Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

30 januari 2006

Biologisch en gezondheid

Reactie op onderzoek Consumentenbond

Biologisch en gezondheid

De voordelen van biologische landbouw voor biodiversiteit, schone bodem en drinkwater, ofwel een gezond milieu zijn onomstreden. De biologische sector heeft duidelijke aanwijzingen dat er ook meer ‘gezonde stoffen in biologisch geteelde producten zitten’ maar heeft daar nooit een directe gezondheidsclaim aan verbonden. Belangrijk is wel dat de biologische landbouw geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt en dat er daardoor praktisch geen pesticidenresiduen in biologische producten zitten. Dit wordt ook in de Consumentengids erkend. Recent Amerikaans onderzoek laat zien dat kinderen die gangbare groenten en fruit eten, pesticidenresiduen in hun urine hebben. Zodra de kinderen biologisch gingen eten, verdwenen de sporen bijna meteen uit hun urine. Vielen de kinderen vervolgens terug op hun normale dieet, dan kwamen de pesticiden ook terug.

Wereldwijd zijn er honderden onderzoeken gedaan naar het verschil in voedingswaarden tussen biologische en gangbare producten. Uit meer dan de helft van deze onderzoeken blijkt dat biologisch geteelde groenten en fruit meer gezonde stoffen, zoals vitamine C, bevatten dan gangbaar geteelde producten. Recente onderzoeken laten zien dat in biologische zuivel meer gezonde vetzuren (CLA en omega-3 vetzuren) zitten. Nu dus een onderzoek van de Consumentenbond waar de voordelen van meer gezonde stoffen niet duidelijk uitkomen. Natuurlijk jammer, en we zullen het onderzoek goed bekijken. In het licht van de tientallen onderzoeken die de voordelen van biologisch aangeven en het kleine aantal indicatoren waarop onderzocht is, is een genuanceerde conclusie op z’n plaats.

Bert van Ruitenbeek, directeur Biologica
Dr Ir Lucy van de Vijver, voedingsepidemioloog Louis Bolk Instituut

Naschrift: wanneer alle boeren biologisch zouden zijn, dan zou het milieu schoner worden. Biologische boeren worden belemmerd om hun idealen te bereiken door de reguliere sector. Resistente bacteriën kunnen ook op biologische groente terecht komen.

28 januari 2006

As is verbrande turf

Wanneer er in Nederland een pandemie uitbreekt als gevolg van de vogelgriep dan kan dat volgens het RIVM 40.000 doden opleveren.
Ja, wanneer de aarde geraakt wordt door een grote komeet dan sterven we allemaal.
Waar het om gaat is een zinnige uitspraak over de kans dat er een pandemie gaat uitbreken.

Daarover zijn slechts speculaties te maken en net als met beleggen geldt “resultaten uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst”……

As zijn verbrande kippen ....

27 januari 2006

Veerman zet de wereld op zijn kop

Mooi landschap?
In het Agrarisch Dagblad van 19 januari valt te lezen:

Veerman: bezwaarmakers moeten realiseren wat ze aanrichten



Minister Veerman van LNV stelt dat mensen die bezwaar aantekenen tegen plannen van (agrarische) ondernemers zich goed moeten realiseren wat ze daarmee aanrichten. De ondernemers worden beperkt in hun doen en laten en hebben daardoor geen kans om nieuwe werkgelegenheid te creëren. Veerman zei dit op een bijeenkomst in Marum, waar hij zijn toekomstvisie voor de landbouw toelichtte.

Veerman vindt ook dat er bij de lagere overheden een cultuurverandering nodig is. De overheden moeten ondernemers niet aan het lijntje houden, maar in plaats daarvan duidelijkheid verschaffen over hun mogelijkheden als zij plannen voorleggen. En zo nodig moeten de overheden de ondernemers terzijde staan, aldus de landbouwminister.

Ook moet de samenleving duidelijk worden gemaakt dat de gratis producten die de landbouw voortbrengt, waaronder een mooi landschap, een vitaal platteland en ruimte om te recreëren, verdwijnen als het slechter zal gaan met de landbouw. De burger realiseert zich dat nu nog onvoldoende, stelt de minister.

