij was (in ieder geval op TV) ook geen meedogenloze dierenbeul van het type dat zo vaak te zien is in hengelprogramma's. Proportioneel is het toverwoord.

Auteur .

12 september 2006

In sommige landen hebben varkens het beter, in andere landen even slecht

Een varken in Nederland heeft het beter dan een buitenlands varken, zegt Wyno Zwanenburg van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV).
Zwanenburg reageert op een actie van Milieudefensie, die wil dat de Tweede Kamer een eind maakt aan de bio-industrie.

Zwanenburg vindt dat Milieudefensie doet alsof Nederland een eiland is. Als de Nederlandse varkenshouders zouden moeten stoppen, zullen de varkens minder diervriendelijk en onder slechtere milieuomstandigheden in het buitenland gehouden worden, zegt de NVV.

Doordat Nederland haar vleesproducten op de buitenlandse markt aanbiedt tegen sterk concurrerende prijzen dwingt het producenten in het buitenland om op dezelfde manier de kostprijs te proberen te verlagen. Lage kostprijs van varkensvlees komt tot stand door te bezuinigen op dierenwelzijn en nauwelijks rekening te houden met de gevolgen voor het milieu.

De oplossing uit dit dilemma voor elk land is de overproductie te staken en goedwillende varkenshouders in eigen land te beschermen tegen kwaadwillende producten uit het buitenland. In sommige landen hebben varkens het beter dan in eigen land en in sommige landen even slecht.

Pleidooi voor krimp varkensstapel scheelt geld en levert welzijn op

De bedrijfsomvang moet terug naar enkele tientallen dieren per varkensbedrijf. Dat zegt Marianne Thieme van Wakker Dier en de Partij voor de Dieren in een interview met de Boerderij.

De Boerderij berekent vervolgens:
Nederland telt 5,5 miljoen vleesvarkens en 946.500 zeugen. Voor jaarlijkse export van 4 miljoen biggen zijn 162.500 zeugen nodig, voor het binnenland 784.000. Zelfvoorzieningsgraad: 230%. Om naar zelfvoorziening te krimpen, moeten (130/230 × 784.000 + 162.500) 601.500 zeugen en 3,3 miljoen vleesvarkens weg. Bij een marktwaarde van €2.500 per zeugen- en €550 per vleesvarkensplaats is dat ruim €3,2 miljard kapitaalvernietiging. Stalaanpassing kost minstens €500 per zeug en €125 per vleesvarken: €472 miljoen. Vervroegde slacht kost €300 per zeug: €180 miljoen. Jaarlijkse toegevoegde waarde van de varkenshouderij is €2,8 miljard. 56% krimp kost dan €1,6 miljard. Tevens gaat de bruto toegevoegde waarde van de andere schakels in de kolom verloren. Die is bijna tien keer zo hoog als die van primaire bedrijven. Dat geeft nog eens €14 miljard economische schade, jaar in jaar uit.
Tot zover de Boerderij.

Wat de Boerderij en Thieme er niet bij vertellen is de winst die ons land jaarlijks zou behalen in een schoner milieu, minder dierenleed en verfraaiing van het landschap door slopen van stallen en minder stank.
De varkenshouderij draagt niet bij aan het welzijn van mens en dier, het afbouwen daarvan wel.

11 september 2006

ChristenUnie pleit voor een duurzame landbouw en zorg voor dieren

In het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie staat over (landbouw)dieren:

Duurzame landbouw en zorg voor dieren
De spanning tussen de noodzaak tot kostenverlaging en de gewenste vermindering van de regelgeving enerzijds en het realiseren van ‘goede doelen’ op het gebied van dierenwelzijn, milieu en landschap anderzijds, kan worden verminderd door boeren meer te belonen voor hun bijdrage aan verantwoorde landbouw.
De productie en consumptie van duurzaam voortgebrachte landbouwproducten wordt krachtig gestimuleerd. De omschakelingsregeling naar biologische landbouw gaat gelden voor alle landbouwsectoren. De consument wordt, behalve door voorlichting, door financiële prikkels (zoals prijskortingen) gestimuleerd om duurzaam geproduceerd voedsel te kopen.

De ontwikkeling en toelating van milieuvriendelijker bestrijdingsmiddelen wordt versneld. Doel van het beleid is een verminderde afhankelijkheid van chemische bestrijdingsmiddelen door stimulering van milieuvriendelijke middelen en methoden en van het ontwikkelen van resistente rassen. Import van landen tuinbouwproducten waarop residuen van in Europa verboden bestrijdingsmiddelen worden gevonden, wordt geweerd.

De boer wordt zoveel mogelijk keuzevrijheid gelaten bij het behalen van de doelstellingen van het mineralenbeleid. In het bestaande beleid worden stimulansen ingebouwd. Het stelsel van mesten dierrechten blijft bestaan, onder andere voor een verdere vermindering van de ammoniakemissie.
Inkrimpingen van de veestapel vinden uitsluitend plaats via warme sanering, bijvoorbeeld door opkoopregelingen. Nieuwe productiesystemen met minder uitstoot worden gestimuleerd als het welzijn van de dieren er niet op achteruit gaat.

Om massale doding van vee en vernietiging van vlees te voorkomen, wordt bij het uitbreken van besmettelijke dierziekten preventieve vaccinatie mogelijk gemaakt. Bij uitbraak van een dierziekte blijft het preventieve doden in beginsel beperkt tot het besmette bedrijf. Gevaccineerde dieren mogen voor de binnenlandse en Europese consumptie beschikbaar komen.

Het gebruik van hormonen en vergelijkbare groeiversnellende en productieverhogende middelen in de veehouderij blijft verboden. Internationale afspraken en controle daarop worden verscherpt, zodat geen oneigenlijke concurrentie op kan treden.

