Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

28 april 2006

Debat over het veelzijdige stukje vlees

POLITIEK DEBAT ONDER LEIDING VAN JAN TERLOUW
"HET VEELZIJDIGE STUKJE VLEES"

Milieudefensie, de Nederlandse Vegetariërsbond en Stichting Varkens in Nood
organiseren samen een politiek debat over de noodzaak
tot verandering van vleesproductie en consumptie.

►► A C H T E R G R O N D

De productie van vlees heeft allerlei negatieve gevolgen voor dierenwelzijn, voor de honger in de wereld en voor het milieu. Denk aan de sloop van enorme oerwouden voor de teelt van soja voor varkensvoer, dieren die hun hele leven in stalen kooien vastgezet worden en graan dat in plaats van aan hongerige mensen aan kippen wordt gegeven. Nederland neemt in de wereld van het vlees een vooraanstaande positie in wat betreft het aantal dieren en de consumptie van dierlijke producten. En Nederland loopt voorop bij de ontwikkeling van nog efficiëntere, nog dieronvriendelijkere manieren om de productie te verhogen.

► Vraagstelling aan de politiek:

De negatieve gevolgen van de productie van vlees zijn welbekend, maar wat denken de politici er aan te zullen doen? Of moet de verantwoordelijkheid voor de productiedieren aan de markt (lees: de consument) aan de EU of aan de supermarkten overgelaten worden?

Is het misschien wel zo dat de problematiek van vlees eten door milieu- en dierenbeschermings-organisaties (bewust) wordt overdreven? Of is de politiek van mening dat de Nederland minder vlees moet eten en dat hiervoor een extra belasting op vlees geheven moet worden?

Op deze en andere vragen zullen de politici

Boris van der Ham (D66 Tweede Kamer)
Ger Koopmans (CDA Tweede Kamer)
Krista van Velzen (SP Tweede Kamer)
Harm Evert Waalkens (PvdA Tweede Kamer)
Jan Mulder (VVD Europees Parlement)

antwoord moeten geven. Het debat staat onder leiding van Jan Terlouw.


►► P R O G R A M M A

Paradiso Weteringschans 6-8, Amsterdam

Zondagochtend 28 mei 2006
Zaal open: 10.30 uur
Aanvang: 11.00 uur

De entree bedraagt € 4,50 en voor studenten is dit € 2,00

►► R E S E R V E R E N

Reserveringen voor kaarten via www.varkensinnood.nl

►► M E E R I N F O

Voor overige vragen:
STICHTING VARKENS IN NOOD Postbus 14584 - 1001 LB Amsterdam
Hans Baaij 020 617 77 57 – 06 26 67 68 68 hans@varkensinnood.nl en www.varkensinnood.nl

Verkoopt de Dierenbescherming haar ziel aan de bio-industrie?

Met deze titel boven dit weblog wordt express de suggestie gewekt dat het initiatief van de Dierenbescherming om te investeren in meer diervriendelijke varkenshouderij ook bedenkelijke aspecten heeft.
De varkenshouderij heeft een negatief imago. De sector zal de samenwerking aangrijpen om bij het publiek de indruk te wekken dat het welzijn van het varken haar aan het hart gaat.
De termen “ComfortClass” en “diervriendelijke proefstal”, “sky-high” bezoek, "verbindt zich aan vlees", enz. duiden er op dat de proef met veel tam tam gepaard zal blijven gaan. Wat stelt de diervriendelijkheid in wezen voor? Is de mogelijkheid van spelen met wat ballen aan een ketting in een kleine betonnen bak diervriendelijk?
Alles is beter dan niets, maar een echt diervriendelijke oplossing ligt in bedrijven waarbij dieren naar buiten kunnen en in echte grond kunnen wroeten.
Daar is hier geen sprake van. De varkens kunnen meer bewegen over een grotere ruimte. Dat is vergeleken met de huidige inrichting van varkensstallen al een hele verbetering.
Het verschil is een beetje te vergelijken met de manier waarop vroeger koeien in de winterperiode aan de ketting naast elkaar in de grupstal moesten verblijven. Tegenwoordig kunnen zij zich vrij bewegen in de loopstal. Inderdaad een wereld van verschil.
De bemoeienis van de minister van LNV is pas echt oprecht wanneer de minister zich zou vastleggen op het verbieden van stalsystemen met minder bewegingsruimte als zal blijken dat dit stalsysteem economisch aantrekkelijk is. Een ander gezond beleid zou zijn als de EU de mogelijkheid zou creëren om de import van vlees uit de dieronvriendelijkste stalsystemen te mogen verbieden.
Zonder een dergelijk beleidsvoornemen is de hele proef een doekje voor het bloeden en een schaamlap oftewel een mediatruc voor het afleiden van de aandacht van de echte misstanden in de varkenshouderij.
Voor de consument die deze twijfels deelt en hart voor dieren, blijft het adagium: "verbind je aan" gevarieerd en lekker vegetarisch koken.