Op de bijeenkomst gaf Veerman tevens aan dat aan de grenzen van de Natuurbeschermings- en de Flora- en faunawet niet getornd kan worden.
Tot zover het AD.

Met dit pleidooi dat regelrecht afkomstig lijkt te zijn uit Kafka, zet de minister de wereld op de kop. Ieder mens die over het platteland fietst kan constateren dat de agrarische wereld de laatste 30 jaren aanzienlijk verschraald en lelijker is geworden door de bouw van stallen voor de intensieve veehouderij.
Moet de tekst soms zo worden gelezen dat de minister de lagere overheid oproept om de wet te omzeilen en vergunningaanvragers op een oneigenlijke manier te ondersteunen bij hun aanvraag? En mogen bezwaarmakers op alle mogelijke manieren worden tegengewerkt?
Ook de constatering dat niet getornd kan worden aan de grenzen van o.m. de faunawet lijkt te suggereren hij dat hij verbeteringen ten gunste van dierenwelzijn en natuur wil tegenhouden.
Is dit de nieuwe manier van communiceren die zou moeten sporen met de oproep van Balkenende om normen en waarden te respecteren?
Of is dit een wanhopige poging van de agrarische sector om een ramkoers in te zetten om de eigen, financiële hachje te redden door verder te gaan op de doodlopende weg van schaalvergroting en intensivering van de landbouw?

Wakker Dier jaagt intensieve veehouderij de schrik op het lijf

‘De weerstand tegen kip is ongekend en moet haast wel samenhangen met het succes van de campagne’, schrijft Marianne Thieme van Wakker Dier op haar weblog.
De industrie wijst deze claim hard van de hand. De daling zou louter het gevolg zijn van prijsstunts met kip door supermarkten in november 2004, waardoor een stevige piek in de verkoop ontstond.

Ook de varkenshouderij heeft te lijden onder de "terreur" van Wakker Dier.
In de Boerderij van 24 januari stond:
Wakker Dier reageert boos maar gelaten op kritiek van de Nederlandse Vakbond van Varkenshouders (NVV). Diens voorzitter Willie van Gemert noemt Wakker Dier vandaag een terroristische organisatie in Boerderij.
Directeur Marianne Thieme van Wakker Dier heeft geen zin meer in verder gedoe: "Na een klinkend vonnis van de rechter, waarmee het verboden is Wakker Dier crimineel te noemen, noemt de heer Van Gemert ons nu terroristisch. Wij betreuren dat zeer. Maar iemand die nu, na zo'n rechterlijke uitspraak, op deze wijze doorgaat, diskwalificeert zichzelf."
Tot zover de Boerderij.

Door de uitspraak van Van Gemert krijgt het woord terrorisme een iets zachtere klank.
Was het maar zo dat actievoerders een grote invloed hebben op het diergebruik in Nederland. De intensieve veehouderij produceert voornamelijk voor de exportmarkt. In theorie zou heel Nederland vegetariër kunnen worden zonder enige invloed op de omvang van de intensieve veehouderij.
Deze gedachte kan een dierenliefhebber depressief maken, maar er kan ondertussen veel goodwill worden gekweekt door allereerst de hand in eigen boezem te steken.

Hoe? Klik hier.

20 januari 2006

Komt traag groeiende kip ook buiten?

Zibb: Boerenkip eind dit jaar in supermarkten

Het traag groeiende vleeskuiken ofwel de boerenkip moet eind dit jaar in de schappen van drie supermarktketens liggen. Alleen de vleeskuikenhouders ontbreken nog.

Het zou mooi zijn wanneer daarvoor vleeskuikenhouders worden aangezocht die hun vleeskuikens ook hebben laten buiten lopen. Dan hebben die kippen ook nog wat natuurlijke beweging gehad. Wanneer zij dat niet kunnen is het niet zo aantrekkelijk om nog langer in de intensieve veehouderij te verkeren dan de 7 weken die zij nu op hun einde moeten wachten.