Ter voorkoming van de verspreiding van dierziekten worden de regels voor het transport van levende dieren verder aangescherpt. Transport van levende dieren over grote afstand wordt slechts bij uitzondering toegestaan.

De batterijhuisvesting in de pluimveehouderij wordt afgeschaft.
In plaats van de zogeheten "verrijkte kooi” stimuleert de overheid de huisvesting van pluimvee in scharrel, veranda en uitloopsystemen.

Het wordt de melkveehouderij aantrekkelijk gemaakt de weidegang in stand te houden, onder meer door waar nodig grondruil en herverkavelen van land van (melkvee)bedrijven te stimuleren. Weidegang is een voorwaarde om in aanmerking te komen voor premies voor duurzaam ondernemen.

07 september 2006

Duitsers hebben Nederlands varkensvlees niet meer nodig

Voor het eerst in de geschiedenis zal Duitsland in 2007 meer varkensvlees exporteren dan importeren. De productie zal ongeveer 4,7 miljoen ton aan vlees zijn, terwijl de behoefte aan varkensvlees 4,5 miljoen ton is.
Hiermee vervalt een reden tot overproduceren in ons land. De overproductie van varkensvlees in ons land levert veel dierenleed en vervuiling op.
Ons land is te klein om de beperkte ruimte te gebruiken voor voeding die niet in eigen land wordt geconsumeerd. 70% van de oppervlakte in ons land wordt gebruikt om voedsel te produceren die voor 70% naar het buitenland wordt geëxporteerd. Ons land zou een stuk mooier zijn wanneer het landschap wordt ingericht met meer Ecologische Hoofdstructuur en akkerranden die voor natuur worden bestemd.

04 september 2006

Dodelijke lef van dierenbeschermers die hun grenzen niet weten

Na grizzly man Timothy Treadwell is ook krokodillenjager Steve Irwin ten prooi gevallen aan een roofdier. Beiden waren een soort circusartisten die graag voor de camera mochten opscheppen over hoever ze durfden te gaan in het benaderen van gevaarlijke dieren.
Irwin mocht niet alleen graag gevaarlijke dieren dicht benaderen, ook beschermde dieren als broedende pinguïns en parende walvissen zat hij (tot ergernis van dierenbeschermers) dicht op de huid. Een pijlstaartrog werd hem fataal, precies op de manier als hij van deze dieren wist: een giftige pijl, recht in het hart.
Beide dierenbeschermers waren goed op de hoogte van de gevaren waaraan ze blootgesteld waren, maar minder goed snapten ze het wezen van statistiek en respect.
Respect is het spanningveld tussen betrokkenheid en afstand houden. Wanneer je bij wilde dieren te vaak balanceert op de grens van wat een dier nog tolereren wil, kom je geheid een keer een beest tegen dat honger heeft en navenant handelt.
Dergelijke dierenbeschermers leveren spectaculaire en misleidende videobeelden op.
Het gesol met dieren wordt door de krokodillen of beren zelf niet ervaren als amusement. Zij worden juist geconfronteerd met iemand die hun grenzen overschrijdt. De juiste afstand houden is wat anders dan grenzen verleggen, zodat andermans ruimte kleiner wordt. De juiste afstand houden betekent ook een ander niet te dwingen of te verleiden om jou aan te spreken over het feit dat je over de grens bent gegaan.

Bewuste weekdieren

De strijd voor dierenrechten van vooraanstaande ethici zoals Tom Regan concentreert zich op wat Regan 'subjects-of-a-life' noemt. Dit zijn wezens met gevoelens, verlangens en doelstellingen met tenminste een basaal bewustzijn van zichzelf en van de eigen preferenties in het leven. Subjects-of-a-life zijn in elk geval alle zoogdieren van een jaar en ouder, maar Regan benadrukt o.a. in The Case for Animal Rights dat ook alle andere dieren waarvan het in elk geval denkbaar is dat ze een subjectieve beleving kennen 'het voordeel van de twijfel' dienen te krijgen. Om die reden is hij voor een afschaffing van de veeteelt in al zijn varianten, inclusief van pluimveeteelt, en van de visserij. Mensen hebben geen dierlijke eiwitbronnen nodig en daarom is het onverantwoord om gewervelde dieren zo maar op te offeren aan onze smaakpapillen, terwijl we niet zeker weten of ze gevoelens hebben of niet. In veel gevallen is er bijvoorbeeld bewijsmateriaal dat wijst op tenminste elementaire vormen van bewustzijn bij de dieren in kwestie.

Iets dergelijks geldt ook voor bepaalde ongewervelden, zoals inktvissoorten (cephalopoda oftewel koppotigen). Hoewel ze een ander soort zenuwstelsel hebben dan gewervelden, blijken inktvissen in staat om te leren en complexe jachttechnieken toe te passen. Hoewel het idee nog controversieel is, zijn er wetenschappers die durven te spreken van inktvis-cognitie. Bij onderzoekingen in Napels bleek dat octopussen in staat zijn om een groot aantal visuele patronen te leren. Bij veldstudies bleek dat octopussen hun jachttechnieken op een flexibele, intelligente manier aanpasten aan de situatie. Jennifer Mather ontdekte dat ze in staat zijn om voorwerpen te gebruiken voor hun doeleinden, zoals stenen en zand, en bovendien op allerlei manieren water kunnen manipuleren, bijvoorbeeld door er mee te spuiten naar lastige mee-eters. Mather toonde ook nog aan dat octopussen spel kunnen vertonen, een kenmerk dat algemeen als een teken van intelligentie geldt.

Dus maar geen calamares of andere inktvisgerechten meer voortaan!

Titus Rivas

Zie ook:
- The Case for Animal Rights

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.