22 april 2006

Maken huisdieren kinderen gelukkig?

Al meer dan acht jaar volgt onderzoekster van de Utrechtse universiteit Nienke Endenburg een groep van 600 kinderen met huisdieren.
Hoewel haar onderzoek nog niet af is, laat zij al jaren in de pers weten dat kinderen gelukkiger worden van huisdieren.
De wens kon wel eens de vader zijn van de gedachte.
Iedere ouder zal van tijd tot tijd bij het passeren van dieren in de etalage een dierenwinkel of van een glazen bak met dieren in een tuincentrum door de kroost worden aangesproken met de wens om een huisdier. Ieder kind is gecharmeerd van een nest jonge poesjes of jonge honden bij een kennis, op tv of in het voorjaar bij andere dieren.
Het is in de aard van een jong dier dat het de zorgbehoefte van jong en oud oproept.
Als een ouder toegeeft aan de wens van het kind om een huisdier te bezitten, dan is het kind uiteraard de eerste tijd verguld met de nieuwe huisgenoot. Maar wie draait voor de verzorging op als het nieuwtje er af is of de "vriendschap" tegen valt?
Endeburg constateert dat veel kinderen bij spanningen in hun leven en in het gezin troost vinden bij hun huisdier.
Dat haalt je de koekoek. Oud en jong kunnen zichzelf zijn bij dieren. Mensen schamen zich niet voor dieren. Wanneer er emoties zijn, durven mensen die vaak beter te uiten bij dieren. Dat is niet de verdienste van dieren, dat duidt op een gebrek aan sociale veiligheid in de directe menselijke omgeving van kinderen.
Het is een vorm van emotionele verwaarlozing als ouders en andere volwassen die veiligheid niet zelf bieden. Voor deze rol kan een huisdier geen compensatie zijn.
Ouders zouden hun verantwoordelijkheid ten opzichte van kind en dier moeten nemen en beide niet met elkaar confronteren als het kind niet in staat is de juiste afstand te nemen en het gedrag te vertonen waarmee het welzijn van een huisdier gediend is. Dit is het wezen van respect voor dieren.
Mensen die onzeker zijn of zij kunnen waken over het welzijn van kind en huisdier zouden moet afzien van beiden.

Meer lezen over de aanschaf van huisdieren? Klik hier
.

21 april 2006

Zuivelproductie zonder dierenleed?

Veganisten krijgen waarschijnlijk nog vaker dan lacto-ovo vegetariers de vraag voorgelegd waarom ze afzien van de consumptie van dierlijke producten. Aan producten als vlees en vis kleeft ook in de ogen van de gemiddelde carnivoor onvermijdelijk enig dierenleed. Maar het is veel minder evident waarom dit ook voor zuivelproducten zou moeten gelden. Waarom kun je moreel gezien niet gewoon volstaan met vegetarisme en wat zuivel betreft kiezen voor biologische producten? Is veganisme eigenlijk wel meer dan een overdreven of extreme levenswijze die het imago van voorstanders van dierenrechten alleen maar kan schaden? Helaas berusten deze vragen op de misvatting dat zuivel in principe commercieel geproduceerd zou kunnen worden zonder dat dit ten koste gaat van dieren. Kippen, koeien, geiten etc. zouden een heel plezierig leven op en om de boerderij kunnen hebben zonder dat er bloed of ellende zou kleven aan wat zij voortbrengen. Veganisme zou zo alleen nodig zijn wanneer er geen biologische producten voorhanden zijn. In werkelijkheid gaat de commerciele productie van boter, melk, eieren, (vegetarische) kaas, etc. in het westen altijd gepaard met het direct (d.m.v. destructie) of heel snel (in de vorm van slacht) afdanken van 'overtollige' mannetjesdieren. Dus ook in de ekologische en bio-dynamische veeteelt. Uit-geproduceerde dieren worden in de commerciele veeteelt ook naar het slachthuis afgevoerd.
Veganisme is om deze reden zeker geen 'overdreven' variant van het vegetarisme, maar de logische morele consequentie van de realiteit rond zuivelproductie.