Klik hier voor meer over de huidige omstandigheden van mestkuikens.

19 januari 2006

Varkenssector rekt ethische grenzen steeds verder op

De intensieve veehouderij gaat steeds verder in het fabrieksmatig houden van dieren. Werd aan het dier eerst haar natuurlijke omgeving ontnomen en werd het op grote schaal in kleine ruimtes gehouden, tegenwoordig knaagt men zelfs aan de meest minimale welzijnsgrenzen. Hoezo mag een zeug haar eigen jongen zogen? Hoezo mag een zeug haar biggen nog werpen? Het is veel voordeliger en “hygiënischer” om de biggen vlak voor de geboorte te “winnen” en zonder moedercontact op te voeden.
Het mag verwacht worden dat hiertegen maatschappelijk verzet opkomt, maar de PR-machine en de politieke voormannen van de sector proberen dit verzet te criminaliseren. De Nederlandse consument wordt in slaap gesust met de boodschap dat Wakker Dier niet deugt.
Eigenlijk deugt niemand die vraagtekens durft te zetten bij de ethische overschrijding van de (omvang van de) veehouderij en die daarom de economische speelruimte van de sector wil beperken.

Het wordt in de varkenshouderij steeds moeilijker om economisch verantwoord te werken. De marges worden steeds smaller, de internationale concurrentie steeds heviger en de behoefte bestaat om zich te ontworstelen aan de beter omschreven welzijnsregels uit Nederland.

Een van de maatregelen die men in het verleden nam, is het zorgen voor het elimineren van gezondheidsbelemmerende omstandigheden. Een ziek dier groeit slechter en levert minder rendement op. Antibiotica helpt ziekte voorkomen en tegelijk groeit het dier daarmee sneller: 2 vliegen in één klap.
Een andere strategie is het dier te laten slachten op die locatie waar men de beste prijs biedt. Dit kan gaan over grote (internationale) afstanden. Kunnen de dieren mooi onderweg uitrusten van het stressvolle laden en hoeft de slachterij het minder lang aan haar laatste levensfase te laten wennen.

Maar de maatregelen ter bescherming van het welzijn van het varken beginnen steeds meer te knellen. Waarom wij wel en zij (in het buitenland) niet?
Jonge biggen moeten volgens de wet drie weken bij hun moeder blijven uit welzijnsoverwegingen.
Maar de varkenshouder van nu zou de biggen liever meteen bij de geboorte weghalen en bij een “gezondere” varkens”min” onderbrengen of zelfs nog liever uit de baarmoeder halen met een keizersnede.

Het lijkt een slechte grap maar deze manier van werken is in 2005 werkelijkheid geworden: het SPF varken is gecreëerd. Specific Pathogen Free heet het varken. Het is ziektevrij en heeft daarom als vleesvarken een hoger rendement.
Omdat het ziektevrij is, noemt men deze vorm van varkens houden “gezond produceren”.
Het varken en de consument worden voor het lapje gehouden. Er is al bijna geen verschil meer tussen het kweken van vlees op basis van levende en complete dieren met het produceren van kunstvlees op basis van kweekcellen.

De goede smaak verdwijnt meer en meer uit het vlees en uit de werkwijze van de producent. Waar zal deze ontwikkeling eindigen en wie zal deze keren?
Sommigen hebben zich van de vleesconsumptie afgekeerd en

Jaarlijks 1 miljoen mestkuikens dood tijdens transport

Zibb.nl schrijft:
Door uitval van vleeskuikens tijdens het transport lopen de Nederlandse pluimveeslachterijen jaarlijks zo’n 2.500 ton (1 miljoen mestkuikens) karkasgewicht mis.

Dat blijkt uit een promotieonderzoek van Edwin Nijdam aan de Faculteit Diergeneeskunde van de universiteit in Utrecht.

Ziektes en breuken zijn de belangrijkste oorzaken van de uitval van vleeskuikens tijdens hun transport naar de slachterij. Bijna een half procent van de dieren gaat dood bij de laatste rit.

Van de onderzochte vleeskuikens die tijdens het transport dood gingen bleek 90 procent ziekteverschijnselen of breuk te hebben. Eenderde daarvan bleek coli of hartafwijkingen te hebben. Opvallend genoeg ging eenderde van de vleeskuikens dood tijdens het transport als gevolg van breuken. "Die breuken zijn vrijwel zeker ontstaan tijdens het laden van de kuikens. Daar hebben de dieren niet lang mee in de stal gelopen. Soms doen de vangers de la met vleeskuikens al dicht, terwijl er nog een kop van een dier uitsteekt", legt Nijdam uit.

Biologische en intensieve veehouderij niet echt duurzaam

Wie duurzaamheid in de veehouderij nastreeft, let op energetische, economische, ecologische, ethische, sociale, juridische en politieke aspecten. Zo bezien voldoen zowel de biologische als de intensieve veehouderij niet aan deze doelstellingen.
Door de vrije markt staan al deze aspecten onder hoge druk waardoor bijna geen bedrijfsvoering gezond kan worden genoemd.
Door interne en externe factoren groeien biologische en intensieve veehouderij in duurzaam produceren steeds meer naar elkaar toe. De biologische sector omdat men steeds minder streng let op bovengenoemde aspecten en de intensieve veehouderij doordat men de ondergrens optrekt.
Wat er in beide sectoren nog steeds aan ontbreekt, is een echt gesloten kringloop van lokaal geproduceerd en afgezet voedsel. Ook zijn de leefomstandigheden van de dieren bij lange na nog niet natuurlijk te noemen.
Wat er moet gebeuren is dat de vrije markt voor deze sector iets minder vrij wordt. Dat wil zeggen strengere regels in termen van echte duurzaamheid en meer bescherming van import van onverantwoord geproduceerde voeding van ver.

Op een NRC-webcongres reageert Ank Linden van Ruiten uit Nijmegen met:
Met de formulering van de stelling 'Vleeseters die geen biologisch vlees kopen, moeten niet zeuren over bio-industrie en dierenmishandeling’ ben ik het niet eens. De meeste bio-industriële vleeseters –om ze zo maar eens te noemen– interesseert het geen bal waar het vlees vandaan komt, en ze zeuren ook niet over dierenmishandeling. Ze willen alleen maar zo goedkoop mogelijk vlees eten. Waar dat vandaan komt zal hen gebraden zijn! Overigens: de termen ‘bio-industrie’ en ‘biologische veehouderij’ werken erg verwarrend. Je moet al wel goed op de hoogte van de bio-problematiek zijn om dat verschil in betekenis tussen bio-industrie en bio-houderij goed te kunnen begrijpen.. In de huidige aanduidingen zit voor de meeste mensen géén bio-‘logisch’ verschil!

En net zo frappant: wat lijkt de behandeling en verzorging van de meeste dieren toch veel op die van veel menselijke wezens! Hoe groot is het percentage medemensen -jong en oud- dat net als ons slachtvee weggestopt wordt in krappe behuizingen, waar zij tegen zo laag mogelijke kosten min of meer kunstmatig mogen wegkwijnen na een leven vol stress, pijn en verveling? En evenals die dieren zijn ook mensen levende wezens met gevoel, die je niet als ‘dingen’ mag en kunt (laten) behandelen.

17 januari 2006

Onnodig gesleep met eieren veroorzaakt leed

Er worden in Nederland veel en veel meer eieren geproduceerd dan nodig is voor het eigen gebruik.
Doordat er niet alleen geëxporteerd, maar ook geïmporteerd wordt, levert dit gesleep met eieren ook nog eens onnodig dierenleed en mogelijk ook gevaar op verspreiding van virussen.