Zie o.a.: Diervriendelijke zuivelconsumptie, Waardeloze haantjes en Mensen en andere dieren: Op weg naar grote veranderingen.

Titus Rivas

LNV maakt dierenwelzijn afhankelijk van commercie

Persbericht Wakker Dier

VEERMAN WIL ZWAAR BEVOCHTEN GWWD AFSCHAFFEN
Amsterdam, 20 april 2006 - Zestien dierenbeschermingsorganisaties met circa 600.000 leden en donateurs hebben zich verenigd in de Coalitie ‘Red de dierenwelzijnswet (Gwwd)’ om de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwwd) te redden. Deze Coalitie keert zich tegen de plannen van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) om de Gwwd af te schaffen en te laten opgaan in de nieuwe Wet dieren en dierlijke producten. De Coalitie heeft minister Veerman per brandbrief dringend verzocht af te zien van zijn plannen en zijn energie in plaats daarvan te richten op de verdere invulling van de Gwwd conform de in deze wet vastgelegde principes.
De Gwwd werd in 1992 na 20 jaar strijd van kracht en is de centrale wet voor de bescherming van dieren in Nederland. Het ministerie van LNV wil de Gwwd nog in deze kabinetsperiode - dus al binnen enkele maanden - opheffen. De dierenbeschermingsorganisaties vrezen dat centrale waarden van de Gwwd zoals de intrinsieke waarde van dieren en het ‘nee, tenzij’-principe zullen verdwijnen. De thans al minimale bescherming die de Gwwd aan dieren biedt, zal hierdoor verder verminderen. Grote misstanden zullen daardoor niet meer aangepakt of voorkomen kunnen worden.

De redenen die LNV voor de afschaffing van de Gwwd aanvoert, zijn volstrekt ongefundeerd en ingegeven door commerciële overwegingen. Ze verraden een fundamenteel gebrek aan aandacht voor de bescherming van het welzijn van dieren. Daar komt nog bij dat er geen evaluatie van de Gwwd heeft plaatsgevonden, die een samenvoegen met op productie gerichte wetten zou rechtvaardigen.

De afschaffing van de Gwwd is bovendien in strijd met de recente EU-initiatieven om het dierenwelzijn in de periode 2006-2010 aanzienlijk te verbeteren. Hier staat het dierenwelzijn centraal met aandacht voor sociaal-economische factoren. De EU wil zo tegemoetkomen aan de algemene wens van de burgers van de EU om het welzijn van de dieren beter te waarborgen. Europees Commissaris van Consumentenzaken Kyprianou heeft in het Europees Parlement aangegeven dat dierenwelzijn een onderwerp van zeer groot belang is en dat het voor hem als aandachtsgebied prioriteit heeft.

Daarnaast sluiten de plannen van minister Veerman niet aan bij de situatie in de ons omringende landen. Deze hebben vrijwel allemaal een zelfstandige dierenbeschermingswet, vaak met expliciet omschreven verboden van dierenmishandeling en met basisvoorschriften voor een diervriendelijke behandeling van de dieren. Onlangs nog, in 2005, is in Oostenrijk een zelfstandige, uitgebreide en exclusief op het dierenwelzijn gerichte dierenwelzijnswet van kracht geworden. In Duitsland is in 2002 dierenwelzijn in de grondwet als te beschermen waarde opgenomen.

Tot zover het persbericht.

De GWWD heeft in haar 20-jarig bestaan geen indrukwekkende invloed gehad op de ontwikkelingen in de intensieve veehouderij. Deels komt dat door onhoudbare uitgangspunten, zoals intrinsieke waarde, een term uit de geitenwollensokkentijd, deels ook door de grote belangen die de veehouderij heeft in goedkoop produceren omdat men haar exportpositie niet wil verliezen.

Het is te hopen dat het publiek zich door de ontwikkelingen nog beter realiseert dat het in de bio-industrie alleen maar om het geld gaat en dat wie zich dierenwelzijn echt aantrekt, weinig anders te doen staat dan zelf zijn levenstijl te veranderen en geen producten meer af te nemen uit de intensieve veehouderij.

Zie ook ex-hoogleraar dierenrecht Dirk Boon in gesprek met schrijver Koos van Zomeren.

18 april 2006

Gekweekte menselijke weefsels vervangen dierproeven

Citaat uit Research Magazine

Bart De Wever werkt al vele jaren aan het kweken van humane huidculturen. Niet voor transplantatie, maar als middel om de effecten van cosmetische producten te testen.
De Wever legt uit: ‘Er moeten alternatieven komen. Op de eerste plaats is er natuurlijk het leed dat vele proefkonijnen wordt aangedaan. Maar er is ook een ander probleem. De huid en het hoornvlies van het konijn verschillen behoorlijk van die van de mens en geven daarom niet altijd een voorspelling van reacties bij de mens. Hoog tijd dus voor een alternatief.’

De Wever ontwikkelde een methode waarmee hij huid, hoornvlies en mondslijmvlies kan kweken. ‘Het in vitro gekweekte weefsel is een heel goed alternatief. Je kunt er uitstekend de toxiciteit en werkzaamheid van producten mee testen.’
Hoe gaat De Wever te werk? ‘We nemen cellen van menselijk weefsel, bijvoorbeeld van huid die is weggenomen tijdens een chirurgische ingreep. Daarvan isoleren we individuele cellen, die we vervolgens plaatsen in kleine plastic bekertjes waarvan de bodem bestaat uit een doorlatend vlies. De cellen worden door dit vlies gevoed en beginnen te groeien. Na ongeveer twee weken heeft zich een weefsel, in dit geval huid, gevormd. Wij stellen de kweekjes bloot aan de lucht. Onder deze natuurlijke omstandigheden vindt uitrijping plaats en ontstaat een stevige verhoornde huid of een sterk hoornvlies.’
Betekent dit nu dat we binnen een paar jaar geen proefkonijnen meer nodig hebben?
De Wever legt uit: ’We zijn nog maar in de fase van de prevalidatie, waarin we hebben aangetoond dat de resultaten van onze modellen vergelijkbaar zijn met die van het diermodel.’ Daartoe koos De Wever twintig op konijnen geteste stoffen. Op basis van deze konijnentests waren tien van de stoffen gekwalificeerd als niet irriterend en tien andere als mild of sterk irriterend. ’We brachten deze stoffen aan op de gekweekte hoornvliesweefsels en bestudeerden de reactie. In de traditionele Draize-test wordt de roodheid van het konijnenoog gemeten en wordt gekeken hoelang het duurt voordat deze roodheid verdwijnt. De stoffen die in normale huid of hoornvlies roodheid veroorzaken heten cytokines. In de gekweekte weefsels worden ook cytokines geproduceerd en die kunnen we meten. Verder zullen er cellen afsterven, waarbij weinig celdood betekent dat een stof weinig irriterend is en veel celdood het omgekeerde.’

Maar De Wever was nog niet tevreden. Meer lezen ga naar het Research Magazine of klik hier voor meer over de bezwaren tegen dierproeven.

12 april 2006

Heeft de overheid de vrijheid om mens en dier te gijzelen tbv economie?