De feiten:
De Nederlandse productie van eieren is volgens voorlopige berekeningen van de Productschappen voor Vee Vlees en Eieren (PVE) in 2005 uitgekomen op 9,1 miljard stuks. Dit is 0,1 miljard minder dan in 2004. Het eierverbruik is in 2005 toegenomen tot ruim 3 miljard stuks. Dat staat gelijk aan 183 stuks per hoofd van de bevolking en is 1,5% meer dan in 2004.
De Nederlandse export van consumptie-eieren en eiproducten is in 2005 met 1% afgenomen tot 8,2 miljard stuks. De invoer van eieren en eiproducten is in 2005 nam met bijna 4% toe en bedroeg 2,2 miljard stuks.

Deze getallen betekenen dat in ons land jaarlijks (11,3-3=8,3 miljard) meer eieren omgaan dan nodig is voor de eigen consumptie.
Deze eieren worden geproduceerd onder voor kippen onnatuurlijke omstandigheden. Immers om de overproductie mogelijk te maken en concurrerend te kunnen zijn met de buitenlandse markt moet de sector werken met dieronvriendelijke productiesystemen.
Daarnaast is een overbevolkte stal ideaal voor de verspreiding van virussen. Stress verlaagt de weerstand van mens en dier.

Het gesleep met deze astronomische aantallen is onnodig.

Zou de sector zelf ook niet gebaat zijn met een minder vrijere markt? Zou het niet veel prettiger pluimveehouder zijn wanneer je minder hoeft te produceren, tegen hogere prijzen en beschermd tegen onverantwoord geproduceerde eieren en kippenvlees vanuit het buitenland? Wanneer je de kleine(re) pluimveestapel vrij buiten kunt laten lopen zonder mestoverlast?
Maar dan moet wel gelden: gelijke monniken, gelijke kappen. Kappen met de import betekent ook kappen met de export van eieren.

15 januari 2006

Nederlander eet minder en goedkoper vlees

Vorig jaar is de Nederlander gemiddeld 100 gram vlees minder gaan eten. Dat lijkt weinig, maar aangetekend dient te worden dat er meer kip wordt gegeten omdat de supermarkten zijn gaan stunten met de prijzen.
Doordat de intensieve veehouderij minder duur vlees oplevert, heeft zij daarmee een aanjagende werken op de vleesconsumptie.
Maar dat effect stopt een keer en des te sneller wanneer de consument zich langzaam van het vlees gaat afkeren door de schandalen als vogels- en varkenspest en MKZ. Bovendien wordt de smaak steeds minder.

Voor een aantrekkelijker weekmenu, klik hier.

14 januari 2006

Zou het helpen om kippen te vaccineren tegen vogelgriep?

Velen zien vaccinatie als de oplossing voor het naderende vogelgriepvirus. Maar wat als het vogelgriepvirus muteert en het oude vaccin werkt niet (meer) en de tijd is te kort om een nieuw vaccin te ontwikkelen?

Hoe vaak gaan we in ons land dan nog over tot massale ruimingen?

Zouden we niet beter besluiten tot het inkrimpen van de pluimveestapel tot het niveau van de nationale consumptie? Dus niet meer in- en exporteren en dus veel minder produceren dan nu? Dat levert ruimte op in de pluimveehouderij. De dan overblijvende hoeveel kippen heeft in ons land wel de ruimte om met minder in een stal gepropt te worden en een uitloop naar buiten te krijgen. Wanneer tevens de kippen de gelegenheid krijgen om zich voort te planten op het moment dat duidelijk is dat zij tegen het vogelgriepvirus bestand zijn, dan hebben we alweer aardig een natuurlijke en gezonde populatie gecreëerd.
Het gevaar voor mensen is dan ook geweken.

De natuur laat zich alleen tijdelijk dwingen.

13 januari 2006

Krompraat over stress bij vervoer varkens naar slacht

Vroeger werden er op een boerderij weinig varkens gehouden en kwam de slager uit het dorp in de slachtmaand oktober naar het bedrijf om de slachting te verrichten. Tegenwoordig worden varkens het hele jaar door geslacht en niet in de dichtstbijzijnde slachterij, maar op de plaats waar dit het meeste geld oplevert. Wanneer dat niet in het binnenland is, worden ze wanneer de transportkosten dit toelaten naar een buitenlands slachthuis vervoerd.
Omgekeerd voert ons land levende varkens in wanneer dat geld oplevert.
De sector meldt dan trots in de pers dat er weer meer varkens geïmporteerd of geëxporteerd zijn. Of dit levende of geslachte varkens zijn, wordt er niet duidelijk bij vermeld.