De Stichting Bescherming Hobbydierhouder Nederland schrijft in een persbericht over een aanstaand hoger beroep van 20 juli:

In 2003 hebben vijf hobbydierhouders zich persoonlijk opgeworpen om hun gezonde hobbydieren te beschermen tegen ruimingen. Ruimingen die onnodig en onjuist waren en rücksichtslos werden uitgevoerd door de AID. Tijdens deze crisis stond al vast dat geen enkele hobbykip besmet was met het H7N7 virus.

De stichting vond de werkwijze van het ministerie niet passen in deze tijd en vond tegelijkertijd dat er een daad gesteld moest worden. Namelijk, volledige ondersteuning geven aan de gedupeerde hobbydierhouder en de overheid wijzen op het feit dat gezonde dieren niet gedood mogen worden.

Tot zover het citaat.

Of het ruimen van hobbydieren wel of niet past in deze tijd is natuurlijk een kwestie van visie. Vroeger werd het niet gedaan en tegenwoordig vindt de overheid dat het bevolking, mens en dier, mag gijzelen wanneer dat het in het belang van de intensieve veehouderij is. Helaas is deze abjecte werkwijze tegenwoordig politiek geaccepteerd.
Ook de opvatting dat gezonde dieren niet gedood mogen worden dient nuancering. Juist in de intensieve veehouderij worden gezonde, jonge dieren massaal gedood ten behoeve van de consumptie.
Willen we als maatschappij dat niet meer toelaten dan blijft er weinig anders over dan zich af te keren van de consumptie van dieren. Op de politieke partijen kunnen we niet rekenen.
Het is de grondhouding ten opzichte van dieren die moet veranderen en dat kan alleen als de voorgangers daarin een aantrekkelijk voorbeeld zijn voor de onverschillige anderen. Vrijheid door het niet meer gebruiken van dieren in de brede zin van het woord is het adagium.

Zie ook de vrees van Thieme en Werner dat de overheid straks nog meer huisdieren laat ruimen.

11 april 2006

Vossenwelpen worden niet doodgeknuppeld maar afgeschoten of verhongeren

De Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging (KNVJ) ontkent dat pasgeboren vossenwelpen door jagers worden doodgeknuppeld. Volgens de vereniging wordt alleen in uiterste noodzaak op zogende vossen gejaagd. ‘Vossenwelpen die daardoor hun moeder kwijtraken, worden niet doodgeknuppeld maar afgemaakt met een geweerschot’, aldus de zegsman van de jagersvereniging.

Wil je een moederloos vossenjong uit medeleven voor zijn eenzame en uitzichtloze leven doodmaken, dan kun je 2 dingen doen: wachten tot het jong van ellende uit het hol komt kruipen of je graaft het uit. De kans is klein dat een jager daar energie en geduld voor op kan brengen.

Een jager wacht liever op een hoogzit met een borrel of in een andere hinderlaag tot de oudervos of ander slachtoffer langskomt om het te schieten dan de schop ter hand te nemen om een vossenhol op te graven. Veel vossen worden ook 's nachts in het licht van koplampen gedood. "Nazorg" voor eventuele jongen wordt uiteraard niet verleend.
De faunabescherming roept op om foto’s te maken van deze laffe exercitie. Het zou allemaal nog mooier zijn om de jager op te roepen om zelf foto’s te schieten. Dan doet hij niemand kwaad en draagt hij bij tot een natuurlijker evenwicht. Meer over de vos en de bezwaren van de Faunabescherming tegen de vossenjacht, klik hier.




De intensieve veehouderij die op deze wijze mest uitrijdt is een veel grotere bedreiging van de nesten van de weidevogels dan de predatoren.