Varkens in de intensieve veehouderij, die in hun miserabel korte en saaie leventje niets gewend zijn, hebben veel stress bij het in- en uitladen in de vrachtwagens.
In de slachterij moet dan ook een (economisch gezien "lang") moment van rust worden ingebouwd omdat de stress van het dier dat zijn einde voelt naderen anders van invloed is op de smaak van het vlees.

Dit levert de volgende kromme redenatie op (zie onze cursivering in het volgende bericht):
'Dichtstbijzijnde varkensslachterij levert niet altijd beste rendement'

Het leveren van vleesvarkens aan de slachterij die het dichtst bij het varkensbedrijf ligt levert niet altijd het beste rendement op. Dat stelt Maarten Kusters, directeur productie bij Vion Nederland in het blad Provisie van de Vion Food Group.

Volgens Kusters slacht Vion vrijwel alle vleesvarkens binnen een straal van 75 kilometer rondom de varkensbedrijven. Transportafstanden van enkele honderden kilometers, zoals in Duitsland en Spanje gebruikelijk zijn, komen volgens hem niet voor in Nederland. "Een te korte transportafstand, waarbij de varkens amper bijgekomen zijn van de stress van het laden en dan al weer van de veewagen af moeten, is meer een zorgpunt", vindt Kusters.
Tot zover het nieuwsbericht.

Dat transportafstanden binnen Nederland niet zo groot zijn, is geen wonder: ons land is daarvoor te klein. Maar dat gesuggereerd wordt dat de internationale transporten van varkens een vorm van bevordering van dierenwelzijn zouden kunnen zijn (omdat zij dan meer tijd hebben om onderweg tot rust te komen), is wel een erg grove verdraaiing van de werkelijkheid.
Het gaat in de varkenssector om geld verdienen op de snelst en efficiëntst mogelijke manier. Het zou mooi zijn in het kader van bevordering van dierenwelzijn wanneer de (internationale) politiek het onaantrekkelijk maakt om varkens verder te transporteren dan strikt noodzakelijk is.

11 januari 2006

Veroordelen of inspireren: wat is belangrijker?

Veel mensen associëren ethische principes op de eerste plaats met het veroordelen van mensen die zich daar niet aan houden. In bepaalde gevallen is dat terecht, want misstanden moeten aan de kaak worden gesteld en boosdoeners terechtgewezen.
Om een mentaliteitsverandering te bewerkstelligen, is het echter niet voldoende om steeds weer de nadruk te leggen op hoe slecht anderen nog bezig zijn. Je moet ook perspectief bieden, want bepaalde ethische principes zijn voor iedereen haalbaar. Vertaald naar de dierethiek, betekent dit dat je blijft geloven in veranderingen waarbij zelfs mensen die nu dierproeven doen, vlees produceren of consumeren of bont dragen, overschakelen op een diervriendelijke leefwijze. Ethiek is het meest gebaat bij het inspireren tot zo'n verandering, veel meer nog dan bij het benadrukken van de slechtheid van anderen. Het is wat dat betreft zaak altijd onderscheid te blijven maken tussen de misdaad en de misdadiger. De misdaad moet verdwijnen, maar de misdadiger moet worden hervormd.
Een mooi voorbeeld dat dit proces illustreert is te vinden bij de bekende voorvechter van dierenrechten Tom Regan. Zoals eerder vermeld is in een interview was hij vroeger zelf slager! Hij doet onder andere de uitspraak: Beschouw iemand die niet tot de dierenrechtenbeweging behoort als jezelf, zoals je vroeger was.

Er is dus zeker goede hoop dat het speciësisme ooit grotendeels uitgeroeid zal zijn, zonder dat er eerst doden moeten vallen onder speciësisten. Een basisvertrouwen in de human potential is en blijft een voorwaarde voor een volhardend idealisme. En de rechtvaardigheid is vooral gebaat bij het uitbreiden van het aantal rechtvaardigen.

Titus Rivas

10 januari 2006

Arm schaap: slachtoffer of statussymbool?



Jaarlijks vieren in Nederland moslims met een offerfeest het einde van de hadj (de pelgrimage naar Mekka). Dit is een dag waarop zij 1 of meer dieren offeren. Een derde van het vlees wordt weggegeven aan de armen. Omdat geen enkele moslim gierig wil lijken worden er als een soort statussymbool meer dieren geofferd dan nodig is, waardoor het feest meer en meer op een barbecueparty gaat lijken. Sommige rijke Turken laten wel 100 schapen slachten! Anderen lenen geld om een schaap te kopen om niet armlastig te lijken.

Gelukkig gaan er in de islamitische gemeenschap stemmen op om geld in plaats van dieren te offeren. Het slachten is namelijk niet een voorschrift (farz), maar een gewoonte (sünnet). Het zou een goede zaak zijn als men naar alternatieven voor de slacht zou zoeken of wanneer de moslims zouden afzien van het offeren van dieren. Dat kost minder dierenleed en minder geld en levert de moslims een onbetaalbare goodwill op.
Meer over ritueel slachten, klik hier.

04 januari 2006

Snijden in varkenstapel of varkensballen?



De reconstructie van de Brabantse varkenshouderij heeft meerdere redenen. Eén daarvan is preventief: wanneer er weer varkenspest uitbreekt, hoopt men de verspreiding te vertragen door stroken te maken, die voor het virus lastig zijn over te steken. Deze stroken zouden moeten bestaan uit gebied zonder varkenshouderij.
Het castreren van biggen doen varkenshouders omdat het vlees van een deel van de mannelijke biggen wanneer deze volwassen worden een duidelijke berengeur afgeeft.
Om dit te voorkomen zijn er grofweg 2 ingrepen mogelijk: de biggetjes castreren of de biggetjes eerder naar de slacht brengen.
Castreren doet pijn en kost 1 euro dertig wanneer dit onder verdoving moet gebeuren. Een varken eerder naar de slacht brengen, betekent mogelijk een lagere opbrengst omdat het dier mogelijk nog niet helemaal volgroeid is.
Kortom het gaat de varkenshouders om de centen.
En waarom zijn die centen zo belangrijk? Omdat men wil exporteren. Wil men goedkoper produceren dan collega’s uit het buitenland dan telt iedere cent.
Maar waarom laat Nederland nog steeds toe dat met name in Brabant een zeer grote overproductie van varkens plaatsvindt, terwijl in de direct omgeving over de grens (in België en Duitsland) voldoende varkensvlees wordt geproduceerd voor de eigen consumptie?
De overproductie van varkensvlees veroorzaakt dierenleed en schade aan het milieu (de Peel).
Een duurzame oplossing kan worden gevonden in het snijden van de Brabantse varkensstapel.

Publiek negeert soms wel, soms niet voedingsadviezen

Het Voedingscentrum heeft op basis van vergelijkend onderzoek uitgevonden dat mensen van 50 jaar en ouder de laatste 10 jaar aanmerkelijk ongezonder zijn gaan eten.
Het voedingscentrum introduceert begin dit jaar een moderne variant van de schijf van vijf om deze ongezonde ontwikkeling te keren.

In Engeland gaat het slecht in de fast food business. Canterbury is onder meer producent van worstjes en hamburgers. Het bedrijf zag de halfjaaromzet sterk dalen en wijt dat onder meer aan de inspanningen van Jamie Oliver, die de kwaliteit van het voedsel dat scholieren voorgeschoteld krijgen beneden de maat vindt. Vooral naar de vleesproducten van Canterbury is de afgelopen tijd minder vraag.

Voor Nederlanders die zich afvragen of zij gezond eten, is hier een test.

Suggesties voor een gezond weekmenu vindt u hier.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.