Afwijzing van een methode, niet van wetenschap in het algemeen

Opponenten van dierproeven krijgen nog wel eens te horen dat ze in wezen 'tegen de wetenschap' zouden zijn. Daarbij negeren voorstanders dan wel alle voorstellen voor (wetenschappelijke) alternatieven, d.w.z. onderzoeken die de vraagstelling net zo bevredigend zouden kunnen beantwoorden, maar dan zonder dat er dieren worden gebruikt.
Je hoeft dus helemaal niet wars van wetenschappelijke vooruitgang te zijn om toch tegen dierexperimenten te kunnen zijn waarvoor dieren moeten lijden of worden opgeofferd. De afwijzing van vivisectie (in de ruime zin) impliceert op zich dus niet dat je het stellen van wetenschappelijke vragen beschouwt als een uiting van menselijke hoogmoed of van een gebrek aan intuïtie en spiritueel levensgevoel.
Een voorbeeld: Stel dat je wilt vaststellen wat de gevolgen zijn van emotionele verwaarlozing voor de ontwikkeling van jonge kinderen. Dan kun je o.a. kijken naar klinische en forensische gegevens waaruit je een bepaalde correlatie kunt afleiden tussen verwaarlozing en psychologische scheefgroei. Je neemt de vraagstelling dan volledig serieus en erkent waarschijnlijk ook het maatschappelijke belang ervan.
Maar je zult het niet in je hoofd halen om zelf bepaalde kinderen experimenteel te verwaarlozen om hen met uitsluiting van alle andere factoren te kunnen vergelijken met kinderen die je niet verwaarloost. Helaas hebben onderzoekers, waaronder Harry Harlow, dit wel gedaan met apen. Bij proeven met zogeheten maternal deprivation werden baby-aapjes gescheiden van hun moeder in de hoop het effect ervan zo zeker mogelijk te kunnen vaststellen. Harlow maakte o.a. gebruik van middelen als kunstmoeders en isolatie. Dergelijke gruwelijke experimenten afwijzen hoeft helemaal niet te impliceren dat je beweert dat de vraagstelling "Wat gebeurt er met kinderen die geen ouderlijke liefde krijgen?" onzinnig is, bijvoorbeeld omdat we bij voorbaat al precies (in plaats van globaal) zouden weten wat het antwoord is. Ook hoeft het niet te betekenen dat je vindt dieren altijd teveel verschillen om hun gedrag als parallel te mogen beschouwen van menselijk gedrag.
Afwijzen van vivisectie betekent als zodanig slechts dat je gruwelijke dierproeven immoreel vindt, ongeacht of ze waardevolle kennis zouden kunnen opleveren.
Het gaat om de afwijzing van een specifieke methode om ethische redenen en niet van de hele wetenschap om levensbeschouwelijke redenen.
Er zijn zo ook grenzen aan het soort onderzoek dat je met mensen kunt doen. Iemand die de experimenten van een Josef Mengele afwijst zal bijvoorbeeld niet gauw worden verdacht van anti-wetenschappelijke tendensen.

Titus Rivas

06 april 2006

Verlies bio-industrie niet afwentelen op de belastingbetaler

Wakker Dier is woedend dat een sector die door het overgrootte deel van de bevolking niet wordt gewaardeerd en zich niets aantrekt van kritiek uit de maatschappij op het dierwelzijn, wel haar verliezen afwentelt op de belastingbetaler.
Het Nederlandse kabinet en de Europese commissie zijn plannen aan het maken voor extra subsidies aan de pluimvee-industrie nadat deze al tijdenlang verlies maakt vanwege de vogelpest. De subsidie zal waarschijnlijk bestaan uit extra exportsubsidies, kipreclames en betaalde opkoop of doding van kuikens, moederdieren of eieren.

01 april 2006

Is de overheid onpartijdig in zake de vogelgriep?

Stichting Wakker Dier daagt het (wetenschappelijk bureau van het) CDA uit om net als zij geld te steken in onderzoek naar de relatie tussen de consumptie van kip en het verspreiden van vogelgriep. Dit onderzoek zou moeten worden gedaan door de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). In 2002 werden de Keuringsdienst van Waren (KvW) en de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RVV) ondergebracht in de nieuwe VWA. Deze twee organisaties hebben tot 2006 als werkmaatschappijen gewerkt binnen de VWA. Sinds 1 januari 2006 zijn KvW en RVV gefuseerd tot één agentschap: de Voedsel en Waren Autoriteit. De Voedsel en Waren Autoriteit is de overheidsorganisatie die de veiligheid van voedsel en consumentenproducten onderzoekt en bewaakt. Zij houdt toezicht op de veiligheid van voedsel en consumentenproducten en het welzijn van dieren. De VWA werkt binnen de hele productieketen: van grondstof en hulpstof tot eindproduct of consumptie. De ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zijn de opdrachtgevers van de VWA.

Omdat Nederland grote belangen meent te hebben bij de export van pluimveeproducten is het maar de vraag of deze overheidsdienst een waarlijk onafhankelijk en wetenschappelijk betrouwbaar onderzoek zou doen. De situatie in Nederland op de onderzoeksinstituten begint steeds meer te lijken op de Amerikaanse situatie. Over het vermengen van economische belangen met onderzoeksresultaten zijn meerdere boeken verschenen.
Waar iedereen het ondertussen wel over eens is, is dat een deel van de trekvogels vogelgriep heeft. Waar discussie over is, is of deze vogels het slachtoffer zijn van het feit dat mensen deze ziekte hebben verspreid of dat de vogels de verspreider van de ziekte zijn.
Bewijs is nog niet geleverd, maar het patroon is dat er in alle gevallen sprake is geweest van transporten van pluimvee of pluimvee producten tussen oude en nieuwe besmette gebieden; zoals de handel in kippen tussen China en Turkije.
Volgens Wetlands International is er nu alle aanleiding om veel meer naar de legale en illegale transporten van pluimvee te kijken.

Een andere vraag is “wat is precies de lijn van redeneren die moet worden onderzocht?”. “Als je kip eet, vergroot je de kans op het verspreiden van de vogelgriep”. Of is de redenering “als je kip eet uit de bio-industrie steun je een sector die exporteert en die export verhoogt de kans op vogelgriep?”

De kans is groot dat de drie betrokken partijen PvdD, CDA en VWA nooit overeenstemming zullen hebben over de juiste onderzoeksopzet.

Zachte heelmeesters maken stinkende wonden

Biologisch is maar een klein beetje beter

Veel mensen die tegen bio-industrie zijn kiezen voor biologisch vlees. Zij realiseren zich niet of willen er zich niet in verdiepen dat de omstandigheden van dieren uit de biologische veehouderij nauwelijks beter zijn dan in de intensieve veehouderij. De reden daarvoor is dat ook in de biologische veehouderij veel dieren op een beperkte ruimte worden gehouden. Door de ophokplicht zitten nu niet alleen de scharrelkippen maar ook de kippen uit de vrije-uitloop binnen. Dit leidt tot de constatering dat deze dieren er nauwelijks in welzijn op achteruit gaan. Logisch als je je bedenkt dat dat welzijn door de onnatuurlijke groepsgrootte al minimaal was en zij agressief zijn.
Omdat de dieren soms mogen buiten lopen op een beperkt stukje grond is de belasting met mest van deze ruimte veel groter dan in een natuurlijk situatie. Het gevolg is dat de dieren weer snel met ziektekiemen in aanraking komen.
Een ander voorbeeld is groepshuisvesting van jonge koeien. Kistkalveren mag niet meer, maar veel kalveren in een kleine ruimte houden en dit groepshuisvesting noemen mag wel. Per saldo is het dier er nauwelijks op vooruit gegaan.
Ook de reden voor de geboorte van een kalf is weinig natuurlijk. Een kalf wordt kunstmatig in het leven geroepen om de melkgift van de moederkoe op te wekken en na de geboorte gaat het erom dat dit dier geen kostenpost meer is. Dat kan door het dier zo snel mogelijk te laten slachten of het met zo weinig mogelijk kosten slachtrijp te maken.



Het opzetten van oogkleppen voorkomt schrikreacties, maar het sussen van je geweten met halfslachtige veranderingen in je consumptiepatroon zet weinig zoden aan de dijk.

Wil je echt iets doen waarmee dierenleed wordt voorkomen dan kun je beter afzien van de consumptie van dierlijke producten.
Kun je de verleiding niet weerstaan, verdiep je dan in de omstandigheden achter een bepaald keurmerk of label. “Biologisch” heeft meer te maken met de omstandigheid dat de dieren biologisch veevoer te eten krijgen dan dat de leefomstandigheden echt natuurlijk genoemd kunnen worden.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.